woensdag 24 juni 2009

Obelixson

Slimme zwijnen zijn de Zweden te slim af. Als je die zin een aantal keer snel achter elkaar herhaalt, raakt je tong haast onherroepelijk in de knoop. Toch behelst dit zinnetje meer waarheid dan het aloude ‘de kat krabt de krullen van de trap’.

Er schijnen inmiddels zo’n honderdduizend wilde zwijnen door de Zweedse bossen te struinen. En als ze daar nu maar bleven, was het probleem lang zo erg niet. Maar de zwijnen, verzot op gras-, graan- en maïsvelden, vertonen zich steeds vaker en masse op boerenakkers en wroeten daar de heleboel naar de galamiesen.

Toen ik dit bericht vanmorgen in de krant las, een bijdrage vanuit Kopenhagen van Rolien Créton, begreep ik eerlijk gezegd het probleem niet. Wilde zwijnen kunnen inderdaad een probleem vormen als hun aantal te veel toeneemt, een mogelijke oplossing is dan om het overschot aan dieren af te (laten) schieten. Maar dat schijnt in Zweden dan weer niet te kunnen omdat het ‘te moeilijk is en te veel tijd kost’. Het enige steekhoudende jagers- argument wat ik in het artikeltje kon ontdekken was overigens dat het afschieten in stedelijke gebieden weer heel andere risico’s met zich meebracht en vanuit veiligheid dan weer niet wenselijk zou zijn. Dat kan ik me tenminste nog begrijpen, maar welke jager haakt af omdat een bepaalde prooi zich wat lastig laat vangen?

Toch schijnt de zwijnen een dermate probleem te zijn dat menig Zweed er van in de stress schiet. Een andere oplossing, het bijvoeren in het bos d.m.v. het begraven van allerlei heerlijkheden als broodjes, snoep en chocolade, stuitte òòk al op bezwaren. Dit keer van de natuurbeschermers, want de zwijnen werden er te dik van en kregen bovendien last van tandbederf. En dat, lieve kijkbuiskinderen, kunnen we ons nageslacht natuurlijk al helemaal niet verkopen.

Goede raad is dus duur, maar zéér gewenst. En, volgens mij, helemaal niet zo héél ingewikkeld. Als ik me goed kan herinneren zijn wilde zwijnen (Singularis Porcus voor de Latinisten onder ons) uitermate eetbaar. Bovendien is er, voor hen die de wereldliteratuur bestuderen, een veel humanere manier te bedenken om van het overschot aan zwijnen af te komen, en dat is ze gewoon te vangen. Men neme slechts één slokje toverdrank van de befaamde Druïde Panoramixson, men trekke een sprintje, vellen het beest vervolgens met één enkele klap, en dan is het smullen geblazen! Me dunkt dat er zèlfs in Zweden toch wel een volksfeest te bedenken is waar men het vlees van deze dieren kan slijten?

Een andere oplossing is om de nazaten van de beroemde Zweedse Krijger Obelixson op te sporen en deze de gelegenheid te geven zich weer permanent in de Zweedse bossen te vestigen. Dat lijkt wellicht barbaars, mensen van hun flatscreen, Ipod en pc beroven en terug sturen naar de natuur, maar ik denk dat er best een aantal nazaten te vinden zijn die hun vertrouwen in de moderne maatschappij door de crisis verloren hebben. Deze nazaten laat je dan los in het bos, ze bouwen aldaar een gezellige nederzetting, en als je ze vervolgens met rust laat, vallen ze hun omgeving ook niet overmatig lastig. Bovendien krijg je er waarschijnlijk op den duur nog een enorme toeristische attractie van formaat bij, waar dat ‘park van die muis’ volledig bij in het niet valt. Een regelrechte win-win situatie dus, waar ALLE partijen bij gebaat zijn. En het allermooiste? Dit advies is geheel en al GRATIS! En da’s toch ook niet weg in deze tijden van crisis, toch?

24-06-09