vrijdag 29 augustus 2008

De Liberale Optimist


Zie hem daar staan! De vuisten gebald en met een strijdvaardige blik in de ogen. Mark Rutte heeft met zijn zelfgeschreven beginselverklaring een volgende stap gezet in de opstuwing van de VVD in de vaart der volkeren.
´De hardwerkende Nederlander´, dat moet de nieuwe focus van de VVD worden, maar de vraag is maar of deze groep zich door de figuur Rutte echt zo aangesproken zal voelen. Het benadrukken thema´s als de waarde van het onderwijs en de verheffing van de onderklasse zijn vooral oude retoriek en niet bepaald flitsend. Ook mag worden betwijfeld of iemand zich zal herkennen in het plaatje van de liberale, optimistische Nederlander, wiens voornaamste karaktertrek bovendien nog zou zijn dat hij zich niet laat betuttelen door de overheid. Is Rutte dan vergeten dat hij zelf deel uitmaakt van diezelfde overheid die het betuttelen van haar burgers op een heel nieuw plan heeft gebracht?
Op zich kan ik prima uit de voeten met het idee van een kleine overheid en een grote mate van vrijheid en eigen verantwoordelijkheid voor de burger. Daar is helemaal niets mis mee en stimuleert bovendien creativiteit en zelfredzaamheid bij de burger, iets wat node wordt gemist in onze regel-, belastings- en verzorgingsstaat. In een dergelijke visie zal de overheid dus de omstandigheden moeten creëren waarin haar burgers duidelijkheid hebben waar de verantwoordelijkheid van de overheid ophoudt en waar hun eigen verantwoordelijkheid begint. Bovendien zal de overheid erg terughoudend moeten zijn met het opleggen van allerlei wetten en regels waardoor die vrijheid van handelen weer teniet wordt gedaan of zelfs onmogelijk wordt gemaakt. Daarnaast zal de burger echter ook zeer duidelijk moeten weten en beseffen dat bepaalde keuzes ook bepaalde gevolgen hebben, je kunt geld tenslotte maar één keer uitgeven. Het is in Rutte´s visie dus de overheid die in veel gevallen terug zal moeten treden en duidelijk zal moeten maken wat nog door de overheid zal worden gefinancierd en wat niet.
In een land dat zo overgereguleerd en overgestructureerd is als het onze, is het bereiken van een dergelijke situatie bepaald geen sinecure. Een van de grootste struikelblokken daarbij zal echter zijn dat we afmoeten van het Calvinistische credo van de verheerlijking van de middelmaat. In een maatschappij waarin burgers een grote mate van zelfstandigheid en zelfredzaamheid dienen te bezitten, is een klimaat waar ´boven het maaiveld uitsteken´ als ´not done´ wordt beschouwd natuurlijk uit den boze. Dat Rutte daarbij een sleutelrol ziet weggelegd voor de leraar als ´de sleutel tot succes´ is op zijn minst opmerkelijk te noemen. Rutte zou zich tenslotte toch moeten realiseren dat het latere succes van toekomstige generaties begint bij betrokkenheid en een enorme inspanning en opoffering vergt van de ouders. Ouders dragen in ultimo de verantwoordelijkheid voor het gedrag en het latere succes van hun kinderen, dat is niet iets wat je zomaar op het bordje van de leraar kunt leggen. De ouders dienen te zorgen voor het bijbrengen van de basis voor wat betreft vaardigheden en normen en waarden normen, waarna de leraar zich voornamelijk kan richten op het uitbouwen daarvan. Zo was het ooit, en zo zou het weer moeten zijn, maar dat kan alleen als de ouders de keuze maken, de mogelijkheden en de wil hebben, om actief en intensief betrokken te zijn bij de opvoeding en verdere ontwikkeling van hun kind. Een taak die niet zomaar afgewenteld kan worden op het onderwijs.
Natuurlijk dring zich ook een vergelijking op met de beroemde speech van JFK. ´Don´t ask what the country can do for you, ask what you can do for your country!´ (Vraag niet wat je land voor jou kan doen, maar vraag wat jij voor je land kunt doen!). Maar daar houdt de vergelijking dan ook meteen weer op. Rutte ontbeert vooralsnog een hoop van het charisma en het zelfvertrouwen dat JFK uitstraalde, en heeft dus nog een lange weg te gaan. Het is niet onmogelijk, maar met deze paar A4-tjes is hij er nog lang niet. Rutte´s visie zal verder moeten worden uitgewerkt in concrete voorstellen en actiepunten zodat het VVD-congres er zich in november over kan uitspreken. Pas dan zal in beginsel duidelijk worden of Rutte de juiste snaar heeft weten te raken om (een deel van de) weggelopen kiezers terug te winnen.

