Het contract van mijn mobiele telefoon is afgelopen. Op zich niets mis mee, want bij een nieuw contract kan ik mezelf een hoop centen besparen, òf een hoop méér krijgen voor hetzelfde bedrag. Alle reden er dus enkele ogenblikken aan te besteden en e.e.a. eens wat nader te bekijken.
Op de website van mijn provider is keus genoeg. Ik kan kiezen tussen sim-only of een nieuw toestel met een abonnement. Ik wil het laatste, maar daar raak ik in verwarring. Wat maakt het mij uit van welk merk mijn mobiele telefoon is? Ik heb ooit een Nokia gehad, nog met zo’n vaste antenne erop, en dat was een heerlijk toestel. Geen gekke dingen erop en zelfs voor mij te begrijpen. Maar wat is in hemelsnaam een ‘intuïtieve Widget-interface’? Ben ik hopeloos verloren zonder GPS-receiver, A2DP, T9, RSS Reader of vluchtmodus? Alhoewel die laatste dan wel weer handig zou kunnen zijn…ALS ik wist waarvoor ik op de vlucht zou moeten zijn.
Een collega legt me uit wat die vluchtmodus precies doet. Door het indrukken van één knopje stelt je mobiele telefoon zich zodanig in dat je voldoet aan alle gestelde veiligheidseisen en normen. Maar zo’n knopje zit toch al op alle mobiele telefoons in de vorm van het ‘uit-knopje’?
Een andere keuze die ik schijn te moeten maken is die over mobiel internet. Niemand heeft me tot nu toe nog kunnen uitleggen waarom ik dat juist zou moeten willen. Waarom zou ik met een zo’n lullig klein plastic stiftje proberen piepkleine toetsjes ingedrukt te krijgen om een e-mail te versturen? Thuis heb ik een enorm bureau met een comfortabele bureaustoel, een normaal formaat toetsenbord en een 19” scherm. Moet ik onderweg dan maar naar zo’n lullig klein schermpje zitten staren? Niet echt dus, en iemand die online iets van mij wil wacht maar even tot ik weer thuis ben.
Een USB-aansluiting dan? Heb ik die echt nodig? Het enige waarvoor die handig zou kunnen zijn is als je er je telefoon mee kunt opladen via je laptop. In mijn auto’s zitten geen usb-aansluitingen waarmee ik de muziek van mijn niet aanwezige Ipod in de auto kan afspelen. Ik ben nog van het oude stempel, van de sigarettenaansteker. Ook al een aansluitings-mogelijkheid die door de jeugd als volstrekt antiek wordt beschouwd. Dat merkte ik toen ik een nieuw navigatiesysteem ging kopen. Ik zal nooit de blik op het gezicht van de verkoper vergeten toen ik vroeg of er ook zo’n oplaadsnoer bij zat. Met nauwelijks verholen afkeer fluisterde hij dat zo’n volstrekt voorhistorische mogelijkheid nog steeds geboden werd. Maar zijn blik sprak boekdelen. In zijn ogen ben ik al volstrekt afgeschreven uit de gelederen van de moderne mens.
Ringtones is ook zo’n fenomeen wat me vreselijk kan verbazen. Mijn mobiele telefoon rinkelt zoals een telefoon dat al sinds mijn prilste jeugd doet, en daar kan ik prima mee leven. Waarom zou ik dan mijn telefoon willen laten klinken alsof de brandweer eraan komt? Waarom zou ik mijn omgeving het idee willen geven dat ik een politiescanner in mijn binnenzak heb en de politie op het punt staat binnen te vallen? Ik kan in mijn directe omgeving toch al niemand bedenken die zich daarover überhaupt zorgen zou maken. En als ze al zouden denken bij mij iets te kunnen vinden, dan zie ik ze vanzelf wel verschijnen. Ik ben al jaren een aantal zaken kwijt, en wie weet kunnen zie dan meteen ook ff opzoeken.
Ik blijf ondertussen twijfelen. Waarom is er niet een simpel en duidelijk mobieltje zònder al die onnodige opsmuk? Een collega wijst me op het mobieltje voor senioren. Gelukkig zegt hij het met een glimlach. Maar zó oud ben ik toch ook weer niet. Toch?
31-03-09
Ik ben dit Blog begonnen om een podium te hebben voor mijn gedachten. Alle teksten, meningen en afbeeldingen op deze blog zijn dan ook van mij en van mij alleen. Het is dan ook niet toegestaan om tekst/delen van tekst/afbeeldingen etc van deze blog te gebruiken zonder mijn uitdrukkelijke en schriftelijke toestemming. Als je wilt reageren op een bericht of iets anders wilt zeggen of mededelen dan lees of hoor ik dat graag!
dinsdag 31 maart 2009
vrijdag 27 maart 2009
Het Spook van Heilbronn
Men spreekt bij onze oosterburen al voorzichtig van een ‘megablunder’. Het DNA-profiel - waarmee o.a. de Duitse justitie al ruim vijftien jaar jaagt op ‘de vrouw’ die verantwoordelijk wordt gehouden voor minstens zes moorden en tientallen inbraken in Duitsland, Oostenrijk en Frankrijk- is namelijk hoogstwaarschijnlijk vals.
Men is er namelijk achter gekomen dat bij alle onderzoeken waar het betrokken DNA-profiel werd aangetroffen, gewerkt werd met wattenstaafjes van hetzelfde merk. Bij onderzoeken waar een ander merk wattenstaafjes gebruikt werd, werd geen DNA-profiel vastgesteld. Aannemelijk is dus nu dat een medewerkster van de producent of een inpakmedewerkster per abuis haar DNA op de staafjes heeft achtergelaten. Mede hierdoor is waardevolle recherchetijd verloren gegaan en is het onderzoek verder in de verdrukking gekomen.
Maar wie of wat is nu dat ‘Spook van Heilbronn’? De naam dankt hij of zij aan de brute moord op één, en een poging tot moord op een andere, agent in Heilbronn in het zuidwesten van Duitsland. Op 25 april 2007 zitten de 22-jarige agente Michèle Kiesewetter en haar collega, de 24-jarige Martin A., samen een broodje te eten in hun dienstauto. De ramen staan open. Luttele minuten later komt er een bruut einde aan het leven van Kiesewetter door een gericht nekschot. Een tweede kogel raakt A. in het hoofd, maar hij weet de aanslag te overleven. Hij raakt in een coma, maar blijkt bij het wakker worden zijn geheugen kwijt te zijn. Een aantal mensen heeft de schoten gehoord, maar niemand heeft ook daadwerkelijk iets gezien. Duitsland verkeert in shock.
Veertien jaar eerder, in 1993, sterft de dan 62-jarige Lieselotte Schlenger uit Ider-Oberstein. In haar huis worden sporen aangetroffen die overeenkomen met sporen die in 2001 worden veilig gesteld in het huis van de vermoorde Josef Walzenbach in Freiburg. De beide slachtoffers zijn kort na hun pensionering gewurgd. De zoektocht naar de dader loopt dood.
In februari 2008 duikt dezelfde dader weer op in het nieuws als de lichamen van drie autohandelaren uit Georgië uit een rivier bij Heppenheim worden gevist. Ze zijn door geweld om het leven gekomen. Hier worden twee mannen gearresteerd, een Irakees en een Somaliër. In de witte Ford van de Irakees wordt wederom het mysterieuze DNA veilig gesteld.
Vijftien jaar onderzoek in Duitsland, Oostenrijk en Frankrijk, en nog geen stap dichter bij een oplossing of arrestatie. Toch hebben de diverse politiekorpsen een enorme berg aan genetisch materiaal verzameld, van huidschilfertjes tot een pistool, en van een aangebroken bierflesje tot een heroïnespuit. Opmerkelijk is dat ze daaruit blijkbaar niet veel méér hebben kunnen opmaken dan dat het (waarschijnlijk) om een vrouw gaat. Maar wie ze is, waar ze vandaan komt, hoe oud ze is en wat haar motieven zijn blijft vooralsnog onduidelijk. Ook het uitloven van een beloning van € 100.000 heeft tot nog toe geen resultaat opgeleverd.
