De Stichting Tegen Zinloos Geweld heeft volgend jaar uitgeroepen tot ‘Jaar van Moed’, omdat er, volgens de stichting, moed voor nodig is om de eigen woon-, werk- en leefomgeving op een positieve manier te veranderen. Moed is vooral nodig om het initiatief te nemen voor zo’n verandering. Nu is het in deze laatste dagen van het jaar goed gebruik om terug te kijken op het afgelopen jaar en tegelijkertijd een blik te werpen in de nabije toekomst, een toekomst die er, mede door de kredietcrisis, somber uitziet.
Dat 2008 een bewogen jaar was kan ik wel stellen. In de eerste maanden was ik nog volop bezig om beter te worden en te herstellen van de zware operaties. Ik was wel alweer enige uren per dag aan het werk, maar het lijf liet zich bepaald nog niet dwingen. Bovendien liet de verstandhouding met mijn werkgever, en diens inspanningen om me weer volledig te laten re-integreren, nogal te wensen over. Dat alles resulteerde in een situatie en een stemming die bepaald niet hielp bij mijn moeizame herstel en die uiteindelijk resulteerde in de ontbinding van mijn arbeidsovereenkomst.
Een andere gebeurtenis die me nog helder voor de geest staat is ons bezoek aan mijn schoonouders rond Hemelvaart en de daarop volgende weken van zorg om de gezondheid van mijn schoonvader. Gelukkig waren we er destijds nog net op tijd bij en wist hij miraculeus te herstellen. En wat een verschil was het om die man van toen te zien en die te vergelijken met de man die op eerste kerstdag volledig op eigen kracht bij ons in de auto stapte!
En ook aan de andere kant, mijn eigen ouders, waren en zijn er de nodige zorgen. Mijn vader die steeds verder in de mist van zijn eigen wereld verdwaald en zijn vrouw die door haar eigen gezondheidsproblemen steeds meer moeite heeft om voor hem te blijven zorgen. En ook al zijn zij en ik het op vele terreinen niet altijd eens geweest, ik heb er grote bewondering voor hoe zij zich er toch doorheen slaat.
In juli kwam de langverwachte rechtszaak. Lange tijd verwacht, en gevreesd als ik eerlijk ben, maar eindigend in een klinkende overwinning. De rechter die precies doorzag waar de schoen wrong en zich niet door de werkgever en diens loze praatjes liet intimideren. Maar met die zitting kwam ook het besef dat ik, voor het eerst in mijn leven, werkeloos zou worden. Met alle zorgen voor de toekomst en vertwijfeling die daar nu eenmaal schijnen bij te horen.
Niet lang daarna kwam het eerste lichtpuntje in de vorm van die advertentie voor Kansrijk Eigen Baas. Eigen baas worden was een idee dat al jaren door mijn hoofd speelde maar wat ik, door meerdere redenen, nooit serieus had genomen, laat staan onderzocht. Een spannende tijd volgde met afwachten, sollicitatierondes en de strijd met het UWV om uiteindelijk tòch de zo gewenste toestemming te krijgen. En dat alles lukte wonderwel, zodat ik in 2009 met een frisse start aan het traject kan beginnen.
Vlak voor de kerst kwam echter dat telefoontje. Mijn liefste belde me vanaf haar werk dat de arts die haar moeder behandelde de familie zo spoedig mogelijk wilde spreken. Of ik mee wilde. Natuurlijk wilde ik mee, en nog geen uur later was ze thuis en zaten we alweer in de auto op weg naar V., op weg naar een bericht dat er al heel lang zat aan te komen maar wat je toch nooit hoopt te horen. Maar nu was het dan zover.
