Als ik ’s ochtends mijn krantjes lees, stuit ik vaak op berichtgeving die me aan het denken zet. Vanmorgen was het de column van Annelie Langerak in ’s lands grootste ochtendblad.
In de column beschrijft Langerak hoe in Indonesië het filmfenomeen ‘pornosterren met kleren aan’ kon ontstaan. Op zich een interessant fenomeen, maar dat geloof ik allemaal wel. Porno is tenslotte overal onderwerp van oproer en religieus protest. Mijn echte interesse werd echter gewekt door haar beschrijving dat ‘honderden islamitische studenten en geestelijken op straat damesondergoed in brand staken uit protest tegen Myabi (een Japanse pornoactrice), als vernietigster van de moraal van de natie.’ Hoe komt iemand daarop?
Ik kan het niet helpen, maar ik vraag me dan meteen af hoe deze geestelijken aan dat damesondergoed zijn gekomen. Was het van dat degelijke Hema-spul dat ze gingen verbranden, of het meer frivole soort? Ik kan me nauwelijks voorstellen dat zo’n geestelijke zelf een winkel voor dameskleding binnenstapt. Komt er dan een verkoopster op hem af die bedeesd vraagt waarmee ze hem van dienst kan zijn? Fluistert hij dan iets onverstaanbaars in zijn baard? Of bromt hij bars dat het soort damesondergoed dat hij zoekt hem niets kan schelen omdat hij het toch gaat verbranden? Vragen, vragen, altijd maar die vragen! Een ander mogelijk scenario is natuurlijk dat de geestelijke de ondergoedlade van zijn vrouw en dochters heeft geplunderd. Ik hoop dan maar dat hij de minst afgedragen exemplaren heeft meegenomen, want die afgedragen exemplaren zitten de dames blijkbaar het lekkerst. Vooral tijdens ‘die periode van de maand’. En zou dochterlief haar vader bij thuiskomst na het demonstreren om uitleg hebben gevraagd wegens haar opmerkelijk lege lade? Als het in Indonesië net zo gaat als hier, draait Pa uiteindelijk toch op voor de kosten van vervanging.
Begin vorige maand stond in de Volkskrant bovenstaande foto die me ook enige tijd heeft bezig gehouden. Op de foto van Julien Chatelin zien we moslims bijeengepakt op straat bidden tijdens het vrijdaggebed in een smalle straat in Parijs. Op zich is de foto goed van compositie, maar wat mij het meest intrigeert is een uithangbord van een winkeltje aan de gevel links. Op dit uithangbord staat de tekst ‘Tissus Wax Bazin’, voor de deur staat een paspop met een Arabisch gewaad. Zo’n ontdekking bezorgt mijn fantasie meteen overuren. Wie is die ‘Bazin’, wat is haar verhaal, en wat doet ze met ‘Wax’?
Uit een grijs verleden weet ik dat de aankondiging Tissus betekent dat het hier om een winkel in stoffen gaat. De waarheid zal dus, zoals meestal, een heel stuk minder prozaïsch zijn. Bazin is dus hoogstwaarschijnlijk een extreem hardwerkende middenstander van mannelijke kunne en middelbare leeftijd, en al helemaal geen vrouw met een omfloerste oogopslag en een intrigerend verleden. In mijn fantasie heb ik haar inmiddels een hele levensgeschiedenis toegedicht. Niet allemaal even prettig wat ze heeft meegemaakt, maar ze leeft nog en verdient met haar winkeltje net genoeg om voor haar dochters en kleinkind te kunnen zorgen.
Ik vraag me wel eens af in welke wereld het beter toeven is: de dagelijkse wereld om ons heen of de wereld die ik in mijn fantasie uit het niets kan creëren?
01-04-11
Ik ben dit Blog begonnen om een podium te hebben voor mijn gedachten. Alle teksten, meningen en afbeeldingen op deze blog zijn dan ook van mij en van mij alleen. Het is dan ook niet toegestaan om tekst/delen van tekst/afbeeldingen etc van deze blog te gebruiken zonder mijn uitdrukkelijke en schriftelijke toestemming. Als je wilt reageren op een bericht of iets anders wilt zeggen of mededelen dan lees of hoor ik dat graag!