donderdag 6 november 2008

Hoop

Het is de dag na de overwinning, een klinkende overwinning. Zelden heeft een verkiezing zoveel emoties losgemaakt bij zoveel mensen, en blijdschap en het nauwelijks kunnen geloven streden om de eer als de meest overheersende emotie. Maar zeker ook hoop straalt aan de horizon. Een hoop op betere tijden en een verandering van wat was, in iets wat heel mooi kan worden.
Na 8 jaar Bush was iedereen in de wereld toe aan verandering, dus Obama had, wat dat betreft, het tij ook behoorlijk mee. Hetzelfde tij dat McCain zo vreselijk tegen had. Voor hem lag de ondankbare taak om de Amerikaanse kiezer ervan te overtuigen dat hij het anders zou doen, een overtuiging die hij tot op het laatste moment met verve kracht probeerde bij te zetten, maar welke slechts stuitte op dove oren bij de kiezer.

Ik heb genoten van de mooie beelden en de fraaie toespraak waarin Obama zijn overwinning claimde. Ik heb zeker ook genoten van de tranen en de onbeschrijfelijke vreugde bij zovelen die nooit, zelfs niet in hun stoutste dromen, hadden durven dromen dat er ooit een zwarte man de hoofdbewoner zou kunnen worden van het Witte Huis. Maar nu was het zomaar gebeurd en was er geschiedenis geschreven.
Het beeld dat me overigens van gisteren het meest is bijgebleven is niet dat van een enorme feestende menigte of van uitzinnige fans die huilend voor de camera’s verschenen en nauwelijks een zinnig woord konden uitbrengen. Zelfs niet de beelden van dominee Jesse Jackson, een bekend voorvechter van gelijke rechten en voormalig presidentskandidaat, wier tranen niet alleen ongeloof maar zeker ook spijt uitdrukten. Spijt dat het hem zoveel jaar geleden niet lukte om het Witte Huis te veroveren. Nee, de beelden die me het meest zijn bijgebleven van gisteren kwamen uit eigen land en werden geschoten van Bos en Balkenende bij hun reactie op de uitverkiezing van Obama. En het ging nog niet eens over wat ze nu precies van Obama vonden, ik werd meer getroffen door de scherpe tegenstelling in achtergronden waarvoor de beide heren staand werden geïnterviewd. Bij Balkenende was het een kerk op de achtergrond die het decor vormde voor het vraaggesprek. Treffend wellicht bij een minister-president van Christelijke huize, maar ik kon niet nalaten mezelf af te vragen wie dat achtergrondplaatje bedacht had. Als het voorbedacht was, alle hulde voor de spindoctor, want hij had de kleinburgerlijke moraal van JP niet treffender in beeld kunnen brengen. Hetzelde applaus geldt trouwens ook voor de pr-man van Kawouter Bos. Deze werd namelijk gefilmd, staand voor een houten boekenkast van Lundia. Een boekenkast die vooral opviel door een gebrek aan boeken trouwens, en méér tekenend voor Bos had het dientengevolge ook niet kunnen zijn.
Dat de Amerikanen een zwarte tijd tegemoet gaan moge duidelijk zijn, maar één ding hebben ze toch op ons voor. Het overgrote deel van het volk is dezer dagen bevangen door een gevoel van hoop. Hoop op een betere toekomst en hoop ook op het feit dat ‘the American Dream’ nog steeds bestaat en zomaar opeens werkelijkheid kan worden. Zélfs voor een zwarte man die nog maar zo kort geleden senator werd. Dat wapen van hoop is machtiger dan welk goed doordacht plan dan ook, en kan rare dingen doen met mensen. Het kan hen er namelijk toe bewegen om de meest zware bezuinigingen lijdzaam te ondergaan, omdat daarachter het licht te zien is. Omdat daarachter hoop gloort aan de horizon. En dat is iets waar hier bij ons niet echt meer sprake van is. Nu missen Bos en Balkenende beiden elk soort van charisma en mogen, zeker ook in retorieke zin, niet eens in de schaduw van Obama staan. Voor beide heren gaat namelijk een vergelijk met Bush eerder op. Dat vergelijk zit hem vooral in het feit dat het volk beide heren meer dan moe is en hun verhaaltjes allang niet meer moeiteloos slikt en pikt. Nadat de heren ons eerst trachtten te overtuigen van het feit dat de kredietcrisis ons land wel voorbij zou gaan, komen nu de berichten over de naderende recessie en het gehele kabinet blijft maar met geld strooien. Is het niet richting een bank of andere financiële instelling, dan doet Koenders het wel richting een andere bodemloze of corrupte echoput. Geld dat er feitelijk helemaal niet is en wat straks dan weer door nieuwe bezuinigingen en versoberingen door ons allemaal zal moeten worden opgebracht. Ik kan dan ook alleen maar hopen dat de komst van Obama het begin zal inluiden van een nieuw tijdperk, een tijdperk van hoop, dat eerst de Verenigde Staten overspoelt en daarna zijn weg zal vinden over de rest van de wereld. Verder hoop ik dat de periode tot de volgende verkiezingen zo kort mogelijk zal zijn en dat er, ergens vandaan, ook hier een man of vrouw opstaat met het charisma van een Obama die ons land uit het diepe moeras trekt dat zoveel kabinetten Balkenende hebben nagelaten. IJdele hoop wellicht, want ik zou überhaupt niet weten wie die rol zou kunnen en moeten vervullen. In de Haagse wandelgangen zie ik zo’n figuur niet, en zelf koester ik dergelijke ambities allerminst. Het zal dus wel weer bij hoop blijven, maar luidt het aloude spreekwoord niet: ‘Hoop doet de zotten in vreugde leven’?

06-11-08