De arts was heel begrijpend en heel vriendelijk, maar dat maakte de boodschap niet minder hard: mijn schoonmoeder, de moeder van mijn liefste, is na jaren op het punt gekomen dat ze feitelijk is uitbehandeld. De medische wetenschap kan niet veel meer voor haar doen dan trachten het haar, in de tijd die haar nog rest, zo aangenaam en comfortabel mogelijk te maken. En daarmee komt dan een keihard en abrupt einde aan een periode van scans, chemo- kuren en stille hoop. En de vraag die zich dan opdringt: ‘Wat nu?’. Terug naar huis was geen optie. Alhoewel zij en haar man in een woonzorgcentrum wonen, was er niet het vertrouwen dat het centrum, ondanks herhaaldelijke pogingen het tegendeel te beweren, die zorg zou kunnen bieden die in dit stadium nodig is. Daarvoor was er eenvoudigweg te veel misgegaan in de afgelopen jaren. Bovendien wilde Moeders graag naar het hospice in M., maar dan moest er natuurlijk wel plaats zijn. En, wonder boven wonder, was die plek er. De dag voor kerst kon ze al komen en werd ze er door een ambulance heen gebracht. Op eerste kerstdag hebben mijn liefste en ik haar de spulletjes van thuis gebracht die ze graag om zich heen wil hebben, en haar geholpen zich verder te installeren. Maar wat een verschil is het, als je dit hospice vergelijkt met een ziekenhuis zoals dat waar ze de laatste weken lag. Niet dat ik commentaar wil hebben op het ziekenhuis, ze hebben haar geweldig opgevangen, maar alleen al door de opzet is er een gigantisch verschil. Zo is in het hospice een heel leger van vrijwilligers 24 uur per dag bezig met het de gasten in alles naar de zin te maken. Heeft iemand zin in frietjes dan worden er frietjes geregeld, (bijna) niets is hen te gek. En ook de familie wordt bepaald niet vergeten. We waren nog niet de drempel over, bepakt en bezakt als we waren, of er stond al een vrijwilligster achter ons met koffie met wat lekkers. En ook leverde het geen enkel probleem op als we een hapje mee wilden eten, we hoefden het maar te zeggen. En alles wordt gedaan met een warmte en een liefde die je even stil maakt. Een oprecht hulde aan de medewerkers van het hospice dus, ze hebben de loodzware taak om mensen in hun laatste dagen of weken van dit leven te verzorgen en te begeleiden. Een taak die ze met liefde, grote toewijding en een glimlach dag in dag uit volbrengen!
Ondanks alle zorgen en vooruitzichten hebben mijn liefste en ik tweede kerstdag, en de dagen erna, in heerlijke harmonie doorgebracht. Ongelofelijk wat mijn liefste in de keuken toch elke keer weer weet te produceren en welke warmte ze vervolgens weer meebrengt naar de tafel en in mijn leven. Vooral bewonderenswaardig als je beseft dat ze leeft ze in het groeiende besef dat ze binnen afzienbare tijd afscheid van haar moeder zal moeten nemen, een besef dat niemand graag voelt doordringen in de realiteit van alledag. Dus belt ze dagelijks en spendeert ze zoveel mogelijk tijd met en rond haar moeder en gaan we, wat vaker dan normaal, op en neer naar V.
En nu, op de drempel van 2008 en 2009 maken we samen de balans op. We zien een jaar tegemoet met afscheid maar ook met nieuwe kansen. Een jaar met verdriet maar ook een jaar waarin we de fundering kunnen leggen voor een nieuwe periode in ons leven. Een jaar waarin het ook steeds waarschijnlijker wordt dat mijn vader niet meer thuis zal kunnen wonen en opgenomen zal moeten worden, in ieder geval tijdelijk, want ook zijn vrouw heeft ook een aantal noodzakelijke medische ingrepen op het programma in 2009. Maar met al die zorgen is er tegelijk ook het besef dat we zorgvuldig om moeten gaan met de tijd die we samen met onze geliefden nog hebben, want die tijd is pijnlijk kostbaar. Meer kostbaar en belangrijker dan welke kredietcrisis dan ook.
We zien het nieuwe jaar dus vol vertrouwen tegemoet, al beseffen we ons terdege dat het allemaal niet vanzelf zal gaan. We zullen hard moeten werken om mijn eigen bedrijf van de grond te krijgen en elkaar moeten steunen en troosten in de emotioneel zware tijden die gaan komen. Toch overheerst bij ons het positieve, het weten dat het goed is en dat komt wat komen gaat. We genieten bewust van de spaarzame momenten die we met onze geliefden en vrienden kunnen doorbrengen, en weten dat die ander er is als we het even niet meer zien zitten. En met dat gevoel van zekerheid zetten we straks de eerste schreden over de drempel van het nieuwe jaar. Ons jaar zal vooral staan in het teken van liefde, genieten van, en zorgen voor elkaar zolang het nog kan.
