woensdag 17 juni 2009

Reisverslag Azoren VII: Afgezegd

Vandaag zouden we walvissen gaan kijken, maar vanwege het weer wordt er blijkbaar niet uitgevaren. Het bericht kwam gisteravond laat, en lijkt me volkomen terecht. Er staat een stevige wind en het hele festijn is nu verschoven naar donderdag.

En dan opeens heb je een dag zonder plan. Eén voordeel is dat we niet extreem vroeg op hoeven te staan. We besluiten een kijkje te gaan nemen in Povoaçao, een havenplaats aan de zuidkant van het eiland. Om er te komen volgen we de kustweg, maar hoe verder we rijden, hoe donkerder en onheilspellender de wolken en hoe dichter de mist. Toch weten we er heelhuids te geraken, al is het plaatsje een stuk minder grandioos dan het zich vooraf deed aanzien. De pizza, het ham/kaas-broodje en de koffie smaken er bepaald niet minder om, en de prijs die ik moet afrekenen is helemaal een lachertje: € 2,35.

Na Povoaçao rijden we over Furnas richting Vila Franca do Campo. Furnas heeft overigens als ‘claim-to-fame’ dat er overal in het dorp heetwaterbronnen zijn. Een deel van dat mine-raalrijke water en de modder die naar boven komt wordt gebruikt voor geneeskrachtige behandelingen, de rest mag lekker blijven borrelen en bubbelen. Overigens met als resultaat dat je nergens in het dorp kunt ontsnappen aan de penetrante geur van rotte eieren, ofwel de zwavel. Toch is de aanblik van de aanblik van al dat gebubbel en al die stroom fascinerend, en geeft deze grijze dag een extra tikje sinisterheid mee.

Na Furnas volgen we de kustweg verder naar Vila Franca do Campo en strijken er neer op het terras aan de Marina. Mijn liefste was een beetje misselijk geworden in de auto door alle bochten en het constante stijgen en dalen en wilde thee. Voor mezelf bestel ik ‘uma bica’, en daarvan genietend bekijken we de passanten en bootjes in de haven. Op het moment dat ik naar binnen ga om af te rekenen wijst de kassa € 1,35 aan. Enigszins verbouwereerd hoor ik het bedrag aan en begin te lachen. De vriendelijke juffrouw achter de bar verwart mijn lachen en denkt dat ik haar niet goed verstaan heb. Ze herhaalt de prijs. Zestig cent voor een espresso en vijfenzeventig cent voor een potje thee…ongelofelijk!

Aan dezelfde Marina zit een duikschool gevestigd, Azores Sub, en we wandelen binnen om eens te informeren naar de mogelijkheden en de kosten, maar ondanks het feit dat ze sterk op de aanwezige toeristen gericht zijn, spreekt de dame achter de balie nauwelijks Engels. De communicatie verloopt dermate moeizaam dat ze me ten einde raad een briefje in de hand drukt met het telefoonnummer van een van de duikers die wel Engels spreekt. Ik moet hem dus maar bellen als ik iets wil, maar vandaag gaat het duidelijk niets worden vanwege het weer. Als we even later weer buiten staan verwonder ik me over de nogal vreemde ontvangst in een Padi-duikschool.

Gelukkig heb ik een paar meter buiten de Marina nòg een duikschool gezien, en besluit het daar ook eens te gaan proberen. Hier is de ontvangst honderd procent anders, een heel stuk vriendelijker en hartelijker. De uitleg en mogelijkheden klinken goed en ik besluit meteen een duik te plannen voor de volgende ochtend. Ik moet er wel vroeg mijn bed voor uit, maar ik heb er wel ontzettend veel zin in. Afhankelijk van het weer kan ik morgen één, of misschien zelfs twee duiken maken, iets wat voor mij heel belangrijk is. Zeker nu ik weer een medisch OK heb kan ik nauwelijks wachten! Meisje is overigens héél wat minder gecharmeerd van mijn voornemen en ziet liever dat haar Big Guy zich niet over geeft aan dergelijke levensgevaarlijke activiteiten. Ik kan haar echter enigszins gerust stellen door te beloven géén onverantwoorde risico’s te nemen en goede afspraken te maken over het tijdstip van mijn terugkeer. Het lastige in deze situatie is dat we maar één mobiele telefoon bij ons hebben en ik haar, als ik de mobiel meeneem, niet kan laten weten dat ik op de weg terug ben. Als ik hem achter laat kan ze alleen de duikschool bellen, maar weet ze nog niets als ik al vertrokken ben, en bovendien kan ik nooit iets laten weten als er onverhoopt iets mis mocht gaan onderweg. Gek dat we er al zo vreselijk aan gewend zijn om altijd en overal bereikbaar te zijn en te kunnen bellen!

