maandag 15 juni 2009

Reisverslag Azoren III: Naar Pico

Vandaag nemen we afscheid van Quinta do Martelo en vliegen aan het eind van de middag naar Pico, het tweede eiland dat we gaan bezoeken. Gisteravond al uitgebreid afscheid genomen van José, onze ober, en diens baas Rodrigo. Tevens de restaurantrekening betaald van de afgelopen vijf dagen. Die bedroeg € 245,90, dus zo’n vijftig euro per dag, en dat is dan inclusief voor-, hoofd- en nagerecht, wijn en koffie. Ik zal de ‘Mesa do Presidente’ gaan missen! Deze Vinho Verde was onze vaste tafelgenoot de afgelopen dagen.

Tijdens het diner werd ons, onder toevoeging van duizenden verontschuldigingen, gevraagd onze auto te verplaatsen. De Quinta blijkt een vast decor te zijn voor een satirisch tv-programma hier op de Azoren, en vanavond zijn er weer opnamen. Vanaf de tafel is de actie buiten nauwelijks te zien, maar het tromgeroffel des te beter te horen.

Het weer heeft de afgelopen week niet echt meegezeten. Op het ene moment schijnt de zon en klimt de temperatuur gemakkelijk naar een graag of zesentwintig, op het volgende moment komt de regen weer met bakken tegelijk naar beneden. Rodrigo zegt dat de boeren erg blij zijn met de regen, daar er de afgelopen winter veel te weinig is gevallen. De situatie werd op een gegeven moment zelfs zo nijpend dat Angro de Heroísmo en enkele omliggende dorpen dagelijks enkele uren van het water werden afgesneden. Nu er weer genoeg regen valt zullen de restricties wel weer snel worden opgeheven verwacht hij. Zowel hij als José blijven trouwens stug volhouden dat het weer de volgende dag beter zal zijn. Ze zeggen dat dagelijks op het nieuws te horen. Ik denk dat Azoreaanse meteorologen er dus net zo vaak compleet naast zitten als de Pieten Paulusma bij ons.

Na het ontbijt pakken we in alle rust de koffers in. Rodrigo heeft gezegd dat we zo lang op de kamer kunnen blijven als we zelf willen en ons dus niets hoeven aan te trekken van de verplichte uitcheck-tijd van twaalf uur. Gelukkig maar, want onze vlucht vertrekt pas om 16.40. De auto moet een uur eerder worden ingeleverd.

03-06-09

Reisverslag Azoren II: Terceira verkennen

Tweede pinksterdag. Vannacht was het erg warm, maar voor het eerst had mijn meisje het in ieder geval een keertje niet koud. Toch beiden onrustig geslapen en pas rond 8.30 op. Wederom waren we de eersten aan het ontbijt, dat hier bestaat uit brood, verschillende soorten lokale kazen, jus d’orange, melk en koffie. Koffie die wonderwel goed te drinken is overigens, de meeste kazen zijn trouwens ook bepaald niet te versmaden.

Na het ontbijt vertrekken we voor een eerste verkenning van het eiland. De infrastructuur van dit eiland is verbazend simpel. Langs de rand loop één centrale weg, met slechts hier en daar een dwarsweg. Als je dus de kustweg volgt kùn je bijna niet verdwalen, en 93 km verder ben je weer precies daar waar je ‘s ochtends bent begonnen.

De Azoren zijn allemaal van vulkanische oorsprong. Hun kustlijn is dus rotsachtig en kent maar weinig zandstranden of plekken waar je kunt zwemmen. Voor die mensen die persé toch de zee in willen, zijn er hier en daar zwembaden gemaakt langs de kust, welke gevuld worden met zeewater. Buiten die zwembaden is de kust ruig en vrij ontoegankelijk. Het overige landschap doet sterk aan Ierland of Schotland denken, vooral vanwege de eindeloze ommuurde weilanden, die hier opgetrokken zijn uit het zwarte, poreuze vulkanische gesteente waar het hele eiland uit bestaat.

Daar het dit weekend Pinksterweekend is, wordt onze weg regelmatig versperd door religieuze processies en optochten dat dit weekend overal op dit streng katholieke eiland wordt gevierd. In elk dorp dat we doorkruisen zijn dezelfde voorbereidingen aan de gang en is de plaatselijke harmonie aan het oefenen. Elk dorp heeft hier blijkbaar zijn eigen harmonie, en bestaat uit muzikanten van verschillende leeftijden. Het (religieuze) verenigingsleven is hier blijkbaar nog erg sterk.
Onderweg weinig tekenen van (industriële) bedrijvigheid gezien. Nergens de voor ons zo bekende kantoortorens of ‘zware industrie’. Wat er aan restanten van industrie te zien is, staat leeg en is vervallen. Stille herinneringen aan de tijd dat de walvisvaart hier nog bedreven werd. Ook over het hele eiland honderden huizen gezien in verschillende stadia van verval. Van ‘achterstallig onderhoud’ tot complete ruïne, en alles daar tussen in. Het landschap staat er vol mee.