29-12-08
Dat 2008 een bewogen jaar was kan ik wel stellen. In de eerste maanden was ik nog volop bezig om beter te worden en te herstellen van de zware operaties. Ik was wel alweer enige uren per dag aan het werk, maar het lijf liet zich bepaald nog niet dwingen. Bovendien liet de verstandhouding met mijn werkgever, en diens inspanningen om me weer volledig te laten re-integreren, nogal te wensen over. Dat alles resulteerde in een situatie en een stemming die bepaald niet hielp bij mijn moeizame herstel en die uiteindelijk resulteerde in de ontbinding van mijn arbeidsovereenkomst.
Een andere gebeurtenis die me nog helder voor de geest staat is ons bezoek aan mijn schoonouders rond Hemelvaart en de daarop volgende weken van zorg om de gezondheid van mijn schoonvader. Gelukkig waren we er destijds nog net op tijd bij en wist hij miraculeus te herstellen. En wat een verschil was het om die man van toen te zien en die te vergelijken met de man die op eerste kerstdag volledig op eigen kracht bij ons in de auto stapte!
En ook aan de andere kant, mijn eigen ouders, waren en zijn er de nodige zorgen. Mijn vader die steeds verder in de mist van zijn eigen wereld verdwaald en zijn vrouw die door haar eigen gezondheidsproblemen steeds meer moeite heeft om voor hem te blijven zorgen. En ook al zijn zij en ik het op vele terreinen niet altijd eens geweest, ik heb er grote bewondering voor hoe zij zich er toch doorheen slaat.
In juli kwam de langverwachte rechtszaak. Lange tijd verwacht, en gevreesd als ik eerlijk ben, maar eindigend in een klinkende overwinning. De rechter die precies doorzag waar de schoen wrong en zich niet door de werkgever en diens loze praatjes liet intimideren. Maar met die zitting kwam ook het besef dat ik, voor het eerst in mijn leven, werkeloos zou worden. Met alle zorgen voor de toekomst en vertwijfeling die daar nu eenmaal schijnen bij te horen.
Niet lang daarna kwam het eerste lichtpuntje in de vorm van die advertentie voor Kansrijk Eigen Baas. Eigen baas worden was een idee dat al jaren door mijn hoofd speelde maar wat ik, door meerdere redenen, nooit serieus had genomen, laat staan onderzocht. Een spannende tijd volgde met afwachten, sollicitatierondes en de strijd met het UWV om uiteindelijk tòch de zo gewenste toestemming te krijgen. En dat alles lukte wonderwel, zodat ik in 2009 met een frisse start aan het traject kan beginnen.
Vlak voor de kerst kwam echter dat telefoontje. Mijn liefste belde me vanaf haar werk dat de arts die haar moeder behandelde de familie zo spoedig mogelijk wilde spreken. Of ik mee wilde. Natuurlijk wilde ik mee, en nog geen uur later was ze thuis en zaten we alweer in de auto op weg naar V., op weg naar een bericht dat er al heel lang zat aan te komen maar wat je toch nooit hoopt te horen. Maar nu was het dan zover.
