woensdag 26 december 2007

Mijmeringen op 2e Kerstdag

Ik lag me vanmorgen, in die zone tussen wakker worden en nog een beetje slapen, te bedenken hoe gelukkig ik eigenlijk ben. Dat had niet eens zozeer met de Kerst te maken maar meer met het warme lichaam dat nog zo heerlijk naast me lag te snurken…letterlijk lag te snurken ja. Mijn liefste heeft slapen namelijk al jaren gelden tot absolute kunst verheven en daar ben ik wel eens jaloers op. Niet dat ik doorgaans zo slecht slaap, geenszins eigenlijk, maar mijn liefste presteert het om heerlijk te slapen in de meest complexe houdingen, maar altijd met een brede en gelukzalige glimlach op haar gezicht.
Liggend op mijn elleboog kan ik dan met plezier naar haar kijken, en toen ik vanmorgen zo lag, bedacht ik me hoe gelukkig ik mezelf mag noemen dat ze, van alle mannen op de wereld, juist mij heeft uitgekozen om haar verdere leven mee te delen.
Ruim drie maanden zijn we nu getrouwd. En alhoewel er fysiek niet heel veel is veranderd, voelt het toch wel anders. Ik betrap me er steeds op dat ik het heerlijk vind om het over ´mijn vrouw´ te hebben. Dat voelt gewoon goed en helemaal zoals het hoort. En ook de ring om mijn vinger heeft inmiddels het gevoel ´helemaal ok´ bereikt. Ik, de man die altijd en hardop riep dat ik nooit zou trouwen, ben nu getrouwd en geniet er elke dag weer van.
Vroeger had ik heel sterk het idee dat je mannen in een aantal groepen kon verdelen, de mannen en de jongens. De jongens waren nog jong en speels, neukten alles wat los en vast zat en hielden zich niet bezig met de verre toekomst en wat die zou brengen. De mannen daarentegen, waren getrouwd en hadden daarmee de zware verantwoordelijkheid op zich genomen om te zorgen voor vrouw en kinderen. Wellicht een wat ouderwets standpunt, maar dat voelde altijd zo. In onze moderne tijd is dat laatste echter niet meer zo en kunnen vrouwen, en mijn liefste is daar geen uitzondering op, prima voor zichzelf zorgen. De zorg voor vrouw en kinderen wordt dan automatisch de zorg voor ´de ander´ en de zorg voor ´samen´, en ik merk dat ik me daarin steeds beter begin te voelen. Wellicht dat het mijn sluimerende horeca-gen is, maar ik vind het belangrijk dat mijn huis warmte, welkom en rust uitstraalt. Iedereen die hier over de vloer komt moet zich welkom en thuis kunnen voelen tenslotte. Daarbij komt nog dat ik het anderen graag naar de zin maak, en dan niemand mijn huis hongerig of dorstig hoeft te verlaten. En die sfeer is echt belangrijk voor me. Ik heb dit huis er, als het ware, ook op uitgezocht. Vanaf het eerste moment dat ik hier over de drempel stapte om het te bekijken, heette het me een warm welkom. Ik kon het echt bijna aantrekken als een warme, oude jas, en dat gevoel is, nu ruim vijf jaar later, nog steeds tastbaar aanwezig.
Helaas zijn, door mijn ziek-zijn, de afgelopen jaren niet zoveel vrienden over de drempel gekomen als ik zou willen. Maar mijn liefste en ik hebben die tijd wel gebruikt om dichter naar elkaar toe te groeien. Nu, bijna op de drempel van een nieuw jaar, gaat dat langzaam weer wat veranderen en kunnen we vaker weer gasten ontvangen. En dat vind ik heerlijk. Ik kan me echt verheugen op dat soort avonden, om met goede vrienden aan de dis te zitten en, besprenkeld met voldoende geestrijk vocht, de wereldproblemen te verdingen. Buiten is buiten, maar hier binnen is het altijd veilig en warm. Eerst alleen, maar nu samen met een fantastische vrouw, mijn fantastische vrouw.
En ik kan natuurlijk niet al te ver in de toekomst kijken. Ik kan niet voorspellen wat er in 2008 allemaal staat te gebeuren maar ik weet wel dat een aantal dingen zwaar en een heel aantal andere dingen hoogst plezierig zullen zijn. En zolang de plezierige dingen de minder plezierige dingen blijven overschaduwen gaat het best goed komen met ons. Want het is al goed. En hoezeer anderen van buitenaf ook zullen proberen om mij, mijn liefste, of ons onderuit te schoffelen, wij zijn er klaar mee. Wij hebben elkaar, en heel veel meer heb je in het leven niet nodig. Yep, I´m happy!

26-12-07