Dat de Duitse justitie erop gebrand is deze dader te stoppen is duidelijk. Vijftien jaar vol ongestoorde moord, inbraken en overvallen is geen plezierig feit om telkens weer te moeten uitleggen. En nu dit. Maar een terugslag als deze kan, achteraf, ook een zegen blijken. In een lang onderzoek is de kans op tunnelvisie levensgroot aanwezig. Het gedwongen opnieuw moeten bekijken van het feitenmateriaal, en het weten dat één antwoord in ieder geval niet klopt, kan soms leiden tot verrassende nieuwe inzichten. Inzichten die vervolgens de speurders weer voldoende aanknopingspunten op kunnen leveren om de dader alsnog te achterhalen en te stoppen. Want dat deze meedogenloze dader gestopt moet worden staat vast.
Duitsland, Oostenrijk en Frankrijk blijven zich ondertussen afvragen wie deze geheimzinnige persoon is en wat het motief kan zijn voor haar daden. Is er een link tussen de slachtoffers of zijn ze volkomen toevallig slachtoffer geworden van dezelfde persoon? Hopelijk zal de tijd het leren. Ik kan de opsporingsautoriteiten in de drie landen dan ook alleen maar succes en geluk toewensen in hun zoektocht naar het spook. Want soms heb je een beetje geluk nodig om juist dat ene puzzelstukje te vinden dat opeens alles duidelijk maakt.
In april 2008 is bovenstaande compositietekening door de Duitse Justitie gepubliceerd. Opmerkelijk is wel dat het een gezicht is van een man. Deze man is in 2006 gezien bij een inbraakpoging in Saarbrücken. Hij kan zowel de dader als een medeplichtige zijn. Dat het gevonden DNA een vrouwelijke dader aanwijst zou verklaard kunnen worden uit het feit als deze persoon een transseksueel blijkt te zijn, of uit het feit dat de wattenstaafjes dus al eerder met (onschuldig) inpakster-DNA vervuil blijken te zijn. Zien we op deze compositietekening dus het gezicht van het gezochte ‘Spook van Heilbronn’? Waarschijnlijker is echter dat deze man slechts een handlanger is. Tot op heden heeft de compositietekening helaas nog niet tot de zo gehoopte doorbraak geleid.
27-03-09
Men is er namelijk achter gekomen dat bij alle onderzoeken waar het betrokken DNA-profiel werd aangetroffen, gewerkt werd met wattenstaafjes van hetzelfde merk. Bij onderzoeken waar een ander merk wattenstaafjes gebruikt werd, werd geen DNA-profiel vastgesteld. Aannemelijk is dus nu dat een medewerkster van de producent of een inpakmedewerkster per abuis haar DNA op de staafjes heeft achtergelaten. Mede hierdoor is waardevolle recherchetijd verloren gegaan en is het onderzoek verder in de verdrukking gekomen.
Maar wie of wat is nu dat ‘Spook van Heilbronn’? De naam dankt hij of zij aan de brute moord op één, en een poging tot moord op een andere, agent in Heilbronn in het zuidwesten van Duitsland. Op 25 april 2007 zitten de 22-jarige agente Michèle Kiesewetter en haar collega, de 24-jarige Martin A., samen een broodje te eten in hun dienstauto. De ramen staan open. Luttele minuten later komt er een bruut einde aan het leven van Kiesewetter door een gericht nekschot. Een tweede kogel raakt A. in het hoofd, maar hij weet de aanslag te overleven. Hij raakt in een coma, maar blijkt bij het wakker worden zijn geheugen kwijt te zijn. Een aantal mensen heeft de schoten gehoord, maar niemand heeft ook daadwerkelijk iets gezien. Duitsland verkeert in shock.
Veertien jaar eerder, in 1993, sterft de dan 62-jarige Lieselotte Schlenger uit Ider-Oberstein. In haar huis worden sporen aangetroffen die overeenkomen met sporen die in 2001 worden veilig gesteld in het huis van de vermoorde Josef Walzenbach in Freiburg. De beide slachtoffers zijn kort na hun pensionering gewurgd. De zoektocht naar de dader loopt dood.
In februari 2008 duikt dezelfde dader weer op in het nieuws als de lichamen van drie autohandelaren uit Georgië uit een rivier bij Heppenheim worden gevist. Ze zijn door geweld om het leven gekomen. Hier worden twee mannen gearresteerd, een Irakees en een Somaliër. In de witte Ford van de Irakees wordt wederom het mysterieuze DNA veilig gesteld.
Vijftien jaar onderzoek in Duitsland, Oostenrijk en Frankrijk, en nog geen stap dichter bij een oplossing of arrestatie. Toch hebben de diverse politiekorpsen een enorme berg aan genetisch materiaal verzameld, van huidschilfertjes tot een pistool, en van een aangebroken bierflesje tot een heroïnespuit. Opmerkelijk is dat ze daaruit blijkbaar niet veel méér hebben kunnen opmaken dan dat het (waarschijnlijk) om een vrouw gaat. Maar wie ze is, waar ze vandaan komt, hoe oud ze is en wat haar motieven zijn blijft vooralsnog onduidelijk. Ook het uitloven van een beloning van € 100.000 heeft tot nog toe geen resultaat opgeleverd.
Dat de Duitse justitie erop gebrand is deze dader te stoppen is duidelijk. Vijftien jaar vol ongestoorde moord, inbraken en overvallen is geen plezierig feit om telkens weer te moeten uitleggen. En nu dit. Maar een terugslag als deze kan, achteraf, ook een zegen blijken. In een lang onderzoek is de kans op tunnelvisie levensgroot aanwezig. Het gedwongen opnieuw moeten bekijken van het feitenmateriaal, en het weten dat één antwoord in ieder geval niet klopt, kan soms leiden tot verrassende nieuwe inzichten. Inzichten die vervolgens de speurders weer voldoende aanknopingspunten op kunnen leveren om de dader alsnog te achterhalen en te stoppen. Want dat deze meedogenloze dader gestopt moet worden staat vast.
Duitsland, Oostenrijk en Frankrijk blijven zich ondertussen afvragen wie deze geheimzinnige persoon is en wat het motief kan zijn voor haar daden. Is er een link tussen de slachtoffers of zijn ze volkomen toevallig slachtoffer geworden van dezelfde persoon? Hopelijk zal de tijd het leren. Ik kan de opsporingsautoriteiten in de drie landen dan ook alleen maar succes en geluk toewensen in hun zoektocht naar het spook. Want soms heb je een beetje geluk nodig om juist dat ene puzzelstukje te vinden dat opeens alles duidelijk maakt.
In april 2008 is bovenstaande compositietekening door de Duitse Justitie gepubliceerd. Opmerkelijk is wel dat het een gezicht is van een man. Deze man is in 2006 gezien bij een inbraakpoging in Saarbrücken. Hij kan zowel de dader als een medeplichtige zijn. Dat het gevonden DNA een vrouwelijke dader aanwijst zou verklaard kunnen worden uit het feit als deze persoon een transseksueel blijkt te zijn, of uit het feit dat de wattenstaafjes dus al eerder met (onschuldig) inpakster-DNA vervuil blijken te zijn. Zien we op deze compositietekening dus het gezicht van het gezochte ‘Spook van Heilbronn’? Waarschijnlijker is echter dat deze man slechts een handlanger is. Tot op heden heeft de compositietekening helaas nog niet tot de zo gehoopte doorbraak geleid.
27-03-09
Labels:
blunder,
compositietekening,
DNA,
Duitsland,
Frankrijk,
handlanger,
Heilbronn,
inbraak,
moord,
onvindbaar,
Oostenrijk,
overval,
spook,
transseksueel,
vrouw,
wattenstaafjes
dinsdag 24 maart 2009
Bos doet vooral wat goed is voor Bos
Daar waar andere regeringen in de wereld al volop bezig zijn met het bestrijden van de crisis is ons land nog steeds aan het ‘overleggen’. Al weken is men aan het ‘overleggen’. Als het nu ging over waar de grootste pijn precies zit, dan kon ik er nog wel mee leven, maar in dit geval gaat het slechts om ordinaire partijpolitiek.
In tijden van crisis zouden alle persoonlijke en partijpolitieke belangen onbelangrijk moeten zijn. Het vasthouden daaraan is, in mijn ogen, hetzelfde als aan iemand die druk bezig is te verdrinken te gaan vragen waarom hij nooit een zwemdiploma heeft gehaald. Zoiets doe je niet. In zo’n geval help je eerst en discussie voer je achteraf.
