Ik ben een denker, altijd geweest ook. Ik wil altijd graag weten hoe iets in elkaar zit en wat het precies is dat mensen drijft iets te doen, of een bepaalde keuze (al dan niet bewust) te maken, of juist niet te maken.
Het gekke is dat ik tegelijkertijd ook vrij kieskeurig ben. Ik ben namelijk absoluut géén wetenschapper, mijn interesses zijn daarvoor te breed en te divers. Ik zou me namelijk nooit op één (deel-)gebiedje kunnen concentreren, zonder dat in een groter verband te zien. Want de hele wereld staat met elkaar in verband, hoe miniem en onwaarschijnlijk die connecties soms ook mogen lijken. Dus een wetenschappelijke carrière viel al vroeg af voor mij. Vooral ook omdat rekenen en wiskunde bepaald niet mijn forte bleken te zijn. Zo kan ik me een wiskundeleraar herinneren, het was in de tweede klas van de middelbare school, die voor de klas stond en, wijzend op zijn leerlingen, het rijtje afging voor wie later zou slagen in het leven. Wijzend op mij zei hij: ´…en met jou wordt het nooit wat!´
Alhoewel de boodschap op dat moment hard aankwam, kwam ik er ook al snel achter dat ik aan helemaal niemand hoefde te bewijzen dat de man ongelijk heeft gehad. Behalve aan mezelf dan wellicht, maar ik weet inmiddels ook dat als je happy bent met jezelf, de ´rest´dan vanzelf ook op z´n plek valt.
Maar goed, wiskunde is dus niet mijn ding. Toch kan ik grote bewondering opbrengen voor de mensen die in staat zijn om de wereld om zich heen te aanschouwen, en hetgeen ze zien in een formule te vangen. Een formule die de situatie treffend beschrijft en die wetenschappelijk ook nog eens staat als een huis. Jarenlang heb ik dan ook gedacht dat ik nooit en te nimmer tot een dergelijke prestatie in staat zou zijn. Tot hedenochtend. Ik zat, zoals elke ochtend, op de bank mijn krantjes te lezen, met voor me op tafel een bak cappuccino en een peuk. Niks aan de hand dus. En ik geloof zelfs dat er niet eens een heel specifiek artikel was aan te wijzen voor mijn brainwave, maar opeens was het er! Een formule, en eentje waartegen ik nog geen enkel weerwoord heb kunnen bedenken. Even vlogen er zelfs beelden voorbij van eeuwige roem en een nominatie voor de Nobelprijs, maar snel was ik weer terug op aarde, met beide maatjes 48 stevig verankerd. Als je iets bedenkt, hoe briljant ook trouwens, om er een grote prijs mee in de wacht te kunnen slepen, dan ben je verkeerd bezig. Alle grote veranderingen en verbeteringen zouden ten goede moeten komen aan de gehele mensheid, en niet alleen aan de portemonnee van ondergetekende. Al is dat laatste natuurlijk nooit weg, de schoorsteen moet tenslotte ook hier blijven roken.
Terug naar de formule. Hij is even briljant als veelzeggend in zijn eenvoud, en beschrijft de huidige politieke werkelijkheid op een manier als nog nooit eerder is gelukt. Ik ben zelfs bijna bang om hem prijs te geven, bang als ik ben dat anderen de eenvoud ervan zien en zichzelf vervolgens iets aandoen omdat ze deze wetmatigheid zelf nooit hebben gezien. En dergelijke ´ongelukjes´wil ik derhalve dus absoluut niet op mijn geweten hebben. U bent dus voor eens en voor altijd gewaarschuwd, en ik ontken meteen elke aansprakelijk voor de gevolgen van deze publicatie, op zowel emotioneel als fysiek gebeid.
Maar laat ik u niet langer in spanning houden. Zoals ik al opmerkte dient een dergelijke formule vrij beschikbaar en toegankelijk te zijn, ter voortstuwing van de Nederlander in de vaart der volkeren en ter meerdere eer en glorie van de mensheid in het algemeen. Welnu, de formule luidt, in al haar verbluffende eenvoud, als volgt:
X + ? = taks
Mooi he?
De uitleg is al even simpel als de formule zelf welke, zoals ik al eerder schreef, een beschrijving bevat van de hedendaagse politieke werkelijkheid. ´X´is hier de onbekende, en duidt dan ook op een willekeurig voorval dat niet of nauwelijks te voorzien was. Nu besef ik dat het vraagteken een niet breed erkend symbool is in de wetenschap, doch vort het er wel de basis van. Het symbool staat hier echter voor de alom heersende onmacht om de ontstane situatie het hoofd te bieden. Achter het ´is gelijk aan-teken´ staat dan de gekozen oplossing, een nieuwe belasting.
Nu is het mooie aan deze formule dat ze toepasbaar is op ieder departement en in elke voorstelbare situatie. Ze zal de gebruiker nooit en te nimmer teleurstellen. Het enigste wat ik niet in de formule kon ondervangen was de benaming van de nieuwe taks. Deze is namelijk rechtstreeks afhankelijk van de ´X´ èn het verhaal dat men ons wil doen geloven, dus dat stukje zal ik moeten overlaten aan de inventiviteit en taalvaardigheid van de betrokken minister en ambtenaren. Helaas….
30-09-08
Ik ben dit Blog begonnen om een podium te hebben voor mijn gedachten. Alle teksten, meningen en afbeeldingen op deze blog zijn dan ook van mij en van mij alleen. Het is dan ook niet toegestaan om tekst/delen van tekst/afbeeldingen etc van deze blog te gebruiken zonder mijn uitdrukkelijke en schriftelijke toestemming. Als je wilt reageren op een bericht of iets anders wilt zeggen of mededelen dan lees of hoor ik dat graag!
dinsdag 30 september 2008
zondag 28 september 2008
Toekomstdromen
Iedere ouder wil het beste voor zijn of haar kind, dat lijkt me logisch. Het kind moet vooral een beter en rijker leven hebben dan de ouders hadden in hun eigen jeugd, met meer kansen, meer mogelijkheden, een hogere opleiding, en dan vooral omringd door meer en luxer spullen dan pa en ma destijds bezaten.
Ik zie mijn vader nog staan in de deuropening. Het was de deuropening van de vergaderzaal in het statige kantoorpand waar mijn vader een van de vennoten was. Hij had me net aan een van de nieuwe kantoorgenoten voorgesteld, hetgeen gevolgd was door een opmerking die ik niet verwachtte ooit nog te horen. Pa zei namelijk, net niet nonchalant genoeg, ´…maar ik denk niet dat hij hier ooit zal komen werken…´ Even keek ik verschrikt opzij, maar elk spoor van de mededeling was alweer van zijn gezicht verdwenen.
Tja, soms is er namelijk sprake van een reeds grotendeels uitgestippeld levenspad. Dan staat bij de geboorte al vast in welke richting het kind later geacht wordt carrière te maken, in welke firma, en ook op welk niveau die carrière ongeveer zou moeten eindigen. Bij mij was dat oorspronkelijk het notariaat, en mijn vader had het liefste gezien dat ik dat op zijn kantoor zou doen. Maar ik ben gelukkig al heel vroeg begonnen me daartegen te verzetten, met als resultaat dat Pa slecht ´mild teleurgesteld´ was toen ik mijn toekomst in een totaal andere richting koos. Als is ´mild teleurgesteld´ wellicht toch als understatement te classificeren.
Ik moest sterk aan dat ene voorval denken toen ik vanmorgen las over de dochter van die Imam die in Londen de kost verdient als paaldanseres. Heel veel verder kun je niet afgeraken van de normen en waarden die je ouders je hebben getracht mee te geven. Waarmee overigens geenszins gezegd is dat het verkeerd is je eigen pad te verkiezen boven datgene wat je ouders voor je hebben uitgedacht. Zeker als je vader een omstreden figuur is die meent dat de Britten de aanslagen van 2005 vooral toch aan zichzelf te danken hebben, en ook nog eens grote bewondering uitspreekt voor de plegers van de aanslagen van 11 september. Dan kan ik me levendig voorstellen dat je weg wilt uit een dergelijke gedachtewereld, een dergelijke danscarrière is dan zo´n beetje het ultieme gevoel van wraak.
Mijn vader was gelukkig alles behalve bekrompen, en heeft mijn omzwervingen altijd met belangstelling gevolgd. Nooit is er een moment geweest waarop hij me vroeg of ik achteraf geen spijt had dat ik geen rechten ben gaan studeren. Dat kan natuurlijk komen omdat hij bang was voor het antwoord, want dat is nog steeds onveranderd: Nee, ik moet er nog steeds niet aan denken! Op mijn spaarzame sollicitaties de afgelopen twintig jaar heb ik altijd het een en ander moeten uitleggen over mijn CV. Niet dat er grote gaten inzitten, ik heb tenslotte continue gewerkt, maar vooral omtrent de keuzes die ik erin heb gemaakt. Mijn loopbaan volgt namelijk niet de standaard rechte lijn naar boven, maar eerder een grillig patroon dat af en toe naar links, af en toe naar rechts, en zelfs af en toe een stap terug lijkt te doen. En ja, dat zijn altijd bewuste keuzes geweest. Een verandering van job was, en is, voor mij alleen interessant als ik het gevoel heb dat ik me erdoor kan ontwikkelen. Of dat nu in de breedte of in de diepte is. De top te bereiken is nooit mijn doel geweest, plezier hebben in wat ik doe echter wel, net als genoeg verdienen om een beetje geld over te houden nadat de rekeningen zijn betaald. En tot nu toe lukt dat aardig.
Een paar keer bleken mensen te hebben getwijfeld om me ergens voor te vragen. Dan wisten ze niet of een bepaalde baan voor mij interessant genoeg zou zijn, hoe graag ze me ook wilden hebben, maar als ze me dan eenmaal hadden gevraagd dan was ik meestal ook snel over de streep. Geen absurde salariseisen van mijn kant, noch een dikkere auto dan mijn collega. Als er voldoende uitdaging voor mij te vinden is in een klus dan kom ik, desnoods op de fiets.
En nu is dan eindelijk de tijd gekomen me aan mijn eigen toekomstdromen te gaan wijden. En voor de omgeving liggen die bepaald niet in de lijn van wat ik tot nu toe heb gedaan, en dat doet vaak wenkbrauwen fronsen. Dan wordt er bezorgd gevraagd of ik, op mijn leeftijd, het niet beter op vertrouwd terrein kan houden. Maar diegene die mij beter kent weet juist dat mijn huidige plannen dichterbij liggen dan al het andere dat ik ooit heb gedaan. Een carrièreswitch van 180° maken is een risico, dat besef ik me maar al te goed. Zeker als je al in de veertig bent. Maar evenzo geldt dat als ik het niet nu doe, ik er de rest van mijn leven spijt van zal hebben, en dat was ik toch ook weer niet van plan.
Wat ik dan van plan ben? Laat ik er het volgende over zeggen: de precieze plannen blijven nog even geheim, want er moet hier en daar nog even stevig onderhandeld worden. Maar eind volgende maand, en wellicht eerder, zal het nieuwste project het levenslicht zien, en ik kan hier nu niet zeggen hoe zeer het kriebelt en aan alle kanten jeukt om er eindelijk mee aan de slag te kunnen gaan. Als het eenmaal zover is, zal ik er op deze plek zeker kond van doen, maar tot die tijd moet iedereen nog even geduld hebben. All will be revealed….
28-09-08
Ik zie mijn vader nog staan in de deuropening. Het was de deuropening van de vergaderzaal in het statige kantoorpand waar mijn vader een van de vennoten was. Hij had me net aan een van de nieuwe kantoorgenoten voorgesteld, hetgeen gevolgd was door een opmerking die ik niet verwachtte ooit nog te horen. Pa zei namelijk, net niet nonchalant genoeg, ´…maar ik denk niet dat hij hier ooit zal komen werken…´ Even keek ik verschrikt opzij, maar elk spoor van de mededeling was alweer van zijn gezicht verdwenen.
Tja, soms is er namelijk sprake van een reeds grotendeels uitgestippeld levenspad. Dan staat bij de geboorte al vast in welke richting het kind later geacht wordt carrière te maken, in welke firma, en ook op welk niveau die carrière ongeveer zou moeten eindigen. Bij mij was dat oorspronkelijk het notariaat, en mijn vader had het liefste gezien dat ik dat op zijn kantoor zou doen. Maar ik ben gelukkig al heel vroeg begonnen me daartegen te verzetten, met als resultaat dat Pa slecht ´mild teleurgesteld´ was toen ik mijn toekomst in een totaal andere richting koos. Als is ´mild teleurgesteld´ wellicht toch als understatement te classificeren.
Ik moest sterk aan dat ene voorval denken toen ik vanmorgen las over de dochter van die Imam die in Londen de kost verdient als paaldanseres. Heel veel verder kun je niet afgeraken van de normen en waarden die je ouders je hebben getracht mee te geven. Waarmee overigens geenszins gezegd is dat het verkeerd is je eigen pad te verkiezen boven datgene wat je ouders voor je hebben uitgedacht. Zeker als je vader een omstreden figuur is die meent dat de Britten de aanslagen van 2005 vooral toch aan zichzelf te danken hebben, en ook nog eens grote bewondering uitspreekt voor de plegers van de aanslagen van 11 september. Dan kan ik me levendig voorstellen dat je weg wilt uit een dergelijke gedachtewereld, een dergelijke danscarrière is dan zo´n beetje het ultieme gevoel van wraak.
Mijn vader was gelukkig alles behalve bekrompen, en heeft mijn omzwervingen altijd met belangstelling gevolgd. Nooit is er een moment geweest waarop hij me vroeg of ik achteraf geen spijt had dat ik geen rechten ben gaan studeren. Dat kan natuurlijk komen omdat hij bang was voor het antwoord, want dat is nog steeds onveranderd: Nee, ik moet er nog steeds niet aan denken! Op mijn spaarzame sollicitaties de afgelopen twintig jaar heb ik altijd het een en ander moeten uitleggen over mijn CV. Niet dat er grote gaten inzitten, ik heb tenslotte continue gewerkt, maar vooral omtrent de keuzes die ik erin heb gemaakt. Mijn loopbaan volgt namelijk niet de standaard rechte lijn naar boven, maar eerder een grillig patroon dat af en toe naar links, af en toe naar rechts, en zelfs af en toe een stap terug lijkt te doen. En ja, dat zijn altijd bewuste keuzes geweest. Een verandering van job was, en is, voor mij alleen interessant als ik het gevoel heb dat ik me erdoor kan ontwikkelen. Of dat nu in de breedte of in de diepte is. De top te bereiken is nooit mijn doel geweest, plezier hebben in wat ik doe echter wel, net als genoeg verdienen om een beetje geld over te houden nadat de rekeningen zijn betaald. En tot nu toe lukt dat aardig.
Een paar keer bleken mensen te hebben getwijfeld om me ergens voor te vragen. Dan wisten ze niet of een bepaalde baan voor mij interessant genoeg zou zijn, hoe graag ze me ook wilden hebben, maar als ze me dan eenmaal hadden gevraagd dan was ik meestal ook snel over de streep. Geen absurde salariseisen van mijn kant, noch een dikkere auto dan mijn collega. Als er voldoende uitdaging voor mij te vinden is in een klus dan kom ik, desnoods op de fiets.
En nu is dan eindelijk de tijd gekomen me aan mijn eigen toekomstdromen te gaan wijden. En voor de omgeving liggen die bepaald niet in de lijn van wat ik tot nu toe heb gedaan, en dat doet vaak wenkbrauwen fronsen. Dan wordt er bezorgd gevraagd of ik, op mijn leeftijd, het niet beter op vertrouwd terrein kan houden. Maar diegene die mij beter kent weet juist dat mijn huidige plannen dichterbij liggen dan al het andere dat ik ooit heb gedaan. Een carrièreswitch van 180° maken is een risico, dat besef ik me maar al te goed. Zeker als je al in de veertig bent. Maar evenzo geldt dat als ik het niet nu doe, ik er de rest van mijn leven spijt van zal hebben, en dat was ik toch ook weer niet van plan.
Wat ik dan van plan ben? Laat ik er het volgende over zeggen: de precieze plannen blijven nog even geheim, want er moet hier en daar nog even stevig onderhandeld worden. Maar eind volgende maand, en wellicht eerder, zal het nieuwste project het levenslicht zien, en ik kan hier nu niet zeggen hoe zeer het kriebelt en aan alle kanten jeukt om er eindelijk mee aan de slag te kunnen gaan. Als het eenmaal zover is, zal ik er op deze plek zeker kond van doen, maar tot die tijd moet iedereen nog even geduld hebben. All will be revealed….
28-09-08
vrijdag 26 september 2008
Het Morele Failliet van Amsterdam
Wie dacht dat de graaicultuur van onze hoofdstedelijke ambtenaren haar dieptepunt zo langzamerhand wel had bereikt komt bedrogen uit. Ook wie dacht dat de grenzen van de overheidsbemoeienis in de persoonlijke levenssfeer niet ingrijpender kon. In Amsterdam kan het en, wat erger is, gebeurt het ook.
Medewerkers van het alom verguisde instituut ´Stadstoezicht´, en de daaronder vallende Milieupolitie, hebben namelijk een nieuwe manier bedacht om de hardwerkende burger zo snel mogelijk van zijn zuurverdiende centjes af te helpen. Niet omdat de burger schromelijk over de schreef gaat, welnee, maar deze boetes zijn louter bedacht om de opbrengst hiervan in de schatkist te kunnen storten en nòg meer absurde linkse gedachtekronkels en paradepaardjes te financieren. Deze wakkere hoeders van het milieu en het burgerfatsoen hebben namelijk bedacht dat de eenvoudige burgerman zijn automobiel, die hij na lang sparen eindelijk heeft kunnen kopen, niet al te lang op een en dezelfde plaats mag parkeren omdat dit boeventuig aantrekt. Jawel, dat trekt in de ogen van de Milieupolitie boeventuig aan.
Niet dat er sprake is van een overgeslagen APK, het parkeren van een autowrak langs de weg, of een automobiel met enorme schade. Nee, het gaat in deze gevallen om auto´s van hardwerkende mensen die door verblijf in het buitenland of door ziekte hun vierwieler enige tijd aan de straat hebben laten staan zonder er gebruik van te maken. De APK zit er op en de auto´s zijn verder ook in een dergelijke staat dat ze voldoen aan alle verplichtingen die de wet eraan stelt om deel te nemen aan het dagelijkse verkeer. Ze worden alleen niet gebruikt gedurende een bepaalde tijd. En daarmee riskeer je dus nu een boete in onze hoofdstad.
Zo ontdekte ook een mevrouw die voor haar werk enige tijd in het buitenland had vertoefd. Tijdens haar afwezigheid had ze haar auto in Amstelveen gestald om er, bij terugkomst, achter te komen dat deze was weggesleept. Een ander geval betreft een meneer die bij terugkomst van vakantie een ambtelijk schrijven op zijn deurmat vond waarin werd aangegeven dat hij zijn voertuig onmiddellijk diende te verwijderen of in ieder geval contact diende op te nemen met de schrijver van het epistel om zo een boete te ontlopen. Dit leidde tot een zeer begrijpelijke woede bij de man die daarop dus, anoniem, de publiciteit zocht.
