donderdag 9 oktober 2008

Het kan verkeren...

‘Het kan verkeren..’ schreef Gerbrand Adriaenszoon Bredero (1585-1618) onder al zijn werk , en op de een of andere manier is dat gezegde in ons aller geheugen blijven plakken, en is nu een bekend gezegde.

Wie de kranten leest of de televisie aanzet, ontkomt dezer dagen bepaald niet aan de wereldwijde crisis op de financiële markten. Grote krantenkoppen schreeuwen ons toe en ook op de werkvloer is de wereldwijde toestand het gesprek van de dag. Zelfs Piet, mijn vaste mannetje achter de kassa bij de supermarkt, begon er vanmorgen over, terwijl ik tot op heden nooit meer dan een ‘Goedemorgen’ en ‘bedankt!’ met de man had gewisseld. Het zit de mensen duidelijk diep, en een ieder houdt zijn hart vast voor wat allemaal nog komen gaat.
Toch zou ik niet de onverbeterlijke optimist zijn die ik ben, als ik in deze situatie niet ook kansen zag. Kansen om nu, voor eens en voor altijd, paal en perk aan een aantal onverkwikkelijke zaken te stellen. Want dat zulks nodig is, kan niemand echt meer ontkennen.
Zo is het nu de tijd om de hele financiële wereld weer terug te brengen naar datgene waar ze oorspronkelijk voor bedoeld zijn: geld op een verstandige manier beheren, en daarmee rente uitkeren aan hen die hun geld op de bank hebben gezet. Bovendien dienen ze dat geld alleen dan uit te lenen als de schuldenaar ook in staat is om dat geld, inclusief een normale rente, ook weer terug te betalen. Of, zoals Piet het uitdrukte: ‘Als ge geen werk hebt, of geen geld, dan kent ge gewoon ook geen huis kopen zoals die Amerikanen..’

Bovendien zou ik het ook verstandig vinden om tegelijkertijd een aantal beslissingen terug te draaien die in het recente verleden zijn genomen, en waarmee voormalige staatsbedrijven, denk aan de elektriciteitsbedrijven en de spoorwegen bijvoorbeeld, weer terug te brengen in handen van de staat. Want daar horen ze thuis. Ze moeten weg uit de wereld van woekerwinsten en gewoon weer dat gaan doen waar ze goed in zouden moeten zijn: Diensten leveren aan het publiek tegen een normaal tarief. Ook het onderwijs en de gezondheidszorg mogen wat mij betreft mee op de schop. Ook daar moeten we snel terug naar de basis, en daarmee afscheid nemen van de vergader en managementcultuur die niet alleen enorm veel (oneigenlijk) geld kost, maar ook ten koste gaan aan het lesgeven of de zorg aan de patiënt.

Nu lijkt het misschien of ik een afkeer heb van verandering, of wellicht angst voor het nieuwe, maar niets is minder waar. Alleen is niet alles van ‘vroeger’ per definitie slecht en toe aan verandering. We vergeten namelijk wel eens dat de situatie die we nu als ‘vroeger’ aanduiden, óók het eindresultaat was van een heel proces van verandering en verbeteringen. En daarmee niet persé slecht of verkeerd. Bovendien zijn crises als deze, een normaal fenomeen dat eens in de zoveel tijd de kop opsteekt. Wellicht niet vaak op een dermate heftige wijze als het nu gebeurt, maar het is het corrigerende mechanisme van de economie om de extremen die zijn ontstaan weer terug te brengen tot meer aanvaardbaarder proporties. En dan geldt dus ook dat hoe extremer de excessen, hoe harder de ‘correctie’ toeslaat. En dat het bepaald allemaal niet zachtzinnig verloopt momenteel hoef ik niet echt meer uit te leggen dacht ik zo.

Optimisme voor de toekomst dus, ondanks het feit dat ook ik me wel degelijk zorgen maak over mijn eigen toekomst, zeker met een kabinet als het huidige, waar persoonlijke geldingsdrang een belangrijker uitgangspunt lijkt dan simpelweg de klus te klaren waar ze voor gekozen zijn. Maar één ding weet ik echter zeker, en dat is dat deze crisis van voorbijgaande aard is. Er zullen zeker nog vele slachtoffers volgen vòòr de storm helemaal is uitgeraasd, maar dan is ook wel meteen een vruchtbare bodem gecreëerd om een aantal hoognodige veranderingen door te voeren. Iets wat onder andere omstandigheden op veel meer verzet had kunnen rekenen.

09-10-08