maandag 10 november 2008

Lieve pa,

Mijn hart bloedt, elke keer als ik je weer zie. Ik zie hoe je steeds verder verdwaalt in dat schimmige woud van Alzheimer dat zich in je hersenen heeft verankerd en hoeveel moeite het je kost om de spaarzame open plekken daarin te vinden waar het schamel doordringende zonlicht de paden en wegen nog een zekere herkenbaarheid weet te geven in een wereld die steeds ongrijpbaarder voor je is geworden.
Als ik, zoals gisteren, op weg ga om je te bezoeken, ben ik bang om te ontdekken hoeveel ik deze keer voorgoed van je kwijt zal zijn geraakt. Ik zie de blik in je ogen wordt steeds leger worden, hoe zeer je ook je best doet, en zelfs de meest simpele handelingen zijn onoverkoombare hindernissen voor je geworden. De tijd van ‘snel even een belletje’, een kopje koffie zetten of even gauw ergens naar toe is voorgoed voorbij. Je bent van anderen afhankelijk geworden en dat haat je.

En, weet je, ik begrijp je zo goed! Ik heb mijn karakter echt niet van een vreemde en weet hoe het voelt als anderen in je leven binnenstappen en de controle ervan opeens lijken over te nemen. Maar wat jij als plotseling beschouwd, is echter slechts een voortzetting van een proces dat al tijden aan de gang is. Een proces waarvan je eerst slechts kleine signalen afgaf, signalen die we vaak wel zagen maar liever niet wilden zien. En nu is het proces inmiddels zover gevorderd dat het voor niemand meer te ontkennen is, en jij zit er middenin.

Als je me vertelt over je ziekte en hoe je je voelt, dan zie ik je vechten om de juiste woorden te vinden. Woorden die kunnen overbrengen hoe eenzaam je soms bent en hoe onbegrepen je jezelf daarbij voelt. Hoeveel moeite je ermee hebt dat de wereld om je heen als los zand door je vingers glipt en hoe je er steeds minder grip op hebt. Hoe vreemden steeds weer je leven lijken binnen te dringen en steeds maar weer beslissingen voor en over je nemen. Dat je je daardoor boos, bang en radeloos voelt is mij overduidelijk, en ik zou dan ook niets liever willen dan dat ik je aan de hand mee zou kunnen nemen uit dat bos, ver weg uit die verwarrende en beangstigende wereld waarin jij je nu steeds vaker bevind. Helaas kan ik dat niet. En tegelijk weten we allebei dat de dag gaat komen dat ik je in dat bos voor altijd kwijt zal raken. Maar gelukkig is het nog niet zo ver en kunnen we nog volop van elkaars gezelschap en aanwezigheid genieten.

Gisteren mocht ik je meenemen naar Madurodam om lelijke eendjes te zoeken, eendjes die er helaas niet meer bleken te zijn. En ja, ik heb al een ‘boze brief’ aan Madurodam voor je geschreven zoals je gevraagd hebt. Maar lelijke eendjes of niet, je genoot. Dat heb je, geloof ik, wel twintig keer gezegd En mocht ik ooit van Madurodam bericht krijgen dat er toch weer een lelijk eendje geplaatst zal worden, dan beloof ik je om je weer mee te nemen zodat je er zelf naar kunt zoeken. En nee, dat is verre van een zware opgave, ik doe het met liefde Ik woon dan weliswaar behoorlijk ver bij je vandaan, maar als je me nodig hebt, of gewoon wilt zien, dan ben ik er. Altijd. Je hoeft je er echt niet voor blijven te verontschuldigen dat je zo lastig bent en dat dingen je steeds meer moeite kosten. Dan doen we de dingen gewoon op jouw tempo en dan komt het net zo goed in orde. ‘Don’t worry be happy!’, remember? Wil je graag patat met mosterd omdat jij dat nou toevallig lekker vindt en de rest van de wereld niet? Dan ga ik de mosterd desnoods zelf voor je in Frankrijk halen, met jouw eendje en met open dak, een ‘special import’. Helemaal geen enkel probleem.

Ik weet helaas niet hoe lang we samen nog hebben, de tijd en de ziekte gaan zo vreselijk snel, maar zo lang als het maar enigszins mogelijk is, blijf ik van onze ‘uitjes’ te genieten. Of dat nu van een dagtochtje is, of samen gewoon ergens op een terras zitten aan een alcoholvrij biertje en een schaaltje bitterballen. Als jij geniet doe ik het ook, zo simpel en rijk kan het leven soms zijn. En ook al komt het moment steeds dichterbij dat we je ergens in dat donkere bos moeten achterlaten, zolang we elkaar steeds nog kunnen vinden blijft het zonnetje schijnen. Het allerlaatste hoofdstuk van jouw versie van ‘Alleen op de wereld’ is tenslotte nog lang niet geschreven. Niet als het aan mij ligt tenminste.

10-11-02