09-06-09

Reisverslag Azoren VI: Sao Miguel

Er zijn in het leven van uw Chroniqueur van die momenten dat alles gewoon goed is. Het moment dat ik dit schrijf is zo’n moment. Ik bevind mij in de tuin van Casas do Frade in het dorpje Lomba da Fazenda op de noord-oostelijke punt van Sao Miguel. De zon schijnt volop, het is warm, de vogeltjes tsjilpen, achter mij is mijn liefste bezig de was op te hangen, en ik…ik vertrouw mijn gedachten toe aan het nog witte papier. Naast mijn schrijfblok, ik schrijf nog handmatig met potlood, een dampende mok koffie (liefdevol aangedragen door mijn leifste), en een asbak. Daarnaast het boek ‘Duma’ van Stephen King dat ik momenteel aan het lezen ben. Stephen King is niet, zoals eerder ‘bepaalde mensen’ beweerden mijn lievelingsschrijver, maar die van mijn liefste, maar het is bepaald een aanrader.

Als ik mijn ogen ophef van het papier en richting de horizon kijk, zie ik de uitgestrektheid van de Atlantische Oceaan. Rechts van mij een kleine vallei met weilanden, koeien, geiten, een enkel paard en een paar boerderijen. Achter me, net achter de stenen tuinmuur, een weitje met daarin vijf (sorry darling, je hebt gelijk!) kalfjes, elk middels een ketting gebonden aan een eigen plekje, een paar geiten, een paar kleine geitjes of ‘kleinigheidjes’ zoals ik ze noem. Tevens bevat dit weitje het enige enigma dat mij op weg hierheen al was opgevallen, en dat is dat er in vrijwel elke weide oude vrieskisten en koelkasten schijnen te staan. In dit weitje staan ook nog een tweetal oude badkuipen. Van die laatsten zou ik me nog kunnen voorstellen dat ze zouden kunnen dienen als drinkbak, maar de inhoud van deze exemplaren zou de gezondheid van de kalfjes bepaald niet te goede komen! Bovendien krioelt het in het bruine water van de muggenlarven, wat weer veel goeds beloofd voor later in het jaar. In dit geval zijn de kalfjes echter vastgebonden op enige afstand van de badkuipen en is er van direct gevaar dus geen spraken.

Het enigma blijft dus. De enige logische verklaring die ik kan bedenken is dat het niemand een bal kan interesseren of er verontreinigingen in het weiland ontstaan. Aan de andere kant zou het ook zo kunnen zijn dat het hier dermate duur is om van dergelijke oude zooi af te komen dat men het maar ergens in een hoek van het weiland parkeert om er maar van af te zijn. Wie weet is het ook wel schreeuwend duur om zulks af te voeren, wat dan weer een verklaring zou zijn voor het feit dat in de winkel waar we net waren het linnengoed vanuit een oude zuivelkoeling werd aangeboden.

Enfin, ik zal Francisco, de eigenaar, er wel eens naar vragen als hij woensdag weer terugkeert vanuit Ponta Delgada. Francisco wachtte ons de eerste avond op, en blijkt een vriendelijke man die vreselijk trots is op zijn eiland. Volgens hem heb je minimaal twaalf dagen nodig om al het moois van dit eiland te kunnen bezichtigen. Hij was dan ook zichtbaar teleurgesteld dat we maar zo kort bleven. Ik denk dat als ik zou aangeven wel wat langer te willen blijven, hij zich in allerlei bochten zou wringen om ons tot gids te kunnen zijn. Maar omdat we hier maar zo kort verblijven zullen we een keus moeten maken uit wat we persé willen zien en wat niet perse.

