vrijdag 13 mei 2011

God en gebod

Ondanks dat ik zo’n ‘geen colportage-sticker’ op de deur heb zitten, schrikt dat blijkbaar niemand af en sta ik regelmatig mensen op de drempel te woord. Soms leidt dat tot een hilarische conversatie zoals vorige week met een Engelse huisschilder, maar er zijn dagen dat ik er gek van word dat mensen niet kunnen lezen en ongevraagd en ongewenst aanbellen. Vandaag was zo’n dag. Ik probeerde een tekstklus af te krijgen vòòr ik weer op de taxi moest, dus de deurbel kon haast niet op een ongunstiger moment zoemen.

De grijze heer die zich aan mijn voordeur presenteerde was uitermate keurig en beleefd. Hij stelde zich voor als vrijwilliger die de deuren langs ging om over de Bijbel te vertellen. Waarom iemand dat als vrijwilliger wil doen is mij een volstrekt raadsel, maar hij bleef vriendelijk glimlachen toen ik hem al snel in zijn verhaal onderbrak. “Ik heb geen belangstelling voor uw verhaal” zei ik. “Bovendien heb ik een heel aparte relatie met ‘Haar van Boven’ ” Tot mijn schrik zag ik dat mijn cynisme volledig aan hem voorbij ging, want hij bleef maar glimlachen. Oòk toen de deur van het naastgelegen studentenhuis in zijn gezicht werd dichtgegooid.

Een paar uur later zat ik in de taxi. Ik had de laatste passagier van de dag weer veilig tot aan de voordeur gebracht en kon haast niet wachten aan het weekend te beginnen. Alleen in de taxi zette ik de radio aan en mijn gedachten dwaalden af naar de man die een aantal uren eerder aan mijn deur stond. Ik vroeg me af wat er voor nodig zou zijn om mij zodanig tot welke geloofsovertuiging dan ook te bekeren, dat ik uit naam ervan langs de deuren zou gaan om zieltjes te winnen. Ik kwam al snel tot de conclusie dat de kans daarop klein, en zo niet uitermate onwaarschijnlijk, zou zijn, toen het volgende bericht op de radio voorbij kwam:

“Een van oorsprong Iraanse vrouw heeft, na jaren van gevecht, vandaag van een Islamitische rechtbank toestemming gekregen om een man zuur in de ogen te spuiten. De man, een afgewezen bewonderaar, spoot de vrouw jaren geleden na zijn afwijzing door haar zuur in de ogen, waardoor de vrouw blind werd. Nu mag ze het dus terug doen in een haast ultieme vorm van ‘Oog om Oog’.” De nieuwslezer wist overigens nog wel te melden dat de man in kwestie eerst verdoofd zou worden en dat de vrouw inmiddels, vanuit haar huidige woonplaats Barcelona, was afgereisd naar Teheran.

Het overkomt me niet vaak, maar na dit bericht heb ik mijn bus aan de kant van de weg geparkeerd om even na te kunnen denken. Te veel gedachten flitsten door mijn hoofd, en dan kun je beter niet tegelijkertijd proberen auto te rijden.

Op zich begrijp ik het fenomeen van ‘Oog om Oog’ wel, en in bepaalde gevallen is er ook best wel iets voor te zeggen. Maar in dit geval? Op mij komt het uitermate barbaars en middeleeuws over. Zou ik het kunnen? En zou ik het ook doen? Waarschijnlijk dus niet. Ik zou het niet over mijn hart kunnen verkrijgen om een ander zoiets aan te doen. Vooral niet als ik, zoals in dit geval, wéét hoe het voelt en wat de gevolgen zijn. En waarom krijgt de man dan toch het ‘voorrecht’ van een verdoving, als hij dat zijn toenmalige slachtoffer niet gunde?
Dàt soort ‘logica’ kan ik dus niet volgen. Noch de wens om daadwerkelijk ‘Oog om Oog’ toe te willen passen.

Ik heb er lang over nagedacht of ik deze overwegingen aan de buitenwereld prijs zou geven. Het laatste wat ik namelijk wil is een discussie voeren over moslims, Sharia of iets dergelijks. Ik bekijk het vanuit een puur menselijk standpunt, de ene mens doet de andere mens iets verschrikkelijks aan, en probeer me dan voor te stellen hoe ik als slachtoffer zou reageren. Natuurlijk zou ik willen dat de dader hard gestraft zou worden voor wat hij me heeft aangedaan, maar wie wint er bij een dergelijke vorm van wraak? Dan zijn er dus twee mensen onnodig blind en gehandicapt in plaats van één. Wordt de wereld daar beter van? Voorkomt het dat het ooit weer gebeurt? Ik betwijfel het ten zeerste.

Ik zal nooit beweren dat ik beter ben dan welke andere mens dan ook. Ik ben gewoon ‘anders’, in velerlei opzicht. Ik herken helemaal niets in begrippen als ‘gekwetste eer’ of ‘wraak’. Of dat een tekortkoming mijnerzijds is, ben ik nog steeds niet uit, maar die genen mis ik nu eenmaal. Ik ben in mijn leven meermalen ernstig tekort gedaan, beschadigd (mentaal en fysiek), valselijk beschuldigd, vernederd etc. Maar nog nooit heb ik er ook maar één seconde over gedacht om hetzelfde terug te doen. Waarom? En waar ligt de grens? Hebben lijfstraffen, martelingen en verminkingen de mensheid ooit één stap verder gebracht? Ik betwijfel het ten zeerste. Ik zou eerder beweren dat we een héél miniscuul klein stapje voorwaarts hebben gezet door die dingen niet meer te doen. Maar ja, wie ben ik?

Ik ga deze dag dus besluiten met een dilemma wat zwaar op mijn hart drukt. Ik begrijp toch al steeds minder van wat mensen drijft in de dingen die ze doen, en vooral elkaar aandoen. Maar deze begrijp ik al helemaal niet…En ik betwijfel zelfs of ik het ooit zal kunnen of willen begrijpen, hoeveel tijd ik er ook aan zal besteden.

13-05-11