Niet in het geval van dit kabinet echter. De leiders van de drie betrokken partijen kibbelen en kibbelen maar. Dagenlang wordt er gepraat en dagenlang komt men weinig tot niets verder. Zelfs vanuit Europa is Nederland inmiddels aangesproken op het ontbreken van adequate reddingsplannen, maar helpen doet het allemaal niets. De reden? Wederom partijpolitiek.
Crisis maakt dat burgers niet blij zijn, tot zover kan ik meekomen. En niet blije burgers kunnen zomaar opeens op een andere partij gaan stemmen, ook dat snap ik. Maar de hele zaak in de vernieling helpen om daarna te kunnen zeggen dat ‘hij’ (lees: Balkenende) dat heeft veroorzaakt is toch echt van de zotte. In tijden als deze al helemaal.
Toch doet Bos er alles aan om JP op alle mogelijke manieren in de wielen te rijden. Hij schoffeert de buurlanden en JP mag de brokken ruimen. Bos ontbreekt in Brussel wegens een ‘misverstand’, en de situatie kan slechts enigszins gered worden door De Jager op het laatste moment in te vliegen. Maar je mag toch van een goed betaalde minister enig besef verlangen van wat er speelt? Is het echt te veel gevraagd om van een minister te verlangen dat hij wéét wanneer hij ergens ècht moet zijn?
Ik ben geen politicus en zal het ook nooit worden. Noch snap ik iets van al die partijpolitieke belangen. Wat ik echter wel weet is hoe het eruit ziet als iemand zijn persoonlijk belang mijlenver boven het landsbelang plaatst. En juist dat zie ik de laatste tijd wel héél sterk bij Bos. Welke hoge post hij voor zichzelf op het oog heeft weet ik niet, zo goed ken ik hem nu ook weer niet. Maar van mij mag hij, gráág zelfs. Of hij nu Opperzoeloe of Hoge Commissaris van het Afvoerputje wil worden. De enige voorwaarde die ik stel is dat zijn kantoor ver weg is van Nederland. Hoe verder weg hoe beter. Ayaan zit ook al enige tijd in de USA en sinds het uitbreken van de kredietcrisis is het op haar front aangenaam stil. Eenzelfde plek zoek ik nu ook voor onze minister van Financiën. Iemand een goed idee?
Wellicht kan met het vertrek van Bos, en wellicht is er voor Rouvoet in Rome binnenkort ook wel iets leuks te doen, dan EINDELIJK een begin gemaakt worden met ingrijpen in deze verziekte graaicultuur.
24-03-09
In tijden van crisis zouden alle persoonlijke en partijpolitieke belangen onbelangrijk moeten zijn. Het vasthouden daaraan is, in mijn ogen, hetzelfde als aan iemand die druk bezig is te verdrinken te gaan vragen waarom hij nooit een zwemdiploma heeft gehaald. Zoiets doe je niet. In zo’n geval help je eerst en discussie voer je achteraf.
Niet in het geval van dit kabinet echter. De leiders van de drie betrokken partijen kibbelen en kibbelen maar. Dagenlang wordt er gepraat en dagenlang komt men weinig tot niets verder. Zelfs vanuit Europa is Nederland inmiddels aangesproken op het ontbreken van adequate reddingsplannen, maar helpen doet het allemaal niets. De reden? Wederom partijpolitiek.
Crisis maakt dat burgers niet blij zijn, tot zover kan ik meekomen. En niet blije burgers kunnen zomaar opeens op een andere partij gaan stemmen, ook dat snap ik. Maar de hele zaak in de vernieling helpen om daarna te kunnen zeggen dat ‘hij’ (lees: Balkenende) dat heeft veroorzaakt is toch echt van de zotte. In tijden als deze al helemaal.
Toch doet Bos er alles aan om JP op alle mogelijke manieren in de wielen te rijden. Hij schoffeert de buurlanden en JP mag de brokken ruimen. Bos ontbreekt in Brussel wegens een ‘misverstand’, en de situatie kan slechts enigszins gered worden door De Jager op het laatste moment in te vliegen. Maar je mag toch van een goed betaalde minister enig besef verlangen van wat er speelt? Is het echt te veel gevraagd om van een minister te verlangen dat hij wéét wanneer hij ergens ècht moet zijn?
Ik ben geen politicus en zal het ook nooit worden. Noch snap ik iets van al die partijpolitieke belangen. Wat ik echter wel weet is hoe het eruit ziet als iemand zijn persoonlijk belang mijlenver boven het landsbelang plaatst. En juist dat zie ik de laatste tijd wel héél sterk bij Bos. Welke hoge post hij voor zichzelf op het oog heeft weet ik niet, zo goed ken ik hem nu ook weer niet. Maar van mij mag hij, gráág zelfs. Of hij nu Opperzoeloe of Hoge Commissaris van het Afvoerputje wil worden. De enige voorwaarde die ik stel is dat zijn kantoor ver weg is van Nederland. Hoe verder weg hoe beter. Ayaan zit ook al enige tijd in de USA en sinds het uitbreken van de kredietcrisis is het op haar front aangenaam stil. Eenzelfde plek zoek ik nu ook voor onze minister van Financiën. Iemand een goed idee?
Wellicht kan met het vertrek van Bos, en wellicht is er voor Rouvoet in Rome binnenkort ook wel iets leuks te doen, dan EINDELIJK een begin gemaakt worden met ingrijpen in deze verziekte graaicultuur.
24-03-09
vrijdag 20 maart 2009
De leugens van Big Brother
Het is maar goed dat we er niet steeds bij stilstaan hoe veel gegevens er dagelijks van onze handel en wandel worden geregistreerd en vastgelegd, we zouden ons doodschrikken.
Neem nu eens een doorsnee dag. Om half acht gaat de wekker en geheel uitgerust spring je uit bed en onder de douche. Met de slimme energiemeter die de overheid ons wil opdringen wordt dat feit straks feilloos vastgelegd. Niet alleen hoe laat u onder de douche stapt, maar ook hoe lang u er onder blijft staan. Het ontbreekt alleen nog aan een camera om te zien of u er werkelijk alleen onder staat, maar dat terzijde.
Na de douche kleed u zich aan en gaat naar beneden voor uw ontbijt en de krant. Welke krant u leest en uw ontbijtgewoontes zijn ook bekend. Uw adresgegevens staan immers in de systemen van krant, en ook de supermarkt weet precies wat er in uw karretje zat toen u kwam afrekenen.
Na een laatste vluchtige kus op de wang van uw partner verlaat u het huis en stapt in de auto. Nog voor u de straat goed en wel uit bent gereden bent u al door minstens één camera gesignaleerd. Officieel hangen ze er om ‘overzicht te houden en bij onraad handelend te kunnen optreden’, maar wie dagelijks de kranten leest weet dat de politie in geen velden of wegen te bekennen is als het werkelijk fout gaat. Behalve als je een paar minuten te laat terug bent bij je auto om de parkeermeter bij te vullen. Maar ook dat is geheel terzijde.
Een paar minuten later draait u de radio aan en de snelweg op. De camera’s boven uw hoofd hebben u gezien. Ze weten niet alleen hoe hard u rijdt, maar ook welke richting u op de snelweg heeft ingeslagen. Onderweg rijdt u keurig de maximum snelheid, want van die andere controlerende camera’s bent u zich wel continue bewust. Eenmaal op het werk aangekomen bent u per kilometer snelweg minimaal op vijf verschillende beeldschermen te zien geweest. Net als het feit of u keurig twee handen aan het stuur heeft gehad en of u wel alleen in de auto zat.
Voor u het pand van uw werkgever kunt betreden passeert u ook nog diverse camera’s. Die op de parkeerplaats en die bij de ingang. Officieel hangen ze er om de boel ’s nachts te bewaken, maar om de een of andere duistere reden worden ze overdag nooit uitgezet. En u vraagt zich dan af hoe uw baas toch steeds te weten komt dat u even een paar minuten later was?
Aan het eind van de dag gaat u, op weg naar huis, nog even langs het winkelcentrum. U koopt wat zaken bij de bouwmarkt om thuis lekker verder te kunnen klussen, en stopt ook nog even bij de bloemenstal om uw partner met een ruikertje te kunnen verrassen: u bent tenslotte vandaag alweer vijf heerlijke jaren samen. Gelukkig is het nog net niet zover dat er plots een ambtenaar opduikt die u komt vragen voor wie die bloemen zijn, want vanuit de GBA (Gemeentelijke Basis Administratie) weet men al dat uw partner op deze datum vijf jaar geleden op uw adres werd bijgeschreven.