Ik heb me zeer moeten inhouden om mijn woorden vandaag tot u in correct Nederlands te kunnen richten. De taal die door mijn hoofd raast is namelijk niet van een degelijke keurigheid getuigend als u van mij gewend bent of welke ik in de dagelijkse omgang doorgaans bezig, noch loopt deze over van woorden die meer dan twee lettergrepen tellen. Dat er niemand bereikbaar was om commentaar te geven op deze zaak verbaasd me dan ook niets. Zelfs de meest linkse stadsbestuurder moet toch op zijn klompen aanvoelen dat er hier een zoveelste grens is overschreden, een morele grens dit keer. Of het is zo dat men hogerop niet eens wist dat dergelijke praktijken speelden, wat het geheel alleen maar nog erger en pijnlijker maakt. Ambtenaren die zelf maar op de stoel van de hoogste morele rechter gaan zitten en gaan oordelen wat de burgen nu niet meer mag…
Ik ben dan ook heel benieuwd hoe Cohen hiermee zal omgaan, maar ik kan er wel een gooi naar doen: Cohen fulmineert dat dit zo inderdaad niet kan, verscheurt vervolgens de boetes en nodigt de getroffen burgers uit voor een heerlijk kopje thee op het stadhuis. Om daarna de boel te laten voor wat die is en over te gaan tot de orde van de dag, namelijk nog meer thee drinken.
Ik vraag me steeds vaker af waar het naar toe gaat met dit land en of ik me er nog wel thuis voel. En steeds vaker kom ik tot de conclusie dat het antwoord op die vraag een hartgrondig ´NEEN!´ is. Maar ik ben nog niet zover dat ik mijn spullen pak en vertrek. Nog niet, maar dat moment komt wel steeds dichterbij..
26-09-08
Medewerkers van het alom verguisde instituut ´Stadstoezicht´, en de daaronder vallende Milieupolitie, hebben namelijk een nieuwe manier bedacht om de hardwerkende burger zo snel mogelijk van zijn zuurverdiende centjes af te helpen. Niet omdat de burger schromelijk over de schreef gaat, welnee, maar deze boetes zijn louter bedacht om de opbrengst hiervan in de schatkist te kunnen storten en nòg meer absurde linkse gedachtekronkels en paradepaardjes te financieren. Deze wakkere hoeders van het milieu en het burgerfatsoen hebben namelijk bedacht dat de eenvoudige burgerman zijn automobiel, die hij na lang sparen eindelijk heeft kunnen kopen, niet al te lang op een en dezelfde plaats mag parkeren omdat dit boeventuig aantrekt. Jawel, dat trekt in de ogen van de Milieupolitie boeventuig aan.
Niet dat er sprake is van een overgeslagen APK, het parkeren van een autowrak langs de weg, of een automobiel met enorme schade. Nee, het gaat in deze gevallen om auto´s van hardwerkende mensen die door verblijf in het buitenland of door ziekte hun vierwieler enige tijd aan de straat hebben laten staan zonder er gebruik van te maken. De APK zit er op en de auto´s zijn verder ook in een dergelijke staat dat ze voldoen aan alle verplichtingen die de wet eraan stelt om deel te nemen aan het dagelijkse verkeer. Ze worden alleen niet gebruikt gedurende een bepaalde tijd. En daarmee riskeer je dus nu een boete in onze hoofdstad.
Zo ontdekte ook een mevrouw die voor haar werk enige tijd in het buitenland had vertoefd. Tijdens haar afwezigheid had ze haar auto in Amstelveen gestald om er, bij terugkomst, achter te komen dat deze was weggesleept. Een ander geval betreft een meneer die bij terugkomst van vakantie een ambtelijk schrijven op zijn deurmat vond waarin werd aangegeven dat hij zijn voertuig onmiddellijk diende te verwijderen of in ieder geval contact diende op te nemen met de schrijver van het epistel om zo een boete te ontlopen. Dit leidde tot een zeer begrijpelijke woede bij de man die daarop dus, anoniem, de publiciteit zocht.
Ik heb me zeer moeten inhouden om mijn woorden vandaag tot u in correct Nederlands te kunnen richten. De taal die door mijn hoofd raast is namelijk niet van een degelijke keurigheid getuigend als u van mij gewend bent of welke ik in de dagelijkse omgang doorgaans bezig, noch loopt deze over van woorden die meer dan twee lettergrepen tellen. Dat er niemand bereikbaar was om commentaar te geven op deze zaak verbaasd me dan ook niets. Zelfs de meest linkse stadsbestuurder moet toch op zijn klompen aanvoelen dat er hier een zoveelste grens is overschreden, een morele grens dit keer. Of het is zo dat men hogerop niet eens wist dat dergelijke praktijken speelden, wat het geheel alleen maar nog erger en pijnlijker maakt. Ambtenaren die zelf maar op de stoel van de hoogste morele rechter gaan zitten en gaan oordelen wat de burgen nu niet meer mag…
Ik ben dan ook heel benieuwd hoe Cohen hiermee zal omgaan, maar ik kan er wel een gooi naar doen: Cohen fulmineert dat dit zo inderdaad niet kan, verscheurt vervolgens de boetes en nodigt de getroffen burgers uit voor een heerlijk kopje thee op het stadhuis. Om daarna de boel te laten voor wat die is en over te gaan tot de orde van de dag, namelijk nog meer thee drinken.
Ik vraag me steeds vaker af waar het naar toe gaat met dit land en of ik me er nog wel thuis voel. En steeds vaker kom ik tot de conclusie dat het antwoord op die vraag een hartgrondig ´NEEN!´ is. Maar ik ben nog niet zover dat ik mijn spullen pak en vertrek. Nog niet, maar dat moment komt wel steeds dichterbij..
26-09-08
donderdag 25 september 2008
Norton I
Nee, dit is geen vooraankondiging van de nieuwe Prins Carnaval die tijdens de festiviteiten de scepter over ´Lampegat´ zal zwaaien. Noch is het een nostalgische terugblik op de allereerste versie van het bekende antivirusprogramma. Dit is een korte geschiedenis van de eerste keizer van de Verenigde Staten.
Joshua Abraham Norton werd in 1819 geboren in Londen en maakte in 1849 de oversteek naar de USA. Daar begaf hij zich in zaken en maakte hij, dankzij zijn intelligentie en gewiekstheid, zijn fortuin. Slechts enkele jaren later, na een mislukte graantransactie, raakte Norton geruïneerd en werd hij krankzinnig. Dit uitte zich ondermeer door het feit dat hij zich op 17 september 1859 aan de burelen van de San Francisco Bulletin vervoegde met een papier waarop hij zichzelf uitriep tot Norton I, de eerste keizer van de Verenigde Staten. De volledige tekst luidde:
´At the pre-emptory request of a large majority of the citizens of these United States, I Joshua Norton, formerly of Algoa Bay, Cape of Good Hope, and now for the last nine years and ten months past of San Francisco, California, declare and proclaim myself the Emperor of These United States.´ *)
De krant publiceerde zijn proclamatie, en een levende legende was geboren. Iedereen deed mee en genoot met volle teugen van dit kleine mannetje. Politieagenten salueerden als hij voorbij kwam, en de stad voorzag hem zelfs van een fiets als keizerlijk vervoer.
Aangezien Norton echter geen rooie cent meer bezat, kon hij geen leger oprichten, of wapens kopen, om zijn claim kracht bij te zetten. Noch kon hij het zich veroorloven om zichzelf met de nodige pracht en praal te omgeven, en vertoonde hij zich in de straten van San Francisco in zijn karakteristieke blauw-grijze uniform. Dit uniform werd alom gezien als een compromis tussen de blauwbloezen van de Noordelijke Unie en de grijze uniformen van de Confederates van het Zuiden. Toch was Norton een graag gezien persoon die door iedereen werd begroet en met eerbied werd behandeld. Het beleid dat hij voorstond werd trouw in de krant gepubliceerd, maar natuurlijk nooit uitgevoerd. Zo gaf hij in 1869 opdracht om zowel de Democratische als de Republikeinse Partij af te schaffen omdat dit in zijn ogen ´subversieve bewegingen´ waren. Ook gaf hij opdracht tot het oprichten van een ´League of Nations´ waarin geschillen onderling, vreedzaam opgelost dienden te worden. Ook openbare werken die in zijn naam werden uitgevoerd werden in de krant breed uitgemeten en konden steevast rekenen op een aantal bezoeken van de keizer om de voortgang te inspecteren. De San Francisco Bulletin voer er ondertussen wel bij, want de oplage schoot omhoog. Toch zorgde de krant goed voor ´haar keizer´, want Norton I kon eten in de beste restaurants van de stad en ook in de opera was er altijd een plaatsje voor hem vrij. De krant ontving, én betaalde, de rekening.
Joshua Abraham Norton overleed op 8 januari 1880, zijn hele leven kinderloos, aan een plotselinge hartaanval op straat. Zijn populariteit was echter dermate dat ruim 30.000 mensen de begrafenis bijwoonden en daarmee Norton I de laatste eer bewezen.
Ik moest sterk aan Norton I denken de laatste dagen. Hij was een van die mensen die de wereld hoop en kleur hebben gegeven in een tijd van politieke oproer en tegenspoed. Hij was een van de mannen die mee heeft geholpen een jonge republiek te vormen en gestalte te geven. Een kleurrijke en schilderachtige figuur, waarvan we er vandaag de dag véél te weinig hebben. Eén blik op de scheidende president van de VS (en beide presidentskandidaten) zegt, wat dat betreft, méér dan genoeg!
25-09-08
Joshua Abraham Norton werd in 1819 geboren in Londen en maakte in 1849 de oversteek naar de USA. Daar begaf hij zich in zaken en maakte hij, dankzij zijn intelligentie en gewiekstheid, zijn fortuin. Slechts enkele jaren later, na een mislukte graantransactie, raakte Norton geruïneerd en werd hij krankzinnig. Dit uitte zich ondermeer door het feit dat hij zich op 17 september 1859 aan de burelen van de San Francisco Bulletin vervoegde met een papier waarop hij zichzelf uitriep tot Norton I, de eerste keizer van de Verenigde Staten. De volledige tekst luidde:
´At the pre-emptory request of a large majority of the citizens of these United States, I Joshua Norton, formerly of Algoa Bay, Cape of Good Hope, and now for the last nine years and ten months past of San Francisco, California, declare and proclaim myself the Emperor of These United States.´ *)
De krant publiceerde zijn proclamatie, en een levende legende was geboren. Iedereen deed mee en genoot met volle teugen van dit kleine mannetje. Politieagenten salueerden als hij voorbij kwam, en de stad voorzag hem zelfs van een fiets als keizerlijk vervoer.
Aangezien Norton echter geen rooie cent meer bezat, kon hij geen leger oprichten, of wapens kopen, om zijn claim kracht bij te zetten. Noch kon hij het zich veroorloven om zichzelf met de nodige pracht en praal te omgeven, en vertoonde hij zich in de straten van San Francisco in zijn karakteristieke blauw-grijze uniform. Dit uniform werd alom gezien als een compromis tussen de blauwbloezen van de Noordelijke Unie en de grijze uniformen van de Confederates van het Zuiden. Toch was Norton een graag gezien persoon die door iedereen werd begroet en met eerbied werd behandeld. Het beleid dat hij voorstond werd trouw in de krant gepubliceerd, maar natuurlijk nooit uitgevoerd. Zo gaf hij in 1869 opdracht om zowel de Democratische als de Republikeinse Partij af te schaffen omdat dit in zijn ogen ´subversieve bewegingen´ waren. Ook gaf hij opdracht tot het oprichten van een ´League of Nations´ waarin geschillen onderling, vreedzaam opgelost dienden te worden. Ook openbare werken die in zijn naam werden uitgevoerd werden in de krant breed uitgemeten en konden steevast rekenen op een aantal bezoeken van de keizer om de voortgang te inspecteren. De San Francisco Bulletin voer er ondertussen wel bij, want de oplage schoot omhoog. Toch zorgde de krant goed voor ´haar keizer´, want Norton I kon eten in de beste restaurants van de stad en ook in de opera was er altijd een plaatsje voor hem vrij. De krant ontving, én betaalde, de rekening.
Joshua Abraham Norton overleed op 8 januari 1880, zijn hele leven kinderloos, aan een plotselinge hartaanval op straat. Zijn populariteit was echter dermate dat ruim 30.000 mensen de begrafenis bijwoonden en daarmee Norton I de laatste eer bewezen.
Ik moest sterk aan Norton I denken de laatste dagen. Hij was een van die mensen die de wereld hoop en kleur hebben gegeven in een tijd van politieke oproer en tegenspoed. Hij was een van de mannen die mee heeft geholpen een jonge republiek te vormen en gestalte te geven. Een kleurrijke en schilderachtige figuur, waarvan we er vandaag de dag véél te weinig hebben. Eén blik op de scheidende president van de VS (en beide presidentskandidaten) zegt, wat dat betreft, méér dan genoeg!
25-09-08
*) vrij vertaald: ´Na het verkrijgen van de steun van een grote meerderheid van de inwoners van deze Verenigde Staten, verklaar ik, Joshua Norton, voormalig inwoner van Algoa Bay, Kaap de Goede Hoop, en nu sinds de afgelopen negen jaar en tien maanden van San Francisco, Californië, mezelf tot Keizer van deze Verenigde Staten.´
dinsdag 23 september 2008
Het Groeiend Verzet Tegen Het Rookverbod
Wat begon als een klein lokaal protest van 25 Tilburgse uitbaters, begint uit te groeien tot een landelijk actiefront.
Sinds de invoering van het rookverbod in de Horeca op 1 juli j.l. is van een daling van bezoekers nog niet echt massaal sprake geweest. Maar nu de herfst en de winter voor de deur staan en het terras dus geen prettige plek meer is om op te steken, vrezen vele ondernemers het dreigende omzetverlies van 20 tot 50%.
De woordvoerder van het Horeca Actiecomité Buigen of Barsten laat in het ED weten dat zich inmiddels duizend kroegbazen hebben aangemeld. Het Tilburgse protest spreidt zich dus als een olievlek uit over Brabant, nu ook ondernemers uit Breda, Etten-Leur en Roosendaal zich hebben aangesloten. Deze ondernemers trekken de stoute schoenen aan en laten hun klanten gewoon roken, daarmee een eventuele boete op de koop toe nemend. Vanuit een gezamenlijke pot gaan ze de eventuele boetes betalen. Ook wordt met spanning uitgekeken naar de rechtzaak van een uitbater van een lunchroom in Breda. Deze ondernemer kreeg een boete van 300 euro en laat het nu aankomen op een rechtzaak, bijgestaan door twee advocaten van het actiecomité uit Tilburg.
Slechts een kleine drie maanden na de invoering van het rookverbod groeit dus het verzet. De voorspelde toestroom van niet rokende klanten bleef zoals verwacht uit. Daar waar er buiten gerookt wordt verzamelen zich ook de niet rokende klanten, waardoor het binnen stil en leeg blijft. Zowel de politiek als organisaties als Stivoro blijven beweren dat het allemaal niet zo´n vaart zal lopen met die teruglopende bezoekersaantallen. Toch zijn in de ons omringende landen al diverse aanpassingen aan het stringente rookverbod geweest, waardoor in kleine kroegen vaak alweer wel gewoon gerookt mag worden. Maar Nederland wil nog steeds graag het braafste jongetje van de klas zijn en de wereld laten zien hoe braaf wij achter Europa aanhollen met z´n allen. Maar de ondernemers, toch de drijvende kracht achter onze economie, zien déze maatregel niet langer zitten en komen in verzet. Tijd dus voor de politiek om in actie te komen vòòr er vele horecazaken door faillissement omvallen.
Het Horeca Actiecomité Buigen of Barsten kan intussen ook op een steeds bredere maatschappelijke steun rekenen. In veel kroegen hebben zelfs de vaste klanten een eigen pot gecreëerd om hun favoriete biertapper te ondersteunen als er controle en een boete komt, en zo zijn er nog vele voorbeelden te geven van een breed gedragen protest.
Of de politiek zich laat overhalen om deze verfoeide maatregel aan te passen laat zich nog maar bezien. Ook het feit of Koninklijke Horeca Nederland zich achter haar leden zal scharen zal grotendeels afhangen van de vergadering in Brabant die vandaag zal plaatsvinden. Werner Broos, kroegeigenaar én voorzitter van de Roosendaalse afdeking van KHN, zegt zich ´in een spagaat´te bevinden. Het rookverbod is na jaren onderhandelen tussen de overheid en KNH tot stand gekomen, ´maar als ondernemer vind ik dat we dit niet moeten pikken! Als de gemiddelde consument wordt geconfronteerd met een koopkrachtverlies van 5% is het land te klein, maar wij hebben te maken met een dreigend omzetverlies van 20 tot 50%.´ Peter Werher, bestuurslid van KHN, benadrukt nog eens dat KHN een vereniging is die de wet respecteert, maar zich tegelijkertijd ook grote zorgen maakt over de 5 tot 10% horecagelegenheden die over de kop zullen gaan als het rookverbod onveranderd gehandhaafd blijft.
Den Haag wacht ondertussen in alle rust af op wat er komen gaat.
Sinds de invoering van het rookverbod in de Horeca op 1 juli j.l. is van een daling van bezoekers nog niet echt massaal sprake geweest. Maar nu de herfst en de winter voor de deur staan en het terras dus geen prettige plek meer is om op te steken, vrezen vele ondernemers het dreigende omzetverlies van 20 tot 50%.
De woordvoerder van het Horeca Actiecomité Buigen of Barsten laat in het ED weten dat zich inmiddels duizend kroegbazen hebben aangemeld. Het Tilburgse protest spreidt zich dus als een olievlek uit over Brabant, nu ook ondernemers uit Breda, Etten-Leur en Roosendaal zich hebben aangesloten. Deze ondernemers trekken de stoute schoenen aan en laten hun klanten gewoon roken, daarmee een eventuele boete op de koop toe nemend. Vanuit een gezamenlijke pot gaan ze de eventuele boetes betalen. Ook wordt met spanning uitgekeken naar de rechtzaak van een uitbater van een lunchroom in Breda. Deze ondernemer kreeg een boete van 300 euro en laat het nu aankomen op een rechtzaak, bijgestaan door twee advocaten van het actiecomité uit Tilburg.
Slechts een kleine drie maanden na de invoering van het rookverbod groeit dus het verzet. De voorspelde toestroom van niet rokende klanten bleef zoals verwacht uit. Daar waar er buiten gerookt wordt verzamelen zich ook de niet rokende klanten, waardoor het binnen stil en leeg blijft. Zowel de politiek als organisaties als Stivoro blijven beweren dat het allemaal niet zo´n vaart zal lopen met die teruglopende bezoekersaantallen. Toch zijn in de ons omringende landen al diverse aanpassingen aan het stringente rookverbod geweest, waardoor in kleine kroegen vaak alweer wel gewoon gerookt mag worden. Maar Nederland wil nog steeds graag het braafste jongetje van de klas zijn en de wereld laten zien hoe braaf wij achter Europa aanhollen met z´n allen. Maar de ondernemers, toch de drijvende kracht achter onze economie, zien déze maatregel niet langer zitten en komen in verzet. Tijd dus voor de politiek om in actie te komen vòòr er vele horecazaken door faillissement omvallen.
Het Horeca Actiecomité Buigen of Barsten kan intussen ook op een steeds bredere maatschappelijke steun rekenen. In veel kroegen hebben zelfs de vaste klanten een eigen pot gecreëerd om hun favoriete biertapper te ondersteunen als er controle en een boete komt, en zo zijn er nog vele voorbeelden te geven van een breed gedragen protest.
