zondag 16 maart 2008

Minzaam

Ik kreeg onlangs een boze brief van iemand met wie ik, een aantal dagen eerder, een gesprek had. Dat gesprek verliep niet heel vlot, getuige de volgende zinsnede: ´……heb ik je gewezen op het feit dat je een minzaam lachje cq. grijns op je gezicht hebt …….. Ik heb aangegeven hier niet van gediend te zijn….´
Nu ben ik, van nature, een persoon die met de meeste mensen goed overweg kan. Bovendien ben ik iemand die graag conflicten omzeilt en nooit, bewust althans, mensen zal schofferen of beledigen. Om er echter, in dit geval, absoluut zeker van te zijn dat ik precies begreep waarmee ik mijn gesprekspartner blijkbaar tegen het hoofd heb gestoten, heb ik het belangrijkste woord, namelijk ´minzaam´, maar eens opgezocht in het woordenboek, dan kan ik deze boze reactie wellicht beter plaatsen. Het woordenboek dat ik ter hand nam, een uitgave van Wolters-Noordhoff uit Groningen, maakt deel uit van een hele set woordenboeken die ik van mijn vader cadeau kreeg toen ik nog op de middelbare school zat. In zijn opinie is een set woordenboeken een absolute ´must have´ en een levenslange bron van ´lering ende vermaeck´. En daar moet ik hem, nu zo´n kwart eeuw later, zeker gelijk in geven. Ik grijp er nog heel regelmatig naar als ik twijfel aan een bepaalde spelling of, zoals nu, wil weten wat een woord precies aan betekenissen heeft.
Ik zoek dus ´Minzaam´, en op pagina 836 staat het, niet al te ver van ´minkukel´. ´Minzaam´ heeft twee betekenissen, te weten ´vriendelijk´ en ´welwillend tegenover iemand van een lagere rang´. Daar de persoon aan de andere kant van de tafel mijn hiërarchische meerdere is, kan ik hier alleen maar concluderen dat hier de eerste omschrijving bedoeld wordt, namelijk die van ´vriendelijk´. Als ik het goed begrijp, wordt me dus verweten dat ik in een gesprek vriendelijk naar mijn gesprekspartner heb gekeken. Daar is hij blijkbaar niet van gediend. Nu heb ik altijd geleerd dat een vriendelijke benadering het beste werkt en dat je, ook al ben je het wellicht onderling niet eens, vooral vriendelijk moet blijven en open moet staan voor de dialoog. Elkaar op de bek slaan kan tenslotte altijd nog, al is dat niet bepaald het soort banale actie dat bij mij erg dicht aan de oppervlakte ligt. Nee, ik blijf eerder vriendelijk en zal lange tijd trachten om, in alle redelijkheid, tot een overeenstemming te komen. Maar bij deze persoon valt dat, blijkens zijn boze brief, in verkeerde aarde. Vriendelijk kijken mag dus niet. Vraag is dan vervolgens: ´Wat dan wel?´ Deemoedig? Hovaardig? Stoïcijns? Op de een of andere manier denk ik echter dat geen enkele manier van benaderen in zijn ogen genade zal vinden, behalve dan wellicht ´capitulerend´, maar hoe je dan zou moeten kijken? Ik weet het écht niet.

16-03-08