Als ik dergelijke woorden hoor wordt ik altijd achterdochtig. Want meestal blijkt dan de volgende ochtend de wereld voorgoed en op een schokkende manier veranderd.
De bekendste situatie waarbij woorden van dergelijke strekking zijn uitgesproken, brengt ons terug naar de vooravond van WOII. De toenmalige minister-president sprak deze geruststellende woorden tot het volk, en kort daarna viel het Duitse leger ons land binnen. Niet echt een geruststellende gedachte dus.
Dit keer las ik deze woorden in een artikeltje in het Eindhovens Dagblad. Ze vormden het einde van een stuk onder de kop ‘Zeeland niet vies van Brabantse klei’, waarin de Zeeuwse CvdK Karla Peijs geciteerd wordt. Op een discussieavond over de toekomst van Zeeland schijnt ze letterlijk gezegd te hebben: ‘Als ik mocht kiezen, zou ik best het kleigebied van Noord-Brabant erbij willen hebben. Bergen op Zoom, Roosendaal en het Industriegebied Moerdijk zouden een mooie aanvulling zijn.’
Mijn eerste gedachte gingen naar het begrip Lebensraum dat ook een rol speelde bij die eerdere keer dat bovenstaande woorden werden uitgesproken. Zou het dus zo kunnen zijn dat ik op een ochtend wakker wordt en er achter kom dat de grens van Zeeland een stuk deze kant is opgeschoven? Ik weet zeker dat mijn liefste, zelfs van Zeeuwse komaf, hard zou moeten lachen om dergelijke pogingen. Voor de hardcore Zeeuw is alles buiten de huidige provincie tòch al ‘buut’nlànd’, dus of de Zeeuwen hun CvdK hierin ook echt zouden steunen is maar zéér de vraag. Maar helemaal gerust ben ik er niet op. Je weet tegenwoordig toch al niet wat politici daadwerkelijk van plan zijn en wat ze ons daarbij willen doen geloven.
Zo hoorde ik Kawoutertje Bos zeer recent op RTL4 nog glashard beweren dat de tweede zak geld voor ING géén belastinggeld betrof. Géén belastinggeld? Wilde Bos dan soms zeggen dat hij die ruim 20 miljard (!) uit eigen zak tevoorschijn heeft getoverd? Of was onze minister van Financiële Puinhopen even vergeten dat elke cent waar hij zo kwistig, doortastend en ruimhartig mee rondstrooit tot op de laatste cent door de hardwerkende belastingbetaler bijeen is gebracht?
Dezelfde Bos is het trouwens, die u en mij wil doen geloven dat hij (bijna in z’n uppie) de spaartegoeden van Nederlandse spaarders heeft vergoed die in IJsland verloren dreigden te gaan. Hij vergat daarbij echter te vermelden dat zijn DNB al véél langer wist van de slechte situatie en even ‘verzuimd’ had op te treden en de consument te waarschuwen voor het naderende onheil. In mijn woordenboek heet een dergelijke actie gewoon ‘damage control’ achteraf, en heeft derhalve érg weinig te maken met ‘doortastend optreden in een crisis situatie’. Maar het laatste stáát natuurlijk beter op je CV en levert ook nog eens stemmenwinst op.
Aan het eind van het genoemde artikeltje heeft de noeste verslaggever natuurlijk even met de woordvoerster van Peijs gebeld. Deze dame, Ingrid Martens, doet een verwoede poging om ons gerust te stellen door te zeggen dat ‘Zeeland niet op annexatiepad is’. We kunnen dus gerust gaan slapen, maar zó gerust ben ik er niet op. Geheel buiten het feit dat ik het bed deel met een wonderschone Zeeuwse, vertrouw ik het niet als ambtenaren beweren dat iets niet aan de gang is. Meestal is dat namelijk een eufemistische manier om aan te geven dat iets juist wel op het punt staat te gebeuren. Ik troost me dan maar weer met de woorden van die meneer die mijn liefste jaren geleden aan de telefoon had en tot de conclusie kwam dat wokken toch echt géén Nederlandse culinaire activiteit was. Zijn antwoord was even kort als droog: ‘Is dat buut’nlands? Dan mot ik het nie!’ Ik hoop het meneer, ik hoop het!
28-01-09