Morgenochtend, dinsdag 9 juni, staat het ochtendprogramma al vast. We gaan dan de zee op om, hopelijk, walvissen te gaan zien. We hebben inmiddels uitgevonden dat we om 8.45 in Ponta Delgada worden verwacht op de briefing die vooraf gaat aan de afvaart. En daar Ponta Delgada op twee uur rijden van dit dorp ligt, moeten we vroeg op.

De eerste indrukken die we van Sao Miguel hebben opgedaan, zeggen dat dit eiland weer héél anders is dan de andere twee die we hebben gezien. Dit landschap zou, even afgezien van de bouwstijl van de huizen, ook zomaar in Frankrijk aan de voet van de Pyreneeën kunnen liggen. Anderszins is de bevolking overduidelijk Portugees en heeft, onder het mom van religie, verbazend weinig redenen nodig om een feestje te vieren. Dergelijke, veel voorkomende feesten gaan overigens steevast gepaard met het afschieten van vuurpijlen met knal, welke echo tussen de bergen ook nog eens zo heerlijk heen-en-weer rolt.

Mijn liefste komt mij nu de lunch aanreiken. Om haar goede zorgen niet te kort te doen ga ik daar nu maar eens mijn volledige aandacht aan besteden.

08-06-09

Reisverslag Azoren V: Pico II

Zaterdagochtend. Als we rond 8.45 uur beneden komen, hangt in de keuken nog het vage parfum van de dame die het ontbijt heet verzorgd. Op de tafel verse broodjes en gesneden ham en kaas. En, zoals elke dag, is er iets extra’s toegevoegd om de tafel extra feestelijk te maken. Vandaag zijn dat kleine paars/gele viooltjes uit de tuin.

Gisteren eindelijk het boek uitgelezen dat ik van ‘vriendje’ kreeg. Het heet ‘The Complete Sherlock Holmes Long Stories’ en was een cadeautje voor de vakantie naar aanleiding van het stukje over de ‘Chroniqueur’. Heerlijk om te lezen. En ook in het leven van Holmes en Dr. Watson is er een housekeeper die ’s ochtends voor het ontbijt komt zorgen. Ik denk dat ik daar prima aan zou kunnen wennen…

Na het ontbijt van gisteren vertrokken we voor een rondrit over het eiland. Sao Joao, het dorp waar we verblijven, ligt aan de zuidkant van Pico, ongeveer halverwege. Daar het vliegveld in de linker bovenhoek ligt, besluiten we het eiland rechtsom rond te rijden. Het eiland Pico wordt gedomineerd door een grote vulkaan, die je van elk punt op het eiland goed kunt zien. De top is echter vaak in de wolken verborgen, maar af en toe is hij, zelfs vanuit onze achtertuin, in al zijn glorie te bewonderen.
Ooit heb ik op school geleerd over weersystemen, en de loef- en lijzijde van een berg, maar toch is het opvallend hoezeer het weer op een klein eiland als dit kan verschillen. Vertrek je met een stralende zon en strak blauwe luchten, een klein stukje verder ben je opeens onder een dikke wolkenlaag en daalt de temperatuur sterk.

Op een eiland als dit kùn je eigenlijk niet verdwalen. De infrastructuur bestaat hoofdzakelijk uit één rondweg die grofweg de kustlijn volgt. Hier en daar leiden weggetjes het binnenland in, en kun je doorsteken of een stuk afsnijden. Maar welke weg je ook kiest, vroeg of laat kom je steeds weer op de ‘main road’ terecht.

Pico is in grootte het tweede eiland van de Azoren, en loopt in het oosten uit in een punt. Vanaf de punt, grofweg bij het plaatsje Piedade, kun je goed het eiland Sao George zien liggen, dat weer ten noorden van Pico ligt. Lang voor we echter Piedade bereikten begon de lucht al te betrekken en dreven dikke, donkere wolkenmassa’s het eiland binnen. Gelukkig bleef het wel droog, maar was er weinig meer over van het stakblauwe en warme weer van ons vertrekpunt.

