Ik word zo langzamerhand bijna depressief van alle berichtgeving over de kredietcrisis. Al weken lang schotelt de krant ons dagelijks grote koppen voor die overlopen van de ellende. Als startend ondernemer kan ik depressieve gevoelens bepaald niet gebruiken, en moet ik het juist hebben van mijn natuurlijk enthousiasme, wil het ooit nog eens iets worden.
En dan doet de natuur weer zijn werk. In een programma, dat oorspronkelijk ergens vorige week is uitgezonden, kwam ik een uitspraak tegen die me weer op het juiste pad zette. De uitspraak ging over het Chinese woord voor crisis, dat samengesteld is uit twee andere karakters: dat voor gevaar en dat voor mogelijkheden. Daar bovenop bracht de krant vanmorgen (za 31-01-09, pag. TA3) een uitgebreid verhaal over het bedrijf SupPack BV in Nijkerkerveen (www.suppack.nl) , dat voortgekomen is uit een groep ontslagen en moeilijk elders te bemiddelen medewerkers van Unilever.
In mijn overactieve brein gebeuren er op zo’n moment een paar dingen tegelijk. Ten eerste neem ik mij voor om de directeur van SupPack uit te (laten) nodigen om zijn verhaal te komen vertellen voor de Kansrijke Bende waarmee ik dezer dagen het grootste deel van mijn tijd doorbreng. Dat moet kunnen lukken, en sluit precies aan bij het begrip ‘het zien van kansen’. Daarnaast begint, vrijwel tegelijkertijd, mijn tekstuele brein fanatiek te ratelen. De tweeledigheid van de Chinese uitleg van crisis is een perfecte kapstok om (een deel van) mijn eigen bedrijfsidee aan op te hangen. Kortom, ik kan weer verder.
Eén van de succesfactoren bij het opzetten van een eigen bedrijf is om uit te gaan van je eigen kracht. Van datgene waar je goed in bent dus. En één van de dingen waar ik goed in ben is lullen, ofwel een verhaal vertellen. Doorgaans hoef ik helemaal niet lang na te denken over hoe ik iemand iets zal duidelijk maken, ik begin gewoon met het gesprek en de juiste woorden komen vanzelf.
Een goed voorbeeld daarvan is een gesprek dat ik afgelopen donderdag had met een van mijn mede-bendeleden. Deze dame heeft een mooi en idealistisch idee uitgewerkt, maar hikte nogal aan tegen de vercommercialisering ervan: m.a.w. het uit handen geven van de productie. Op zich heel begrijpelijk, maar lastig als je er een echt succes van wilt maken. Ze kon haar prototype, helemaal zelf met bloed-zweet-en-tranen en ten koste van vele slapeloze nachten in elkaar geknutseld, niet loslaten. In het gesprek dat ik met haar had stelde ik haar voor dit prototype te bekijken als haar kind dat, na zo’n lange tijd, op het punt staat om uit te vliegen. Door een datum in haar agenda te prikken stelde ik voor om een einddatum aan haar ‘rouwproces’ te verbinden, en zich zo voor te bereiden op het onvermijdelijke moment van afscheid. Dat afscheid kon ze zodoende zelfs ritueel laten plaatsvinden door een ceremonie te houden. De energie die het krampachtig vasthouden haar nu kost, komt na het afscheid vrij en kan dan gebruikt worden om de weg van haar ‘kindje’ in de Grote Boze Buitenwereld verder te plaveien. Tot slot hield ik haar voor dat er, ondanks dat haar ‘kind’ nu haar eigen weg gaat zoeken in de wereld, het toch altijd háár kind zou blijven.
Door de zaken op deze manier voor te stellen, en ze dus in een andere vorm weer even dicht bij huis te brengen, kon mijn mede-bendelid in haar hoofd die overstap wel maken. Dat de fysieke uitvoering daarvan nog een paar dagen op zich laat wachten is daarmee verworden tot bijzaak.
En zo zie je maar, ook deze hoofd- of hartscrisis kent twee mogelijke oplossingen. De kant van de bedreiging betekent dat je alles krampachtig zelf wilt blijven doen en waarschijnlijk in de details zult blijven steken. De kant van de kansen en de mogelijkheden, uitbesteden van de productie en de vrijgekomen energie gebruiken om het idee verder uit te bouwen, geeft hoop en brengt de realiseerbaarheid van het idee weer een stapje dichterbij. Daarnaast geloof ik in haar en haar idee, en heb haar dat ook onomwonden laten weten. Bovendien heb ik toegezegd dat ik één van de allereerste klanten zal zijn als haar product eenmaal in de winkels ligt.
Dat in het bovenstaande geval de productie waarschijnlijk in China gaat plaatsvinden beschouw ik maar als toeval. Er komt, naast een hoop troep, tenslotte wel meer goeds uit China. Wijsheid bijvoorbeeld.
31-01-09