De Haarlemse burgemeester heeft zijn Chinese ambtgenoot in Peking gefeliciteerd met de voortreffelijke openingsceremonie van de Olympische spelen, maar heeft er tegelijkertijd fijntjes op gewezen dat de uitvinding van de boekdrukkunst een Haarlemse uitvinding is, en toch echt géén Chinese.
Ik heb medelijden met Bernt Schneiders, de Haarlemse burgervader. In deze dagen zit menig sportliefhebber natuurlijk aan de buis gekluisterd om de prestaties van onze atleten in het verre China te volgen, en daarom komen ze dus niet massaal naar Haarlem. Waarschijnlijk daarom heeft Schneiders besloten een dergelijke brief te schrijven. De brief is namelijk niet alleen ´niet zo netjes´, maar zeker ook gewoon ´stom´ te noemen. Wetenschappelijk is het namelijk bepaald niet zo aannemelijk dat Laurens Janszoon Coster in 1400 voor de boekdrukkunst verantwoordelijk is geweest. Zijn naam wordt, samen met die van de Duitse Johannes Gutenberg en de Vlaamse Dirk Martens, genoemd als (mogelijke) Europese uitvinders, maar vast staat ook dat de Chinese Pi Chang in de elfde eeuw al Chinese karakters drukte, en dat is toch zo´n drienhondervijftig jaar eerder dan het jaartal van 1450 dat bij Coster wordt genoemd.
Maar is het zo belangrijk om precies te weten wie de boekdrukkunst heeft uitgevonden? Er zijn een handje vol landen dat deze ´eer´ claimt, maar belangrijker is het om stil te staan bij wat die uitvinding ons eigenlijk gebracht heeft. Door de uitvinding van de boekdrukkunst werd het namelijk mogelijk om boeken en geschriften, die voor die tijd allemaal handmatig moesten worden gekopieerd of overgeschreven, sneller en in grotere oplagen te produceren en te verspreiden. Daardoor kwam allerlei kennis en inzicht voor steeds meer mensen beschikbaar. Niet alleen vanwege de kosten, maar ook zeker omdat er steeds meer boeken op steeds meer plekken beschikbaar waren.
Een organisatie die door de eeuwen erg veel last heeft gehad van de ze uitvinding was de Kerk. Tot het verschijnen van de eerste gedrukte boeken had de kerk het monopolie op kennis en de verspreiding ervan. Dat monopolie kon lang in stand worden gehouden, omdat de kennis vooral mondeling werd overgedragen. Met het beschikbaar komen en betaalbaar worden van boeken, konden zij die konden lezen, zélf lezen wat er geschreven stond, in plaats van maar te moeten geloven dat anderen zeiden dat er stond. Daarmee werd dus een grote zet gegeven aan het zelfdenkend vermogen van mensen. Niet dat de kerk machteloos bleef toezien, allerminst zelfs, want vele boeken en geschriften werden domweg door de kerkleiding verboden omdat er zaken werden verkondigd die hen bepaald onwelgevallig waren. En het in bezit hebben van dergelijke teksten kon, als men erachter kwam, de eigenaar zelfs zijn leven kosten.
Boeken, ik zou mijn leven niet meer zonder kunnen voorstellen. Weinig is heerlijker dan een boek uit de kast te kunnen trekken en mee te gaan in de fantasie van de auteur, of iets te ontdekken wat ik voorheen nog niet wist. Een boek houdt je in je hand en heeft, zeker naar mate ze ouder worden, een karakteristieke eigen geur. Boeken zijn bovendien als kinderen: als ze eenmaal bij je horen, dan blijven ze dat ook je hele leven lang doen. In de toekomst wil men ons door een nieuwe evolutie heendrukken en ons aan het lezen krijgen via een, in de hand gehouden, schermpje ter grootte van een A4-tje. Op dat apparaat kunnen meerdere boeken tegelijk worden opgeslagen en daarmee wordt het boek weer een stuk goedkoper. Maar voor biliofielen als ik, zal een dergelijk nieuwerwets geval nooit de vreugde kunnen benaderen die een echt boek, en dan nog liefst een gebonden boek, kan oproepen. Wellicht is er voor een dergelijk apparaat iets te zeggen uit milieu-oogpunt, daarvoor hoeven bijvoorbeeld geen bomen te worden gekapt, maar een dergelijk argument is al volstrekt achterhaal als het papier voor het boek afkomstig is uit een bos dat gelijktijdig ook vernieuwd wordt. Qua gevoel en beleving zal zo´n schermpje het echter nooit kunnen winnen, nooit!