Rond Madelena, de hoofdplaats van Pico, besloten we de hoofdweg te verlaten en dwars door te steken, en dat betekent klimmen. De vulkaan van Pico staat bekend als de hoogste top van het GROOTSTE gebergte ter wereld: de Midden-Atlantische Rug. Het is tevens de hoogste berg van Portugal en de top rijst maar liefst 2351 m boven zeeniveau uit.
De weg vanuit Madelena die we nu volgen voert ons over de flank van de vulkaan, op een gemiddelde hoogte van zo’n duizend meter. Vandaag is de weg echter gehuld in een zéér dik wolkendek, en kunnen we nog net de hekken van de weilanden aan weerszijden van de weg zien. Ook zien we de vele verkeersborden die automobilisten waarschuwen voor overstekende koeien. Handig om te weten, want we schrikken een paar keer op als plotseling vanuit de mist blijkt dat de weg versperd is door een hele kudde van die kalm grazende beesten. Aangezien slechts stapvoets rijden levert zo’n muur van loeiers geen enkel gevaar op, maar onze Toyota is niet echt een match voor een koe van ruim 600 kilo, die ook nog eens haar horens heeft mogen behouden, als het er ècht op aan komt. Zonder noemenswaardige problemen bereiken we het punt dat de weg zich weer uit het wolkendek omlaag kronkelt. Een bordje dat de richting van Sao Joao aanwijst brengt ons, geheel onverwacht, in hetzelfde straatje waar ons huis aan ligt.
De avond thuis doorgebracht, met op de tafel een keur aan lekkere hapjes. Mijn liefste is in de tuin bezig geweest met mijn camera, statief en de macrolens en heeft de smaak van het fotograferen van bloem-details inmiddels goed te pakken. Ze heeft minstens zestig plaatjes geschoten vòòr het te donker begon te worden. Geheel enthousiast kwam ze haar eerste oogst laten zien, en ik moet zeggen dat het haar, zeker voor de eerste keer, bepaald goed is afgegaan. Ook komt ze vertellen dat een moederpoes het schuurtje heeft uitgekozen om haar jongen in groot te brengen. Ze was nog net in staat drie kleine staartjes te zien wegvluchten toen ze de hoek om kwam.

Vandaag gaan we dezelfde weg als gisteren in tegengestelde richting afleggen. Vandaag is het echter stralend helder weer, en we hopen dan ook dat het uitzicht ietsje ruimer en wijder is dan het gisteren was. Het plan is om dan op tijd terug te zijn om te dineren in het
(vis-)restaurantje aan de haven dat ons de eerste avond is aangewezen. Het biedt een schitterend uitzicht op de haven en op de oceaan, en tijdens het eten is er dus genoeg te zien.

Morgen is alweer een reisdag. Aan het eind van de middag verlaten we Pico alweer en vertrekken naar Sao Miguel, het hoofdeiland van de Azoren. Als alles goed gaat duurt de vliegreis een uurtje. Als dan vervolgens de huurauto ook nog op tijd klaar staat, is het volgens de papieren nog twee uur rijden naar ons overnachtingsadres in Lomba da Fazenda op de noord-oostpunt van het eiland.
Het meest benieuwd ben ik nu echter of er morgen iemand van Hertz op het vliegveld zal zijn om de huurauto in ontvangst te nemen. Zo niet, kunnen we de sleutel afgeven bij de SATA-balie. Bij terugkomt lag er vandaag een briefje op de eetkamertafel met het verzoek contact met Hertz op te nemen en het creditcardnummer door te geven. Nauwelijks een uur later, nog voor we hadden kunnen bellen (ik heb mobiel geen bereik hier), stond het Hertz-jongmens al aan het tuinhek. We hadden in zijn opinie blijkbaar niet snel en adequaat genoeg gereageerd..

05-06-09

Reisverslag Azoren IV: Pico

Vanmorgen wakker geworden in ‘het rode huis’ in Soa Joao op Pico na de lange en vermoeiende dag van gisteren.
Rond twaalf uur de Quinta verlaten. Er was niemand aanwezig om de sleutel aan af te geven, dus laten we die maar liggen in de kamer. Op weg naar het vliegveld tanken we, de huurauto moet immers met volle tank worden afgeleverd. De prijs die op de pomp staat is verrassend:
€ 17,50 voor bijna 20 liter diesel, ofwel € 0.88 ct per liter. Een héél verschil met die krankzinnig hoge prijzen bij ons.