Na een heerlijk diner en een avondje televisiekijken gaat u dan om tien uur naar boven. De Big Brother van het kabelbedrijf weet inmiddels wat u zoal hebt bekeken deze avond dankzij uw digitale tv-abonnement. Men weet ook precies of u meteen bent gaan slapen, want diezelfde slimme energiemeter heeft precies geregistreerd dat het bedlampje pas om kwart over elf uitging. Gelieve dus even schriftelijk aan te geven of u A: heeft liggen lezen, B: met uw partner de dag nog even hebt doorgenomen, C: vakantieplannen heeft liggen maken, of D: iets anders heeft liggen/hangen/staan doen. Antwoorden s.v.p. middels de bijgesloten portvrije envelop en binnen twee dagen op te sturen naar Postbus 51 te Den Haag.
Natuurlijk is bovenstaand voorbeeld ietwat overdreven gesteld. Maar let er maar eens op hoeveel camera’s u dagelijks tegenkomt en hoe vaak u uw bankpas door een gleuf haalt om iets af te rekenen. Elk van die bewegingen wordt ergens door iemand vastgelegd.
Treffender wordt het als er een situatie zou zijn zonder al die camera’s en andere manieren voor het verzamelen van data over uw leven en uw gedragingen. Als er op een avond een ambtenaar bij u op de stoep zou staan om in één avond al die gegevens die nu her en der verspreid over u liggen opgeslagen uit u los te peuteren, dan zou u zich doodschrikken. Niet alleen kwam hij met een steekwagen vol formulieren, maar ook zou u versteld staan en verbijsterd zijn over het detailniveau waarop er gegevens over u bekend zijn. Welke boter u op het brood smeert, of u voorkeur heeft voor kaas of worst en welke kleding u via de postorder de afgelopen tijd heeft besteld. En ja, ze weten óók waarom u toch steeds zoveel batterijen koopt bij de supermarkt.
Ik snap best dat een bepaalde hoeveelheid gegevens nodig zijn in het kader van het algemeen belang, om onze veiligheid enigszins te kunnen waarborgen. Maar van een heleboel gegevens die nu door bedrijven en instanties worden vastgelegd kun je het nut ernstig in twijfel trekken. De marketeer zal u zeggen dat de bedrijven al die gegevens nodig hebben om u juist die producten te kunnen aanbieden die u nodig heeft. Sommigen zeggen dat ze de gegevens gebruiken om de consument op maat gesneden aanbiedingen te kunnen doen. Maar de enige aanbiedingen die ik stelselmatig via de mail en post krijg behelzen juist aanbiedingen om iets aan die maat te doen. Of dat nu mijn buikomvang of die ‘andere lengte en omvang’ betreft.
Gelooft u het allemaal nog? Ik niet! Nu wil de overheid ons dus zo’n slimme energiemeter achter de voordeur plaatsen. Zogenaamd om ons ‘bewust te maken van ons verspillend gedrag’. Gelooft u dat nu werkelijk? Ik zie alleen maar een volgende poging van een immer betuttelende overheid om ook achter de Nederlandsche Veurdeur haar invloed verder te kunnen uitbreiden. Van het plaatsen van zo’n onding is het maar een kleine stap (terug) naar een klop op de deur die komt vragen waar de kindertjes blijven…
20-03-09
Neem nu eens een doorsnee dag. Om half acht gaat de wekker en geheel uitgerust spring je uit bed en onder de douche. Met de slimme energiemeter die de overheid ons wil opdringen wordt dat feit straks feilloos vastgelegd. Niet alleen hoe laat u onder de douche stapt, maar ook hoe lang u er onder blijft staan. Het ontbreekt alleen nog aan een camera om te zien of u er werkelijk alleen onder staat, maar dat terzijde.
Na de douche kleed u zich aan en gaat naar beneden voor uw ontbijt en de krant. Welke krant u leest en uw ontbijtgewoontes zijn ook bekend. Uw adresgegevens staan immers in de systemen van krant, en ook de supermarkt weet precies wat er in uw karretje zat toen u kwam afrekenen.
Na een laatste vluchtige kus op de wang van uw partner verlaat u het huis en stapt in de auto. Nog voor u de straat goed en wel uit bent gereden bent u al door minstens één camera gesignaleerd. Officieel hangen ze er om ‘overzicht te houden en bij onraad handelend te kunnen optreden’, maar wie dagelijks de kranten leest weet dat de politie in geen velden of wegen te bekennen is als het werkelijk fout gaat. Behalve als je een paar minuten te laat terug bent bij je auto om de parkeermeter bij te vullen. Maar ook dat is geheel terzijde.
Een paar minuten later draait u de radio aan en de snelweg op. De camera’s boven uw hoofd hebben u gezien. Ze weten niet alleen hoe hard u rijdt, maar ook welke richting u op de snelweg heeft ingeslagen. Onderweg rijdt u keurig de maximum snelheid, want van die andere controlerende camera’s bent u zich wel continue bewust. Eenmaal op het werk aangekomen bent u per kilometer snelweg minimaal op vijf verschillende beeldschermen te zien geweest. Net als het feit of u keurig twee handen aan het stuur heeft gehad en of u wel alleen in de auto zat.
Voor u het pand van uw werkgever kunt betreden passeert u ook nog diverse camera’s. Die op de parkeerplaats en die bij de ingang. Officieel hangen ze er om de boel ’s nachts te bewaken, maar om de een of andere duistere reden worden ze overdag nooit uitgezet. En u vraagt zich dan af hoe uw baas toch steeds te weten komt dat u even een paar minuten later was?
Aan het eind van de dag gaat u, op weg naar huis, nog even langs het winkelcentrum. U koopt wat zaken bij de bouwmarkt om thuis lekker verder te kunnen klussen, en stopt ook nog even bij de bloemenstal om uw partner met een ruikertje te kunnen verrassen: u bent tenslotte vandaag alweer vijf heerlijke jaren samen. Gelukkig is het nog net niet zover dat er plots een ambtenaar opduikt die u komt vragen voor wie die bloemen zijn, want vanuit de GBA (Gemeentelijke Basis Administratie) weet men al dat uw partner op deze datum vijf jaar geleden op uw adres werd bijgeschreven.
Na een heerlijk diner en een avondje televisiekijken gaat u dan om tien uur naar boven. De Big Brother van het kabelbedrijf weet inmiddels wat u zoal hebt bekeken deze avond dankzij uw digitale tv-abonnement. Men weet ook precies of u meteen bent gaan slapen, want diezelfde slimme energiemeter heeft precies geregistreerd dat het bedlampje pas om kwart over elf uitging. Gelieve dus even schriftelijk aan te geven of u A: heeft liggen lezen, B: met uw partner de dag nog even hebt doorgenomen, C: vakantieplannen heeft liggen maken, of D: iets anders heeft liggen/hangen/staan doen. Antwoorden s.v.p. middels de bijgesloten portvrije envelop en binnen twee dagen op te sturen naar Postbus 51 te Den Haag.
Natuurlijk is bovenstaand voorbeeld ietwat overdreven gesteld. Maar let er maar eens op hoeveel camera’s u dagelijks tegenkomt en hoe vaak u uw bankpas door een gleuf haalt om iets af te rekenen. Elk van die bewegingen wordt ergens door iemand vastgelegd.
Treffender wordt het als er een situatie zou zijn zonder al die camera’s en andere manieren voor het verzamelen van data over uw leven en uw gedragingen. Als er op een avond een ambtenaar bij u op de stoep zou staan om in één avond al die gegevens die nu her en der verspreid over u liggen opgeslagen uit u los te peuteren, dan zou u zich doodschrikken. Niet alleen kwam hij met een steekwagen vol formulieren, maar ook zou u versteld staan en verbijsterd zijn over het detailniveau waarop er gegevens over u bekend zijn. Welke boter u op het brood smeert, of u voorkeur heeft voor kaas of worst en welke kleding u via de postorder de afgelopen tijd heeft besteld. En ja, ze weten óók waarom u toch steeds zoveel batterijen koopt bij de supermarkt.