Maar bedenk eens, als u de volgende keer een echt boek in handen heeft, welk een voorrecht het is om vrijwel elk denkbaar boek in handen te kunnen hebben. Dat is mede mogelijk gemaakt door al die pioniers: Gutenberg, Coster, Martens én Chang. Voor mij zijn het allemaal helden!
Ik heb medelijden met Bernt Schneiders, de Haarlemse burgervader. In deze dagen zit menig sportliefhebber natuurlijk aan de buis gekluisterd om de prestaties van onze atleten in het verre China te volgen, en daarom komen ze dus niet massaal naar Haarlem. Waarschijnlijk daarom heeft Schneiders besloten een dergelijke brief te schrijven. De brief is namelijk niet alleen ´niet zo netjes´, maar zeker ook gewoon ´stom´ te noemen. Wetenschappelijk is het namelijk bepaald niet zo aannemelijk dat Laurens Janszoon Coster in 1400 voor de boekdrukkunst verantwoordelijk is geweest. Zijn naam wordt, samen met die van de Duitse Johannes Gutenberg en de Vlaamse Dirk Martens, genoemd als (mogelijke) Europese uitvinders, maar vast staat ook dat de Chinese Pi Chang in de elfde eeuw al Chinese karakters drukte, en dat is toch zo´n drienhondervijftig jaar eerder dan het jaartal van 1450 dat bij Coster wordt genoemd.
Maar is het zo belangrijk om precies te weten wie de boekdrukkunst heeft uitgevonden? Er zijn een handje vol landen dat deze ´eer´ claimt, maar belangrijker is het om stil te staan bij wat die uitvinding ons eigenlijk gebracht heeft. Door de uitvinding van de boekdrukkunst werd het namelijk mogelijk om boeken en geschriften, die voor die tijd allemaal handmatig moesten worden gekopieerd of overgeschreven, sneller en in grotere oplagen te produceren en te verspreiden. Daardoor kwam allerlei kennis en inzicht voor steeds meer mensen beschikbaar. Niet alleen vanwege de kosten, maar ook zeker omdat er steeds meer boeken op steeds meer plekken beschikbaar waren.
Een organisatie die door de eeuwen erg veel last heeft gehad van de ze uitvinding was de Kerk. Tot het verschijnen van de eerste gedrukte boeken had de kerk het monopolie op kennis en de verspreiding ervan. Dat monopolie kon lang in stand worden gehouden, omdat de kennis vooral mondeling werd overgedragen. Met het beschikbaar komen en betaalbaar worden van boeken, konden zij die konden lezen, zélf lezen wat er geschreven stond, in plaats van maar te moeten geloven dat anderen zeiden dat er stond. Daarmee werd dus een grote zet gegeven aan het zelfdenkend vermogen van mensen. Niet dat de kerk machteloos bleef toezien, allerminst zelfs, want vele boeken en geschriften werden domweg door de kerkleiding verboden omdat er zaken werden verkondigd die hen bepaald onwelgevallig waren. En het in bezit hebben van dergelijke teksten kon, als men erachter kwam, de eigenaar zelfs zijn leven kosten.
Boeken, ik zou mijn leven niet meer zonder kunnen voorstellen. Weinig is heerlijker dan een boek uit de kast te kunnen trekken en mee te gaan in de fantasie van de auteur, of iets te ontdekken wat ik voorheen nog niet wist. Een boek houdt je in je hand en heeft, zeker naar mate ze ouder worden, een karakteristieke eigen geur. Boeken zijn bovendien als kinderen: als ze eenmaal bij je horen, dan blijven ze dat ook je hele leven lang doen. In de toekomst wil men ons door een nieuwe evolutie heendrukken en ons aan het lezen krijgen via een, in de hand gehouden, schermpje ter grootte van een A4-tje. Op dat apparaat kunnen meerdere boeken tegelijk worden opgeslagen en daarmee wordt het boek weer een stuk goedkoper. Maar voor biliofielen als ik, zal een dergelijk nieuwerwets geval nooit de vreugde kunnen benaderen die een echt boek, en dan nog liefst een gebonden boek, kan oproepen. Wellicht is er voor een dergelijk apparaat iets te zeggen uit milieu-oogpunt, daarvoor hoeven bijvoorbeeld geen bomen te worden gekapt, maar een dergelijk argument is al volstrekt achterhaal als het papier voor het boek afkomstig is uit een bos dat gelijktijdig ook vernieuwd wordt. Qua gevoel en beleving zal zo´n schermpje het echter nooit kunnen winnen, nooit!
Maar bedenk eens, als u de volgende keer een echt boek in handen heeft, welk een voorrecht het is om vrijwel elk denkbaar boek in handen te kunnen hebben. Dat is mede mogelijk gemaakt door al die pioniers: Gutenberg, Coster, Martens én Chang. Voor mij zijn het allemaal helden!
12-08-08