donderdag 4 december 2008

ABS

Ik heb er altijd een vreselijke hekel aan als er plotseling op het dashboard lampjes beginnen te branden. Meestal betekent dat weinig goeds, en volgt er een dikke rekening.
Ik was nog maar nauwelijks de straat uit of het gedonder begon. Linksboven op het dashboard floepte opeens een oranje lampje aan net daarop een slingerend autootje. Nu heb ik deze auto nog niet zo heel erg lang, dus ik had geen flauw idee wat het symbooltje me wilde vertellen, dus bij de eerste mogelijkheid zette ik de auto aan de kant en dook ik in het instructieboekje. Niet veel later wist ik het: het betrof het waarschuwingslampje voor het ABS-systeem.
Nu zijn er maar een paar zaken wezenlijk van belang bij een auto, en een daarvan is dat de remmen het doen en, vooral ook, blijven doen. Maar met een vol programma moet je dan toch maar ruimte maken voor een bezoekje aan de garage. Dus ik stap een klein half uur later de garage binnen en meldt me aan de balie. Een vriendelijke meneer staat me te woord en zegt dat de werkplaats pas over drie kwartier tijd heeft om naar mijn probleem te kijken. Of ik dus een kop koffie wilde terwijl ik wachtte? Wetend welke zaken ik nog te regelen had besloot ik het er maar op te wagen en, in plaats van te wachten, nog snel een paar zaken af te handelen en dan later terug te komen.
Precies op het afgesproken tijdstip stap ik de showroom weer binnen en overhandig mijn sleutels. Met een kop koffie in de hand ben ik even later verwikkeld in een levendige discussie met een aantal andere wachtenden aan de leestafel. Over de functie van kleuren in de moderne schilderkunst, over Rudolf Steiner, en over medische missers en de arrogantie van bepaalde specialisten. Hoe we er allemaal op kwamen weet ik niet eens meer, maar een voor een werden de anderen weggeroepen en bleef ik moederziel alleen achter. Een klein kwartiertje later was ik aan de beurt en kwam de baliemedewerker me halen, een brede glimlach op zijn gezicht. ‘We hebben een klein probleempje Meneer de L’Ecluse…’ Ik trok een vragend gezicht en volgde de man terug naar de balie.
‘U komt binnen met een brandend lampje voor een storing in het ABS-systeem van uw auto, maar uw auto is helemaal niet uitgerust met een ABS-systeem! We hebben het voor de zekerheid nog even bij Citroën Nederland nagevraagd, en zij hebben ons de volgende uitdraai gestuurd.’ En op de kopie die de man laat zien is met een marker één zinnetje aangestreept: Géén ABS.
‘Maar waarom heb ik dan zo’n lampje, en waarom gaat het bovendien spontaan branden?’
Helaas moest men daar dus het antwoord op schuldig blijven en kon ik, na het achterlaten van drie tientjes voor het uitlezen van de boordcomputer weer huiswaarts keren. Mét een nog steeds brandend lampje overigens. Ze kunnen het lampje weliswaar verwijderen als ik dat zou willen, maar daarvoor moet het hele dashboard gesloopt worden, en dáár moet ik een aparte afspraak voor maken. Ik rij dus de komende tijd maar rond met een brandend lampje dat me waarschuwt voor een fout in een systeem dat mijn auto niet heeft. Het moet echt niet gekker worden!

04-12-08 II

Adrien de Witte, Meester en leraar

Ook al heeft het boekje dat voor me op tafel ligt maar een kleine 40 bladzijden, het is met liefde geschreven. Op de voorpagina prijkt een zwart-wit afbeelding van een van de Witte’s bekendste werken ‘Vrouw met rood corset’ (zie afbeelding) dat hij in 1880 op dertigjarige leeftijd schilderde en wat nu in het museum in Luik hangt.

Adrien de Witte werd in 1850 geboren in Luik, en de liefde voor de kunsten is hem werkelijk met de paplepel ingegeven. Zijn vader was schilder en zijn opa van moederskant was een verwoed verzamelaar van schilderijen. Op 16 jarige leeftijd begon Adrien lessen te volgen aam de Academie voor Schone Kunsten in Luik, en zijn werk valt meteen zodanig op dat de Academie hem nauwlettend blijft volgen.
In 1873 krijgt de dan 23 jarige Adrien een beurs van de Fondation Lambert Darchis, een organisatie die jonge mensen uit Luik en omgeving in staat stelt voor hun artistieke of religieuze vorming een tijdje in Rome te leven en/of te studeren, en vertrekt naar Italië In vogelvlucht bezoekt hij Venetië, Firenze en Rome. Rome bevalt Adrien echter zo goed dat hij een paar jaar later opnieuw naar Rome vertrekt, om er deze keer zes jaar te blijven. Dit tweede verblijf in Rome is een gelukkige, inspirerende en vruchtbare periode in het leven van De Witte, maar de angst om een besmettelijke ziekte op te lopen drijft hem in 1884 weer huiswaarts. Daar krijgt hij het aanbod om te komen doceren aan de Academie voor Schone Kunsten te Luik, maar De Witte weigert in eerste instantie. Hij wil liever naar Parijs voor zijn verdere ontwikkeling, maar in 1885 besluit hij toch maar het aanbod aan te nemen en keert terug naar zijn geboortestad.

Lesgeven wordt zijn grote passie, en Adrien stort zich vol ijver en overgave op zijn leerlingen en wordt door hen op handen gedragen. Zijn leerlingen zullen hem later omschrijven als een groot voorbeeld en de inspiratie die hen ‘naar zichzelf leerde kijken en over de eigen kwaliteiten leerde oordelen’. Voor zijn eigen productie betekent het professoraat echter een duidelijke vermindering, vooral op het terrein van zijn schilderijen. Hij schildert nog wel, maar de schilderijen vorderen slechts met, zoals Dechevalerie het omschrijft, ‘aristocratische traagheid’. Een beduidend hogere productie hebben zijn teken- en graveerkunst, een ander terrein waarop De Witte een Meester blijkt te zijn.

Buiten de Academie leeft en werkt De Witte als een enigszins gesloten en bescheiden mens. Hij leeft ook afgezonderd van de rest, en heeft weinig op met kunstenaars die vooral door geldelijk gewin schijnen te worden gedreven. De Witte doet daar niet aan mee, en dat is waarschijnlijk een van de oorzaken waardoor zijn naam en zijn kunst nu zo weinig bekendheid en waardering genieten. Toch is dat, in mijn ogen, volstrekt onterecht. Ik zie in zijn schilderijen een mens dat de natuur en het leven weergeeft zoals hij die ziet, zonder onnodige opsmuk en rekwisieten. Zijn kleuren zijn warm en helder en er spreek duidelijk een liefde uit voor zijn onderwerpen.

04-12-08