Ik snap best dat een bepaalde hoeveelheid gegevens nodig zijn in het kader van het algemeen belang, om onze veiligheid enigszins te kunnen waarborgen. Maar van een heleboel gegevens die nu door bedrijven en instanties worden vastgelegd kun je het nut ernstig in twijfel trekken. De marketeer zal u zeggen dat de bedrijven al die gegevens nodig hebben om u juist die producten te kunnen aanbieden die u nodig heeft. Sommigen zeggen dat ze de gegevens gebruiken om de consument op maat gesneden aanbiedingen te kunnen doen. Maar de enige aanbiedingen die ik stelselmatig via de mail en post krijg behelzen juist aanbiedingen om iets aan die maat te doen. Of dat nu mijn buikomvang of die ‘andere lengte en omvang’ betreft.
Gelooft u het allemaal nog? Ik niet! Nu wil de overheid ons dus zo’n slimme energiemeter achter de voordeur plaatsen. Zogenaamd om ons ‘bewust te maken van ons verspillend gedrag’. Gelooft u dat nu werkelijk? Ik zie alleen maar een volgende poging van een immer betuttelende overheid om ook achter de Nederlandsche Veurdeur haar invloed verder te kunnen uitbreiden. Van het plaatsen van zo’n onding is het maar een kleine stap (terug) naar een klop op de deur die komt vragen waar de kindertjes blijven…
20-03-09
woensdag 18 maart 2009
Bedankt!?!.....denk ik...
Zelden heb ik me weer zo jong gevoeld als de afgelopen dagen, het leek wel alsof ik terug was op de middelbare school en de examenperiode op het punt stond te beginnen. Maar niets was minder waar. Ik ben reeds 23 jaar van school en de ‘beproeving’ waar we voor stonden behelsde niet anders dan een presentatie te geven van waar iedere KEB-deelnemer momenteel staat in zijn ontwikkeling tot zelfstandig ondernemer.
Voor mijn eigen situatie had ik een duidelijke afweging gemaakt. Ik kon kiezen om ofwel het beelddenken een prominente rol in mijn presentatie te laten hebben (en het risico te lopen dat het verder alleen nog maar daarover zou gaan), of ik kon me richten op hoe ik mijn bedrijf wilde inrichten en welke diensten ik zou gaan aanbieden. Ik koos voor het laatste, maar gaf de panelleden vooraf een pagina of negen ondersteunende tekst mee ter voorbereiding.
Dinsdagmiddag, 15.48. slechts een paar minuten later dan gepland kon ik aan mijn presentatie beginnen. In de zaal niet alleen de beide panelleden, maar ook twee leden van ‘Taskforce 5’, waarbij ‘Queen V.’ zelfs speciaal van huis van huis was gekomen om mijn presentatie te beluisteren. Als dank vroeg ik haar om het commentaar van het panel in steekwoorden voor me te notuleren.
En dan ben je klaar met je presentatie en verkeer je in afwachting van datgene wat gezegd gaat worden. Al snel bleek ik toch een verkeerde keuze gemaakt te hebben. Het hele beelddenken intrigeert mensen zo dat je er niet omheen kunt er meer aandacht aan te besteden. Bovendien had het panel de begeleidende tekst met de titel ‘De gedachte en filosofie achter…’ opgevat als een begin van een businessplan. Misverstandje dus, want als ik het als zodanig had bedoeld had ik het wel in een businessplan-format gegoten en het ook zo’n naam meegegeven.
Bonuspunt was wel dat het panel in zag dat mijn dienstverlening onderscheidend is. Dat dan gelukkig weer wel. Niet dat ik dat niet zelf ook al had gemerkt, maar het is toch mooi meegenomen als andere ondernemers dat ook erkennen en er ook zo tegenaan kijken. Dat geeft de burger weer moed.
Een merkwaardige discussie ontspon zich een paar minuten later. Ik gaf in mijn presentatie aan dat ik het tekstschrijven als apart onderdeel van mijn bedrijf wilde positioneren, omdat het haaks staat op mijn andere bedrijfsactiviteiten van bedrijfsondersteuning, interim management en coaching. Tekstschrijven pas niet goed in dat rijtje, en het daarbij noemen roept alleen maar vragen op. En vragen oproepen is niet handig als je serieus en betrouwbaar wilt overkomen. En dus moet het apart, ik moet alleen nog bedenken hoe dan precies.
De discussie ontspon zich voornamelijk over de opmerking van een van de panelleden dat ik het tekstschrijven wellicht beter als binnenkomer kon gebruiken. Mijn reactie daarop was dat ik, eenmaal bekend als tekstschrijver, erg veel extra moeite zou moeten doen om òòk als adviseur of coach serieus genomen te worden. Andersom zou eventueel wel kunnen werken. Eerst als coach of als interimmer of als coach ergens binnen komen en dan laten weten dat ik eventueel óók met het schrijven van bedrijfsteksten van dienst kan zijn. Na nog wat heen en weer gepraat moest het panel toch bekennen dat ik waarschijnlijk gelijk had.
Na nog een paar clichés, zoals het feit dat het belangrijk is om een potentiële klant te laten weten wat je in het verleden zoal aan ervaring hebt opgedaan, zat de tijd erop. Eenmaal thuis besloot ik er eerst maar eens een nachtje over te slapen alvorens tot een oordeel te komen wat ik nu van deze exercitie geleerd had. En nu is dat nachtje voorbij.
Heb ik wat geleerd gisteren? Welzeker. Het heeft me in elk geval gesterkt in mijn idee dat ik op de juiste weg ben. Ik heb een goed idee in handen en ben er tevens sterker van overtuigd geraakt dat ik voor een aantal ondernemers duidelijk een verschil kan maken. Na deze eerste presentatie is het nu zaak om te gaan werken aan de financiële onderbouwing. Daar heb ik een paar weken de tijd voor, en daarna volgt weer een presentatie voor alleen dàt onderdeel van mijn plannen.
Een ander leerpunt is dat het bedroevend gesteld is met de humor. Leren ze je eerst dat er in elke presentatie een uitsmijter moet zitten, gééf je ze vervolgens niet één maar twee uitsmijters, dan moet je eerst uitleggen wat een gebakken ei in je presentatie doet. Pas dan wordt het begrepen. Humor is prima, maar het moet dan wel overduidelijk en minder subtiel worden gebracht.
Tot slot het beelddenken. Dat moet er òf helemaal uit, òf slechts subtiel vermeld worden bij training en coaching. Dat ik technieken daarvan ook gebruik bij management, coaching en begeleiding zal een ondernemer waarschijnlijk volstrekt koud laten. Als het een rol blijkt te (kunnen) spelen is het op dat moment vroeg genoeg om er over te beginnen.
18-03-09
Voor mijn eigen situatie had ik een duidelijke afweging gemaakt. Ik kon kiezen om ofwel het beelddenken een prominente rol in mijn presentatie te laten hebben (en het risico te lopen dat het verder alleen nog maar daarover zou gaan), of ik kon me richten op hoe ik mijn bedrijf wilde inrichten en welke diensten ik zou gaan aanbieden. Ik koos voor het laatste, maar gaf de panelleden vooraf een pagina of negen ondersteunende tekst mee ter voorbereiding.
Dinsdagmiddag, 15.48. slechts een paar minuten later dan gepland kon ik aan mijn presentatie beginnen. In de zaal niet alleen de beide panelleden, maar ook twee leden van ‘Taskforce 5’, waarbij ‘Queen V.’ zelfs speciaal van huis van huis was gekomen om mijn presentatie te beluisteren. Als dank vroeg ik haar om het commentaar van het panel in steekwoorden voor me te notuleren.
En dan ben je klaar met je presentatie en verkeer je in afwachting van datgene wat gezegd gaat worden. Al snel bleek ik toch een verkeerde keuze gemaakt te hebben. Het hele beelddenken intrigeert mensen zo dat je er niet omheen kunt er meer aandacht aan te besteden. Bovendien had het panel de begeleidende tekst met de titel ‘De gedachte en filosofie achter…’ opgevat als een begin van een businessplan. Misverstandje dus, want als ik het als zodanig had bedoeld had ik het wel in een businessplan-format gegoten en het ook zo’n naam meegegeven.
