vrijdag 16 november 2007

Medisch Mensenwerk

Met een zekere regelmaat komen er via de pers horror-achtige verhalen naar buiten over fouten in ziekenhuizen. Zo konden we onlangs lezen over een dode man die een aantal dagen op het toilet van een ziekenhuis had gelegen alvorens hij uiteindelijk gevonden werd. Ook recent is het oplaaien van de discussie omtrent de rekenvaardigheid van het verplegend personeel dat, in verband met het in de juiste hoeveelheid doseren van medicijnen, nogal eens ondermaats blijkt te zijn. Vandaag werd daar een horror-belevenis aan toegevoegd uit Afrika. In Tanzania onderging een patiënt met een knieprobleem een levensgevaarlijke hersenoperatie terwijl een andere patiënt, die een hersentumor heeft, juist abusievelijk aan zijn knie werd geholpen. Je moet er toch niet aan denken..
Nu is het heel makkelijk om een dergelijk afgrijselijk voorval af te doen met ´Ja, maar dat is Afrika!´, maar dat is al te gemakkelijk. Ook in onze eigen ziekenhuizen komen dergelijke misstanden voor, gelukkig echter in mindere mate. Maar er gaan dagelijks dingen fout, het enige verschil is wanneer het ontdekt wordt en wat de gevolgen, al dan niet op lange termijn, zijn van die fouten. Soms heeft de patiënt geluk en is er geen noemenswaardige restschade maar er zijn in de literatuur en jurisprudentie voorbeelden te over waar er wel duidelijk blijvende en invaliderende schade is opgetreden. Een situatie waarmee de patiënt, en zeker ook de arts, dan de rest van zijn leven mee moet leren leven.
Ik heb zelf de medische zorg de afgelopen jaren aan den lijve mogen ondervinden en ik betrap mezelf op een heel dubbel gevoel. Aan de ene kant heb ik gezien dat er heel veel heel toegewijde mensen in de zorg werken die er alles aan doen om het gedwongen verblijf in het ziekenhuis zo aangenaam mogelijk te laten verlopen. En daar neem ik echt mijn pet voor af, want mijn baan is het niet. Aan de andere kant echter heb ik mogen ondervinden wat de gevolgen kunnen zijn van desinteresse en gebrekkige communicatie. En daar wordt je, vanuit de toch al kwetsbare positie als patiënt, absoluut niet vrolijk van. Een voorbeeld: door mijn ziekte vlogen de kilo´s eraf. Op zich niet zo héél erg, want ik had een extra voorraadje, maar gezien de zware operatie die me te wachten stond was het zaak die in te gaan met de best mogelijke conditie. Het gewichtsverlies diende dus, indien mogelijk, tot staan te worden gebracht. Aan mijn bed verscheen aldus een voedingsassistente die de gedenkwaardige woorden sprak: ´U wilt dus afvallen?´. Ik dacht héél even dat ik mijn, toen nog aanstaande, zou moeten bevechten want ze wilde het arme kind al aanvliegen. Maar nee dus, er was een foutje in de communicatie. Later is dat weliswaar rechtgezet maar het zal je maar gebeuren als je zelf niet meer in staat bent om de gebeurtenissen enigszins in de gaten te houden en zo nu en dan kritische vragen te blijven stellen.
Een ander voorbeeld in een ander ziekenhuis. Ik moest een dotter-behandeling ondergaan die onder plaatselijke verdoving zou geschieden. Op zich al een ingreep die niet echt tot vrolijkheid stemt, maar het moest nu eenmaal gebeuren. Op een gegeven moment werd ik behandelkamer ingereden en werd voorbereid voor de procedure. Daar ze via de lies-slagader naar binnen gaan ben je dus vanonder ontkleed en lig je met je benen wijd, niet bepaald een
positie waarin je je echt op je gemak voelt overigens. Boven je buik hangt bovendien een apparaat waarmee ze kunnen volgen waar ze ongeveer zitten en wat er gaande is, dus heel veel bewegingsruimte en zicht op wat er gaande is heb je als slachtoffer niet. En terwijl ik daar zo lig hoor ik de man die de procedure moet gaan uitvoeren tegen een verpleger zeggen: ´Zet even een stoel voor me neer want ik heb momenteel de neiging om om te vallen..´. Pardon? En die man moet straks in mij gaan snijden? Liggend op de tafel kun je dan twee dingen doen, stennis schoppen of er maar het beste van hopen. Ik heb het laatste gedaan omdat ik ernstig graag van mijn klachten af wilde. En dat is gelukt, voor wat dát betreft dan. Ik ben er later nog wel op teruggekomen maar echt gerust was ik er niet op.
Nu is wat mij is overkomen natuurlijk peanuts vergeleken bij anderen, maar als je erover gaat nadenken realiseer je dat ook maar gewoon mensen zijn. Medisch handelen is dus gewoon mensenwerk, al kan daar, wat mij betreft, soms best het woord ´helaas!´ achter. Toch wegen mijn positieve ervaringen met artsen en verpleegkundigen zwaarder dan wat ik mis heb zien gaan. Gelukkig wel want, ik heb vooralsnog geen verdere plannen in die richting dus wees gerust, er zal ongetwijfeld ooit wel weer eens een moment komen waarop ik het ziekenhuis in moet en dat doe ik toch het liefst met een gevoel van vertrouwen.

16-11-07