Bestuderen van mensen vind ik heerlijk en een van de meest voor de hand liggende plaatsen is de supermarkt tijdens het boodschappen doen. Iedereen doet dat namelijk anders en de inhoud van het karretje of mandje zegt veel over de persoon die boodschappen doet én zijn gezinssituatie. Het is natuurlijk geen absolute wetenschap en checken doe ik het ook nooit maar ik denk dat áls ik mijn conclusies zou controleren ik niet zo héél ver van de waarheid af zou zitten.
Vanmorgen mocht ik weer. Na mijn liefste op haar werk te hebben afgezet, we delen momenteel de auto als dat nodig is, reed ik rechtstreeks door naar de Nettorama. Niet mijn favoriete supermarkt, je kunt er veel namelijk niet krijgen, maar voor de bulk-boodschappen is het er prima en nog enigszins betaalbaar. En dat is in deze tijden, en met ons budget, dus géén overbodige luxe.
Daar het nog redelijk vroeg was bleek het nog niet al te druk. Vooral moeders met kleine kinderen en een enkele eenling zoals ik. Na mijn lege flessen te hebben ingeleverd, alle twee, ging ik het poortje door en struikelde haast over een klein blond meisje met twee kleine staartjes dat overal naar liep te kijken behalve voor zich uit. In haar knuistje hield ze een plakje vleeswaar waar ze af en toe afwezig een muizenhapje van nam. Bij de aardappels stond een oudere dame over haar brillenglazen heen de tekst op een zak eigenheimers te lezen, haar karretje achteloos midden in het pad. Een blik in het karretje vertelde me dat ze alleen voor zichzelf boodschappen deed, de reeds afgewogen porties boontjes en spruiten waren duidelijk voor één persoon. Bij de diepvries liep een oudere heer duidelijk de artikelen te zoeken die zijn vrouw op het boodschappenlijstje had gezet. Het handschrift op het lijstje was namelijk duidelijk van een vrouw. Hij leek me het type ´zoeker´, het type dat doorgaans mét zijn vrouw boodschappen doet en dan braaf, het karretje duwend, achter zijn vrouw aan loopt terwijl zij bepaalt wat er in het karretje gaat. Nu, zonder vrouw, liep hij duidelijk verloren rond en wenste dat hij de vorige keren beter had opgelet wáár hij de opgeschreven artikelen kon vinden.
Bij de toetjes waren twee knulletjes van een jaar of zeven aan het klieren en de bijbehorende moeder was in geen velden of wegen te bekennen. Ze waren nogal luidruchtig en liepen de man die de toetjes moest bijvullen duidelijk voor de voeten. Ik parkeerde mijn karretje aan de kant en verdween in een van de zijpaden maar het gegil van de beide knulletjes klonk overal overheen. Aan het rumoer te horen hadden ze blijkbaar iets omgegooid en wezen de vuller, quasi beleefd en op luide toon, op de ontstane troep. Zuchtend maakte de jongeman zich uit de voeten om een schoonmaakmateriaal te gaan halen terwijl de jongens toe bleven kijken, trots op wat ze hadden veroorzaakt. En terwijl de vuller even later aan het dweilen was zag ik de ´zoeker´ aankomen. Geheel opgaand in zijn boodschappenlijstje lette hij even niet goed op en gleed uit over de pas gedweilde vloer. Met een ijzingwekkende bons kwam hij zittend op de vloer terecht wat de knapen meteen een hard gelach ontlokte. Op zulk spektakel hadden ze helemáál niet durven hopen en ze genoten er luidkeels van.
Geheel beduusd liet de man zich door de toegesnelde vuller weer overeind helpen. Er bleek gelukkig niets gebroken en ook zijn kleding was niet beschadigd..alleen het zitvlak van zijn keurig geperste pantalon was nat van de pas gedweilde vloer.
´Het lijkt wel of die meneer in zijn broek heeft geplast!´ hoorde ik een van de knapen roepen waarop beiden weer in lachen uitbarstten.
Het onfortuinlijk heerschap hoorde het duidelijk ook en begon langzaam enigszins rood aan te lopen. De aderen op de zijkant van zijn hoofd begonnen vervaarlijk op te zwellen en hij leek te zoeken naar wat hij nu moest doen. Met in de ene hand zijn boodschappenlijstje en met de andere hand zijn karretje voortduwend kwam hij tot een beslissing. Met een nog steeds rood hoofd siste hij de beide knapen het eerste toe wat blijkbaar in hem was opgekomen: ´Addergebroed!´ en vervolgde zijn zoektocht een zijgang in, de beide knapen enigszins beduusd achter latend.
08-10-07