Of de politiek zich laat overhalen om deze verfoeide maatregel aan te passen laat zich nog maar bezien. Ook het feit of Koninklijke Horeca Nederland zich achter haar leden zal scharen zal grotendeels afhangen van de vergadering in Brabant die vandaag zal plaatsvinden. Werner Broos, kroegeigenaar én voorzitter van de Roosendaalse afdeking van KHN, zegt zich ´in een spagaat´te bevinden. Het rookverbod is na jaren onderhandelen tussen de overheid en KNH tot stand gekomen, ´maar als ondernemer vind ik dat we dit niet moeten pikken! Als de gemiddelde consument wordt geconfronteerd met een koopkrachtverlies van 5% is het land te klein, maar wij hebben te maken met een dreigend omzetverlies van 20 tot 50%.´ Peter Werher, bestuurslid van KHN, benadrukt nog eens dat KHN een vereniging is die de wet respecteert, maar zich tegelijkertijd ook grote zorgen maakt over de 5 tot 10% horecagelegenheden die over de kop zullen gaan als het rookverbod onveranderd gehandhaafd blijft.
Den Haag wacht ondertussen in alle rust af op wat er komen gaat.
23-09-08
zondag 21 september 2008
Lik-Op-Stuk
Met stijgende verbazing heb ik de afgelopen dagen de woordenwisseling gevolgd tussen premier Balkenende en Geert Wilders, waarbij de eerste de laatste verweet een hele bevolkingsgroep te discrimineren door hen apart te benoemen, en daarmee buiten te sluiten.
In mijn gevoel is het echter de reljeugd zèlf die zich door hun gedrag buiten de maatschappij plaatsen, ongeacht of het hier nu gaat om Marokkanen, Friezen, Limburgers, Tukkers of Belgen.
Verbazing wekt ook de bagatellisering door zowel de overheid, de politie als de burgemeester van Gouda. Zij leven blijkbaar nog in de veronderstelling dat we in een tijd leven van ´pappen en nathouden´, waarna het probleem vanzelf ophoudt te bestaan. Maar de geschiedenis heeft ons inmiddels geleerd dat zulks nu eenmaal niet erg waarschijnlijk is. Toch blijven gezagsdragers, of in ieder geval zij die daarvoor door zouden moeten gaan, een afwachtende houding aannemen en de situatie bagatelliseren, waardoor de uiteindelijke prijs betaald wordt door de goedwillende burgers uit de betrokken buurten. Zij zijn het tenslotte die worden afgeranseld, weggepest, bespuugd en geterroriseerd, terwijl de politie er bij staat en niet of nauwelijks ingrijpt.
Mijn geduld begint intussen echter vreselijk op te raken. Voor mij mag een ieder die zich schuldig maakt aan geweldsdelicten, vernielingen of andere vormen van ernstig antisociaal gedrag, keihard worden aangepakt. Zeker als er sprake is van herhaling en ernstige schade aan lijf of goed. Mensen die zich moedwillig schuldig maken aan dergelijk asociaal gedrag dienen daarvan ook onverkort de rekening gepresenteerd te krijgen, en die ook tot op de laatste cent te voldoen. Wil je een bushokje slopen? Prima, dat kost je dan een paar duizend euro. Geen geld? Dan verkopen we je scooter, je gsm en je stereo installatie en komen elke week aan je deur kloppen tot het volledige bedrag is betaald. Bedreig je iemand of pleeg je een roofoverval? Dan ga je achter slot en grendel en mag je daarna de schade, zowel de fysieke als de psychische schade voor de betrokkenen, alsnog voldoen.
Er zullen in de samenleving veel mensen zijn die een dergelijke zienswijze niet delen. Zij zullen wijzen op sociale factoren, de verantwoordelijkheid van ouders en van scholen, en zeggen dat betrokkenen het toch al zo moeilijk hebben. Maar hoe moeilijk je jeugd ook mag zijn verlopen, en die van mij was bepaald ook niet vlekkeloos, een dergelijke moeilijke start geeft je nog geen rechten om je kwaadheid dan maar op onschuldige derden af te reageren, of om te zetten in dergelijk gedrag. In een maatschappij als de onze moet je, net als de overgrote meerderheid, gewoon aan de slag als je iets wilt bereiken of graag iets wilt kunnen kopen. Geen werk zeg je? Onzin! Er is genoeg te doen in de maatschappij. Wellicht sluiten de werktijden niet helemaal aan bij wat je graag zou willen, moet je lange uren maken of is het salaris niet gelijk dat van een bankdirecteur? Jammer dan! Dan duurt het allemaal maar wat langer. Je zult je tenslotte vroeger of later gewoon aan moeten passen, en hoe eerder je dat door hebt, hoe beter het voor jezelf en voor de maatschappij is. Door de juiste keuzes te maken, en een beetje hulp hier en daar, is er echt wel een uitweg te vinden. Daarmee wordt je weliswaar niet de grote held van de buurt, maar slaag je er wel in iets van je eigen leven te maken.
Voor hen die echt maling hebben aan alles en iedereen, en hun eigen belangen stelselmatig boven die van een ander blijven stellen is er maar één remedie: keihard optreden. En van mij mag dat echt keihard zijn. Hou je oom agent urenlang bezig om je zoveelste inbraak in het systeem te kloppen? Prima, dat is dan weer een paar honderd euro extra op je rekening, tot op de laatste cent af te betalen alstublieft. Volgens mij help een dergelijke aanpak veel beter dan welke andere manier dan ook, vooral voor hen die er blijk van hebben gegeven uitermate hardleers te zijn. Je kunt juist hen niet harder treffen dan waar het echt pijn doet, in hun portemonnee.
In mijn gevoel is het echter de reljeugd zèlf die zich door hun gedrag buiten de maatschappij plaatsen, ongeacht of het hier nu gaat om Marokkanen, Friezen, Limburgers, Tukkers of Belgen.
Verbazing wekt ook de bagatellisering door zowel de overheid, de politie als de burgemeester van Gouda. Zij leven blijkbaar nog in de veronderstelling dat we in een tijd leven van ´pappen en nathouden´, waarna het probleem vanzelf ophoudt te bestaan. Maar de geschiedenis heeft ons inmiddels geleerd dat zulks nu eenmaal niet erg waarschijnlijk is. Toch blijven gezagsdragers, of in ieder geval zij die daarvoor door zouden moeten gaan, een afwachtende houding aannemen en de situatie bagatelliseren, waardoor de uiteindelijke prijs betaald wordt door de goedwillende burgers uit de betrokken buurten. Zij zijn het tenslotte die worden afgeranseld, weggepest, bespuugd en geterroriseerd, terwijl de politie er bij staat en niet of nauwelijks ingrijpt.
Mijn geduld begint intussen echter vreselijk op te raken. Voor mij mag een ieder die zich schuldig maakt aan geweldsdelicten, vernielingen of andere vormen van ernstig antisociaal gedrag, keihard worden aangepakt. Zeker als er sprake is van herhaling en ernstige schade aan lijf of goed. Mensen die zich moedwillig schuldig maken aan dergelijk asociaal gedrag dienen daarvan ook onverkort de rekening gepresenteerd te krijgen, en die ook tot op de laatste cent te voldoen. Wil je een bushokje slopen? Prima, dat kost je dan een paar duizend euro. Geen geld? Dan verkopen we je scooter, je gsm en je stereo installatie en komen elke week aan je deur kloppen tot het volledige bedrag is betaald. Bedreig je iemand of pleeg je een roofoverval? Dan ga je achter slot en grendel en mag je daarna de schade, zowel de fysieke als de psychische schade voor de betrokkenen, alsnog voldoen.
Er zullen in de samenleving veel mensen zijn die een dergelijke zienswijze niet delen. Zij zullen wijzen op sociale factoren, de verantwoordelijkheid van ouders en van scholen, en zeggen dat betrokkenen het toch al zo moeilijk hebben. Maar hoe moeilijk je jeugd ook mag zijn verlopen, en die van mij was bepaald ook niet vlekkeloos, een dergelijke moeilijke start geeft je nog geen rechten om je kwaadheid dan maar op onschuldige derden af te reageren, of om te zetten in dergelijk gedrag. In een maatschappij als de onze moet je, net als de overgrote meerderheid, gewoon aan de slag als je iets wilt bereiken of graag iets wilt kunnen kopen. Geen werk zeg je? Onzin! Er is genoeg te doen in de maatschappij. Wellicht sluiten de werktijden niet helemaal aan bij wat je graag zou willen, moet je lange uren maken of is het salaris niet gelijk dat van een bankdirecteur? Jammer dan! Dan duurt het allemaal maar wat langer. Je zult je tenslotte vroeger of later gewoon aan moeten passen, en hoe eerder je dat door hebt, hoe beter het voor jezelf en voor de maatschappij is. Door de juiste keuzes te maken, en een beetje hulp hier en daar, is er echt wel een uitweg te vinden. Daarmee wordt je weliswaar niet de grote held van de buurt, maar slaag je er wel in iets van je eigen leven te maken.
Voor hen die echt maling hebben aan alles en iedereen, en hun eigen belangen stelselmatig boven die van een ander blijven stellen is er maar één remedie: keihard optreden. En van mij mag dat echt keihard zijn. Hou je oom agent urenlang bezig om je zoveelste inbraak in het systeem te kloppen? Prima, dat is dan weer een paar honderd euro extra op je rekening, tot op de laatste cent af te betalen alstublieft. Volgens mij help een dergelijke aanpak veel beter dan welke andere manier dan ook, vooral voor hen die er blijk van hebben gegeven uitermate hardleers te zijn. Je kunt juist hen niet harder treffen dan waar het echt pijn doet, in hun portemonnee.
21-09-08
vrijdag 19 september 2008
Opvallende Parallellen
Door allerlei omstandigheden kwam het er pas gisteren van om naar het westen af te reizen en mijn vader weer eens op te zoeken. In mijn rugzak niet alleen mijn camera, een steeds trouwer reisgenoot op mijn omzwervingen, maar ook het mapje met foto´s van Camping ´Castel Rose´ die ik speciaal gemaakt heb om aan Pa te laten zien.
Ik tref Pa in het enige café in een klein winkelcentrum, een van Pa´s pleisterplaatsen op zijn donderdag-uitjes. Hij wordt vergezeld door zijn vrouw en door A., een vrijwilligster met engelengeduld en een groot en absoluut gouden hart. En elke keer als ik A. zie, vewonder ik me er weer over hoe toevallig het is dat juist zij weer is opgedoken. Ik had van zijn vrouw al gehoord van ene A., en hoe zeer Pa op haar gesteld was geraakt, maar ik had nooit de link gelegd. Pa had namelijk, in zijn actieve carrière, een aantal wettelijke zaken geregeld voor haar zwager die een videotheek bezat, en A. hielp regelmatig in die videotheek achter de balie. Nu, ruim twintig jaar later, is die zelfde A. dus de steun en toeverlaat van Pa, en begeleid ze hem met engelengeduld op hun gezamenlijke uitstapjes. Nu stellen die uitstapjes op zich niet zo heel veel voor, maar Pa geniet ervan en ik kan de genegenheid tussen die twee duidelijk zien en proeven. Daarnaast heb ik grote bewondering voor de warmte en het geduld waarmee ze voor Pa zorgt en de manier waarop ze met hem en zijn ziekte omgaat.
Als ik het winkelcentrum binnen loop zie ik ze net aankomen. Pa in het midden tussen zijn vrouw en A. Hij ziet er slecht uit en is duidelijk afgevallen. Bij de begroeting valt het me op dat de blik in zijn ogen steeds meer afwezig wordt, en ook wordt hij steeds negatiever. Hij heeft er de grootste moeite mee om te accepteren dat de wereld hem steeds meer door de vingers glipt en dat er steeds meer zaken voor hem bepaald en beslist worden. Hij geeft zelfs een paar keer duidelijk te kennen dat het leven voor hem op deze manier niet meer hoeft. Toch merk ik aan alles dat hij blij is om me te zien en dat ik gekomen ben. Zeker als de foto´s eenmaal op tafel liggen en hij kan afdalen in een wereld die nog wél vertrouwd en bekend is. Er komen er veel verhalen en herinneringen los, zo ook het ´Iek ferkoop wortélen!´. Dat niet alle herinneringen meer correct zijn en sommigen ronduit gemengd, doet er niet meer toe, voor even is die glans weer terug in zijn ogen die ik zo goed van hem ken. Zijn vrouw doet een kopje koffie mee, en verontschuldigd zich dan omdat ze boodschappen moet doen. Bij het weggaan neemt ze me echter even apart en vertelt dat ze de zolder aan het opruimen is en vraagt of ik belangstelling heb voor fotoalbums die uit het huis van mijn grootvader zijn gekomen. Natuurlijk heb ik belangstelling! Alhoewel ik nooit een echt familiemens ben geweest, merk ik dat, naar mate ik ouder wordt, de familiegeschiedenis (en mijn plek daarin) steeds belangrijker voor me wordt. En dan vooral van de familie aan Pa´s kant. Het feit dat ik stamhouder ben en zelf geen kinderen heb en ze ook nooit zal hebben, zal daar wellicht debet aan zijn. En zo komt het dat ik, ruim een uur later dan gepland, achter aansluit in de file naar Eindhoven. Op de achterbank een grote tas vol oude fotoboeken. Ruim twee uur duurt de reis terug naar het zuiden. In mijn achteruitkijkspiegel lonkt de tas en ik kan bijna niet wachten om de albums open te slaan en te ontdekken welke lang vergeten herinneringen erin liggen opgeslagen.
Rond half negen is het eindelijk zover. De tafel is afgeruimd en de koffie ingeschonken als het eerste boek op tafel komt. Het is rijk versierd en bevat foto´s uit de periode 1840 tot 1900. De namen en gezichten zeggen me weinig. De volgende albums zeggen echter een stuk meer. Daarin een korte stamboom die eindigt bij mijn vader, maar vooral een hoop opvallende informatie en opmerkelijke parallellen met mijn eigen leven . Opa blijkt namelijk in 1936 gelegerd geweest te zijn in V., de plaats waar mijn liefste vandaan komt en waar ik haar ook heb leren kennen. Pa heeft zijn diensttijd grotendeels doorgebracht in M., slechts 10 kilometer verderop, de plek waar mijn liefste is geboren. Maar daarbij blijft het niet. Een oom was manager bij Hoogovens, een plek waar ook ik een aantal jaren van mijn werkzame leven heb doorgebracht. Plots herinner ik me weer het schilderij dat bij Opa en Oma thuis boven de bank hing. Een afbeelding die ik nooit helemaal thuis kon brengen, tot het moment dat ik eens in een uithoek van het Hoogovens-terrein verzeild raakte en het opeens in levende lijve voor me zag. Maar dat is niet de enigste link met het staalbedrijf. Opa was destijds directeur van Mijnssen & Co, een Amsterdams ingenieursbureau aan de Keizersgracht 205, dat o.a. koelcellen heeft geleverd voor restaurants op de Hoogovens. Het naamplaatje van Mijnssen & Co heb ik weten te redden bij de sloop van zo´n restaurant en dat hangt nu aan de muur naast mijn bureau. Tot slot blijkt een andere oom ooit directeur bij Philips te zijn geweest, en laat ik nu toevallig wonen in een voormalige managerswoning van hetzelfde concern! Toeval? Ik weet het niet. In ieder geval heb ik voorlopig voldoende stof om te bestuderen en over na te denken de komende koude wintermaanden. Hoe meer ik namelijk door de albums blader, hoe meer losse feitjes weer in hun oorspronkelijke chronologie en verband terecht komen. Honderden foto´s, waarvan ik veel wel maar andere nog nooit heb gezien, zijn nu in mijn bezit, en geven veel vage herinneringen weer een datum en een context. Eén begrip springt er echter uit. Het is een afkorting die me niet loslaat en waarvan ik absoluut de herkomst en betekenis wil en moet achterhalen: ´Impampie´. De kreet doet allerlei belletjes rinkelen en heeft lichtjes ontstoken in de donkerste hoekjes van mijn geheugen, maar ik kan mijn vinger er maar niet opleggen…nòg niet.
19-09-08
Ik tref Pa in het enige café in een klein winkelcentrum, een van Pa´s pleisterplaatsen op zijn donderdag-uitjes. Hij wordt vergezeld door zijn vrouw en door A., een vrijwilligster met engelengeduld en een groot en absoluut gouden hart. En elke keer als ik A. zie, vewonder ik me er weer over hoe toevallig het is dat juist zij weer is opgedoken. Ik had van zijn vrouw al gehoord van ene A., en hoe zeer Pa op haar gesteld was geraakt, maar ik had nooit de link gelegd. Pa had namelijk, in zijn actieve carrière, een aantal wettelijke zaken geregeld voor haar zwager die een videotheek bezat, en A. hielp regelmatig in die videotheek achter de balie. Nu, ruim twintig jaar later, is die zelfde A. dus de steun en toeverlaat van Pa, en begeleid ze hem met engelengeduld op hun gezamenlijke uitstapjes. Nu stellen die uitstapjes op zich niet zo heel veel voor, maar Pa geniet ervan en ik kan de genegenheid tussen die twee duidelijk zien en proeven. Daarnaast heb ik grote bewondering voor de warmte en het geduld waarmee ze voor Pa zorgt en de manier waarop ze met hem en zijn ziekte omgaat.
Als ik het winkelcentrum binnen loop zie ik ze net aankomen. Pa in het midden tussen zijn vrouw en A. Hij ziet er slecht uit en is duidelijk afgevallen. Bij de begroeting valt het me op dat de blik in zijn ogen steeds meer afwezig wordt, en ook wordt hij steeds negatiever. Hij heeft er de grootste moeite mee om te accepteren dat de wereld hem steeds meer door de vingers glipt en dat er steeds meer zaken voor hem bepaald en beslist worden. Hij geeft zelfs een paar keer duidelijk te kennen dat het leven voor hem op deze manier niet meer hoeft. Toch merk ik aan alles dat hij blij is om me te zien en dat ik gekomen ben. Zeker als de foto´s eenmaal op tafel liggen en hij kan afdalen in een wereld die nog wél vertrouwd en bekend is. Er komen er veel verhalen en herinneringen los, zo ook het ´Iek ferkoop wortélen!´. Dat niet alle herinneringen meer correct zijn en sommigen ronduit gemengd, doet er niet meer toe, voor even is die glans weer terug in zijn ogen die ik zo goed van hem ken. Zijn vrouw doet een kopje koffie mee, en verontschuldigd zich dan omdat ze boodschappen moet doen. Bij het weggaan neemt ze me echter even apart en vertelt dat ze de zolder aan het opruimen is en vraagt of ik belangstelling heb voor fotoalbums die uit het huis van mijn grootvader zijn gekomen. Natuurlijk heb ik belangstelling! Alhoewel ik nooit een echt familiemens ben geweest, merk ik dat, naar mate ik ouder wordt, de familiegeschiedenis (en mijn plek daarin) steeds belangrijker voor me wordt. En dan vooral van de familie aan Pa´s kant. Het feit dat ik stamhouder ben en zelf geen kinderen heb en ze ook nooit zal hebben, zal daar wellicht debet aan zijn. En zo komt het dat ik, ruim een uur later dan gepland, achter aansluit in de file naar Eindhoven. Op de achterbank een grote tas vol oude fotoboeken. Ruim twee uur duurt de reis terug naar het zuiden. In mijn achteruitkijkspiegel lonkt de tas en ik kan bijna niet wachten om de albums open te slaan en te ontdekken welke lang vergeten herinneringen erin liggen opgeslagen.
