dinsdag 27 mei 2008

Geknipte vleugels

Iedereen kent het gezegde: ´Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg!´. Een gezegde dat ons moet leren onszelf aan te passen normen van de grote massa, en vooral om niet te willen opvallen door gedrag of prestatie. Want onze maatschappij draait op de grijze massa, op al die mensen die dag in dag uit hun werk doen en verder niet al te veel van zich laten horen. En vanuit dat gezichtspunt is het begrijpelijk dat het systeem erbij gebaat is als iedereen gewoon zijn werk doet en er geen verstoringen of interrupties zijn waardoor het systeem stokt of vastloopt. Zelfs onze kinderen voeden we van jongs af aan op om vooral maar deel uit te gaan maken van het systeem. Al hun prestaties worden tenslotte afgemeten aan de norm, afgemeten dus aan de prestaties van de middenmoot.
Maar wat nu als er iemand is die niet kan of wil voldoen aan die norm? Wat nu, als er iemand is voor wie een grote mate van vrijheid net zo essentieel is als ademhalen of eten? Voor wie de grijze massa een schrikbeeld is, omdat het model staat voor alles wat hij of zij nu juist niet is?
Doorgaans reageert de massa op zulke mensen met afschuw en verkettering. De persoon in kwestie wordt uitgesloten, belachelijk gemaakt en (weg)gepest. Alles om die persoon te bewegen zich vooral aan te passen en hem diens dwaze gedachten maar te doen vergeten. Toch zijn het de andersdenkenden die ervoor zorgen dat er zaken veranderen, dat er sprongen voorwaarts gezet worden op het gebied van kunst, wetenschap, en bijvoorbeeld geneeskunde.
Want wat zou Van Gogh zijn geweest als het hem verboden was om in zijn schilderijen de kleuren geel en blauw te gebruiken? Wat zou er van Einstein zijn geworden als het hem verboden was buiten zijn eigen vakgebied te kijken? Zou Fleming ooit de penicilline hebben ontdekt als hij zich louter en alleen was blijven concentreren op de eigenschappen van de bacterie die hij aan het bestuderen was?
De maatschappij ziet het als taak van ouders om hun kinderen te leren zelfstandig uit te vliegen in de maatschappij. Tegelijkertijd legt de maatschappij hen een enorm scala aan beperkingen op, waardoor het werkelijk individuele karakter van dat kind bijna weer verdwijnt. Soms is het zelfs zó erg, dat het vrijwel zinloos lijkt om überhaupt nog van de grond los te komen, maar de menselijke spirit is gelukkig zowel vindingrijk als flexibel. Regeltjes worden voortdurend aangepast en grenzen opgerekt. De menselijke nieuwsgierigheid zorgt er gelukkig voor dat er altijd mensen zullen blijven die verder kijken en op andere plaatsten naar antwoorden zoeken dan de maatschappij hen dicteert. En, ook al is voor velen een gruwel, we kunnen als maatschappij, als mensheid, niet zonder die eenlingen. Hun denkbeelden en hun prestaties, hun wijsheid en uitvindingen, hoe vaak ook verketterd en belachelijk gemaakt door hun omgeving, worden straks in de geschiedenisboekjes geroemd als de prestaties van het geheel. En daar mag best eens bij worden stilgestaan.

27-05-08