Bonuspunt was wel dat het panel in zag dat mijn dienstverlening onderscheidend is. Dat dan gelukkig weer wel. Niet dat ik dat niet zelf ook al had gemerkt, maar het is toch mooi meegenomen als andere ondernemers dat ook erkennen en er ook zo tegenaan kijken. Dat geeft de burger weer moed.
Een merkwaardige discussie ontspon zich een paar minuten later. Ik gaf in mijn presentatie aan dat ik het tekstschrijven als apart onderdeel van mijn bedrijf wilde positioneren, omdat het haaks staat op mijn andere bedrijfsactiviteiten van bedrijfsondersteuning, interim management en coaching. Tekstschrijven pas niet goed in dat rijtje, en het daarbij noemen roept alleen maar vragen op. En vragen oproepen is niet handig als je serieus en betrouwbaar wilt overkomen. En dus moet het apart, ik moet alleen nog bedenken hoe dan precies.
De discussie ontspon zich voornamelijk over de opmerking van een van de panelleden dat ik het tekstschrijven wellicht beter als binnenkomer kon gebruiken. Mijn reactie daarop was dat ik, eenmaal bekend als tekstschrijver, erg veel extra moeite zou moeten doen om òòk als adviseur of coach serieus genomen te worden. Andersom zou eventueel wel kunnen werken. Eerst als coach of als interimmer of als coach ergens binnen komen en dan laten weten dat ik eventueel óók met het schrijven van bedrijfsteksten van dienst kan zijn. Na nog wat heen en weer gepraat moest het panel toch bekennen dat ik waarschijnlijk gelijk had.
Na nog een paar clichés, zoals het feit dat het belangrijk is om een potentiële klant te laten weten wat je in het verleden zoal aan ervaring hebt opgedaan, zat de tijd erop. Eenmaal thuis besloot ik er eerst maar eens een nachtje over te slapen alvorens tot een oordeel te komen wat ik nu van deze exercitie geleerd had. En nu is dat nachtje voorbij.
Heb ik wat geleerd gisteren? Welzeker. Het heeft me in elk geval gesterkt in mijn idee dat ik op de juiste weg ben. Ik heb een goed idee in handen en ben er tevens sterker van overtuigd geraakt dat ik voor een aantal ondernemers duidelijk een verschil kan maken. Na deze eerste presentatie is het nu zaak om te gaan werken aan de financiële onderbouwing. Daar heb ik een paar weken de tijd voor, en daarna volgt weer een presentatie voor alleen dàt onderdeel van mijn plannen.
Een ander leerpunt is dat het bedroevend gesteld is met de humor. Leren ze je eerst dat er in elke presentatie een uitsmijter moet zitten, gééf je ze vervolgens niet één maar twee uitsmijters, dan moet je eerst uitleggen wat een gebakken ei in je presentatie doet. Pas dan wordt het begrepen. Humor is prima, maar het moet dan wel overduidelijk en minder subtiel worden gebracht.
Tot slot het beelddenken. Dat moet er òf helemaal uit, òf slechts subtiel vermeld worden bij training en coaching. Dat ik technieken daarvan ook gebruik bij management, coaching en begeleiding zal een ondernemer waarschijnlijk volstrekt koud laten. Als het een rol blijkt te (kunnen) spelen is het op dat moment vroeg genoeg om er over te beginnen.
18-03-09
vrijdag 13 maart 2009
Buiten de lijntjes kleuren
Al weken proberen ze mij nu alle vaardigheden bij te brengen om straks ZZP-er (= Zelfstandige Zonder Personeel) te kunnen spelen. Maar hoe meer ik erover nadenk, hoe meer ik de beklemming ervaar van de regeltjes en beperkingen.
Zo was er gisteren een cursus over presentatietechnieken. Op zich niet verkeerd daar de meesten van ons volgende week voor de eerste keer in hun leven serieus hun eigen plannen moeten presenteren. Maar waarom moet het allemaal zo verschrikkelijk stijf en correct?
‘Een goede presentatie bestaat uit drie delen: een inleiding, het middenstuk of de kern, en een afsluiting of conclusie. De conclusie mag maximaal 10% van de presentatie bedragen.’
Terwijl ik die woorden hoorde ging ik in gedachten de presentatie langs die ik reeds gemaakt heb. En natuurlijk voldoet die weer eens niet aan die eisen. Er zit natuurlijk een bepaalde logica en volgorde in, maar dat is mijn logica, mijn volgorde. Ook met de opmerkingen dat je moest beginnen met een kwinkslag en moest eindigen met een uitsmijter kon ik bedroevend weinig. Op mijn vraag of met die laatste de gebakken eieren op brood of een brede spierbundel aan de deur werd bedoeld, kwam ook al geen bevredigend antwoord.
Laten we wel wezen: in een project als de KEB (=Kansrijk Eigen Baas, zie ook www.kansrijkeigenbaas.nl ) wordt ons geleerd om straks ondernemer te zijn. Maar ik ben honderd keer liever OMB-er (=Ondernemer Met Ballen) dan OZB-er (=Ondernemer zonder Ballen). Een van de redenen dat ik namelijk ondernemer wil worden is namelijk dat ik nu lang genoeg precies binnen de lijntjes heb gekleurd. Ik wil nu eindelijk eens de dingen kunnen doen die ik zelf leuk vind en ze doen op de manier waarvan ik vind dat ze gedaan moeten worden. Ik ben het zat om maar steeds de opdrachten te (moeten) volgen van een ieder die meent in de positie te zitten om mij te commanderen.
Voor mij is authenticiteit een bestaansvoorwaarde voor het ondernemerschap. Het is bovendien de eigenschap die ik in dit land het allermeeste mis. Iedereen loopt maar een eind weg te klagen over de kredietcrisis en hoe weinig de overheid eraan doet. Mijn antwoord is dan héél simpel: neem het heft in eigen handen en maak er iets van! Doe datgene waar je goed in bent, en hoogstwaarschijnlijk ben je dan succesvol. Wellicht de eerste jaren niet meteen op financieel gebied, maar zeker wel als mens. En de omgeving zal u dan bovendien ook een stuk beter te pruimen vinden.
Ik hoor het gezegde ‘ Doe maar gewoon, dan doe je gek genoeg!’ vaak uitgesproken worden. Voor de goede waarnemer worden die woorden echter vaak gebezigd door lieden die maar al te graag zelf eens finaal uit de band zouden springen, maar dit blijkbaar niet durven. En daarom ontstaat er een soort moraal van gezamenlijke gezapigheid waarbij iedereen strak in toom moet worden gehouden. Waarom? Persoonlijk geloof ik helemaal niet dat de mens bedoeld is om als grijze muis door het leven te trippelen. Voor mij is elk mens een uniek individu dat het recht én de plicht heeft om zijn authentieke zelf te vinden en dat vervolgens naar buiten te brengen. Natuurlijk allemaal binnen de regeltjes van fatsoen en wet, dat dan weer wel, maar zelfs daarbinnen is er meer dan voldoende speelruimte om onderscheidend en daarbij jezelf te zijn.
Ik heb zelf een aantal jaar geleden besloten mezelf niet langer aan een heleboel zaken te conformeren. Sindsdien leef ik mijn leven op mijn manier, en doorgaans bevalt dat prima. Ik ben géén lid van een politieke beweging en slechts daar maatschappelijk actief waar ik denk een positief verschil te kunnen maken. Ik doe niet mee aan modetrends, heb geen MP3-speler en geen Blackberry of IPhone. Ik kan niet mobiel internetten en ben ook niet van plan daar binnenkort mee te beginnen. Op zaterdag ben ik niet in enige supermarkt te vinden en al helemaal niet op de oprit om mijn auto te wassen. Ik doe pas boodschappen als mijn voorraadkast echt leeg is en was mijn voiture op het moment dat ik dat nodig vind. Reeds jaren gelden heb ik mezelf het fenomeen van dwars door de kast koken eigen gemaakt, en dat levert soms culinair aardige verrassingen op. Soms is het ook echter gewoon een regelrecht drama en eet ik eens een dag wat minder lekker. So what?