Rond half negen is het eindelijk zover. De tafel is afgeruimd en de koffie ingeschonken als het eerste boek op tafel komt. Het is rijk versierd en bevat foto´s uit de periode 1840 tot 1900. De namen en gezichten zeggen me weinig. De volgende albums zeggen echter een stuk meer. Daarin een korte stamboom die eindigt bij mijn vader, maar vooral een hoop opvallende informatie en opmerkelijke parallellen met mijn eigen leven . Opa blijkt namelijk in 1936 gelegerd geweest te zijn in V., de plaats waar mijn liefste vandaan komt en waar ik haar ook heb leren kennen. Pa heeft zijn diensttijd grotendeels doorgebracht in M., slechts 10 kilometer verderop, de plek waar mijn liefste is geboren. Maar daarbij blijft het niet. Een oom was manager bij Hoogovens, een plek waar ook ik een aantal jaren van mijn werkzame leven heb doorgebracht. Plots herinner ik me weer het schilderij dat bij Opa en Oma thuis boven de bank hing. Een afbeelding die ik nooit helemaal thuis kon brengen, tot het moment dat ik eens in een uithoek van het Hoogovens-terrein verzeild raakte en het opeens in levende lijve voor me zag. Maar dat is niet de enigste link met het staalbedrijf. Opa was destijds directeur van Mijnssen & Co, een Amsterdams ingenieursbureau aan de Keizersgracht 205, dat o.a. koelcellen heeft geleverd voor restaurants op de Hoogovens. Het naamplaatje van Mijnssen & Co heb ik weten te redden bij de sloop van zo´n restaurant en dat hangt nu aan de muur naast mijn bureau. Tot slot blijkt een andere oom ooit directeur bij Philips te zijn geweest, en laat ik nu toevallig wonen in een voormalige managerswoning van hetzelfde concern! Toeval? Ik weet het niet. In ieder geval heb ik voorlopig voldoende stof om te bestuderen en over na te denken de komende koude wintermaanden. Hoe meer ik namelijk door de albums blader, hoe meer losse feitjes weer in hun oorspronkelijke chronologie en verband terecht komen. Honderden foto´s, waarvan ik veel wel maar andere nog nooit heb gezien, zijn nu in mijn bezit, en geven veel vage herinneringen weer een datum en een context. Eén begrip springt er echter uit. Het is een afkorting die me niet loslaat en waarvan ik absoluut de herkomst en betekenis wil en moet achterhalen: ´Impampie´. De kreet doet allerlei belletjes rinkelen en heeft lichtjes ontstoken in de donkerste hoekjes van mijn geheugen, maar ik kan mijn vinger er maar niet opleggen…nòg niet.
19-09-08
donderdag 18 september 2008
´Service´ van Telfort
Er loopt momenteel een spaaractie van de Postbank samen met Telfort waarbij je, als je een bepaald minimaal bedrag spaart, je een ´gratis´ Telfort prepaid telefoon cadeau krijgt. Nu wilde ik die telefoon wel hebben, dus vulde ik het aanmeldingsformulier in en wachtte af.
Niet heel lang daarna kreeg ik een brief thuisgestuurd van de Postbank waarmee ik op de speciale site van Telfort mijn telefoon kon bestellen. Daarvoor moest ik vooral mijn persoonlijke actiecode bij de hand houden die in de brief vermeld stond. Daarnaast moest ik ook mijn rekeningnummer bij de hand houden, want het toestel zou pas de mijne worden na een eenmalige machtiging aan Telfort om 25 euro van mijn rekening af te schrijven voor het beltegoed.
Vol goede moed typte ik www.telfort.nl/postbank in. De site verscheen vlug op het scherm en ik begon de verplichte velden in te vullen. Op het moment dat ik op ´verzenden´ drukte, begon het mis te gaan. Mijn rekeningnummer klopte niet. Nu gebeurt het wel vaker dat websites mijn rekeningnummer niet accepteren omdat ik een heel oud rekeningnummer heb dat maar uit vier cijfers bestaat. Door het ervoor zetten van een aantal nullen is het probleem meestal verholpen, maar hoeveel nullen ik er deze keer ook voor zette, de site bleef halsstarrig weigeren. Dan maar klantenservice bellen, á 10 ct per minuut. Na zo´n vreselijk onpersoonlijk menu te hebben doorlopen krijg ik eindelijk een dame aan de telefoon die er meteen maar vanuit gaat met een halve randdebiel te maken te hebben en begint me uit te leggen waar en hoe ik de actiecode moet intoetsen. Ik onderbreek haar en leg uit dat de site slechts mijn rekeningnummer niet accepteert, waarop zij zegt dat mijn rekeningnummer dan wel niet zal kloppen. Ik zucht maar eens diep en vertel de Telfort-dame dat mijn rekeningnummer uit slechts vier cijfers bestaat en dat ik weliswaar al best wel oud ben, ik ben tenslotte al boven de veertig, maar nog net niet zo seniel dat ik die vier cijfers niet meer kan onthouden. En ja, ook ben ik bekend met het feit dat ik er voorloopnullen voor moet zetten. Been there, done that! Ik heb de rekening pas een jaar of dertig, vandaar.
Even blijft het stil, en ik hoor de arme hersentjes aan de telefoon bijna kraken. ´Dan ga ik er een melding van maken en dan wordt u teruggebeld..´ zegt ze. Prima, maar gelukkig kan ik voor ze de verbinding verbreekt nog even vragen op welk nummer ze me dan gaan terugbellen, waarna de Telfort-dame het met me eens is dat het wellicht handig is om een telefoonnummer te registreren.
De rest van de dag blijft het stil, net als het overgrote deel van de dag erna. Volgens mijn liefje, aan wie ik het verhaal heb verteld, gaat Telfort absoluut niet terugbellen, maar ik blijf hoop houden. En dat kleine beetje vertrouwen in Corporate Nederland wordt beloond als even voor 17.00 de telefoon gaat. ´Met Telfort, is mevrouw de L´Ecluse thuis? Nee, maar meneer de L´Ecluse wel, en die was het ook die jullie heeft gebeld. Zonder enige verontschuldiging gaat de dame verder met me uit te leggen hoe ik in de witte vlakjes op het scherm de gevraagde gegevens in moet voeren. Hallo! Ikke wel oud maar NIET dom hoor! Ik leg wederom geduldig uit wat het probleem is en dit schijnt tot op heden, getuige de reactie, nog nooit te zijn voorgekomen.
´En u weet zeker dat het rekeningnummer klopt?´
Ik zucht nog maar eens. En dan klinkt het triomfantelijk door de telefoon, alsof deze dame zojuist een wereldschokkende ontdekking heeft gedaan, ´Dan kunt u het beste maar gewoon de antwoordkaart gebruiken onderaan de brief! Vergeet alleen niet daarop de actiecode en uw rekeningnummer te vermelden…´
Telfort, wat moet je ermee? Ik heb nu al spijt dat ik die telefoon bij ze heb besteld. Wat een service voor zo´n groot bedrijf! En dàt voor maar 10 ct per minuut. Het is nu dus maar afwachten of de telefoon ooit ook daadwerkelijk zal worden toegezonden. Men zegt dat binnen tien dagen na ontvangst van de betaling te zullen doen, maar ook hier zal men er wel achter komen dat er een probleem is met het rekeningnummer. En wat gebeurt er als ze denken dat het rekeningnummer niet klopt? Ik wacht dus maar geduldig af…héél geduldig. Telfort heeft het inderdaad goed voor mekaar…maar niet heus.
Niet heel lang daarna kreeg ik een brief thuisgestuurd van de Postbank waarmee ik op de speciale site van Telfort mijn telefoon kon bestellen. Daarvoor moest ik vooral mijn persoonlijke actiecode bij de hand houden die in de brief vermeld stond. Daarnaast moest ik ook mijn rekeningnummer bij de hand houden, want het toestel zou pas de mijne worden na een eenmalige machtiging aan Telfort om 25 euro van mijn rekening af te schrijven voor het beltegoed.
Vol goede moed typte ik www.telfort.nl/postbank in. De site verscheen vlug op het scherm en ik begon de verplichte velden in te vullen. Op het moment dat ik op ´verzenden´ drukte, begon het mis te gaan. Mijn rekeningnummer klopte niet. Nu gebeurt het wel vaker dat websites mijn rekeningnummer niet accepteren omdat ik een heel oud rekeningnummer heb dat maar uit vier cijfers bestaat. Door het ervoor zetten van een aantal nullen is het probleem meestal verholpen, maar hoeveel nullen ik er deze keer ook voor zette, de site bleef halsstarrig weigeren. Dan maar klantenservice bellen, á 10 ct per minuut. Na zo´n vreselijk onpersoonlijk menu te hebben doorlopen krijg ik eindelijk een dame aan de telefoon die er meteen maar vanuit gaat met een halve randdebiel te maken te hebben en begint me uit te leggen waar en hoe ik de actiecode moet intoetsen. Ik onderbreek haar en leg uit dat de site slechts mijn rekeningnummer niet accepteert, waarop zij zegt dat mijn rekeningnummer dan wel niet zal kloppen. Ik zucht maar eens diep en vertel de Telfort-dame dat mijn rekeningnummer uit slechts vier cijfers bestaat en dat ik weliswaar al best wel oud ben, ik ben tenslotte al boven de veertig, maar nog net niet zo seniel dat ik die vier cijfers niet meer kan onthouden. En ja, ook ben ik bekend met het feit dat ik er voorloopnullen voor moet zetten. Been there, done that! Ik heb de rekening pas een jaar of dertig, vandaar.
Even blijft het stil, en ik hoor de arme hersentjes aan de telefoon bijna kraken. ´Dan ga ik er een melding van maken en dan wordt u teruggebeld..´ zegt ze. Prima, maar gelukkig kan ik voor ze de verbinding verbreekt nog even vragen op welk nummer ze me dan gaan terugbellen, waarna de Telfort-dame het met me eens is dat het wellicht handig is om een telefoonnummer te registreren.
De rest van de dag blijft het stil, net als het overgrote deel van de dag erna. Volgens mijn liefje, aan wie ik het verhaal heb verteld, gaat Telfort absoluut niet terugbellen, maar ik blijf hoop houden. En dat kleine beetje vertrouwen in Corporate Nederland wordt beloond als even voor 17.00 de telefoon gaat. ´Met Telfort, is mevrouw de L´Ecluse thuis? Nee, maar meneer de L´Ecluse wel, en die was het ook die jullie heeft gebeld. Zonder enige verontschuldiging gaat de dame verder met me uit te leggen hoe ik in de witte vlakjes op het scherm de gevraagde gegevens in moet voeren. Hallo! Ikke wel oud maar NIET dom hoor! Ik leg wederom geduldig uit wat het probleem is en dit schijnt tot op heden, getuige de reactie, nog nooit te zijn voorgekomen.
´En u weet zeker dat het rekeningnummer klopt?´
Ik zucht nog maar eens. En dan klinkt het triomfantelijk door de telefoon, alsof deze dame zojuist een wereldschokkende ontdekking heeft gedaan, ´Dan kunt u het beste maar gewoon de antwoordkaart gebruiken onderaan de brief! Vergeet alleen niet daarop de actiecode en uw rekeningnummer te vermelden…´
Telfort, wat moet je ermee? Ik heb nu al spijt dat ik die telefoon bij ze heb besteld. Wat een service voor zo´n groot bedrijf! En dàt voor maar 10 ct per minuut. Het is nu dus maar afwachten of de telefoon ooit ook daadwerkelijk zal worden toegezonden. Men zegt dat binnen tien dagen na ontvangst van de betaling te zullen doen, maar ook hier zal men er wel achter komen dat er een probleem is met het rekeningnummer. En wat gebeurt er als ze denken dat het rekeningnummer niet klopt? Ik wacht dus maar geduldig af…héél geduldig. Telfort heeft het inderdaad goed voor mekaar…maar niet heus.
18-09-08
woensdag 17 september 2008
Het Granieten Bestand van de Bijstand
Ondanks verwoede pogingen van gemeenten en overheid, lukt het maar niet om een bepaalde groep mensen uit de bijstand en aan het werk te krijgen. Deze grote groep mensen wordt het ´granieten bestand´ genoemd omdat deze groep net zo standvastig en onveranderlijk lijkt als een rots van hetzelfde materiaal. Toch wordt er elke keer weer een nieuw plan op deze groep losgelaten; of het nu een lik-op-stuk beleid is, of een verplichte therapiesessie, maar erg veel helpt het allemaal niet en de kosten blijven maar stijgen.
Er zullen in deze groep echter absoluut mensen zitten die baat hebben bij een directe en harde aanpak, net als er mensen zullen zijn voor wie een therapeutische interventie beslist zal helpen. Maar wat ik in al die aanpak vooral mis, is wederom de menselijke factor. Elke cliënt moet zich met een bepaalde regelmaat melden en wordt dan daarna gewoon weer naar huis gestuurd zonder dat er wezenlijk iets is veranderd. Het argument is dan vaak dat de consulenten van de Sociale Dienst teveel cliënten hebben en dus geen tijd hebben voor een stukje persoonlijke aandacht en het opbouwen van een band met hun cliënten. Dat kost simpelweg te veel tijd, en dus geld.
Maar jezelf verschuilen achter een dergelijke dooddoener is wel erg makkelijk. Veel mensen hebben er namelijk helemaal niet voor gekozen om in de bijstand terecht te komen en bovendien hebben velen te maken met een complexe problematiek. Niet een problematiek die je door dreigende woorden, strafkorting, of een extra stimulerend gesprek zomaar even kunt oplossen. Daar is vaak veel meer voor nodig, en een groot deel van de problematiek is vaak niet eens afdoende bekend of zelfs maar onderkend. En op zich is dat nog niet eens erg vreemd. Veel cliënten zijn ronduit achterdochtig jegens elke vorm van ambtenarij en voelen zich al jaren volstrekt in de steek gelaten door alles en iedereen, en hebben daardoor ook op het gebied van motivatie nog een extra lange weg te gaan.
De oplossing voor (een deel van) deze groep ligt toch echt in het intensief begeleiden ervan. In het opbouwen van een persoonlijke band en het, stapje voor stapje, wegnemen van hindernissen voor het zelfstandig kunnen functioneren en het zichzelf kunnen bedruipen. Dat kost tijd en geld, veel geld. Maar hoe graag ik dat soms ook zou willen, ik zie een dergelijke aanpak er bij dit kabinet en met deze begroting absoluut niet van komen. Met als direct gevolg dat deze groep nóg hardnekkiger zal worden en nog verder achterop raakt, wat dan weer tot nog hogere kosten gaat leiden.
Willen we echt iets doen aan deze groep, van langdurig op het randje van de maatschappij balancerende mensen, dan zal er een hoop tijd, een hoop aandacht en nog veel meer geld tegenaan moeten. Iets wat prima zou passen in het links-politieke plaatje, maar wat ik niet zie gebeuren. Het lijkt er eerder sterk op dat de politiek niet verder komt dan deze groep nog verder te korten en hen verder aan hun lot over te laten. En dat laatste zou, voor een ieder met enig gevoel in zijn lijf, onverteerbaar moeten zijn. Niemand staat namelijk graag te boek onder de noemer van de ´Hopeloze Gevallen´.
Er zullen in deze groep echter absoluut mensen zitten die baat hebben bij een directe en harde aanpak, net als er mensen zullen zijn voor wie een therapeutische interventie beslist zal helpen. Maar wat ik in al die aanpak vooral mis, is wederom de menselijke factor. Elke cliënt moet zich met een bepaalde regelmaat melden en wordt dan daarna gewoon weer naar huis gestuurd zonder dat er wezenlijk iets is veranderd. Het argument is dan vaak dat de consulenten van de Sociale Dienst teveel cliënten hebben en dus geen tijd hebben voor een stukje persoonlijke aandacht en het opbouwen van een band met hun cliënten. Dat kost simpelweg te veel tijd, en dus geld.
Maar jezelf verschuilen achter een dergelijke dooddoener is wel erg makkelijk. Veel mensen hebben er namelijk helemaal niet voor gekozen om in de bijstand terecht te komen en bovendien hebben velen te maken met een complexe problematiek. Niet een problematiek die je door dreigende woorden, strafkorting, of een extra stimulerend gesprek zomaar even kunt oplossen. Daar is vaak veel meer voor nodig, en een groot deel van de problematiek is vaak niet eens afdoende bekend of zelfs maar onderkend. En op zich is dat nog niet eens erg vreemd. Veel cliënten zijn ronduit achterdochtig jegens elke vorm van ambtenarij en voelen zich al jaren volstrekt in de steek gelaten door alles en iedereen, en hebben daardoor ook op het gebied van motivatie nog een extra lange weg te gaan.
De oplossing voor (een deel van) deze groep ligt toch echt in het intensief begeleiden ervan. In het opbouwen van een persoonlijke band en het, stapje voor stapje, wegnemen van hindernissen voor het zelfstandig kunnen functioneren en het zichzelf kunnen bedruipen. Dat kost tijd en geld, veel geld. Maar hoe graag ik dat soms ook zou willen, ik zie een dergelijke aanpak er bij dit kabinet en met deze begroting absoluut niet van komen. Met als direct gevolg dat deze groep nóg hardnekkiger zal worden en nog verder achterop raakt, wat dan weer tot nog hogere kosten gaat leiden.
Willen we echt iets doen aan deze groep, van langdurig op het randje van de maatschappij balancerende mensen, dan zal er een hoop tijd, een hoop aandacht en nog veel meer geld tegenaan moeten. Iets wat prima zou passen in het links-politieke plaatje, maar wat ik niet zie gebeuren. Het lijkt er eerder sterk op dat de politiek niet verder komt dan deze groep nog verder te korten en hen verder aan hun lot over te laten. En dat laatste zou, voor een ieder met enig gevoel in zijn lijf, onverteerbaar moeten zijn. Niemand staat namelijk graag te boek onder de noemer van de ´Hopeloze Gevallen´.
17-09-08
maandag 15 september 2008
Dagwaarde
Alles in de wereld draait om geld en geld verdienen. Zelfs een mensenleven, of dat van een geliefd huisdier, kan worden teruggebracht tot een waarde in een economisch profiel op iemands bureau. Een klein voorbeeld ervan stond vanmorgen op de voorpagina en vertelde ons dat Europeesche Verzekeringen op een ontluisterende wijze haar eventuele betalingsverplichting terugbrengt tot maximaal de dagwaarde. Daarbij moeten we vooral niet vergeten dat het in dit geval gaat om het geliefd huisdier van een kroegeigenaar, een zogenaamde ´kroegterrier´ dus, uit Puttershoek. Volgens de verzekeringsmaatschappij is een hond juridisch gezien een ´zaak´ in plaats van een levend wezen, en daardoor te vangen in een staatje als hebbende een dagwaarde.
Nu weet ik ook wel dat verzekeringsmaatschappijen hun best moeten doen om onderscheid te maken in claims, om zo de valse van de oprechte claims te onderscheiden. Ook wordt er gewerkt met targets en zijn er omzetten en rendementen die gehaald moeten worden voor de aandeelhouders, dus zal een medewerker er alles aan doen om onder een bepaalde claim uit te kunnen komen. Dat is nu eenmaal de praktijk, en in dit geval gaat het, gelukkig, om het verhalen van gemaakte kosten, en zijn alle noodzakelijke ingrepen die het beestje na de aanrijding moest ondergaan, door de eigenaar gewoon uitgevoerd.
Toch vind ik dergelijke ontwikkelingen ronduit zorgelijk. Natuurlijk is er alom begrip dat er maar een beperkte hoeveelheid geld beschikbaar is, in dit geval een percentage van alle opgebrachte premies voor de aansprakelijkheidsverzekeringen bij die maatschappij, maar het lijkt wel alsof de ´menselijke maat´ steeds meer in de verdomhoek terecht komt.