29-08-08

dinsdag 26 augustus 2008

Kassa!


Op zich kan ik me er wel in vinden dat er regeltjes zijn. Regeltjes zijn nu eenmaal nodig om de maatschappij draaiende te houden en alles een beetje ordentelijk te laten verlopen, maar soms vergeet men bij het opstellen ervan zowel zijn hoofd als zijn hart te gebruiken. Een goed voorbeeld daarvan is de man die door de Belastingdienst geconfronteerd werd met een werkelijk absurde boete omdat hij vooral zijn hart volgde.
De man was op familiebezoek in België, en kreeg daar een telefoontje dat hij zijn zoontje met spoed moest ophalen. Omdat hij geen eigen auto heeft, leende hij een auto van een van zijn familieleden en scheurde daarmee de grens over richting zijn zoontje. Op deze snelle rit werd hij echter geflitst door een controleauto van de Belastingdienst en nadien aangehouden.
De belastingdienst redeneerde dat de man in een buitenlandse auto rondreed om zo de Nederlandse belastingregels te ontduiken, en legde hem de volledige BPM voor nieuwe auto´s, een bedrag van 6066 Euro, op als boete. Een absurd bedrag in een buitengewone situatie. Inmiddels heeft de man deze boete aangevochten voor de rechtbank, maar deze oordeelde dat de wet niet toestaat om een dergelijke boete te schrappen in een noodsituatie. De man zal dus gewoon moeten betalen. Bovendien moet hij dat bedrag zélf ophoesten, want de boete mag niet verhaald worden op de eigenaar van de auto.

Ieder weldenkend mens weet dat dit zo´n geval is waarbij de regels zijn toegepast in een situatie waarvoor ze niet zijn bedoeld. De oorspronkelijke regels zijn opgesteld om mensen inderdaad te kunnen beboeten als ze belasting ontduiken door bewust in een auto met buitenlands kenteken te rijden. Ze zijn echter nooit bedoeld geweest voor dergelijke gevallen als het bovenstaande. Het is dan ook des te stuitender dat de wet het de rechter verbiedt om in dergelijke extreme, dan wel noodgevallen, de boete te kunnen schrappen. De regels dienen dus dan ook zo snel mogelijk te worden aangepast, zodat de rechter naar redelijkheid een dergelijke boete kan schrappen als er overduidelijk geen sprake is van opzet of moedwillige belastingontduiking.