Aanstaande dinsdag moet ik mijn presentatie houden. Tussen grofweg vier en vijf moet ik een aantal ondernemers trachten ervan te overtuigen dat mijn plannen goed doordacht en levensvatbaar zijn. Lig ik ervan wakker? Nee, verre van zelfs, in tegenstelling tot een aantal van mijn mede-KEB-ers. Niet alleen heb ik al vaker presentaties gehouden, maar bovendien heb ik vertrouwen in mezelf. Ik mag dan misschien in bepaalde ogen niet heel veel kunnen, om woorden zit ik niet vaak verlegen, dus red ik me wel. Mijn plannen zijn bovendien goed doordacht en met de financiële onderbouwing komt het ook wel goed. Ze weerspiegelen bovendien precies wie ik ben en hoe ik tegen de wereld aankijk. En is één ding wat ik zeker weet, en dat is dat de wereld zelf wel kan bepalen of mijn idee goed is. Als het idee goed is en de uitvoering doordacht, dan wordt het een succes. Is het dat allemaal niet, dan wordt het een ramp. En ik ga uit, eigenwijs als ik nu eenmaal ben, van het eerste scenario. Wat andere ondernemers er ook van mogen zeggen dinsdag.
13-03-09
Zo was er gisteren een cursus over presentatietechnieken. Op zich niet verkeerd daar de meesten van ons volgende week voor de eerste keer in hun leven serieus hun eigen plannen moeten presenteren. Maar waarom moet het allemaal zo verschrikkelijk stijf en correct?
‘Een goede presentatie bestaat uit drie delen: een inleiding, het middenstuk of de kern, en een afsluiting of conclusie. De conclusie mag maximaal 10% van de presentatie bedragen.’
Terwijl ik die woorden hoorde ging ik in gedachten de presentatie langs die ik reeds gemaakt heb. En natuurlijk voldoet die weer eens niet aan die eisen. Er zit natuurlijk een bepaalde logica en volgorde in, maar dat is mijn logica, mijn volgorde. Ook met de opmerkingen dat je moest beginnen met een kwinkslag en moest eindigen met een uitsmijter kon ik bedroevend weinig. Op mijn vraag of met die laatste de gebakken eieren op brood of een brede spierbundel aan de deur werd bedoeld, kwam ook al geen bevredigend antwoord.
Laten we wel wezen: in een project als de KEB (=Kansrijk Eigen Baas, zie ook www.kansrijkeigenbaas.nl ) wordt ons geleerd om straks ondernemer te zijn. Maar ik ben honderd keer liever OMB-er (=Ondernemer Met Ballen) dan OZB-er (=Ondernemer zonder Ballen). Een van de redenen dat ik namelijk ondernemer wil worden is namelijk dat ik nu lang genoeg precies binnen de lijntjes heb gekleurd. Ik wil nu eindelijk eens de dingen kunnen doen die ik zelf leuk vind en ze doen op de manier waarvan ik vind dat ze gedaan moeten worden. Ik ben het zat om maar steeds de opdrachten te (moeten) volgen van een ieder die meent in de positie te zitten om mij te commanderen.
Voor mij is authenticiteit een bestaansvoorwaarde voor het ondernemerschap. Het is bovendien de eigenschap die ik in dit land het allermeeste mis. Iedereen loopt maar een eind weg te klagen over de kredietcrisis en hoe weinig de overheid eraan doet. Mijn antwoord is dan héél simpel: neem het heft in eigen handen en maak er iets van! Doe datgene waar je goed in bent, en hoogstwaarschijnlijk ben je dan succesvol. Wellicht de eerste jaren niet meteen op financieel gebied, maar zeker wel als mens. En de omgeving zal u dan bovendien ook een stuk beter te pruimen vinden.
Ik hoor het gezegde ‘ Doe maar gewoon, dan doe je gek genoeg!’ vaak uitgesproken worden. Voor de goede waarnemer worden die woorden echter vaak gebezigd door lieden die maar al te graag zelf eens finaal uit de band zouden springen, maar dit blijkbaar niet durven. En daarom ontstaat er een soort moraal van gezamenlijke gezapigheid waarbij iedereen strak in toom moet worden gehouden. Waarom? Persoonlijk geloof ik helemaal niet dat de mens bedoeld is om als grijze muis door het leven te trippelen. Voor mij is elk mens een uniek individu dat het recht én de plicht heeft om zijn authentieke zelf te vinden en dat vervolgens naar buiten te brengen. Natuurlijk allemaal binnen de regeltjes van fatsoen en wet, dat dan weer wel, maar zelfs daarbinnen is er meer dan voldoende speelruimte om onderscheidend en daarbij jezelf te zijn.
Ik heb zelf een aantal jaar geleden besloten mezelf niet langer aan een heleboel zaken te conformeren. Sindsdien leef ik mijn leven op mijn manier, en doorgaans bevalt dat prima. Ik ben géén lid van een politieke beweging en slechts daar maatschappelijk actief waar ik denk een positief verschil te kunnen maken. Ik doe niet mee aan modetrends, heb geen MP3-speler en geen Blackberry of IPhone. Ik kan niet mobiel internetten en ben ook niet van plan daar binnenkort mee te beginnen. Op zaterdag ben ik niet in enige supermarkt te vinden en al helemaal niet op de oprit om mijn auto te wassen. Ik doe pas boodschappen als mijn voorraadkast echt leeg is en was mijn voiture op het moment dat ik dat nodig vind. Reeds jaren gelden heb ik mezelf het fenomeen van dwars door de kast koken eigen gemaakt, en dat levert soms culinair aardige verrassingen op. Soms is het ook echter gewoon een regelrecht drama en eet ik eens een dag wat minder lekker. So what?
Aanstaande dinsdag moet ik mijn presentatie houden. Tussen grofweg vier en vijf moet ik een aantal ondernemers trachten ervan te overtuigen dat mijn plannen goed doordacht en levensvatbaar zijn. Lig ik ervan wakker? Nee, verre van zelfs, in tegenstelling tot een aantal van mijn mede-KEB-ers. Niet alleen heb ik al vaker presentaties gehouden, maar bovendien heb ik vertrouwen in mezelf. Ik mag dan misschien in bepaalde ogen niet heel veel kunnen, om woorden zit ik niet vaak verlegen, dus red ik me wel. Mijn plannen zijn bovendien goed doordacht en met de financiële onderbouwing komt het ook wel goed. Ze weerspiegelen bovendien precies wie ik ben en hoe ik tegen de wereld aankijk. En is één ding wat ik zeker weet, en dat is dat de wereld zelf wel kan bepalen of mijn idee goed is. Als het idee goed is en de uitvoering doordacht, dan wordt het een succes. Is het dat allemaal niet, dan wordt het een ramp. En ik ga uit, eigenwijs als ik nu eenmaal ben, van het eerste scenario. Wat andere ondernemers er ook van mogen zeggen dinsdag.
13-03-09
maandag 9 maart 2009
Nooit nie..
Sinds gisteren weet ik het zeker: ik wil nooit, ik herhaal NOOIT, worden opgesloten! Het klinkt wellicht wat dramatisch, maar toch voelde het precies zo toen ik gisteren wegreed. Pa had niet eens meer in de gaten dat ik vertrok, maar toch bloedde mijn hart hem daar achter te moeten laten.
Het ging opeens in een stroomversnelling. Ik wist dat Pa op de wachtlijst stond, maar dat het zo snel zou gaan had echt niemand verwacht. Woensdag 25 februari kon hij, vanuit de dagopvang, in plaats van naar huis door naar boven. Er was inmiddels plaats. Er had een hevige epidemie van het Noro-virus gewoed, en dan kan het ineens snel gaan.
Ik hoorde het pas een paar dagen later, toen het kwaad al was geschied zeg maar. Niet dat ik iets had kunnen stoppen, zelfs als ik het al gewild had, maar toch kwam de klap harder aan dan ik verwachtte. Het is zo’n moment van finaliteit, zo’n moment waarvan je weet dat het daarna nooit meer zo gaat zijn als vroeger. En voor Pa was dat moment aangebroken en voorbij gegaan, zonder dat hij het zich ooit nog zal beseffen.
De laatste avond thuis had hij nog in zijn stoel gezeten en aan zijn vrouw gevraagd wanneer hij nou naar huis ging. Op zich wellicht grappig, maar meer nog tekenend voor zijn werkelijke geestesgesteldheid. Ook op de vraag van zijn vrouw of hij nog wel wist wie zij was, kwam alleen een aarzelend antwoord:’Ja, ik herken je wel…maar wie je nou precies bent..?’