Ik zie een dergelijke ontwikkeling niet alleen in een dergelijk geval, maar een dergelijke trend is overal waar te nemen. Bijvoorbeeld in bedrijven, in de gezondheidszorg en in de politiek gaat het alleen nog maar over geld en hoeveel geld iemand krijgt of maximaal zou mogen verdienen. Als we echter een stapje teruggaan en kijken waarvoor het geld eigenlijk bijeen is gebracht, dan zou er feitelijk een héél andere discussie moeten worden gevoerd, en juist dát besef zie ik steeds minder terug. Geld dat bijeen is gebracht voor gezondheidszorg zou ook daadwerkelijk besteed moeten worden aan het bieden van zorg en de mensen die dat moeten doen. Toch gaat het grootste deel van het beschikbare budget op aan geheel andere zaken dan zorg en de zorgverleners op de vloer. Een zelfde vergelijk is te maken voor de politiek en bij vele bedrijven. In plaats van zorgvuldig met het geld om te gaan en het uit te geven aan datgene waar het uiteindelijk voor bedoeld is, gaan hopen geld naar onderzoekers, managers en pr-bureau´s, terwijl de uiteindelijke klant steeds minder waar krijgt voor steeds meer geld.
Gevolg daarvan is steeds meer zichtbaar. Een kroegeigenaar kan zijn kosten niet claimen, en een oude man van dik in de tachtig krijgt geen hartoperatie omdat hij nog een te korte levensverwachting heeft om de operatie ´rendabel´ te maken. Want sinds wanneer moet alles in het leven dan opeens rendabel zijn? Het rendabel zijn van een investering is een puur economisch begrip en wordt door hele andere overwegingen bepaald dan waarop u en ik dat zouden doen. In het geval van die oude man zou ik eerder kijken naar zijn kwaliteit van leven en hoe ik die, door een dergelijke operatie, zou kunnen verhogen. Maar ergens zit er dan dus een manager, of beslisser, die alleen kijkt naar cijfertjes en ook alleen dáárop zijn beslissing baseert. Ik kan dan niet nalaten om me af te vragen hoe hij zal reageren als het zijn eigen opa betreft. Waarschijnlijk weet hij in dát geval echter wel de nodige gaten in de regelgeving om ervoor te zorgen dat zíjn opa wél wordt geopereerd.
De ´menselijke maat´ is mijns inziens ernstig zoek in onze maatschappij. Overgeleverd aan aandeelhouders en winstprognoses als we zijn. En dat is toch niet een maatschappij waarin ik me erg prettig voel en waarin in graag wil leven. Ik zou graag de zaken wat meer terug in perspectief willen zien, waarbij het maken van winst niet persé op de eerste plaats zou hoeven staan, maar pas op de derde of de vierde. Bovenaan zou ik dan graag begrippen willen zien als medemenselijkheid, begrip en inlevingsvermogen. Want soms, als je dan eindelijk een echt mens van vlees en bloed te spreken krijgt, heb ik soms nóg het idee dat ik tegen een computer zit te bazelen. Het protocol dat voor hun neus ligt is hun enige en absolute leidraad in het leven en daarvan mag niet, ik herhaal: NIET!, worden afgeweken. Maar in een maatschappij waarin we elkaar nodig hebben, hoe hard we dat ook soms zouden willen ontkennen, is medemenselijkheid, invoelingsvermogen en het maken van onderscheid, absoluut nodig. En da´s bepaald niet altijd makkelijk. Maar ietsje minder focus op winst is toch niet teveel gevraagd? Anders is onze maatschappij wel erg total loss.
Nu weet ik ook wel dat verzekeringsmaatschappijen hun best moeten doen om onderscheid te maken in claims, om zo de valse van de oprechte claims te onderscheiden. Ook wordt er gewerkt met targets en zijn er omzetten en rendementen die gehaald moeten worden voor de aandeelhouders, dus zal een medewerker er alles aan doen om onder een bepaalde claim uit te kunnen komen. Dat is nu eenmaal de praktijk, en in dit geval gaat het, gelukkig, om het verhalen van gemaakte kosten, en zijn alle noodzakelijke ingrepen die het beestje na de aanrijding moest ondergaan, door de eigenaar gewoon uitgevoerd.
Toch vind ik dergelijke ontwikkelingen ronduit zorgelijk. Natuurlijk is er alom begrip dat er maar een beperkte hoeveelheid geld beschikbaar is, in dit geval een percentage van alle opgebrachte premies voor de aansprakelijkheidsverzekeringen bij die maatschappij, maar het lijkt wel alsof de ´menselijke maat´ steeds meer in de verdomhoek terecht komt.
Ik zie een dergelijke ontwikkeling niet alleen in een dergelijk geval, maar een dergelijke trend is overal waar te nemen. Bijvoorbeeld in bedrijven, in de gezondheidszorg en in de politiek gaat het alleen nog maar over geld en hoeveel geld iemand krijgt of maximaal zou mogen verdienen. Als we echter een stapje teruggaan en kijken waarvoor het geld eigenlijk bijeen is gebracht, dan zou er feitelijk een héél andere discussie moeten worden gevoerd, en juist dát besef zie ik steeds minder terug. Geld dat bijeen is gebracht voor gezondheidszorg zou ook daadwerkelijk besteed moeten worden aan het bieden van zorg en de mensen die dat moeten doen. Toch gaat het grootste deel van het beschikbare budget op aan geheel andere zaken dan zorg en de zorgverleners op de vloer. Een zelfde vergelijk is te maken voor de politiek en bij vele bedrijven. In plaats van zorgvuldig met het geld om te gaan en het uit te geven aan datgene waar het uiteindelijk voor bedoeld is, gaan hopen geld naar onderzoekers, managers en pr-bureau´s, terwijl de uiteindelijke klant steeds minder waar krijgt voor steeds meer geld.
Gevolg daarvan is steeds meer zichtbaar. Een kroegeigenaar kan zijn kosten niet claimen, en een oude man van dik in de tachtig krijgt geen hartoperatie omdat hij nog een te korte levensverwachting heeft om de operatie ´rendabel´ te maken. Want sinds wanneer moet alles in het leven dan opeens rendabel zijn? Het rendabel zijn van een investering is een puur economisch begrip en wordt door hele andere overwegingen bepaald dan waarop u en ik dat zouden doen. In het geval van die oude man zou ik eerder kijken naar zijn kwaliteit van leven en hoe ik die, door een dergelijke operatie, zou kunnen verhogen. Maar ergens zit er dan dus een manager, of beslisser, die alleen kijkt naar cijfertjes en ook alleen dáárop zijn beslissing baseert. Ik kan dan niet nalaten om me af te vragen hoe hij zal reageren als het zijn eigen opa betreft. Waarschijnlijk weet hij in dát geval echter wel de nodige gaten in de regelgeving om ervoor te zorgen dat zíjn opa wél wordt geopereerd.
De ´menselijke maat´ is mijns inziens ernstig zoek in onze maatschappij. Overgeleverd aan aandeelhouders en winstprognoses als we zijn. En dat is toch niet een maatschappij waarin ik me erg prettig voel en waarin in graag wil leven. Ik zou graag de zaken wat meer terug in perspectief willen zien, waarbij het maken van winst niet persé op de eerste plaats zou hoeven staan, maar pas op de derde of de vierde. Bovenaan zou ik dan graag begrippen willen zien als medemenselijkheid, begrip en inlevingsvermogen. Want soms, als je dan eindelijk een echt mens van vlees en bloed te spreken krijgt, heb ik soms nóg het idee dat ik tegen een computer zit te bazelen. Het protocol dat voor hun neus ligt is hun enige en absolute leidraad in het leven en daarvan mag niet, ik herhaal: NIET!, worden afgeweken. Maar in een maatschappij waarin we elkaar nodig hebben, hoe hard we dat ook soms zouden willen ontkennen, is medemenselijkheid, invoelingsvermogen en het maken van onderscheid, absoluut nodig. En da´s bepaald niet altijd makkelijk. Maar ietsje minder focus op winst is toch niet teveel gevraagd? Anders is onze maatschappij wel erg total loss.
15-09-08 II
Als ik vanuit Eindhoven vertrek is het bewolkt en regent het zachtjes. Maar eenmaal over de Belgische grens begint het al snel op te klaren en halverwege het land van onze zuiderburen waag ik het erop: ik stop aan de kant van de weg en doe het dak open.
Bij vertrek heb ik Tom de opdracht gegeven om de kortste route te nemen en vooral snelwegen te mijden. Ook al is ´D´Olle Grieze´ al wat op leeftijd, motorisch en technisch is ze in prima conditie, en ik ben er dan ook volledig van overtuigd dat ze alles aankan wat de toch voor haar in petto heeft. Alleen op de vraag: ´Wilt u onverharde wegen vermijden?´ heb ik toch maar ´JA´ ingetoetst.
Ik kan intens genieten van zowel het rijden als van de omgeving. Een toeristische route als deze brengt je langs plekken waar je anders nooit zou komen en achter elke heuvel en achter elke bocht wachten nieuwe verrassingen. Zo ook nu. Gedurende de acht uur dat de gehele tocht duurt heb ik me geen moment verveeld. Het was ´maar´ ruim 400 km, maar ik had er geen moment van willen missen. Met een tevreden snorrend motortje onder de kap en een net zo tevreden persoon aan het stuur, kan ik niets anders dan af en toe uit volle borst zingen. Tenminste, als ik even door de grote grijns die zich permanent op mijn gezicht heeft gevestigd heen kan breken.
De grensovergang met Frankrijk passeer ik bijna onopgemerkt. Ergens middenin een bos staat één bord dat passanten aangeeft welke de maximumsnelheden zijn die in Frankrijk gelden. De enige die voor mij belangrijk is, is die binnen de bebouwde kom. De rest ligt dermate hoog dat ´D´Olle Grieze´en ik ze toch nooit samen zullen halen, en dat hoeft niet. Het heerlijke van met een eend rijden is namelijk dat je nooit haast hebt. Je kunt plankgas geven, maar dan is je topsnelheid (berg af, wind in de rug en kroeg in zicht) toch nog maar hoogstens 100 km per uur. En in een heuvelachtig gebied als Noord Frankrijk kun je ook dat gevoegelijk vergeten. De enigste manier is dus de auto het tempo berg-op te laten bepalen, en verder vooral te genieten van de tocht, de uitzichten en de rust. En hele stukken wás het rustig, héérlijk rustig.
Een ander groot plezier blijft toch wel de reacties die ´D´Olle Grieze´ en ik oproepen. Het zal er ongetwijfeld mee te maken hebben dat ik wat groter ben dan menigeen, en eigenlijk helemaal niet in een eend pas. Maar daarnaast roept een eend met open dak bij heel veel mensen toch een nostalgisch gevoel op, en wordt er onderweg regelmatig naar je getoeterd, geknipperd en gezwaaid. De mooiste reactie dit weekend kwam van een klein meisje in Meaux. Ik stond daar op de terugweg te wachten voor het stoplicht toen ze de hoek om kwam met haar moeder. Wijzend op mijn eendje riep ze: ´Regardez Mammie! La voiture est belle!´ (=vrijvertaald: ´Kijk eens mammie wat een mooie auto!´), wat wil je nog meer? En toch was ze nog niet eens geboren toen de productie in de jaren tachtig werd gestopt.
Het was al met al een heerlijk weekend met goede vrienden en, zoals het hoort, klopte het ook gastronomisch volkomen. Bovendien veel oude bekenden gezien en veel herinneringen opgehaald aan een gelukkige periode in mijn leven, nu alweer ruim dertien jaar geleden.
De thuiskomst zondagavond was evenzo goed. Ik kon na een lang weekend weg mijn liefste weer in de armen sluiten en haar, geheel naar waarheid, zeggen dat ik haar gemist had. Gelukkig was het wederzijds!
Tot slot nog de reactie die ik ontving betreffende de advertentie van vrijdag. Ik wil hierbij graag mijn waardering uitspreken voor Danny van het genoemde restaurant. Het is namelijk niet vaak meer dat je überhaupt een reactie krijgt als je een bedrijf iets vraagt, maar Danny liet het volgende weten:
´Deze advertentie, en eigenlijk al onze advertenties, zijn niet serieus bedoeld. Het is enkel om de advertentie op te laten vallen en mensen even in twijfel te laten of het nu echt een personeels advertentie is of dat het om een grap gaat. We hebben in het afgelopen half jaar diverse advertenties geplaatst die een link leggen met "Di Mama" .Soms in de vorm van een personeeladvertentie, soms met een mededeling. Een van onze vorige advertenties luidde; "Opa valt van fiets bij bezorgen pizza´s, Pizza´s van de kaart gehaald." en "Door stress rond de opening vliegen de pommodori´s door de keuken" De bedoeling is dat erover wordt gepraat en zo meer naamsbekendheid te verkrijgen, en mensen nieuwsgierig te maken, ook buiten Valkenswaard. Uw mail, en diverse eerdere reacties, geeft aan dat dat doel is bereikt.
mvg
Danny
Restaurant Mama DI Kookt´
Yep, in die opzet zijn ze zeker geslaagd. Ik denk dat ik er mijn liefste binnenkort maar eens mee naar toe neem.
Bij vertrek heb ik Tom de opdracht gegeven om de kortste route te nemen en vooral snelwegen te mijden. Ook al is ´D´Olle Grieze´ al wat op leeftijd, motorisch en technisch is ze in prima conditie, en ik ben er dan ook volledig van overtuigd dat ze alles aankan wat de toch voor haar in petto heeft. Alleen op de vraag: ´Wilt u onverharde wegen vermijden?´ heb ik toch maar ´JA´ ingetoetst.
Ik kan intens genieten van zowel het rijden als van de omgeving. Een toeristische route als deze brengt je langs plekken waar je anders nooit zou komen en achter elke heuvel en achter elke bocht wachten nieuwe verrassingen. Zo ook nu. Gedurende de acht uur dat de gehele tocht duurt heb ik me geen moment verveeld. Het was ´maar´ ruim 400 km, maar ik had er geen moment van willen missen. Met een tevreden snorrend motortje onder de kap en een net zo tevreden persoon aan het stuur, kan ik niets anders dan af en toe uit volle borst zingen. Tenminste, als ik even door de grote grijns die zich permanent op mijn gezicht heeft gevestigd heen kan breken.
De grensovergang met Frankrijk passeer ik bijna onopgemerkt. Ergens middenin een bos staat één bord dat passanten aangeeft welke de maximumsnelheden zijn die in Frankrijk gelden. De enige die voor mij belangrijk is, is die binnen de bebouwde kom. De rest ligt dermate hoog dat ´D´Olle Grieze´en ik ze toch nooit samen zullen halen, en dat hoeft niet. Het heerlijke van met een eend rijden is namelijk dat je nooit haast hebt. Je kunt plankgas geven, maar dan is je topsnelheid (berg af, wind in de rug en kroeg in zicht) toch nog maar hoogstens 100 km per uur. En in een heuvelachtig gebied als Noord Frankrijk kun je ook dat gevoegelijk vergeten. De enigste manier is dus de auto het tempo berg-op te laten bepalen, en verder vooral te genieten van de tocht, de uitzichten en de rust. En hele stukken wás het rustig, héérlijk rustig.
Een ander groot plezier blijft toch wel de reacties die ´D´Olle Grieze´ en ik oproepen. Het zal er ongetwijfeld mee te maken hebben dat ik wat groter ben dan menigeen, en eigenlijk helemaal niet in een eend pas. Maar daarnaast roept een eend met open dak bij heel veel mensen toch een nostalgisch gevoel op, en wordt er onderweg regelmatig naar je getoeterd, geknipperd en gezwaaid. De mooiste reactie dit weekend kwam van een klein meisje in Meaux. Ik stond daar op de terugweg te wachten voor het stoplicht toen ze de hoek om kwam met haar moeder. Wijzend op mijn eendje riep ze: ´Regardez Mammie! La voiture est belle!´ (=vrijvertaald: ´Kijk eens mammie wat een mooie auto!´), wat wil je nog meer? En toch was ze nog niet eens geboren toen de productie in de jaren tachtig werd gestopt.
Het was al met al een heerlijk weekend met goede vrienden en, zoals het hoort, klopte het ook gastronomisch volkomen. Bovendien veel oude bekenden gezien en veel herinneringen opgehaald aan een gelukkige periode in mijn leven, nu alweer ruim dertien jaar geleden.
De thuiskomst zondagavond was evenzo goed. Ik kon na een lang weekend weg mijn liefste weer in de armen sluiten en haar, geheel naar waarheid, zeggen dat ik haar gemist had. Gelukkig was het wederzijds!
Tot slot nog de reactie die ik ontving betreffende de advertentie van vrijdag. Ik wil hierbij graag mijn waardering uitspreken voor Danny van het genoemde restaurant. Het is namelijk niet vaak meer dat je überhaupt een reactie krijgt als je een bedrijf iets vraagt, maar Danny liet het volgende weten:
´Deze advertentie, en eigenlijk al onze advertenties, zijn niet serieus bedoeld. Het is enkel om de advertentie op te laten vallen en mensen even in twijfel te laten of het nu echt een personeels advertentie is of dat het om een grap gaat. We hebben in het afgelopen half jaar diverse advertenties geplaatst die een link leggen met "Di Mama" .Soms in de vorm van een personeeladvertentie, soms met een mededeling. Een van onze vorige advertenties luidde; "Opa valt van fiets bij bezorgen pizza´s, Pizza´s van de kaart gehaald." en "Door stress rond de opening vliegen de pommodori´s door de keuken" De bedoeling is dat erover wordt gepraat en zo meer naamsbekendheid te verkrijgen, en mensen nieuwsgierig te maken, ook buiten Valkenswaard. Uw mail, en diverse eerdere reacties, geeft aan dat dat doel is bereikt.
mvg
Danny
Restaurant Mama DI Kookt´
Yep, in die opzet zijn ze zeker geslaagd. Ik denk dat ik er mijn liefste binnenkort maar eens mee naar toe neem.
15-09-08 I
vrijdag 12 september 2008
Vreemde advertentie
Mijn oog viel gisteren in het Eindhovens Dagblad op de hiernaast staande advertentie, eentje die nogal wat vragen opriep. De advertentie blijkt afkomstig van een Italiaans all-in restaurant in V. De website vertelt dat de keuken staat voor ´eenvoud, versheid en eerlijkheid´, en je er voor een bedrag van €21,50 p.p eten zoveel je wilt. Bovendien wordt aangeraden om de avond te beginnen aan de ´opvallende bar´ met een glaasje Prosecco.
Omdat ik mijn nieuwsgierigheid nu eenmaal moeilijk kan bedwingen, heb ik het restaurant een mailtje gestuurd met daarin de vraag of ze bereid zijn mijn nieuwsgierigheid te bevredigen. Want welk restaurant gaat er nu actief op zoek naar een kokkin die de pensioengerechtigde leeftijd al ruimschoots heeft overschreden en verwacht daarbij ook nog dat die ´oudere jongere´ de energie over heeft op ruim 60 (!) uur in de week te werken?