De arts was heel begrijpend en heel vriendelijk, maar dat maakte de boodschap niet minder hard: mijn schoonmoeder, de moeder van mijn liefste, is na jaren op het punt gekomen dat ze feitelijk is uitbehandeld. De medische wetenschap kan niet veel meer voor haar doen dan trachten het haar, in de tijd die haar nog rest, zo aangenaam en comfortabel mogelijk te maken. En daarmee komt dan een keihard en abrupt einde aan een periode van scans, chemo- kuren en stille hoop. En de vraag die zich dan opdringt: ‘Wat nu?’. Terug naar huis was geen optie. Alhoewel zij en haar man in een woonzorgcentrum wonen, was er niet het vertrouwen dat het centrum, ondanks herhaaldelijke pogingen het tegendeel te beweren, die zorg zou kunnen bieden die in dit stadium nodig is. Daarvoor was er eenvoudigweg te veel misgegaan in de afgelopen jaren. Bovendien wilde Moeders graag naar het hospice in M., maar dan moest er natuurlijk wel plaats zijn. En, wonder boven wonder, was die plek er. De dag voor kerst kon ze al komen en werd ze er door een ambulance heen gebracht. Op eerste kerstdag hebben mijn liefste en ik haar de spulletjes van thuis gebracht die ze graag om zich heen wil hebben, en haar geholpen zich verder te installeren. Maar wat een verschil is het, als je dit hospice vergelijkt met een ziekenhuis zoals dat waar ze de laatste weken lag. Niet dat ik commentaar wil hebben op het ziekenhuis, ze hebben haar geweldig opgevangen, maar alleen al door de opzet is er een gigantisch verschil. Zo is in het hospice een heel leger van vrijwilligers 24 uur per dag bezig met het de gasten in alles naar de zin te maken. Heeft iemand zin in frietjes dan worden er frietjes geregeld, (bijna) niets is hen te gek. En ook de familie wordt bepaald niet vergeten. We waren nog niet de drempel over, bepakt en bezakt als we waren, of er stond al een vrijwilligster achter ons met koffie met wat lekkers. En ook leverde het geen enkel probleem op als we een hapje mee wilden eten, we hoefden het maar te zeggen. En alles wordt gedaan met een warmte en een liefde die je even stil maakt. Een oprecht hulde aan de medewerkers van het hospice dus, ze hebben de loodzware taak om mensen in hun laatste dagen of weken van dit leven te verzorgen en te begeleiden. Een taak die ze met liefde, grote toewijding en een glimlach dag in dag uit volbrengen!
Ondanks alle zorgen en vooruitzichten hebben mijn liefste en ik tweede kerstdag, en de dagen erna, in heerlijke harmonie doorgebracht. Ongelofelijk wat mijn liefste in de keuken toch elke keer weer weet te produceren en welke warmte ze vervolgens weer meebrengt naar de tafel en in mijn leven. Vooral bewonderenswaardig als je beseft dat ze leeft ze in het groeiende besef dat ze binnen afzienbare tijd afscheid van haar moeder zal moeten nemen, een besef dat niemand graag voelt doordringen in de realiteit van alledag. Dus belt ze dagelijks en spendeert ze zoveel mogelijk tijd met en rond haar moeder en gaan we, wat vaker dan normaal, op en neer naar V.
En nu, op de drempel van 2008 en 2009 maken we samen de balans op. We zien een jaar tegemoet met afscheid maar ook met nieuwe kansen. Een jaar met verdriet maar ook een jaar waarin we de fundering kunnen leggen voor een nieuwe periode in ons leven. Een jaar waarin het ook steeds waarschijnlijker wordt dat mijn vader niet meer thuis zal kunnen wonen en opgenomen zal moeten worden, in ieder geval tijdelijk, want ook zijn vrouw heeft ook een aantal noodzakelijke medische ingrepen op het programma in 2009. Maar met al die zorgen is er tegelijk ook het besef dat we zorgvuldig om moeten gaan met de tijd die we samen met onze geliefden nog hebben, want die tijd is pijnlijk kostbaar. Meer kostbaar en belangrijker dan welke kredietcrisis dan ook.
We zien het nieuwe jaar dus vol vertrouwen tegemoet, al beseffen we ons terdege dat het allemaal niet vanzelf zal gaan. We zullen hard moeten werken om mijn eigen bedrijf van de grond te krijgen en elkaar moeten steunen en troosten in de emotioneel zware tijden die gaan komen. Toch overheerst bij ons het positieve, het weten dat het goed is en dat komt wat komen gaat. We genieten bewust van de spaarzame momenten die we met onze geliefden en vrienden kunnen doorbrengen, en weten dat die ander er is als we het even niet meer zien zitten. En met dat gevoel van zekerheid zetten we straks de eerste schreden over de drempel van het nieuwe jaar. Ons jaar zal vooral staan in het teken van liefde, genieten van, en zorgen voor elkaar zolang het nog kan.
29-12-08