donderdag 18 juni 2009

Reisverslag Azoren IX (Slot): De zee op

Als we bij Casas de Frade ’s ochtends vroeg de berg afrijden wijzen alle tekenen op een zonnige en warme dag, naar mate we echter onze bestemming naderen wordt het grijzer en mistiger. Toch is de temperatuur zacht en ons humeur opperbest.
De routebeschrijving was, zoals wel vaker, summier: ‘ Om 8.45 melden bij het kantoor van Pico de Aventura onder de loopbrug op de boulevard van Ponta Delgada.’ Maar ook hier bleek dat het eenvoudiger te vinden was dan we verwachtten, we waren zelfs te vroeg. Dus streken we neer op een terras aan de haven voor een snel ontbijt. Het duurde niet lang of de hemelsluizen braken open.
De briefing was kort, maar interessant. Het verschil tussen tand- en baleinwalvissen heb ik me nooit gerealiseerd, noch wist ik hoeveel soorten dolfijnen er feitelijk op de wereld zijn. Daarna was het een kwestie van zwemvesten aan en de weg oversteken naar de haven. Het bootje was klein en danste over de golven, maar toch niet zo dat ik me één moment onveilig heb gevoeld. Het feit dat je zowat vast zat tussen je eigen stoel en die van degene voor je zal daaraan ook wel hebben meegeholpen.
Maar heb ik nu walvissen gezien? Nee. Wel twee soorten dolfijnen, veel zeevogels en een enkel exemplaar van de ‘Portugese Man-o-War’. Dit op een de kwal lijkend schepsel blijkt geen individu, zoals vaak gedacht, maar een kolonie van vier verschillende beestjes die zich gezamenlijk over de oceaan voortbewegen door middel van een speciale luchtzak die boven het water uitsteekt en als een soort zeil werkt. Erg giftig, maar prachtig om te zien. En verder was er regen, véél regen. We waren tot op het bot doorweekt toen ons bootje weer in de haven afmeerde, maar spijt van dit tripje hadden we allerminst.

Het enige minpuntje voor mij was dat ik direct achter een wat oudere Portugese dame zat die zich nogal zwaar had geparfumeerd. En ik kon op geen enkele wijze aan haar parfum ontsnappen. Hoe harder we voeren, hoe meer het lichaam heen en weer werd geslingerd en mijn neus weer vol werd geblazen met die nogal penetrante en overheersende geur. Ik snap het begrip van parfum helemaal, en meestal is het vele malen te verkiezen boven alle geuren die het anders maskeert, maar als je gedwongen blootgesteld wordt aan een niet zelf verkozen geur waaraan je ook met geen mogelijkheid kunt ontsnappen, dan wordt het zelfs voor mij soms te veel. Maar goed, ik ga er niet van uit dat de dame het expres deed, het is eerder een kwestie van ‘niet over nagedacht’. Helaas…

11-06-09

Reisverslag Azoren VIII: Duik-deceptie

Ik had me er zó op verheugd en zó naar toe geleefd, maar eenmaal in het water ging het mis: blinde paniek! Ook de tweede poging ’s middags liep op een diepe teleurstelling uit. Blijkbaar had ik het iets beter moeten plannen allemaal.
In september 2001 was ik in Egypte en haalde daar mijn duikbrevet. Het was iets wat ik al heel lang wilde, maar nooit eerder toe gekomen was. Het water was warm, mijn Duitse instructeur een geschikte vent, mijn (toenmalige) partner lag heerlijk op het strand te bakken, en ik leerde duiken. Die vakantie heb ik in totaal acht duiken gemaakt, tot op een diepte van 30 meter. Hoe de duik verliep en wat ik allemaal heb gezien valt terug te lezen in mijn logboek.
Ik zal niet beweren dat de aanslagen in de VS de voornaamste oorzaak zijn geweest, maar ze tekenden wel het feit dat de wereld vanaf toen nooit meer hetzelfde zou zijn. Ik herinner me nog goed hoe ik het hotel binnenkwam en de receptionist in gebrekkig Engels riep dat ik de tv aan moest zetten, want er was ‘Boem Boem’ in Amerika. Ik herinner me ook nog hoe ik werkelijk met open mond naar de tv-beelden heb zitten staren in volslagen ongeloof.
Ook mijn eigen leven is sindsdien nogal veranderd. Nauwelijks een jaar later was mijn toenmalige relatie voorbij en was ik in een nieuwe baan begonnen. Door dat werk verhuisde ik van Amsterdam naar het zuiden en leerde nieuwe mensen kennen. In 2004 kwam ik mijn Grote Liefde tegen en vrijwel meteen daarna werd ik ziek. Eerst die zware hernia en daarna de rest. In 2008 raakte ik, zoals bekend mijn baan kwijt en begon ik te bouwen aan een nieuw en eigen leven, aan een eigen zaak. En in al die jaren lag mijn logboek in een kast stof te vergaren.

Kort na de operaties in 2007 leek het erop dat ik nooit meer zou kunnen en mogen duiken. De artsen vonden het niet verantwoord. Zelfs toen ik probeerde medische goedkeuring te krijgen tijdens onze huwelijksreis op Tobago wilde de huisarts niet meewerken. Inmiddels zijn we weer bijna een jaar verder en is het medisch oordeel gunstiger: als ik het verstandig doe mag het. Dus vertrok ik met een medische verklaring in mijn logboek dit jaar op vakantie, in de hoop een paar duiken aan mijn ervaring te kunnen toevoegen. En wellicht heb ik mezelf onderschat en aan het duiken te veel waarde gehecht. Wellicht ook heb ik me onvoldoende gerealiseerd dat mijn lijf bepaald niet meer hetzelfde is als acht jaar geleden en ik dientengevolge dus beter eerst een opfriscursus had kunnen doen. Maar, eigenwijs en vol zelfvertrouwen als ik nu eenmaal ben, dacht ik dat het allemaal zou zijn zoals fietsen: je verleert het nooit.

De praktijk bleek dus anders, en ik heb er ook geen enkel probleem mee om dat toe te geven, maar het voelt wel als een enorme deceptie. Toch is het niet zo dat ik nu zeker weet dat ik nooit meer een poging zal wagen, alleen niet meer op deze manier. Ik merk toch dat ik mijn lichaam niet meer zo kan vertrouwen als ik dat eerder als vanzelf kon, en ik zal wat extra inspanning moeten verrichten om dat vertrouwen terug te winnen. Niet dat het erg is, maar het is wel een feit. Een feit waar ik rekening mee moet houden.

10-06-09