Gezien de website vermoed ik dat we hier te maken hebben met een beginnend restaurant, zo staat de website nog bol van de spelfouten en ook klopt het emailadres niet, maar dat neemt niet weg dat ik initiatieven voor een nieuw restaurant met Italiaanse keuken altijd van harte toejuich! Ik ben er dol op en vooral al er gebruik wordt gemaakt van verse, eerlijke en eenvoudige ingrediënten. Van dergelijke restaurants kun je er namelijk nooit genoeg hebben, en ik zal er ook zeker binnenkort eens langs rijden om te zien hoe e.e.a. eruit ziet en of de eerste indruk voldoende uitnodigt om de stap over de drempel te maken.
Intussen wacht ik af of, en op welke manier, men bereid is om mijn vragen te beantwoorden. Ik zal dat antwoord op z´n vroegst pas zondagavond lezen, want ik vertrek zo richting Frankrijk voor een hernieuwde kennismaking met een andere exponent van de Italiaanse keuken. Dit weekend vind er namelijk een soort reünie plaats, met helaas slechts 4 deelnemers dit keer, van een periode uit mijn leven waaraan ik zéér prettige herinneringen bewaar.
Ruim 15 jaar geleden waren een aantal van mijn beste vrienden en vriendinnen betrokken bij de opstart en opening van dat grote pretpark in de buurt van Parijs. Ze woonden grotendeels tezamen in een huisje in een heel klein Frans dorpje, zo´n 20 km vanaf het pretpark, en dat huisje vormde gedurende enige tijd een warme en zéér welkome bestemming voor de weekenden. Als ik op vrijdag klaar was met werken ging de reis vaak niet naar huis, maar steeds vaker naar Frankrijk, om pas laat op zondag weer terug te keren. Heerlijke weekenden waren dat, en ook de keren dat we met een grote groep daar Kerst vierden staan me nog vers in het geheugen.
Omdat een mens ook wat moet eten werd regelmatig de pizzeria in het naburige Crécy-la- Chapelle bezocht, waar Angelo de traditionele Italiaanse gastvrijheid hoog in het vaandel heeft en op zijn houtvuur de heerlijkste pizza´s weet te bereiden. Nu, ruim 15 jaar later dus, hebben we met vier mannen weer dáár afgesproken om zo´n overheerlijk ´Pizza di Angelo´ te nuttigen en ongetwijfeld weer, besprenkeld met het nodige geestrijke vocht, hopen oude en dierbare herinneringen op te halen. ´D´Olle Grieze´ (mijn grijze 2CV) is er weer helemaal klaar voor en ook ik heb er zin in.
Bon Voyage en wordt vervolgd!
Omdat ik mijn nieuwsgierigheid nu eenmaal moeilijk kan bedwingen, heb ik het restaurant een mailtje gestuurd met daarin de vraag of ze bereid zijn mijn nieuwsgierigheid te bevredigen. Want welk restaurant gaat er nu actief op zoek naar een kokkin die de pensioengerechtigde leeftijd al ruimschoots heeft overschreden en verwacht daarbij ook nog dat die ´oudere jongere´ de energie over heeft op ruim 60 (!) uur in de week te werken?
Gezien de website vermoed ik dat we hier te maken hebben met een beginnend restaurant, zo staat de website nog bol van de spelfouten en ook klopt het emailadres niet, maar dat neemt niet weg dat ik initiatieven voor een nieuw restaurant met Italiaanse keuken altijd van harte toejuich! Ik ben er dol op en vooral al er gebruik wordt gemaakt van verse, eerlijke en eenvoudige ingrediënten. Van dergelijke restaurants kun je er namelijk nooit genoeg hebben, en ik zal er ook zeker binnenkort eens langs rijden om te zien hoe e.e.a. eruit ziet en of de eerste indruk voldoende uitnodigt om de stap over de drempel te maken.
Intussen wacht ik af of, en op welke manier, men bereid is om mijn vragen te beantwoorden. Ik zal dat antwoord op z´n vroegst pas zondagavond lezen, want ik vertrek zo richting Frankrijk voor een hernieuwde kennismaking met een andere exponent van de Italiaanse keuken. Dit weekend vind er namelijk een soort reünie plaats, met helaas slechts 4 deelnemers dit keer, van een periode uit mijn leven waaraan ik zéér prettige herinneringen bewaar.
Ruim 15 jaar geleden waren een aantal van mijn beste vrienden en vriendinnen betrokken bij de opstart en opening van dat grote pretpark in de buurt van Parijs. Ze woonden grotendeels tezamen in een huisje in een heel klein Frans dorpje, zo´n 20 km vanaf het pretpark, en dat huisje vormde gedurende enige tijd een warme en zéér welkome bestemming voor de weekenden. Als ik op vrijdag klaar was met werken ging de reis vaak niet naar huis, maar steeds vaker naar Frankrijk, om pas laat op zondag weer terug te keren. Heerlijke weekenden waren dat, en ook de keren dat we met een grote groep daar Kerst vierden staan me nog vers in het geheugen.
Omdat een mens ook wat moet eten werd regelmatig de pizzeria in het naburige Crécy-la- Chapelle bezocht, waar Angelo de traditionele Italiaanse gastvrijheid hoog in het vaandel heeft en op zijn houtvuur de heerlijkste pizza´s weet te bereiden. Nu, ruim 15 jaar later dus, hebben we met vier mannen weer dáár afgesproken om zo´n overheerlijk ´Pizza di Angelo´ te nuttigen en ongetwijfeld weer, besprenkeld met het nodige geestrijke vocht, hopen oude en dierbare herinneringen op te halen. ´D´Olle Grieze´ (mijn grijze 2CV) is er weer helemaal klaar voor en ook ik heb er zin in.
Bon Voyage en wordt vervolgd!
12-09-08
donderdag 11 september 2008
Kinderfantasie
Je leest nooit veel over de ongebreidelde fantasie van kinderen, maar vanmorgen kwam er weer een onvervalst staaltje voorbij. De vier hartsvriendinnen, Jimi Bonnemaijers (10), Britt Moonen (10), Neeltje Couweborg (10) en Lizzy Gerrits (11), zaten aan de Gender (een 20 km lange beek die loopt van Steensel naar Eindhoven) hun diepste geheimen te bespreken. Plotseling zagen ze wat in het water liggen, en haalden later o.a. twee juwelenkistjes naar boven met daarin een trouwboekje, wat paspoorten en verder wat goedkope sieraden.
En meisjes zullen altijd meisjes blijven, de vriendinnen waren meteen erg gecharmeerd van alle ´bling´ en hopen nu dat niemand hun ´schat´ komt claimen bij de politie, want dan vervalt die na verloop van tijd aan hen als de vinders.
Op zich is een dergelijk avontuur al behoorlijk spannend, maar het verhaal van dit bijdehante viertal kreeg een extra dimensie toen ter sprake kwam hoe deze juwelenkistjes in het water van de Gender terecht waren gekomen. En de theorie kan alleen maar ontsproten zijn aan een actief en fantasierijk kinderbrein. Geen zwaarmoedige theorie over stijgende criminaliteit of desnoods diefstal uit armoede. Nee, volgens een van de dames was het veel waarschijnlijker dat er daar ooit een piraat had gevaren die zijn geroofde schatten overboord had gegooid. En ik kan de meiden geen ongelijk geven, een piraat zorgt tenslotte voor een veel beter en spannender verhaal dan een verslaafde junk of een opgeschoten knul die een paar centen nodig had.
Alleen is het zo verschrikkelijk jammer dat we, naar mate we ouder worden, steeds meer in de ban raken van alles wat we ´moeten´, en daarbij langzaam vergeten wat allemaal kán. Geef een kind een doos en een oud gordijn, en zijn fantasie brengt hem over de wereldzeeën en op verlaten tropische eilanden vol woeste barbaren en ondoordringbare jungle. Of de doos verwordt tot een onneembare middeleeuwse vesting met een jonkvrouw die gered moet worden van haar gemene stiefvader. Kortom, uren speelplezier waarbij ze nu eens geen batterijen of stroom nodig hebben.
Maar fantasie is meer. Fantasie stelt ons in staat om dingen te zien die er ooit waren, of misschien wel nooit bestaan hebben. Om te zien hoe je leven er later uit zal zien, of hoe het zou zijn als je eerste boek is gepubliceerd. En fantasie zit in ons allemaal, we hebben alleen geleerd om de hele dag volwassen en serieus te zijn en onze verantwoordelijkheid te nemen. Maar ergens diep in ons zit nog steeds dat kind verstopt dat ongeremd kan fantaseren. Dat de mogelijkheden kan zien in gewone dingen, en in de andere mensen om ons heen, in plaats van de beperkingen. Dat in gedachten de mooiste kastelen kan bouwen en zich geen zorgen maakt over hoeveel hypotheeklast er wel niet op zal rusten, want dergelijke dagelijkse beslommeringen en set-backs bestaan niet in de wereld van de fantasie. En dat is maar goed ook.
Uit ervaring weet ik hoe moeilijk het soms is om los te komen van onze dagelijkse realiteit en weg te drijven op de stroom van onze fantasie. We hebben al snel de neiging om ons te schamen, voor zowel onszelf als zeker ook voor de omgeving, maar zodra iemand zich over die drempel weet heen te zetten, verschijnt er een twinkeling in de ogen en komt er meestal een enorme dosis energie en adrenaline los. En eigenlijk zou het ook voor volwassenen verplicht moeten zijn om af en toe te moeten en mogen spelen. Dat brengt het leven niet alleen aardig terug in perspectief, maar geeft ook nieuwe energie en levert bovendien vaak nieuwe inzichten en onverwachte oplossingen. Want voor een kind is de wereld tenslotte grenzeloos groot en vol met wonderbaarlijke zaken die ontdekt en onderzocht kunnen worden. Voor volwassenen is die zelfde wereld meestal verworden tot een grauw bestaan met honderden verantwoordelijkheden en plichten. En eigenlijk is dat doodzonde, want wie zou niet af en toe de wereld weer eens willen kunnen bekijken als een kind?
En meisjes zullen altijd meisjes blijven, de vriendinnen waren meteen erg gecharmeerd van alle ´bling´ en hopen nu dat niemand hun ´schat´ komt claimen bij de politie, want dan vervalt die na verloop van tijd aan hen als de vinders.
Op zich is een dergelijk avontuur al behoorlijk spannend, maar het verhaal van dit bijdehante viertal kreeg een extra dimensie toen ter sprake kwam hoe deze juwelenkistjes in het water van de Gender terecht waren gekomen. En de theorie kan alleen maar ontsproten zijn aan een actief en fantasierijk kinderbrein. Geen zwaarmoedige theorie over stijgende criminaliteit of desnoods diefstal uit armoede. Nee, volgens een van de dames was het veel waarschijnlijker dat er daar ooit een piraat had gevaren die zijn geroofde schatten overboord had gegooid. En ik kan de meiden geen ongelijk geven, een piraat zorgt tenslotte voor een veel beter en spannender verhaal dan een verslaafde junk of een opgeschoten knul die een paar centen nodig had.
Alleen is het zo verschrikkelijk jammer dat we, naar mate we ouder worden, steeds meer in de ban raken van alles wat we ´moeten´, en daarbij langzaam vergeten wat allemaal kán. Geef een kind een doos en een oud gordijn, en zijn fantasie brengt hem over de wereldzeeën en op verlaten tropische eilanden vol woeste barbaren en ondoordringbare jungle. Of de doos verwordt tot een onneembare middeleeuwse vesting met een jonkvrouw die gered moet worden van haar gemene stiefvader. Kortom, uren speelplezier waarbij ze nu eens geen batterijen of stroom nodig hebben.
Maar fantasie is meer. Fantasie stelt ons in staat om dingen te zien die er ooit waren, of misschien wel nooit bestaan hebben. Om te zien hoe je leven er later uit zal zien, of hoe het zou zijn als je eerste boek is gepubliceerd. En fantasie zit in ons allemaal, we hebben alleen geleerd om de hele dag volwassen en serieus te zijn en onze verantwoordelijkheid te nemen. Maar ergens diep in ons zit nog steeds dat kind verstopt dat ongeremd kan fantaseren. Dat de mogelijkheden kan zien in gewone dingen, en in de andere mensen om ons heen, in plaats van de beperkingen. Dat in gedachten de mooiste kastelen kan bouwen en zich geen zorgen maakt over hoeveel hypotheeklast er wel niet op zal rusten, want dergelijke dagelijkse beslommeringen en set-backs bestaan niet in de wereld van de fantasie. En dat is maar goed ook.
Uit ervaring weet ik hoe moeilijk het soms is om los te komen van onze dagelijkse realiteit en weg te drijven op de stroom van onze fantasie. We hebben al snel de neiging om ons te schamen, voor zowel onszelf als zeker ook voor de omgeving, maar zodra iemand zich over die drempel weet heen te zetten, verschijnt er een twinkeling in de ogen en komt er meestal een enorme dosis energie en adrenaline los. En eigenlijk zou het ook voor volwassenen verplicht moeten zijn om af en toe te moeten en mogen spelen. Dat brengt het leven niet alleen aardig terug in perspectief, maar geeft ook nieuwe energie en levert bovendien vaak nieuwe inzichten en onverwachte oplossingen. Want voor een kind is de wereld tenslotte grenzeloos groot en vol met wonderbaarlijke zaken die ontdekt en onderzocht kunnen worden. Voor volwassenen is die zelfde wereld meestal verworden tot een grauw bestaan met honderden verantwoordelijkheden en plichten. En eigenlijk is dat doodzonde, want wie zou niet af en toe de wereld weer eens willen kunnen bekijken als een kind?
11-09-08
woensdag 10 september 2008
Wie kaatst…
Sommige acties zijn het waard om gesteund te worden, massaal gesteund te worden zelfs; ik vind het alleen jammer dat ik hem zelf niet heb bedacht. StiVoRo (Stichting Volksgezondheid en Roken) heeft namelijk reeds zo´n 5000 lege sigarettenpakjes toegestuurd gekregen op haar gratis antwoordnummer. StiVoRo noemt het, bij monde van directeur Lies van Gennip, ´flauw´ en klaagt vooral dat het de organisatie onnodig op kosten jaagt. Het gaat volgens haar namelijk om geld dat onder de bevolking met collectebussen is opgehaald. ´Het is zonde om het op die manier te moeten besteden.´ Toch kan ik dit initiatief van burgerlijke ongehoorzaamheid van harte toejuichen.
Als verstokt roker ben ik natuurlijk bevooroordeeld, maar het kost niet zo heel veel onderzoek en denkwerk om je te realiseren dat de kaalslag in de kleine horeca nog moet komen. Nu de zomer zo goed als voorbij is, waarschijnlijk was gisteren de laatste echt mooie dag van het jaar, zijn over niet al te lange tijd de terrassen niet meer de aller-prettigste plek om te vertoeven. Op de website zegt van Gennip daarover: ´In een branche zijn er zaken die het goed doen en zaken die failliet gaan. Dat was voor 1 juli 2008 zo, en na 1 juli niet anders. Om iets te zeggen over het effect van de rookvrije horeca, moet je lange termijn trends bekijken en ook andere effecten meenemen.´ Daar is geen speld tussen te krijgen, en als voorbeeld noemt ze daarbij vervolgens Ierland. Daar was al een daling in bezoekersaantallen aan de gang sinds 2001 waarvoor als reden de sterke stijging van de bierprijs en een verscherpte controle op rijden onder invloed kon wordt gegeven.
Over de Nederlandse situatie zegt ze even verderop in de zelfde reactie: ´In Nederland is het nog te vroeg om te zeggen wat het effect is van de rookvrije horeca. We kunnen wel iets zeggen op basis van ervaringen in landen die al langer ervaring hebben met de rookvrije horeca. In landen die al langer ervaring hebben met de rookvrije horeca, blijken de omzet, bezoekersaantallen en het aantal banen in de horeca niet te zijn gedaald.´ Dat is een opvallende conclusie, omdat ze eerder in de reactie zegt: ´Berichten in de media over omzet winst en omzet daling wisselen elkaar af en zijn geen wetenschappelijke bron op basis waarvan je politieke keuzen kunt maken.´
En ondanks het ontbreken van een wetenschappelijke basis ligt het verbod er toch en blijft van Gennip glashard beweren dat men geen kaalslag verwacht. Mocht die onverhoopt tóch plaatsvinden, dan kan ik nu al voorspellen dat die zal worden toegeschreven aan ´economische factoren´ zoals een teruglopende economie en het wegzakken van het consumentenvertrouwen waardoor mensen minder snel geld uit gaan geven. Bovendien staat StiVoRo op het standpunt, te vinden elders op hun website, dat de gezondheidswinst die behaald wordt door het beperken van het meeroken ruimschoots opweegt tegen eventuele economische schade. Waarvan dus acte, maar het is zó gemakkelijk om een dergelijk standpunt aan te hangen vanuit je eigen ivoren torentje. Want háár lust en leven gaat niet kapot door een externe politieke beslissing. Zij ziet niet haar oudedagsvoorziening langzaam afzakken richting afgrond zonder dat je er iets tegen kunt doen. Bovendien hoeft zij ook niet op zoek naar een tweede baan om het hoofd boven water te kunnen houden.
Enfin, de komende tijd zal het leren of de kaalslag er komt of niet. Het rookverbod zal koste wat kost gehandhaafd blijven. En ook al wordt in de ons omringende landen het rookverbod een stuk ruimer en flexibeler geïnterpreteerd, Nederland is gewoontegetrouw weer eens het braafste jongetje van de klas. Niemand anders dan de politiek weet namelijk wat goed is voor het volk en wat goed is zal, koste wat kost, ook worden opgelegd. Betutteling of niet.
Voor diegene die het initiatief om StiVoRo te bedelven onder lege sigarettenpakjes wil steunen:
Stivoro
t.a.v. Mw. L. van Gennip
Antwoordnummer 1915
2508 WB Den Haag
Ik heb in ieder geval de volgende 30 enveloppen al voorgeschreven klaarliggen.
Als verstokt roker ben ik natuurlijk bevooroordeeld, maar het kost niet zo heel veel onderzoek en denkwerk om je te realiseren dat de kaalslag in de kleine horeca nog moet komen. Nu de zomer zo goed als voorbij is, waarschijnlijk was gisteren de laatste echt mooie dag van het jaar, zijn over niet al te lange tijd de terrassen niet meer de aller-prettigste plek om te vertoeven. Op de website zegt van Gennip daarover: ´In een branche zijn er zaken die het goed doen en zaken die failliet gaan. Dat was voor 1 juli 2008 zo, en na 1 juli niet anders. Om iets te zeggen over het effect van de rookvrije horeca, moet je lange termijn trends bekijken en ook andere effecten meenemen.´ Daar is geen speld tussen te krijgen, en als voorbeeld noemt ze daarbij vervolgens Ierland. Daar was al een daling in bezoekersaantallen aan de gang sinds 2001 waarvoor als reden de sterke stijging van de bierprijs en een verscherpte controle op rijden onder invloed kon wordt gegeven.