Binnen een half uur hebben we de vijfendertig kilometer naar het vliegveld afgelegd. Ik parkeer mijn liefste met de koffers en de handbagage bij de vertrekhal en ga de auto inleveren, om vervolgens tot de ontdekking te komen dat het Hertz-kantoortje is gesloten. Ik parkeer de auto dan maar, kosteloos(!), en ga terug naar boven waar mijn liefste wacht.

Ons vliegtuig zou om 16.40 uur vertrekken, dus hebben we nog wat tijd over. Die tijd brengen we buiten door in de zon op een bankje, en kijken naar de arriverende reizigers en vertrekkende vliegtuigen. Voor de verbinding tussen de verschillende eilanden wordt door SATA (=de plaatselijke luchtvaartmaatschappij) vooral gebruik gemaakt van turbo-prop vliegtuigen. Deze zijn van Bombardier, en staan op nog geen honderd meter van ons voor vertrek warm te draaien, wat een herrie!

Als er een bus stopt voor de terminal, meen ik in de massa uitstappers bekende gezichten te ontwaren. Een stel dat een dag eerder uit de Quinta do Martela is vertrokken stapt nu uit de bus en heeft het eiland klaarblijkelijk dus nog niet verlaten. Wachtend bij de gate zullen we horen dat hun vlucht van een dag eerder is gecancelled wegens pech met de linker motor van het vliegtuig, dat ze dus een extra nacht op Terceira hebben doorgebracht (op kosten van SATA, dat dan weer wel), en nu een hernieuwde poging doen om Pico te bereiken. Voor de reparatie schijnt een monteur vanaf Sao Miguel te moeten komen, dus dat beloofd wat.

Op het internationale vliegveld van Terceira is de aankomsthal op de eerste verdieping, de vertrekhal op de tweede en de check-in op de derde. Als ik voor de zoveelste keer naar beneden ga om te kijken of Hertz inmiddels open is, tref ik in de aankomsthal een vriendelijke dame die bereid is om iemand van Hertz voor me te bellen. Iedereen kent elkaar in deze (relatief) kleine gemeenschap, en ik neem haar aanbod dankbaar aan. Even later laat ze weten dat er ‘iemand’ aankomt, een eufemisme dat ik later op de dag nog vaker zal horen als het over medewerkers van Hertz gaat, maar nu komt er inderdaad iemand opdraven. Deze dame heeft echter niet de sleutel van het kantoortje, maar is toch bereid om de sleutels in ontvangst te nemen..mits ik even € 26 euro deliverytax contant met haar afreken.

Eenmaal terug boven checken we de koffers in. Daarna nog even naar buiten voor een laatste sigaret. Als we de boardingpass bekijken blijkt dat we op deze korte vlucht geen vastgestelde plaatsen hebben. Dus zullen we bij het instappen vooraan moeten staan om de eventueel aanwezige stoelen met extra beenruimte te kunnen bemachtigen. Gelukkig blijkt later ook hier dat grote groepen mensen snel geneigd zijn kuddegedrag te vertonen, want bij het instappen loopt iedereen naar de staart van het vliegtuig, en wij naar de voorkant waar de extra beenruimte te vinden is.

Het scherm bij de Gate 2 geeft aan dat boarding gepland staat om 16.10, met vertrek om 16.40. Toch is het dan wel handig als er überhaupt een vliegtuig staat om in te kunnen stappen, maar dat blijkt vertraagd….en vertraagd…en vertraagd. Officieel horen we niets, maar al snel gaat het verhaal onder de wachtende reizigers dat het vliegtuig er om 18.00 zal zijn. Uiteindelijk landen we die avond om 19.30 dan eindelijk op Pico, als laatste vlucht van die dag.

Terwijl mijn liefste op de koffers wacht ga ik vast proberen de huurauto te scoren, maar in de aankomsthal geen spoor van een Hertz-balie te bekennen. Ook tussen de mannen met bordjes geen enkele met het Hertz-logo of mijn naam. Als ik bij een van de andere autoverhuur-bedrijven informeer, krijg ik te horen dat er vanzelf wel ‘iemand van Hertz’ zal komen, maar terwijl we de aankomsthal letterlijk leegloopt, zie ik een hoop mensen, maar géén Hertz en géén auto. Gelukkig is een uitermate vriendelijke dame aan de SATA-balie bereid een telefoontje naar Herz in Lissabon (ruim 1500 km verderop!) te plegen. Na een paar minuten komt ze melden dat er, wederom, ’iemand’ aankomt. Wanneer weet ze niet, maar er komt ‘iemand’ bezweert ze.

