Ik hou wel van een beetje mysterie. En dat mysterie vond ik achterop een schilderij dat recent in mijn bezit kwam. Op de achterkant stond namelijk de volgende tekst: : ‘La Maison des Brasseurs à Anvers (17me siècle) d’apres un tableau de Henri de Braeckeleer (1840-1880) par A. de Witte’. Vertaald is dat: ‘(Interieur van) Brouwershuis te Antwerpen (17e eeuw) naar een schilderij van Henri de Braekeleer (1840-1880) door A. de Witte’.
Nu ben ik absoluut geen kunstkenner, maar het schilderij, olieverf op een paneel, spreek me erg aan. Het interieur is helaas wat aan de donkere kant, maar bepaald uitnodigend om er zomaar binnen te stappen. Ondanks dat mijn liefste het omschrijft als ‘te religieus’.
Maar wat doe je als je over een schilderij of een schilder iets meer wilt weten? Je duikt het internet op. De zoekterm ‘A. de Witte’ levert ruim 12.00 hits op, maar weinig die ook maar enigszins in de richting komen. En ik weet nog niet eens waar de voorletter A. voor staat. De connectie met België brengt me weer een stapje verder. De schrijver van een boekje over munten? Lijkt me onwaarschijnlijk, maar dan kom ik via een link naar een boekwinkel terecht in de wereld van de schilders. Er blijkt in Luik een schilder geweest te zijn die luisterde naar de naam Adrien de Witte (1850-1935). Daarmee wordt het zoeken meteen een stuk gemakkelijker, al blijft de te vinden informatie schaars. Maar met wat meer gegevens over de naam van de, potentiële, schilder van mijn schilderij, begint Google wat meer aanknopingspunten uit te braken. Ook kom ik nu afbeeldingen tegen van schilderijen van de man en, na wat dieper graven, zelfs bijgaand portret. Maar daar droogt de informatie al snel op. Als ik de schilderijen die ik heb gezien vergelijk met het mijne, zie ik duidelijke overeenkomsten, maar er is alvast één groot nadeel. Alle overige schilderijen zijn voluit gesigneerd en voorzien van een jaartal. Op mijn schilderij staat slechts een monogram zonder datum: de letter ‘W’ in een cirkel. Ook een zoektocht op internet levert weinig aanknopingspunten op, en ik besluit het op een andere manier te proberen.
De volgende dag brengt me naar het Van Abbe Museum. Weliswaar vooral gespecialiseerd in moderne kunst, maar ook in het bezit van een grote bibliotheek vol kunstboeken, die bovendien nog eens gratis toegankelijk te raadplegen is. Een vriendelijke dame bij de ingang verwijst me bij binnenkomst door naar beneden. Daar zit iemand die me verder kan helpen met alle vragen die ik maar mocht hebben. Ik daal de trap af en vind de meneer druk typend achter zijn computer. Hij legt me uit hoe ik zelf in hun systeem kan zoeken en me vooral tot hem te wenden als ik iets niet begrijp of een boek nodig heb dat in het magazijn ligt. De computer levert hier welgeteld één vermelding op: het boekje ‘Monographieen over Belgische Kunst’ door Charles Dechevalier uit 1949. Met de juiste codes in de hand is het boekje snel gevonden en ligt het op de leestafel voor me en begin ik te lezen. Mijn eerste stappen in het leven van een reeds lang geleden overleden, zo goed als vergeten en miskende Meester.
03-12-08