Over de Nederlandse situatie zegt ze even verderop in de zelfde reactie: ´In Nederland is het nog te vroeg om te zeggen wat het effect is van de rookvrije horeca. We kunnen wel iets zeggen op basis van ervaringen in landen die al langer ervaring hebben met de rookvrije horeca. In landen die al langer ervaring hebben met de rookvrije horeca, blijken de omzet, bezoekersaantallen en het aantal banen in de horeca niet te zijn gedaald.´ Dat is een opvallende conclusie, omdat ze eerder in de reactie zegt: ´Berichten in de media over omzet winst en omzet daling wisselen elkaar af en zijn geen wetenschappelijke bron op basis waarvan je politieke keuzen kunt maken.´
En ondanks het ontbreken van een wetenschappelijke basis ligt het verbod er toch en blijft van Gennip glashard beweren dat men geen kaalslag verwacht. Mocht die onverhoopt tóch plaatsvinden, dan kan ik nu al voorspellen dat die zal worden toegeschreven aan ´economische factoren´ zoals een teruglopende economie en het wegzakken van het consumentenvertrouwen waardoor mensen minder snel geld uit gaan geven. Bovendien staat StiVoRo op het standpunt, te vinden elders op hun website, dat de gezondheidswinst die behaald wordt door het beperken van het meeroken ruimschoots opweegt tegen eventuele economische schade. Waarvan dus acte, maar het is zó gemakkelijk om een dergelijk standpunt aan te hangen vanuit je eigen ivoren torentje. Want háár lust en leven gaat niet kapot door een externe politieke beslissing. Zij ziet niet haar oudedagsvoorziening langzaam afzakken richting afgrond zonder dat je er iets tegen kunt doen. Bovendien hoeft zij ook niet op zoek naar een tweede baan om het hoofd boven water te kunnen houden.
Enfin, de komende tijd zal het leren of de kaalslag er komt of niet. Het rookverbod zal koste wat kost gehandhaafd blijven. En ook al wordt in de ons omringende landen het rookverbod een stuk ruimer en flexibeler geïnterpreteerd, Nederland is gewoontegetrouw weer eens het braafste jongetje van de klas. Niemand anders dan de politiek weet namelijk wat goed is voor het volk en wat goed is zal, koste wat kost, ook worden opgelegd. Betutteling of niet.
Voor diegene die het initiatief om StiVoRo te bedelven onder lege sigarettenpakjes wil steunen:
Stivoro
t.a.v. Mw. L. van Gennip
Antwoordnummer 1915
2508 WB Den Haag
Ik heb in ieder geval de volgende 30 enveloppen al voorgeschreven klaarliggen.
10-09-08
dinsdag 9 september 2008
Prutswerk!
Minister Plasterk (Onderwijs) heeft gisteravond een brief naar de Tweede Kamer gestuurd waarin hij aangeeft dat gezichtsbedekkende kleding vanaf medio 2009 niet meer is toegestaan op scholen, op het schoolplein en op de sportvelden bij de school. De maatregel gaat gelden voor alle scholen in het basis-, voortgezet-, middelbaar beroepsonderwijs en de volwasseneducatie. Er zal voor de islamitische scholen géén uitzondering worden gemaakt. Opvallend is wel dat het hoger onderwijs de dans ontspringt, daar gaat de maatregel namelijk niet gelden, maar deze scholen kunnen de maatregel wel zelf instellen. Het verbod geldt niet alleen voor scholieren, docenten en onderwijzend personeel, maar ook voor ouders en leveranciers die de school bezoeken. Plasterk vindt dat het voor goed onderwijs belangrijk is dat je elkaar ´in de ogen kunt kijken´. Gezichtsbedekkende kleding belemmert een goede communicatie tussen leraren en leerlingen volgens de minister.
Opvallend is dat de controle en handhaving van dit verbod bij de schoolleiding komt te liggen. De directeur zal dan dus moeders in een boerka moeten gaan aanspreken op hun kleding en ze, als ze geen gehoor geven, zelfs van het schoolplein moeten weren. In het ergste geval zou zelfs de politie kunnen worden gebeld, maar het valt ernstig te betwijfelen of de politie hier prioriteit aan zal geven. Het zou me, in deze volslagen krankzinnig geworden maatschappij echter ook weer niet verbazen als de politie hier juist wel een speerpunt van zou maken en met gillende sirenes zou komen aanscheuren om een islamitische moeder geboeid te kunnen afvoeren, die niets anders deed dan haar kinderen gesluierd naar school te brengen.
Het enigste lichtpuntje dat ik aan dit bericht heb kunnen ontdekken is dat het verbod óók geldt voor integraalhelmen, bivakmutsen en dergelijke, maar dat was is mijn tijd op school ook al verboden. Minister Ab Klink van Volksgezondheid laat ondertussen onderzoeken of een dergelijk verbod ook voor de zorgsector zou moeten gelden.
Op zich heb ik niet zo´n moeite met een dergelijk verbod, het is beter laat dan nooit. Ik vraag me alleen ernstig af, of de politiek niet eerst elders strakker moet gaan optreden. Deskundigen gingen er vorig jaar namelijk vanuit dat er landelijk slechts sprake zou zijn van zo´n honderd (!) vrouwen die een boerka zouden dragen. Dan lijkt me een zero-tolerance beleid voor reljeugd, voor het bedreigen van hulpverleners, voor het dragen van verboden wapens, voor het veroorzaken van overlast, voor het wegpesten van buurtbewoners, voor het verspreiden van haat, voor het oproepen tot onverdraagzaamheid, voor het mishandelen en/ of verkrachten van kinderen, voor het beroven, mishandelen en/of verkrachten van ouderen, voor het mishandelen en/of verkrachten van dieren, draaideurcriminelen van véél hogere prioriteit. En deze opsomming is nog maar het begin. Als ik nog even doorga kan ik die lijst nog véél langer maken; allemaal zaken waarin de overheid de afgelopen decennia ernstig heeft verzaakt en door een slap en futloos beleid problemen heeft gecreëerd die nu welhaast onoplosbaar lijken, maar toch zéér dringend aangepakt en opgelost dienen te worden.
Maar wat doet de onze overheid? Die bedenkt nieuwe belastingen, drinkt nog eens een gezellig kopje thee, gaat nog eens op studiereis naar een ver en warm oord om uit te leggen wat ze daar allemaal verkeerd doen, en komt vervolgens met het onwaarschijnlijk onzalige plan op de proppen als dat waar mensen die straks de kilometerheffing proberen te ontduiken, voor een maximumtermijn van vier jaar opgesloten kunnen worden. En de redenering daarvoor? Ontduiking van die kilometerheffing vormt een dermate directe bedreiging voor de overheidsfinanciën dat een gevangenisstraf daarvoor gepast is!
Wel, geachte heren en dames politici, ik weet dat u daar weinig last van heeft, maar mijn financiën zijn al reeds jaren ernstig bedreigd. Ik sta al jaren qua loonontwikkeling zo goed als stil, met dank aan de loonmatiging, en krijg slechts een verhoging die niet in verhouding staat tot de inflatie en de alsmaar stijgende (overheids-)lasten. Voor mij is een jaarlijkse vakantie al lang geen vanzelfsprekendheid meer, en vaak is het maar de vraag of we het eind van de maand zullen halen met het beschikbare budget. En ik zit dan nog in een bevoorrechte situatie. Duizenden Nederlanders zijn nog véél slechter af, en dreigen nu door de stijgende hypotheekrente helemaal in de knoei te komen. Wordt het dus niet eens tijd om te stoppen met dit soort onzinnig geneuzel en daadkrachtig te gaan snijden in de overheidsuitgaven en het alsmaar uitdijende ambtenarenapparaat? Om te stoppen met het verstrekken van subsidies aan allerlei vage vriendenclubjes en het laten verrichten van geldverslindende onderzoeken waarvan een simpele boerenziel als ik al van tevoren de uitkomst kan geven?
Men zegt wel eens dat een volk de regering krijgt die het verdiend, en daar zit absoluut een kern van waarheid in. Maar ik kan me toch écht niet voorstellen dat dit volk zo is afgezakt dat we déze regering verdienen. ´Prutswerk´ is momenteel de meest vleiende omschrijving die ik kan bedenken.
09-09-08
Opvallend is dat de controle en handhaving van dit verbod bij de schoolleiding komt te liggen. De directeur zal dan dus moeders in een boerka moeten gaan aanspreken op hun kleding en ze, als ze geen gehoor geven, zelfs van het schoolplein moeten weren. In het ergste geval zou zelfs de politie kunnen worden gebeld, maar het valt ernstig te betwijfelen of de politie hier prioriteit aan zal geven. Het zou me, in deze volslagen krankzinnig geworden maatschappij echter ook weer niet verbazen als de politie hier juist wel een speerpunt van zou maken en met gillende sirenes zou komen aanscheuren om een islamitische moeder geboeid te kunnen afvoeren, die niets anders deed dan haar kinderen gesluierd naar school te brengen.
Het enigste lichtpuntje dat ik aan dit bericht heb kunnen ontdekken is dat het verbod óók geldt voor integraalhelmen, bivakmutsen en dergelijke, maar dat was is mijn tijd op school ook al verboden. Minister Ab Klink van Volksgezondheid laat ondertussen onderzoeken of een dergelijk verbod ook voor de zorgsector zou moeten gelden.
Op zich heb ik niet zo´n moeite met een dergelijk verbod, het is beter laat dan nooit. Ik vraag me alleen ernstig af, of de politiek niet eerst elders strakker moet gaan optreden. Deskundigen gingen er vorig jaar namelijk vanuit dat er landelijk slechts sprake zou zijn van zo´n honderd (!) vrouwen die een boerka zouden dragen. Dan lijkt me een zero-tolerance beleid voor reljeugd, voor het bedreigen van hulpverleners, voor het dragen van verboden wapens, voor het veroorzaken van overlast, voor het wegpesten van buurtbewoners, voor het verspreiden van haat, voor het oproepen tot onverdraagzaamheid, voor het mishandelen en/ of verkrachten van kinderen, voor het beroven, mishandelen en/of verkrachten van ouderen, voor het mishandelen en/of verkrachten van dieren, draaideurcriminelen van véél hogere prioriteit. En deze opsomming is nog maar het begin. Als ik nog even doorga kan ik die lijst nog véél langer maken; allemaal zaken waarin de overheid de afgelopen decennia ernstig heeft verzaakt en door een slap en futloos beleid problemen heeft gecreëerd die nu welhaast onoplosbaar lijken, maar toch zéér dringend aangepakt en opgelost dienen te worden.
Maar wat doet de onze overheid? Die bedenkt nieuwe belastingen, drinkt nog eens een gezellig kopje thee, gaat nog eens op studiereis naar een ver en warm oord om uit te leggen wat ze daar allemaal verkeerd doen, en komt vervolgens met het onwaarschijnlijk onzalige plan op de proppen als dat waar mensen die straks de kilometerheffing proberen te ontduiken, voor een maximumtermijn van vier jaar opgesloten kunnen worden. En de redenering daarvoor? Ontduiking van die kilometerheffing vormt een dermate directe bedreiging voor de overheidsfinanciën dat een gevangenisstraf daarvoor gepast is!
Wel, geachte heren en dames politici, ik weet dat u daar weinig last van heeft, maar mijn financiën zijn al reeds jaren ernstig bedreigd. Ik sta al jaren qua loonontwikkeling zo goed als stil, met dank aan de loonmatiging, en krijg slechts een verhoging die niet in verhouding staat tot de inflatie en de alsmaar stijgende (overheids-)lasten. Voor mij is een jaarlijkse vakantie al lang geen vanzelfsprekendheid meer, en vaak is het maar de vraag of we het eind van de maand zullen halen met het beschikbare budget. En ik zit dan nog in een bevoorrechte situatie. Duizenden Nederlanders zijn nog véél slechter af, en dreigen nu door de stijgende hypotheekrente helemaal in de knoei te komen. Wordt het dus niet eens tijd om te stoppen met dit soort onzinnig geneuzel en daadkrachtig te gaan snijden in de overheidsuitgaven en het alsmaar uitdijende ambtenarenapparaat? Om te stoppen met het verstrekken van subsidies aan allerlei vage vriendenclubjes en het laten verrichten van geldverslindende onderzoeken waarvan een simpele boerenziel als ik al van tevoren de uitkomst kan geven?
Men zegt wel eens dat een volk de regering krijgt die het verdiend, en daar zit absoluut een kern van waarheid in. Maar ik kan me toch écht niet voorstellen dat dit volk zo is afgezakt dat we déze regering verdienen. ´Prutswerk´ is momenteel de meest vleiende omschrijving die ik kan bedenken.
09-09-08
maandag 8 september 2008
Reclame is seksistisch
Reclame is een middel om consumenten te informeren over een product of een dienst en hen vervolgens over de streep te trekken om het product of die dienst vervolgens ook te gaan kopen. In onze steeds commerciëler wordende maatschappij worden we bedolven onder de reclame, en het enige doel daarvan is om ons te overreden vooral maar te blijven kopen.
Reclame is er in vele soorten en maten en op veel verschillende manieren. Wie door een willekeurige straat loopt ziet, vaak zelfs zonder het te merken, al tientallen voorbeelden van fabrikanten die hun merk- of productnaam op hun product hebben gezet. Wie de brievenbus leeghaalt heeft ook dagelijks een enorme hoeveelheid reclame in handen, van folders tot flyers, en wie tenslotte de tv aanzet ontkomt ook niet meer aan de stortvloed van reclameboodschappen die dagelijks over ons wordt uitgestrooid. Stuk voor stuk prikkels die ons trachten aan te zetten om dat ene product te verkiezen boven het andere –concurrerende- product. En over weinig andere onderwerpen wordt zoveel gezegd, geschreven, en zijn er zoveel afwijkende meningen als over reclame. Op zich vreemd, als je bedenkt dat niemand eigenlijk weet hoe reclame nu precies werkt. Maar dát het werkt weet iedereen.
Europarlementariër Emine Bozkurt (PvdA) zei vorige week dat ze reclame vooral seksistisch vindt. Vooral de rol van de vrouw in de reclame is, in haar ogen, seksistisch en rolbevestigend en zou in haar ogen dus anders moeten. Niet middels Europese regelgeving, maar vooral door een gedragscode waarin de reclamebranche zichzelf reguleert.
Op zich ben ik het wel eens met Bozkurt, en drijft een groot deel van de reclame op vooroordelen en bestaande rolpatronen. De reden daarvan is dat de reclame vooral herkenbaar moet zijn, want mensen moeten zich met een situatie, én het product, kunnen identificeren willen ze het ooit kopen. Maar of de vrouw er nu echt zo bekaaid afkomt in reclames waag ik te betwijfelen. Ik denk juist eerder dat de man er niet al te best afkomt. In vrijwel elke reclame waarin een gezinssituatie wordt geportretteerd, wordt de man steevast weergegeven als een goeiige sukkel terwijl de vlotte moederfiguur als een volleerd jongleur de touwtjes stevig in handen heeft en het gezin draaiende houdt. Daar zou ik me vreselijk boos over kunnen maken, maar dat heeft erg weinig zin. Reclame werkt nu eenmaal het best als men uitgaat van stereotiepen, en veel mensen zien het gezin nu eenmaal zo. Ik zou me trouwens net zo boos kunnen maken over al die reclames waarin vrouwen met niets anders bezig zijn dan met hun uiterlijk. Of het nu gaat over make-up, over shampoo of over andere schoonheidsproducten, de nadruk ligt alleen maar op er zo mooi mogelijk uitzien, want anders hoor je er echt niet bij en ben je niet aantrekkelijk voor zowel jezelf als voor hetzelfde of voor het andere geslacht, al naar gelang je smaak. Het is toch verbazend welke onzin men steeds weer bedenkt om ons ervan te overtuigen dat dure laboratoria nú toch echt het allerbeste ingrediënt hebben gevonden om ons haar nóg beter te voeden of onze huid nóg beter tegen het ouder worden te beschermen. Toch kan ik me niet aan de zéér sterke indruk onttrekken dat de meeste van die ingrediënten niet eens bestaan en er, behalve een ander geurtje en kleurtje, weinig aan de shampoo is veranderd. Een goed voorbeeld daarvan is de term ´micro fruitwassen´. Deze toevoeging aan haarverzorgingsproducten zou het haar gewillig maken en zou het stylen enorm vergemakkelijken. Doch wie ´fruitwassen´ intikt op Google, komt alleen reclame tegen voor de shampoo waar het in zou zitten, én een aanbeveling voor zwangere vrouwen om gekocht fruit vooral te wassen. Kortom: een loze term dus.
Maar wat je ook van reclame vindt, ik zag onlangs de zoveelste reclame van die verzekeraar uit Apeldoorn die zo graag gebeld wil worden. In één woord: GEWELDIG! Wát een humor weer. Een dikke pluim voor de reclamejongens en –meisjes die deze reclame hebben bedacht. Niet dat ik ook maar één seconde de behoefte voel mijn verzekeringen bij hen onder te brengen, maar de reclame is voortreffelijk.
Tot slot ook nog een paar wijze woorden van mensen die er echt verstand van zouden moeten hebben. Wilbert Schreurs, docent reclamegeschiedenis van de VU, zegt dat reclame veel minder rolbevestigend en veel geëmancipeerder is dan vaak wordt gedacht: ´Het volgt de maatschappelijke trend en laat dingen zien die herkenbaar zijn.´ Ook bestrijdt hij dat de reclame een slechte invloed heeft op kinderen omdat ze de rolpatronen die ze zien zouden overnemen. Volgens Schreurs is de invloed van de sociale omgeving veel groter dan die van de reclame: ´Als je vader thuis niks doet, kan je net zoveel antirolpatronen in je reclame stoppen als je wilt, dat heeft geen invloed op het kind. De sociale omgeving is veel belangrijker.´ Gewoon zelf het goede voorbeeld geven dus, dan is er niets aan de hand.
Reclame is er in vele soorten en maten en op veel verschillende manieren. Wie door een willekeurige straat loopt ziet, vaak zelfs zonder het te merken, al tientallen voorbeelden van fabrikanten die hun merk- of productnaam op hun product hebben gezet. Wie de brievenbus leeghaalt heeft ook dagelijks een enorme hoeveelheid reclame in handen, van folders tot flyers, en wie tenslotte de tv aanzet ontkomt ook niet meer aan de stortvloed van reclameboodschappen die dagelijks over ons wordt uitgestrooid. Stuk voor stuk prikkels die ons trachten aan te zetten om dat ene product te verkiezen boven het andere –concurrerende- product. En over weinig andere onderwerpen wordt zoveel gezegd, geschreven, en zijn er zoveel afwijkende meningen als over reclame. Op zich vreemd, als je bedenkt dat niemand eigenlijk weet hoe reclame nu precies werkt. Maar dát het werkt weet iedereen.
Europarlementariër Emine Bozkurt (PvdA) zei vorige week dat ze reclame vooral seksistisch vindt. Vooral de rol van de vrouw in de reclame is, in haar ogen, seksistisch en rolbevestigend en zou in haar ogen dus anders moeten. Niet middels Europese regelgeving, maar vooral door een gedragscode waarin de reclamebranche zichzelf reguleert.
Op zich ben ik het wel eens met Bozkurt, en drijft een groot deel van de reclame op vooroordelen en bestaande rolpatronen. De reden daarvan is dat de reclame vooral herkenbaar moet zijn, want mensen moeten zich met een situatie, én het product, kunnen identificeren willen ze het ooit kopen. Maar of de vrouw er nu echt zo bekaaid afkomt in reclames waag ik te betwijfelen. Ik denk juist eerder dat de man er niet al te best afkomt. In vrijwel elke reclame waarin een gezinssituatie wordt geportretteerd, wordt de man steevast weergegeven als een goeiige sukkel terwijl de vlotte moederfiguur als een volleerd jongleur de touwtjes stevig in handen heeft en het gezin draaiende houdt. Daar zou ik me vreselijk boos over kunnen maken, maar dat heeft erg weinig zin. Reclame werkt nu eenmaal het best als men uitgaat van stereotiepen, en veel mensen zien het gezin nu eenmaal zo. Ik zou me trouwens net zo boos kunnen maken over al die reclames waarin vrouwen met niets anders bezig zijn dan met hun uiterlijk. Of het nu gaat over make-up, over shampoo of over andere schoonheidsproducten, de nadruk ligt alleen maar op er zo mooi mogelijk uitzien, want anders hoor je er echt niet bij en ben je niet aantrekkelijk voor zowel jezelf als voor hetzelfde of voor het andere geslacht, al naar gelang je smaak. Het is toch verbazend welke onzin men steeds weer bedenkt om ons ervan te overtuigen dat dure laboratoria nú toch echt het allerbeste ingrediënt hebben gevonden om ons haar nóg beter te voeden of onze huid nóg beter tegen het ouder worden te beschermen. Toch kan ik me niet aan de zéér sterke indruk onttrekken dat de meeste van die ingrediënten niet eens bestaan en er, behalve een ander geurtje en kleurtje, weinig aan de shampoo is veranderd. Een goed voorbeeld daarvan is de term ´micro fruitwassen´. Deze toevoeging aan haarverzorgingsproducten zou het haar gewillig maken en zou het stylen enorm vergemakkelijken. Doch wie ´fruitwassen´ intikt op Google, komt alleen reclame tegen voor de shampoo waar het in zou zitten, én een aanbeveling voor zwangere vrouwen om gekocht fruit vooral te wassen. Kortom: een loze term dus.
