Het heeft ruim zestig jaar geduurd, maar eindelijk heeft Peter een gezicht. Hij kan nu voortleven naast ‘zijn’ Anne, zij aan zij in de geschiedenisboekjes, een combinatie die hun in het leven nooit werd gegund.
Peter Schiff was de grote liefde van Anne Frank, ze schrijft regelmatig over hem in haar dagboekbrieven. Ze verschillen twee jaar in leeftijd als ze elkaar leren kennen. Anne is 11 en Peter 13, een heel verschil op die leeftijd, maar toch omschrijft Anne hem als ‘Groot, knap, slank met een ernstig, rustig en intelligent gezicht.’ Ze schrijft ook dat ze vooral dol was op zijn lach, want dan zag hij er zo ‘kwajongensachtig en ondeugend uit.’ De foto die nu van Peter Schiff bekend is dateert van de jaren 30, de tijd dat Peter op de lagere school zat in Berlijn, en is afkomstig van een jeugdvriendje van Peter die de foto al die tijd ergens had liggen. De foto zit op een briefje dat Peter aan zijn toenmalige vriendje gaf op het moment dat beide families het Nazi regime ontvluchtten: ‘Zum frohl. Andenken an Deinen Freund Peter Schiff’staat er op. Een aandenken dat, jaren later, wel eens het allerlaatste aandenken aan een veel te jong geknakt leven zou kunnen zijn.
Ik heb ‘Het Achterhuis’ jaren gelden voor het laatst gelezen voor mijn eindexamenlijst. Ik woonde toen in Den Haag en ben speciaal naar Amsterdam gereisd om zelf het Achterhuis te bezoeken. Je krijgt tenslotte zelden de kans om de plaats, waar een zo indrukwekkend boek zich afspeelt, ook daadwerkelijk te bezoeken. En ik was stil en geraakt, de sfeer tastbaar en bedreigend, óók na al die jaren.
De foto en het verhaal van Anne kennen we allemaal. Dat lachende jonge meisje aan een tafeltje, met voor zich een schrift. Ze wilde graag schrijfster worden. Haar gezicht, voor eeuwig jong, en voor eeuwig het symbool van een zeer zwarte periode uit ons aller geschiedenis. En een dergelijk icoon sterft niet, nooit. Toch brengt Peter’s foto Anne’s verhaal tot iets menselijker proporties terug. Als je beide foto’s naast elkaar ziet zijn ze weer beiden even kind, kinderen in een tijd die hen vijandig gezind was en waarin ze niet groot mochten worden, hun dromen niet mochten dromen, en niet mochten opgroeien tot de volwassenen die ze hadden kunnen zijn. Maar precies daarin schuilt zowel de tragiek als de kracht van Anne’s dagboek. Al haar plannen, al haar dromen, al haar ruzietjes en haar puberale gedachten en emoties. Het zijn en blijven woorden van een klein meisje dat niet groot mocht worden. Peter was er een deel van. Zijn naam was bekend en nu ook zijn gezicht, precies zoals Anne hem heeft gezien. Bij een jonge Anne hoort ook een jonge Peter, het cirkeltje is weer rond. Eindelijk herenigd en voor altijd samen. Het is goed.
26-02-08