vrijdag 18 februari 2011

De grote stoere spinnenvanger

Mijn liefste is een mooie, lieve, succesvolle en zelfverzekerde vrouw die niet op haar mondje is gevallen. Ze is niet bang uitgevallen, weet precies wat ze wil, hoe ze daar moet komen en doet dat dan ook. Er is alleen één situatie waarin alle redelijkheid haar verlaat, en dat komt gelukkig slechts zelden voor. Mijn liefste is namelijk als de dood voor spinnen.

Nu komt dat wel meer voor bij vrouwen, maar ik verbaas me toch elke keer weer over de heftigheid van de paniekreactie. En daarbij maakt het helemaal niets uit of het spinnetje één, twee of meerdere millimeters meet. Zodra er een achtpotig beestje in haar omgeving verzeild raakt, en dan òòk nog het lef heeft zich verder in haar richting te begeven, slaat de blinde paniek toe.

Vanavond was het weer eens zover. We zaten rustig tv te kijken toen haar commentaar op de uitzending opeens overging in gegil. Liefste verdween gillend naar de achterkamer en riep me paniekerig toe dat er een spin was gesignaleerd. Aan mij, als stoere en koene ridder, dan de taak het monster op te sporen, het in een stukje keukenrol te vangen en (liefst definitief) te verwijderen. En mijn liefste controleert dat ook, dat definitieve dan. Op gepaste afstand volgt ze me naar de keuken en ziet er op toe, nog steeds op een afstand, dat ik het propje keukenpapier zodanig plet dat de spin binnenin geen enkele kans heeft het te overleven. Slechts dan mag het propje in de prullenbak en keert de situatie in Huize De l’Ecluse weer terug naar de serene stilte die het doorgaans kent.

De spinnenfobie van mijn geliefde geeft mij dus de kans om mezelf weer eens van mijn meest stoere en heldhaftige kant te laten zien. Maar toch kan ik me niet aan de indruk onttrekken dat het steeds wel een héél ongelijke strijd is. Zo’n spinnetje heeft geen schijn van kans tegen mijn razendsnelle, en door de jaren geperfectioneerde, vangtechnieken. Ook in lichaams-grootte legt elk soort ongedierte het genadeloos af tegen mijn grote en massieve fysiek. En dat is toch eigenlijk niet eerlijk.

Maar stel dat het nu eens anders was. Stel nu dat mijn liefste bedreigd zou worden door een beest van een tonnetje of drie. Zou ik dan nog steeds zo heldhaftig van de bank opspringen om haar te redden? Ik zou in ieder geval een ander wapen kiezen dan een rol keukenpapier, dat dan weer wel. Maar dat heldhaftige? Ik weet het nog niet zo net.

In de eeuwen voor ons waren levensbedreigende situaties eerder regel dan uitzondering. En in bepaalde delen van de wereld is dat nog steeds zo. Maar ik ben het niet gewend om de eer van mijn lief te verdedigen door fysiek geweld. Verbaal heb ik het menigmaal moeten doen, en daar slaag ik meestal aardig in. Maar met fysiek geweld? De laatste keer dat ik gevochten heb is een eeuwigheid geleden. Zeker wel dertig jaar. En in dienst heb ik ook al niet gezeten, want daar hadden ze op de keuringsdag al door dat het tussen defensie en ondergetekende nooit en te nimmer een gelukkig en voorspoedig ‘huwelijk’ zou worden.

Vreemd, maar ik heb er eigenlijk nooit bij stil gestaan dat er zich momenten zouden kunnen voordoen waarin ik zou willen vechten. Deels zal dat wel komen omdat mensen die mij op zich af zien komen, zich meestal wel twee keer bedenken alvorens ze ruzie gaan zoeken. Niet omdat ik agressief ben, integendeel zelfs, ik ben eigenlijk alleen maar groot en nauwelijks gevaarlijk.

En nu zit ik dus met een dilemma. Ik wil dus eigenlijk leren mijn lief fysiek te kunnen verdedigen als dat onverhoopt nodig mocht zijn. Maar waar leer ik dat? Niet op een cursus zelfverdediging dus. Zou een cursus ‘Bescherm Uw Geliefde’ eigenlijk bestaan? Heeft zo’n cursus eigenlijk ooit bestaan?

18-02-10