Maar wat je ook van reclame vindt, ik zag onlangs de zoveelste reclame van die verzekeraar uit Apeldoorn die zo graag gebeld wil worden. In één woord: GEWELDIG! Wát een humor weer. Een dikke pluim voor de reclamejongens en –meisjes die deze reclame hebben bedacht. Niet dat ik ook maar één seconde de behoefte voel mijn verzekeringen bij hen onder te brengen, maar de reclame is voortreffelijk.
Tot slot ook nog een paar wijze woorden van mensen die er echt verstand van zouden moeten hebben. Wilbert Schreurs, docent reclamegeschiedenis van de VU, zegt dat reclame veel minder rolbevestigend en veel geëmancipeerder is dan vaak wordt gedacht: ´Het volgt de maatschappelijke trend en laat dingen zien die herkenbaar zijn.´ Ook bestrijdt hij dat de reclame een slechte invloed heeft op kinderen omdat ze de rolpatronen die ze zien zouden overnemen. Volgens Schreurs is de invloed van de sociale omgeving veel groter dan die van de reclame: ´Als je vader thuis niks doet, kan je net zoveel antirolpatronen in je reclame stoppen als je wilt, dat heeft geen invloed op het kind. De sociale omgeving is veel belangrijker.´ Gewoon zelf het goede voorbeeld geven dus, dan is er niets aan de hand.
08-09-08
zaterdag 6 september 2008
Castel Rose
Weinig plaatsnamen roepen in mijn herinnering zo´n warm gevoel op als Anduze. Ik heb so wie so al niet zo heel veel plezierige jeugdherinneringen, maar Anduze staat voor mij symbool voor een periode waarin ik nog wel ongedwongen kind kon zijn. Levendig zijn dan ook de herinneringen aan mijn opblaasboot, mijn bamboehengel, het ´slakkendiploma´ en ´glace a rafraichir´, mijn eerste Franse boodschap. Groot was dan ook de drang om nog eens te gaan kijken op ´Camping Le Castel Rose´, en afgelopen woensdag kreeg ik die kans.
Nu is het Departement Gard niet bepaald op de route als je vanuit de Drôme of de Vaucluse terug naar huis wilt, maar mijn liefste kent mij en mijn geschiedenis, en had er geen probleem mee om een enorme omweg te maken voor deze ´trip down memory lane´. Dus zetten we gezamenlijk koers richting Anduze en genoten van het Franse landschap dat zich onderweg aan ons ontvouwde.
Anduze ligt in de Gard (Languedoc-Roussillon) aan de rivier de Gardon. Camping ´Le Castel Rose´ ligt op een kwartiertje lopen net iets buiten Anduze en was, eind jaren zestig en begin jaren zeventig, het vaste vakantieadres voor de zomervakantie. Eerst met een bungalowtent en later met de Avento caravan.
Onbezorgd, dat is het woord dat opkomt bij de vakanties op die camping bij Anduze. Opa en oma gingen altijd vooruit, en waren dus al ruim en breed geïnstalleerd als wij aankwamen. Zij op hun vaste plek in de hoek en wij ernaast. Af en toe kwam er gedurende de vakantie nog wel eens een oom en tante langs, maar verder was het vooral een familiaire aangelegenheid, waarbij de zomers lang en warm,en het leven voorspelbaar waren.
Ik was in die tijd over eten nogal duidelijk: alles wat ik niet kende of wat er in mijn ogen wat al te exotisch uitzag at ik gewoonweg niet. Speciaal voor mij gingen er dan ook hele ladingen ingeblikte gehaktballen en enorme hoeveelheden pindakaas mee, want ik moest toch iets eten. En, eerlijk is eerlijk, ik bleek prima te kunnen overleven op gehaktballen, stokbrood en pindakaas. Maar dankzij de aanhoudende pogingen en het engelengeduld van mijn ouders en grootouders is dat later gelukkig geheel omgeslagen en zijn er nu weinig dingen meer die ik absoluut niet zou eten. Zo ontstond ook het ´slakkendiploma´. In ons gezin mocht je best iets niet lekker vinden, maar je kon dat pas zeggen als je het ook geproefd had. Zo kwamen er op een gegeven moment wijngaardslakken op tafel en wij, de kinderen, moesten er minimaal ééntje proberen. Als we dat dan hadden gedaan zonder al te veel drama, konden we een diploma verdienen. Maar hoe fabriceer je een geloofwaardig diploma als je aan het kamperen bent? Ik vermoed sterk dat opa daarin een grote rol heeft gespeeld, want opa had altijd een hoop dingen bij zich die ooit van pas zouden kunnen komen, zoals tangetjes, klemmetjes, lijm etc. Dus van een vleeswarenkartonnetje en een leeg slakkenhuis werd een slakkendiploma gefabriceerd en vol trots de volgende dag overhandigd.
Hoe anders is echter de werkelijkheid als ik dertig jaar later de camping weer oploop. Nu is alles anders als je iets alleen vanuit het perspectief van een kind hebt gezien, maar wat me opvalt is de massaliteit van het gebeuren. Wat vroeger een kleine, gezellige familiecamping was, is nu een modern en goed geoutilleerd geheel geworden. Toch kan ik blindelings aanwijzen waar wij vroeger stonden, al mogen op die plek tegenwoordig geen tenten of caravans meer staan getuige het bordje. Overstromingen in de afgelopen dertig jaar hebben de strook langs de rivier een heel stuk smaller gemaakt en ook van bomen en de overige begroeiing langs het water is weinig meer over. Het is zowel vreemd als vertrouwd om hier weer te staan na al die jaren. Als we rondlopen over de camping is er weinig meer dat aan die jaren herinnerd, maar het gevoel komt wel weer terug. Hier was ik kind en hier was ik gelukkig, en ik ben blij dit moment, ruim dertig jaar later, met mijn liefste te kunnen delen. Even buiten de camping staat ook nog steeds het roze landhuis waar de camping zijn naam aan dankt. Uit het handgeschreven naambordje op de brievenbus blijkt dat de familie Lafont hier nog steeds resideert, al vermoed ik dat Monsieur Lafont, binnen de familie onsterfelijk geworden door de uitspraak ´Iek ferkoop wortélen!´, waarschijnlijk niet meer tot de levenden zal behoren.
Als we even later Anduze binnen rijden komt een hele nieuwe golf herinneringen boven. Ook hier heeft de tijd zijn werk gedaan, maar veel gevels doen nog vertrouwd aan. De Presse/ Tabac waar opa zijn Gauloises, pijptabak en zijn krantje ging halen bestaat helaas niet meer, maar de fontein met zijn karakteristieke en gekleurde overkapping, te vinden op de vele aangeboden ansichtkaarten, is gelukkig niet verdwenen.
Als we even later het dorp weer uitrijden ben ik blij en gelukkig. Ik denk niet hier ooit weer terug te keren, maar voor de verdere terugreis heb ik weer even genoeg herinneringen om te herbeleven. Bovendien heb ik nu foto´s voor thuis. Foto´s die ik zeker ook aan mijn vader zal laten zien als ik hem weer zie. Zouden ze herinneringen bij hem oproepen? Zou ik weer even een glimp kunnen zien van de man die hij vroeger was? Zal hij zich überhaupt nog iets kunnen herinneren? Only time will tell…
06-09-08
Nu is het Departement Gard niet bepaald op de route als je vanuit de Drôme of de Vaucluse terug naar huis wilt, maar mijn liefste kent mij en mijn geschiedenis, en had er geen probleem mee om een enorme omweg te maken voor deze ´trip down memory lane´. Dus zetten we gezamenlijk koers richting Anduze en genoten van het Franse landschap dat zich onderweg aan ons ontvouwde.
Anduze ligt in de Gard (Languedoc-Roussillon) aan de rivier de Gardon. Camping ´Le Castel Rose´ ligt op een kwartiertje lopen net iets buiten Anduze en was, eind jaren zestig en begin jaren zeventig, het vaste vakantieadres voor de zomervakantie. Eerst met een bungalowtent en later met de Avento caravan.
Onbezorgd, dat is het woord dat opkomt bij de vakanties op die camping bij Anduze. Opa en oma gingen altijd vooruit, en waren dus al ruim en breed geïnstalleerd als wij aankwamen. Zij op hun vaste plek in de hoek en wij ernaast. Af en toe kwam er gedurende de vakantie nog wel eens een oom en tante langs, maar verder was het vooral een familiaire aangelegenheid, waarbij de zomers lang en warm,en het leven voorspelbaar waren.
Ik was in die tijd over eten nogal duidelijk: alles wat ik niet kende of wat er in mijn ogen wat al te exotisch uitzag at ik gewoonweg niet. Speciaal voor mij gingen er dan ook hele ladingen ingeblikte gehaktballen en enorme hoeveelheden pindakaas mee, want ik moest toch iets eten. En, eerlijk is eerlijk, ik bleek prima te kunnen overleven op gehaktballen, stokbrood en pindakaas. Maar dankzij de aanhoudende pogingen en het engelengeduld van mijn ouders en grootouders is dat later gelukkig geheel omgeslagen en zijn er nu weinig dingen meer die ik absoluut niet zou eten. Zo ontstond ook het ´slakkendiploma´. In ons gezin mocht je best iets niet lekker vinden, maar je kon dat pas zeggen als je het ook geproefd had. Zo kwamen er op een gegeven moment wijngaardslakken op tafel en wij, de kinderen, moesten er minimaal ééntje proberen. Als we dat dan hadden gedaan zonder al te veel drama, konden we een diploma verdienen. Maar hoe fabriceer je een geloofwaardig diploma als je aan het kamperen bent? Ik vermoed sterk dat opa daarin een grote rol heeft gespeeld, want opa had altijd een hoop dingen bij zich die ooit van pas zouden kunnen komen, zoals tangetjes, klemmetjes, lijm etc. Dus van een vleeswarenkartonnetje en een leeg slakkenhuis werd een slakkendiploma gefabriceerd en vol trots de volgende dag overhandigd.
Hoe anders is echter de werkelijkheid als ik dertig jaar later de camping weer oploop. Nu is alles anders als je iets alleen vanuit het perspectief van een kind hebt gezien, maar wat me opvalt is de massaliteit van het gebeuren. Wat vroeger een kleine, gezellige familiecamping was, is nu een modern en goed geoutilleerd geheel geworden. Toch kan ik blindelings aanwijzen waar wij vroeger stonden, al mogen op die plek tegenwoordig geen tenten of caravans meer staan getuige het bordje. Overstromingen in de afgelopen dertig jaar hebben de strook langs de rivier een heel stuk smaller gemaakt en ook van bomen en de overige begroeiing langs het water is weinig meer over. Het is zowel vreemd als vertrouwd om hier weer te staan na al die jaren. Als we rondlopen over de camping is er weinig meer dat aan die jaren herinnerd, maar het gevoel komt wel weer terug. Hier was ik kind en hier was ik gelukkig, en ik ben blij dit moment, ruim dertig jaar later, met mijn liefste te kunnen delen. Even buiten de camping staat ook nog steeds het roze landhuis waar de camping zijn naam aan dankt. Uit het handgeschreven naambordje op de brievenbus blijkt dat de familie Lafont hier nog steeds resideert, al vermoed ik dat Monsieur Lafont, binnen de familie onsterfelijk geworden door de uitspraak ´Iek ferkoop wortélen!´, waarschijnlijk niet meer tot de levenden zal behoren.
Als we even later Anduze binnen rijden komt een hele nieuwe golf herinneringen boven. Ook hier heeft de tijd zijn werk gedaan, maar veel gevels doen nog vertrouwd aan. De Presse/ Tabac waar opa zijn Gauloises, pijptabak en zijn krantje ging halen bestaat helaas niet meer, maar de fontein met zijn karakteristieke en gekleurde overkapping, te vinden op de vele aangeboden ansichtkaarten, is gelukkig niet verdwenen.
Als we even later het dorp weer uitrijden ben ik blij en gelukkig. Ik denk niet hier ooit weer terug te keren, maar voor de verdere terugreis heb ik weer even genoeg herinneringen om te herbeleven. Bovendien heb ik nu foto´s voor thuis. Foto´s die ik zeker ook aan mijn vader zal laten zien als ik hem weer zie. Zouden ze herinneringen bij hem oproepen? Zou ik weer even een glimp kunnen zien van de man die hij vroeger was? Zal hij zich überhaupt nog iets kunnen herinneren? Only time will tell…
06-09-08
donderdag 4 september 2008
Les vautours des Baronnies
De afgelopen dagen waren mijn liefste en ik op familiebezoek bij J. en J. in Frankrijk. Ze wonen op ruim duizend kilometer afstand in een schilderachtig en middeleeuw dorpje in de Drôme, op het randje van de Vaucluse. En zoals altijd was het weer was er schitterend en de ontvangst warm.
Met maar een paar dagen voor de boeg, was er dit keer niet echt veel tijd voor sightseeing, maar J. raadde ons een tripje naar de omgeving van St-May aan, een klein dorpje zo´n 30 km verderop, voorbij Nyons. Daar is sinds 1992 een project gaande om de vale gier (Gyps fulvus) terug te brengen in het gebied, en met succes. De routebeschrijving was simpel: bij St-May moesten we, eenmaal het groene bruggetje over, niet rechtsaf het dorp in, maar de bordjes ´vautours´ blijven volgen. Die zouden ons dan wel verder de bergen in leiden naar het Plateau St-Laurent. En met die eenvoudige instructies op zak togen we afgelopen maandagochtend op weg. J. had er nog terloops aan toegevoegd dat we na het parkeren er rekening mee moesten houden dat we nog een ´klein kwartiertje´ over ´redelijk vlak terrein´ zouden moeten lopen naar het Plateau, maar dat was ´goed te doen´…
De afslag naar St-May was snel gevonden, net als het groene bruggetje en de bordjes ´vautours´. Een redelijk smal en bochtig weggetje voerde ons steeds hoger de bergen in, door het schitterende Provençaalse landschap, met na elke bocht weer nieuwe spectaculaire uitzichten en dat allemaal ook nog eens overgoten met een weldadige Provençaalse zonneschijn. Eenmaal boven, parkeerden we de auto in de schaduw en begonnen we aan het ´kwartiertje lopen´. In ons geval, sportief als we nu eenmaal niet zijn, bleek de wandeling ruim een half uur te duren, en onze kuiten gaven aan dat de weg naar boven alles behalve ´vlak´ was geweest. Maar het uitzicht boven is alle moeite méér dan waard.
Gezeten op een rotsblok heb je een prachtig en ongehinderd uitzicht over de omgeving. De vale gieren die hier sinds december 1996 worden losgelaten houden zich ´s ochtends vaak hier op en zijn makkelijk, van zowel dichtbij als veraf, goed te aanschouwen. Gebruik makend van de thermiek zweven deze enorme en majestueuze vogels, met een spanwijdte van ruim 2,5 meter, urenlang geruisloos over het gebied. Het aangelegde uitkijkpunt biedt volop mogelijkheden om de dieren gemakkelijk en uitgebreid te bewonderen. Zélfs zonder verrekijker of telelens zijn de vogels in al hun adembenemende glorie prima te zien. Elke bezoeker verlaat het plateau weer met een betoverend gevoel, want er zijn niet heel veel plekken in de wereld waar je deze dieren zo van dichtbij kunt zien rondvliegen in een gebeid waar ze reeds jarenlang uit waren verdwenen.
Met maar een paar dagen voor de boeg, was er dit keer niet echt veel tijd voor sightseeing, maar J. raadde ons een tripje naar de omgeving van St-May aan, een klein dorpje zo´n 30 km verderop, voorbij Nyons. Daar is sinds 1992 een project gaande om de vale gier (Gyps fulvus) terug te brengen in het gebied, en met succes. De routebeschrijving was simpel: bij St-May moesten we, eenmaal het groene bruggetje over, niet rechtsaf het dorp in, maar de bordjes ´vautours´ blijven volgen. Die zouden ons dan wel verder de bergen in leiden naar het Plateau St-Laurent. En met die eenvoudige instructies op zak togen we afgelopen maandagochtend op weg. J. had er nog terloops aan toegevoegd dat we na het parkeren er rekening mee moesten houden dat we nog een ´klein kwartiertje´ over ´redelijk vlak terrein´ zouden moeten lopen naar het Plateau, maar dat was ´goed te doen´…
De afslag naar St-May was snel gevonden, net als het groene bruggetje en de bordjes ´vautours´. Een redelijk smal en bochtig weggetje voerde ons steeds hoger de bergen in, door het schitterende Provençaalse landschap, met na elke bocht weer nieuwe spectaculaire uitzichten en dat allemaal ook nog eens overgoten met een weldadige Provençaalse zonneschijn. Eenmaal boven, parkeerden we de auto in de schaduw en begonnen we aan het ´kwartiertje lopen´. In ons geval, sportief als we nu eenmaal niet zijn, bleek de wandeling ruim een half uur te duren, en onze kuiten gaven aan dat de weg naar boven alles behalve ´vlak´ was geweest. Maar het uitzicht boven is alle moeite méér dan waard.
Gezeten op een rotsblok heb je een prachtig en ongehinderd uitzicht over de omgeving. De vale gieren die hier sinds december 1996 worden losgelaten houden zich ´s ochtends vaak hier op en zijn makkelijk, van zowel dichtbij als veraf, goed te aanschouwen. Gebruik makend van de thermiek zweven deze enorme en majestueuze vogels, met een spanwijdte van ruim 2,5 meter, urenlang geruisloos over het gebied. Het aangelegde uitkijkpunt biedt volop mogelijkheden om de dieren gemakkelijk en uitgebreid te bewonderen. Zélfs zonder verrekijker of telelens zijn de vogels in al hun adembenemende glorie prima te zien. Elke bezoeker verlaat het plateau weer met een betoverend gevoel, want er zijn niet heel veel plekken in de wereld waar je deze dieren zo van dichtbij kunt zien rondvliegen in een gebeid waar ze reeds jarenlang uit waren verdwenen.
Het plateau is tenslotte op verschillende manieren te bereiken: met de auto en dan het laatste stukje naar boven wandelen, òf je kunt voor de geheel sportieve manier kiezen en vanaf de andere kant naar boven klimmen. Welke manier je ook kiest om boven te komen, het is absoluut de moeite méér dan waard om deze vogels van zo dichtbij in hun natuurlijke leefgebied te kunnen aanschouwen!
04-09-08
Abonneren op:
Posts (Atom)