De bevolking, voor zover we dat tot nu toe hebben meegemaakt, is erg vriendelijk en behulpzaam. Tijdens de lunch zaten we bijvoorbeeld de menukaart te bestuderen met de taalgids in de hand. Binnen de kortst mogelijke tijd staat er dan iemand aan je tafel om alle uitleg te geven die je maar mocht willen hebben bij het maken van je keuze. Ook op Quinta do Martelo is de service van eenzelfde vriendelijkheid. We hebben nu twee keer in het eigen restaurant gegeten, en nu al worden we begroet als oude vrienden. De ober, ik moet toch echt zijn naam eens vragen, is altijd in de buurt om uitleg te geven of iets voor je te regelen. We zijn dan wel de enige gasten in het restaurant, toch blijft hij steeds op discrete afstand tot we aangeven iets te willen. Dan vliegt hij, met een glimlach en een ‘right-away sir!’.

01-06-09

Reisverslag Azoren I: Quinta do Martelo

Quinta do Martela, boerderij ‘de deurklopper’ dus. Ons eerste logeeradres op de Azoren. Het ligt verscholen in het heuvelachtige landschap van Terceira, op zo’n 25 km van het vliegveld, en nèt buiten Anga de Heroìsmo dat op de UNESCO wereld erfgoedlijst staat.
Eigenlijk is Quinta do Martelo niet eens een boerderij. Ja, er worden traditionele producten verbouwd, en op dito manier dieren gehouden, toch is het nog meer een poging om de historie en de ontwikkeling van dit deel van de wereld in stand te houden en te laten zien.

Rodrigo, de eigenaar, is er vol van. Niet alleen krijgt iedere gast bij aankomst een compleet dossier over de Quinta, hij grijpt elke gelegenheid die hij krijgt aan om kennis en geschiedenis te spuien. Over de biologisch verantwoorde landbouw die hij bedrijft, over de ontwikkeling van (boeren-)huizen op dit eiland, en hoe trots hij is op zijn project. Gelukkig voor zijn toehoorders weet hij òòk zijn eigen ‘uit-knop’ te vinden, en verontschuldigt zich uitvoerig als hij zichzelf erop betrapt ietwat door te draven.

Vlucht OR0733. Vertrek vanaf Schiphol op vrijdagochtend om kwart over zes ’s ochtends. Voor ons, woonachtig in het zuiden, betekende dat een kort nachtje. Als je geacht wordt om kwart over vier in te checken, is het slechts een kleine rekensom om erachter te komen dat we dan rond half twee dienden te vertrekken.

Met de koffers ingepakt in de gang was het slechts een kwestie van de wekker zetten en daarna voldoende koffie. Op Schiphol was P3 al zo goed als afgeladen. Toch vonden we een plekje vlak bij de uitgang, zodat we niet al te ver met de koffers hoefden te slepen. Wachtend op de shuttlebus nog snel even een sigaretje alvorens de periode van ‘verplichte onthouding’ in te gaan. Gelukkig houdt Schiphol nog een héél klein beetje rekening met verstokte rokers als wij, en zijn er zelfs rookaquariums geplaatst. Ze staan wel nergens aangekondigd en je moet er even naar zoeken, maar ze staan er wel, alle drie.

De vlucht verloopt vlekkeloos. Toch moet ik er erg aan wennen dat je tegenwoordig overal voor moet betalen. Niet het koptelefoontje van drie euro, want dat schijnt dan weer wel in de ticketprijs te zijn inbegrepen. Even na negenen lokale tijd streken we neer op Terceira, gelukkig zonder het absurde applaus dat tegenwoordig bij chartervluchten lijkt te horen. Wellicht weerklonk het niet omdat het vliegtuig slechts voor de helft gevuld was, en wellicht omdat de Azoren niet een bestemming zijn voor het standaard vakantiepubliek, maar het bleef ons gelukkig bespaard.

Zonder noemenswaardige douanefaciliteiten stonden we al snel aan de balie van Herz, met daarachter slechts één dame die ook nog eens alle formulieren handmatig moet invullen. Een andere, enigszins corpulente, dame doet buiten de overdracht van de auto’s. Nu heb ik al eerder auto’s gehuurd en ken zo langzamerhand alle trucjes wel. Toch blijft het me verbazen hoe naïef of stom men soms denkt dat je bent. De dame had een razendsnel rondje rond de auto gelopen en vroeg daarna nogal dwingend om mijn handtekening. Het feit dat ik zelf een rondje rond de auto wilde lopen en bovendien vond dat er veel meer schadekruisjes op papier moesten komen werd me niet echt in dank afgenomen.

Mijn liefste had ondertussen informatie ingewonnen over hoe we moesten rijden naar onze overnachtingsplek. Maar zodra iedereen vol overtuiging roept dat het ‘kinderlijk eenvoudig’ te vinden is, weet ik al dat ik straks hopeloos zal verdwalen. Door ervaring wijs geworden was ik van plan geweest om mijn TomTom mee te nemen, maar ook al heb ik daarop alle kaarten van West Europa, de Azoren vallen daar, volgens TomTom althans, opeens niet onder. Ze moesten zelf toegeven helemaal geen kaarten te hebben waar de Azoren überhaupt op voorkomen.
En ja, we raakten inderdaad vreselijk verdwaald. Tot we op een gegeven moment, op de parkeerplaats van het plaatselijke mortuarium, een vriendelijke joint-bouwer troffen. De man sprak niet genoeg Engels om ons de weg te wijzen, maar bood spontaan aan om ons te brengen. En gelukkig maar, op eigen houtje hadden we het nooit gevonden!

Achteraf bleek dat we bepaald niet de enigen waren die moeite hadden het juiste adres te vinden. Nog twee stellen die met dezelfde vlucht waren gekomen hadden hetzelfde probleem. Een stel was er net toen we aankwamen, het andere kwam een hele tijd na ons pas aan.

30-05-09