Onze bezorgdheid groeit enigszins als achter ons, we staan inmiddels buiten, de aankomsthal letterlijk donker wordt en op slot gaat. Stuk voor stuk zien we luchthavenmedewerkers vertrekken voor de avond, en de parkeerplaats leeglopen, maar nergens een medewerkers van Hertz. Een aantal vriendelijke medewerkers van SATA bied ons aan voor vervoer naar Madalena te zorgen, maar we hebben daar momenteel niets te zoeken: ons logeeradres ligt in Sao Joao, aan de andere kant van het eiland en dus een flink aantal kilometers verder. Om 20.30 komt er eindelijk een jonge man van Hertz opdraven. Hij verteld al lang en breed thuis te hebben gezeten en is niet bepaald onder de indruk van jet feit dat zijn klanten ruim een uur op een leeg vliegveld op hem hebben staan wachten. Hij zegt eerder op het vliegveld te zijn geweest rond het tijdstip dat we oorspronkelijk aan hadden moeten komen, maar het verder wel ok te hebben gevonden toen we niet kwamen en naar huis is gegaan. Bij het invullen van het papierwerk is hij erg rommelig. Zo vergeet hij o.a. het nummer van mijn creditcard op te schrijven. Even voor negenen kunnen we eindelijk vertrekken in onze grijze Toyota Yaris, die ook nog eens niet blijkt te zijn schoongemaakt: de lege waterflessen van de vorige huurders liggen er zelfs nog in. Gelukkig heeft de jonge man wel een kaart van het eiland voor ons, en kunnen we in het snel vallende donker op zoek naar ons bed. Zijn aanwijzingen zijn, op z’n zachtst gezegd, schetsmatig: ‘Bij de kruising in Sao Joao rechtsaf..’.

Het is al ver over negenen en behoorlijk donker als we het verhuurkantoor eindelijk bereiken, en worden opgewacht door twee oudere, maar uiterst vriendelijke dames. Ze geven aan dat we even moeten wachten, want de persoon die ons de weg naar ons huis zal wijzen is net onderweg om iemand anders de weg te wijzen. Die ‘iemand anders’ blijkt het zelfde stel te zijn dat gisteren de vlucht geannuleerd zag worden en, alhoewel ruim een uur eerder vertrokken vanaf het vliegveld, ook pas net gearriveerd. Op onze vraag of er èrgens in het dorp nog iets open is om een hapje te eten wordt ontkennend geantwoord, maar dan loopt een van de dames weg en komt even later terug met een mand. In de mand een fles wijn, brood, kaas en eieren. Van betaling willen ze niets weten..
Een paar minuten later komt Helena aanrijden, en gaat ons voor naar het ‘rode huis’.

Onderweg wijst ze ons eerst nog even het zwembad, met schitterend uitzicht op de oceaan, en het inmiddels gesloten restaurant van het dorp. Als de koffers uit de auto zijn bakt mijn liefste de eieren en slaan we een gat in de fles wijn, alvorens doodmoe in een erg kort bed te kruipen.
De volgende ochtend heeft de vakantiestemming ons weer gevonden. Bij dit logies is ontbijt inbegrepen, en dat houdt hier in dat er ergens rond 8.00 u iemand via de achterdeur de keuken binnen sluipt, de ontbijttafel dekt en verse broodjes en beleg achterlaat. Met een dampende bak koffie erbij is dat alles wat iemand ’s ochtends maar kan wensen!

Onderaan het straatje waar ons huis aan ligt is een mini-mercado. Niet erg ruim gesorteerd, maar met één pluspunt: als het winkeltje dicht is en je hebt onverhoopt iets nodig, vervoeg je in de naastgelegen kroeg. Da’s dezelfde eigenaar en die is altijd bereid zijn klanten te helpen!

04-06-09