vrijdag 13 juli 2007

Houdbaarheid

Lang geleden heb ik op school geleerd dat alles in de natuur om ons heen een bepaalde houdbaarheid heeft. Niets is eeuwigdurend. Het is allemaal, grofweg, in drie levensfases onder te verdelen: opkomst, bloei, afsterven. Later, bij filosofie, kwam dat principe nogmaals voorbij, maar dan in wat meer bespiegelende bewoordingen, en werd het wat breder getrokken. Maar het geldt nog steeds voor alles om ons heen.
Zo blijkt de levensduur van de maquette van het CS van Eindhoven in Madurodam een levensduur van precies 25 jaar te hebben. Het zal nu vervangen worden door een maquette van het nieuw te bouwen Utrecht CS. Sommige potjes babyvoeding daarentegen hebben houdbaarheid vanaf de fabriek van maar liefst drie jaar. En ook intermenselijke relaties hebben een houdbaarheid die, getuige het grote aantal echtscheidingen, opeens duidelijk bekort kan blijken. Een soapie uit ONM geeft in zijn eerste zelfgeschreven en geproduceerde single aan dat een opblaaspop voor hem de ideale partner is. Een opmerking die, uit verschillende oogpunten min of meer te begrijpen, echter het ergste doet vrezen voor zijn relatie met zijn vriendin. Ik zou dat toch niet graag over mezelf horen tenminste, ook al zou ik weten dat een en ander in scherts is bedoeld.
Helaas is het echter zo dat er regels zijn, voor wat betreft voedsel bijvoorbeeld, voor het bepalen van de uiterste houdbaarheidsdatum. Wat dus helaas helaas weer niet opgaat voor die van bepaalde linkse politici, zéér belegen politieke correctheid, bepaalde volkszangers, zelfverklaarde diva´s, aangetrouwde familieleden en bezoekjes van die, overduidelijk gelukkige, pasgetrouwde stellen met één blèrend jong en een tweede op komst. Die houdbaarheid zou ik dolgraag zelf bepalen maar dat is dan weer moreel niet toegestaan. Begrijp me goed, ik kan heel goed plaatsvervangend blij zijn voor anderen die eindelijk het geluk denken te hebben gevonden, maar kom alsjeblieft niet aan mijn deur kloppen met een mededeling als: ´We komen vandaag niet met z´n drietjes maar met z´n VIERTJES!´ Waarop je dan ook nog van mij verwacht dat ik je, stralend van blijdschap, omhels en óók nog feliciteer. Ik HEB namelijk niks met kinderen. Niet met de mijne, als ik ze al zou hebben, noch met de jouwe. Ik vind ze helemaal NIET schattig, ik word er ook NIET blij van, ik vind ze NIET heerlijk ruiken en ik word OOK AL NIET vertederd door die vetplooitjes en worstvingertjes. Die heb ik zelf al en da´s voor mij meer dan genoeg. En dat ze, oh wat geweldig, tien vingers en tien tenen hebben? Dat HOORT zo!

Gelukkig is er ook, soms vér na verstrijken van de normale houdbaarheid, nog leven mogelijk. Want ik houd van oude dingen. Dingen die soms niet eens een duidelijk aanwijsbare functie hebben, waarvan ik niet eens weet waarvoor het diende of een functie die door de moderne tijd reeds lang is achterhaald. Dat zijn de dingen die mijn fantasie prikkelen en me eindeloos mee kunnen voeren over gedroomde wegen en naar onbereikbare plaatsen. En daar word ik dan weer blij van. Zoals ik ook blij kan worden van iets geks als een ouderwetse autosloperij. Niet van die hightech demontagebedrijven waar een autowrak vakkundig uit elkaar wordt gesleuteld en alle onderdelen netjes in grote stellingen bij elkaar liggen te wachten op hergebruik. Nee, die niet. Geef mij maar een stuk grond achter een woonhuis waar de wrakken, schijnbaar kris kras, minstens drie hoog liggen opgestapeld. Daar zou ik uren met mijn camera kunnen ronddwalen en elk wrak zijn of haar verhaal kunnen laten vertellen. Maar helaas zijn dat soort sloperijen er niet veel meer in ons overgereguleerde land. Ze zijn namelijk schadelijk voor de houdbaarheid van ons milieu. Maar van mij hadden ze best mogen blijven.
Sentimenteel? Ik?

13-07-07