De Oostenrijkse advocaat Rudolf Mayer, de advocaat van incestopa Josef Fritzl, wordt vanuit heel Europa bedolven onder de boze brieven, haatmail en dreigtelefoontjes. ´Vooral Nederlanders en Engelsen maken het bont.´ zo liet hij weten.
Als ik dergelijke woorden lees schaam ik me bijna voor mijn medemens. Want wat bezielt iemand om een dergelijke brief te schrijven of een haatmail te sturen? De feiten waarvan Fritzl verdacht wordt, en die hij ook voor zover ik weet grotendeels bekend heeft, zijn ronduit afschuwelijk en verwerpelijk. Tot zo ver kan ik meedenken. Ook mijn hart bloedt voor dochter Elisabeth en haar kinderen, maar wat heeft het voor nut om die terecht gevoelde afschuw te ventileren richting de advocaat? Kan hij er wat aan doen dat Fritzl jarenlang zijn gang kon gaan? Is hij er debet aan dat Elisabeth haar vader zeven kinderen moest baren en in die vierentwintig horrorjaren geen enkele vrijheid kende? Nee toch?
Ik hecht een grote waarde aan de vrijheid van meningsuiting, en zal de laatste zijn die zegt dat iemand zijn mening niet zou mogen verkondigen, maar daarvoor zijn voldoende andere mogelijkheden beschikbaar dan deze. Haatmail, dreigbrieven en bedreigende telefoontjes zijn namelijk doorgaans anoniem en daarmee, per definitie, ontzettend laf! Laf is het, en niets anders dan dat, om vanuit de schaduwen en vanaf een veilige afstand iemand te bedreigen, te zeggen hem kwaad te willen doen, zonder daarbij het risico te willen lopen voor dergelijke uitspraken ter verantwoording te worden geroepen. Dat duidt voor mij op een gestoorde geest die niet eens de ballen heeft om, face-to-face, voor het voetlicht te treden en de verbale confrontatie aan te gaan. Daarvoor ontbreekt kennelijk de moed, want in zo´n confrontatie heeft het beoogde slachtoffer tenminste de kans zich met een weerwoord te verdedigen. En daarop heeft de bedreiger waarschijnlijk geen repliek. Voor een openlijke discussie is namelijk moed nodig, moed en een gefundeerde en goed onderbouwde mening. En dààr zit hem meestal de kneep. De meeste bedreigingen zijn namelijk niet veel meer van ergerlijk gewauwel, het na-papegaaien van andermans mening met de toevoeging, hoe origineel, van een keur aan scheldwoorden en doodsbedreigingen. Vaak gebrekkig gespeld en zonder te weten wat er nu precies voor martelingen en ziektes worden toegewenst. Hoe afschuwelijk de misdaden van cliënt Fritzl ook mogen zijn, in de westerse rechtsgang heeft iedere verdachte recht op een eerlijk proces. De advocaat van de verdachte dient daar (mede) voor te zorgen. Helaas stellen de lafhartige verzenders van dergelijke troep zichzelf graag boven de wet en willen, vanuit de donkere krochten van hun verwarde geest, invloed uitoefenen op de rechtsgang, zònder zichzelf daarbij bloot te hoeven geven. En dat kan ik echt niet anders kwalificeren dan laf, laag en moreel verwerpelijk.
Als je dan persé vindt dat je een moreel oordeel moet vellen over iemand, doe dat dan in ieder geval gefundeerd en goed onderbouwd. Richt je op de werkelijke dader en doe dat gewoon open en bloot, dus met naam en toenaam. Pas dan ben je een echte vent en heb je het recht gehoord te worden! En laat die advocaat alsjeblieft intussen gewoon in alle rust zijn werk doen.
07-05-08