Stichting Lezen en Schrijven heeft het plan opgevat om twee literaire werken te laten herschrijven in eenvoudig Nederlands. Het gaat om werk van Ronald Giphart en programmamaakster Floortje Dessing. Doelgroep is de circa 1,5 miljoen mensen die nauwelijks kunnen lezen.
´Om deze mensen over de drempel van de schroom heen te helpen, is besloten volwassen literatuur te hertalen. We kunnen ze moeilijk kinderboeken voorschotelen. Dat boeit niet.´, volgens Renate Engelen van Stichting Lezen en Schrijven.
Literatuur, ik heb er al jaren een probleem mee. Het begrip heeft voor mij nog steeds iets stoffigs en elitairs. Volgens een gangbare definitie is literatuur als volgt te omschrijven: ´Het geheel van teksten die door de smaakmakende gemeenschap als waardevol wordt beschouwd en volgens die gemeenschap bijzondere kenmerken heeft.´ Niet bepaald een definitie waar ik vrolijk van wordt, mede omdat ´de smaakmakende gemeenschap´ het dus voor het zeggen heeft wie tot hun gelederen mogen toetreden en wie niet. Bovendien verandert de smaak over de jaren, en kan iets wat destijds tot de literatuur werd gerekend, opeens buiten die definitie vallen en tot lectuur verworden, haar tegenhanger.
Terug naar die anderhalf miljoen mensen die nauwelijks kunnen lezen. Ik ben bang dat het weer dezelfde ´smaakmakende gemeenschap´ is geweest die tot de keuze voor Giphart en Dessing is gekomen, al is de combinatie tussen Dessing en literatuur überhaupt al een vreemde. Maar waarom moet je mensen die het lezen (nog) niet goed onder de knie hebben meteen willen bekeren tot literatuur? Laat ze beginnen met luchtiger werk als de krant. Bovendien is er in het Nederlandse taalgebied voldoende werk van schrijvers en andere taalkunstenaars te vinden dat heel wat meer toegankelijk en bovendien veel meer aansprekend is dan bovengenoemde tweetal. Denk bijvoorbeeld aan een Toon Hermans, Carmiggelt of een Godfried Bomans. Alle drie blonken uit door creatief taalgebruik, zonder daarbij grote en dure woorden nodig te hebben.
Natuurlijk begrijp ik wel dat een dergelijke keuze gemaakt is vanwege het overweldigende politiek correcte van de gemaakte keuze. De hertaling kost geld, veel geld waarschijnlijk, en daarvoor dient een politiek correct en maatschappelijk verantwoord voorstel op tafel te komen. Vanuit dat gezichtspunt is de keuze verklaarbaar, maar niet minder af te keuren. Leren lezen moet vooral leuk zijn. Het te lezen tekst moet aansluiten bij de interesse van de lezer en dient zowel te informeren als te boeien. Maar er is ook absoluut niets mis met het lezen van teksten die niets anders pretenderen dan te willen verstrooien of vermaken, zeker niet voor een beginnende lezer.
Het feit dat hedendaagse schrijvers al hertaald moeten worden, zegt bovendien iets over de schrijvers zelf. Ze hebben zich dus, bewust of onbewust, ver boven de massa geplaatst, door taalgebruik en/ of onderwerpkeuze welke niet voor iedereen toegankelijk is. Daarmee is in principe nog geen man overboord, er is tenslotte een duidelijke en gretige doelgroep, maar het maakt de keuze van de stichting des te opmerkelijker. Er zijn teksten genoeg, al dan niet vertaald, die een gemoedelijker introductie vormen tot de onvermoede schat van het geschreven woord. Als jaren later de honger eenmaal is gewekt, is het tijd geworden voor werk van de huidige ´smaakmakende gemeenschap´, of wat er dan nog van over is. Keuze voor dergelijk werk zal eerder averechts werken dan het lezen van harte aanmoedigen.
15-08-08
´Om deze mensen over de drempel van de schroom heen te helpen, is besloten volwassen literatuur te hertalen. We kunnen ze moeilijk kinderboeken voorschotelen. Dat boeit niet.´, volgens Renate Engelen van Stichting Lezen en Schrijven.
Literatuur, ik heb er al jaren een probleem mee. Het begrip heeft voor mij nog steeds iets stoffigs en elitairs. Volgens een gangbare definitie is literatuur als volgt te omschrijven: ´Het geheel van teksten die door de smaakmakende gemeenschap als waardevol wordt beschouwd en volgens die gemeenschap bijzondere kenmerken heeft.´ Niet bepaald een definitie waar ik vrolijk van wordt, mede omdat ´de smaakmakende gemeenschap´ het dus voor het zeggen heeft wie tot hun gelederen mogen toetreden en wie niet. Bovendien verandert de smaak over de jaren, en kan iets wat destijds tot de literatuur werd gerekend, opeens buiten die definitie vallen en tot lectuur verworden, haar tegenhanger.
Terug naar die anderhalf miljoen mensen die nauwelijks kunnen lezen. Ik ben bang dat het weer dezelfde ´smaakmakende gemeenschap´ is geweest die tot de keuze voor Giphart en Dessing is gekomen, al is de combinatie tussen Dessing en literatuur überhaupt al een vreemde. Maar waarom moet je mensen die het lezen (nog) niet goed onder de knie hebben meteen willen bekeren tot literatuur? Laat ze beginnen met luchtiger werk als de krant. Bovendien is er in het Nederlandse taalgebied voldoende werk van schrijvers en andere taalkunstenaars te vinden dat heel wat meer toegankelijk en bovendien veel meer aansprekend is dan bovengenoemde tweetal. Denk bijvoorbeeld aan een Toon Hermans, Carmiggelt of een Godfried Bomans. Alle drie blonken uit door creatief taalgebruik, zonder daarbij grote en dure woorden nodig te hebben.
Natuurlijk begrijp ik wel dat een dergelijke keuze gemaakt is vanwege het overweldigende politiek correcte van de gemaakte keuze. De hertaling kost geld, veel geld waarschijnlijk, en daarvoor dient een politiek correct en maatschappelijk verantwoord voorstel op tafel te komen. Vanuit dat gezichtspunt is de keuze verklaarbaar, maar niet minder af te keuren. Leren lezen moet vooral leuk zijn. Het te lezen tekst moet aansluiten bij de interesse van de lezer en dient zowel te informeren als te boeien. Maar er is ook absoluut niets mis met het lezen van teksten die niets anders pretenderen dan te willen verstrooien of vermaken, zeker niet voor een beginnende lezer.
Het feit dat hedendaagse schrijvers al hertaald moeten worden, zegt bovendien iets over de schrijvers zelf. Ze hebben zich dus, bewust of onbewust, ver boven de massa geplaatst, door taalgebruik en/ of onderwerpkeuze welke niet voor iedereen toegankelijk is. Daarmee is in principe nog geen man overboord, er is tenslotte een duidelijke en gretige doelgroep, maar het maakt de keuze van de stichting des te opmerkelijker. Er zijn teksten genoeg, al dan niet vertaald, die een gemoedelijker introductie vormen tot de onvermoede schat van het geschreven woord. Als jaren later de honger eenmaal is gewekt, is het tijd geworden voor werk van de huidige ´smaakmakende gemeenschap´, of wat er dan nog van over is. Keuze voor dergelijk werk zal eerder averechts werken dan het lezen van harte aanmoedigen.
15-08-08