En nu zitten we dan middenin een nieuw rouwproces. Het is typisch zo’n tijd waarin alles tegelijk schijnt te moeten komen. Eerst het (toch nog) plotselinge overlijden van mijn schoonmoeder, vervolgens de toestand met P., en nu dit met Pa. Zijn vrouw dwarrelt onwennig en eenzaam door het huis, en vraagt zich af of ze de juiste beslissing heeft genomen door Pa op een wachtlijst te zetten. En ook al begrijp ik haar gemengde gevoelens, dit is het beste voor iedereen, en zeker voor Pa. Hoe krom en tegenstrijdig het soms ook mag voelen.
En gisteren was het dan zover dat mijn liefste en ik hem voor het eerst in zijn nieuwe onderkomen gingen bezoeken. Ik kende de instelling al van een eerder bezoek dat ik aan de dagopvang bracht. Maar hoe men ook zijn best doet om het anders te doen voorkomen, bij een deur waar ik slechts met een code uit kan, gaan mijn nekharen nu eenmaal overeind staan.
Pa zit op de derde. De afdeling is vernoemd naar een wijk of stadsdeel. De naam roept herinneringen op, maar ik heb geen tijd er aandacht aan te schenken. Ik verheug me erop om Pa weer te zien, maar zie er ook tegenop. Zal hij zich inmiddels realiseren dat er iets definitief is veranderd en dat hij nooit meer naar huis zal gaan? Of is hij alleen maar blij bezoek te krijgen? Het blijkt het laatste, gelukkig. Zodra hij me de hoek om ziet komen glijd er een brede glimlach over zijn gelaat. Als hij een paar seconden later ook mijn liefste ziet verschijnen is hij helemaal blij. Dikke zoenen en een warme omhelzing zijn haar deel, ze ondergaat ze met een glimlach.
Even later zitten we in het restaurant beneden. Wat er ook met Pa aan de hand mag zijn, zijn eetlust heeft het in ieder geval niet verstoord. Een advocaatje met slagroom en daarna een kroket vliegen er achter elkaar in. En hij glimlacht de hele tijd. Vooral als zijn vrouw een paar exemplaren van zijn model-autoverzameling tevoorschijn haalt die straks zijn nachtkastje zullen sieren. Een gesprek is niet meer echt mogelijk, daarvoor loopt er inmiddels veel te veel door elkaar heen. Maar hij is blij ons te zien en blijft dat maar herhalen. Ik zie ook weer meer veranderingen. Hij wordt steeds magerder en ook zijn haar wordt niet meer dagelijks gewassen blijkbaar. Maar ook is zijn oude charme weer terug. Naar beide dames in het gezelschap is hij bijzonder vriendelijk en voorkomend, en hij blijft maar breeduit glimlachen.
Als we hem een uurtje later weer terug naar boven brengen gaat het mis. Hij is de kluts weer helemaal kwijt. In de lift kan hij niet meer bedenken of hij die nu dient te verlaten via de spiegel of toch via de andere kant. En dan zijn er die deuren. Elke deur heeft andere code, om zo de bewoners binnen te kunnen houden. En blijkbaar werkt dat. Iedereen gaat net aan tafel als we Pa in de woonkamer achterlaten. Iemand aan tafel heeft zijn aandacht getrokken, en dat geeft ons de gelegenheid stilletjes te verdwijnen. Op de weg naar beneden kijken mijn liefste en ik elkaar aan. Veel tekst is er niet nodig om het wederzijdse gevoel te beschrijven. Het begint met ‘Please shoot me BEFORE…’
09-03-09
Het ging opeens in een stroomversnelling. Ik wist dat Pa op de wachtlijst stond, maar dat het zo snel zou gaan had echt niemand verwacht. Woensdag 25 februari kon hij, vanuit de dagopvang, in plaats van naar huis door naar boven. Er was inmiddels plaats. Er had een hevige epidemie van het Noro-virus gewoed, en dan kan het ineens snel gaan.
Ik hoorde het pas een paar dagen later, toen het kwaad al was geschied zeg maar. Niet dat ik iets had kunnen stoppen, zelfs als ik het al gewild had, maar toch kwam de klap harder aan dan ik verwachtte. Het is zo’n moment van finaliteit, zo’n moment waarvan je weet dat het daarna nooit meer zo gaat zijn als vroeger. En voor Pa was dat moment aangebroken en voorbij gegaan, zonder dat hij het zich ooit nog zal beseffen.
De laatste avond thuis had hij nog in zijn stoel gezeten en aan zijn vrouw gevraagd wanneer hij nou naar huis ging. Op zich wellicht grappig, maar meer nog tekenend voor zijn werkelijke geestesgesteldheid. Ook op de vraag van zijn vrouw of hij nog wel wist wie zij was, kwam alleen een aarzelend antwoord:’Ja, ik herken je wel…maar wie je nou precies bent..?’
En nu zitten we dan middenin een nieuw rouwproces. Het is typisch zo’n tijd waarin alles tegelijk schijnt te moeten komen. Eerst het (toch nog) plotselinge overlijden van mijn schoonmoeder, vervolgens de toestand met P., en nu dit met Pa. Zijn vrouw dwarrelt onwennig en eenzaam door het huis, en vraagt zich af of ze de juiste beslissing heeft genomen door Pa op een wachtlijst te zetten. En ook al begrijp ik haar gemengde gevoelens, dit is het beste voor iedereen, en zeker voor Pa. Hoe krom en tegenstrijdig het soms ook mag voelen.
En gisteren was het dan zover dat mijn liefste en ik hem voor het eerst in zijn nieuwe onderkomen gingen bezoeken. Ik kende de instelling al van een eerder bezoek dat ik aan de dagopvang bracht. Maar hoe men ook zijn best doet om het anders te doen voorkomen, bij een deur waar ik slechts met een code uit kan, gaan mijn nekharen nu eenmaal overeind staan.
Pa zit op de derde. De afdeling is vernoemd naar een wijk of stadsdeel. De naam roept herinneringen op, maar ik heb geen tijd er aandacht aan te schenken. Ik verheug me erop om Pa weer te zien, maar zie er ook tegenop. Zal hij zich inmiddels realiseren dat er iets definitief is veranderd en dat hij nooit meer naar huis zal gaan? Of is hij alleen maar blij bezoek te krijgen? Het blijkt het laatste, gelukkig. Zodra hij me de hoek om ziet komen glijd er een brede glimlach over zijn gelaat. Als hij een paar seconden later ook mijn liefste ziet verschijnen is hij helemaal blij. Dikke zoenen en een warme omhelzing zijn haar deel, ze ondergaat ze met een glimlach.
Even later zitten we in het restaurant beneden. Wat er ook met Pa aan de hand mag zijn, zijn eetlust heeft het in ieder geval niet verstoord. Een advocaatje met slagroom en daarna een kroket vliegen er achter elkaar in. En hij glimlacht de hele tijd. Vooral als zijn vrouw een paar exemplaren van zijn model-autoverzameling tevoorschijn haalt die straks zijn nachtkastje zullen sieren. Een gesprek is niet meer echt mogelijk, daarvoor loopt er inmiddels veel te veel door elkaar heen. Maar hij is blij ons te zien en blijft dat maar herhalen. Ik zie ook weer meer veranderingen. Hij wordt steeds magerder en ook zijn haar wordt niet meer dagelijks gewassen blijkbaar. Maar ook is zijn oude charme weer terug. Naar beide dames in het gezelschap is hij bijzonder vriendelijk en voorkomend, en hij blijft maar breeduit glimlachen.
Als we hem een uurtje later weer terug naar boven brengen gaat het mis. Hij is de kluts weer helemaal kwijt. In de lift kan hij niet meer bedenken of hij die nu dient te verlaten via de spiegel of toch via de andere kant. En dan zijn er die deuren. Elke deur heeft andere code, om zo de bewoners binnen te kunnen houden. En blijkbaar werkt dat. Iedereen gaat net aan tafel als we Pa in de woonkamer achterlaten. Iemand aan tafel heeft zijn aandacht getrokken, en dat geeft ons de gelegenheid stilletjes te verdwijnen. Op de weg naar beneden kijken mijn liefste en ik elkaar aan. Veel tekst is er niet nodig om het wederzijdse gevoel te beschrijven. Het begint met ‘Please shoot me BEFORE…’
09-03-09
Abonneren op:
Posts (Atom)