26-08-08

maandag 25 augustus 2008

PR-probleem


Hoe meer ik erover nadenk, hoe meer instanties en landen te maken hebben met een enorm pr-probleem. Neem België, daar slaagt men er maar niet in om een compromis te vinden tussen de Vlamingen en de Franstaligen. Bovendien blundert beoogd troonopvolger Filip vrolijk door het leven. zo erg zelfs dat nog geen 26% van de Vlamingen hem als een waardig troonopvolger ziet.
De Amerikanen hebben al jaren een ernstig imagoprobleem. Na het ´I did NOT have sexual relations with that woman!´ van voorganger Bill Clinton, moeten ze het al een aantal jaren doen met de niet al te snuggere Bush Jr. Vooral sinds duidelijk werd dat de inval in Irak op valse voorwendselen gebeurde, er bovendien geen duidelijke vooruitgang wordt geboekt op veel terreinen van zijn buitenlands beleid, én de economie nu finaal dreigt in te storten door de kredietcrisis en de torenhoge kosten van de oorlog, kan hij niet erg veel goed meer doen voor de gemiddelde Amerikaan.
Maar ook de Russen hebben een probleem met de manier waarop het grootste land van europa wordt bekeken. Bij velen, en dan vooral bij politici en opiniemakers, is het Kremlin nog vooral gelinkt aan de Koude Oorlog en de vooroordelen van het verleden. En dat terwijl de Russische economie harder draait dan ooit. De huidige inval in Georgië doet het land echter bepaald geen goed.
Een ander instituut dat kampt met een wereldwijde leegloop en een duidelijk dalende aanhang is de Rooms Katholieke Kerk. Door het ontbreken van een hedendaagse en duidelijke visie, eentje waar ook de gewone man mee kan leven, daalt het aantal kerkgangers en gelovigen gestaag verder. Eén Italiaanse priester, Antonio Rungi, zag zijn kans schoon en liet in de krant Corriere della Sera weten dat hij een schoonheidswedstrijd voor kloosterzusters gaat organiseren. Met die schoonheidswedstrijd wil hij laten zien dat het idee dat kloosterzusters allemaal oud en vermoeid zijn niet klopt. De priester zegt erover: ´Nonnen zijn bovenal vrouwen en schoonheid is een gave van God.´ Ja, zó ken ik er ook nog wel een paar! Maar hij zegt ook dat het idee niet van hemzelf afkomstig is, maar is aangedragen door de nonnen zélf. Opmerkelijk is dan weer wél dat nonnen die zichzelf voor de wedstrijd willen opgeven, juist aan hém een foto van zichzelf moeten opsturen. Ik kan het dan ook niet laten om mezelf af te vragen of Rungi niet wat erg veel moeite heeft met het hem opgelegde celibaat. Ik vrees dan ook dat de ingezonden foto´s hun weg dan ook zullen vinden tot onder de matras van menig monnikscel en priesterbed. Rungi laat overigens ook nog weten dat het hier vooral gaat om nonnen die oorspronkelijk afkomstig zijn uit Afrika en Latijns-Amerika. Met name zíj hebben er namelijk bij hem op aangedrongen om de schoonheidswedstrijd te houden.
Je zou bijna gaan denken dat het binnen de Kerk dus ook maar gewoon mensen van vlees en bloed zijn, met dan de nadruk op bijna.

25-08-08

vrijdag 22 augustus 2008

De Schatten van de Keizer


De tentoonstelling stond al maanden hoog op ons lijstje, maar woensdag was het eindelijk zover. ´s Ochtends vroeg stapten we in de auto om de dikke tweehonderd kilometer naar Assen af te leggen want daar, in het Drenths Museum, is nog tot eind augustus de tentoonstelling ´Het Terracotta Leger van Xi´an; Schatten van de eerste keizers van China´ te zien.
Eenmaal in Assen aangekomen bleek er al een enorme rij voor de deur van het museum te staan. Allemaal mensen die zich bepaald niet door de overvloedige regen lieten afschrikken en geduldig wachtten tot ze naar binnen konden. Wij besloten echter om niet achteraan aan te sluiten, en dan maar eerst het andere onderdeel op ons programma te gaan doen, het Gevangenismuseum te Veenhuizen, ook beslist een aanrader. Eenmaal weer terug in Assen bleek de rij nog niet geslonken, maar het was inmiddels wel gestopt met regenen. Dus parkeerden we de auto en liepen terug naar het museum om ons achteraan de rij aan te sluiten.
Eenmaal bij het museum stond er een bord buiten waarop werd aangekondigd dat het museum in deze laatste twee weken, de expositie duurt nog tot 31 augustus, ook ´s avonds tot 22.00 uur te bezoeken is. Dus keerden we weer om en gingen eerst op zoek naar een slaapplaats voor de nacht.
Rond 18.30 was het tafereel voor het museum duidelijk anders. Geen lange rij meer te bekennen, en we konden zo doorlopen naar de kassa. Eenmaal binnen bleken meer mensen hetzelfde idee te hebben gehad, want het was er, ondanks etenstijd, toch behoorlijk druk, tè druk. Toch werden we al snel betoverd door de beelden, gebruiksvoorwerpen en kunstwerken die daar in het verre China op verschillende plaatsen uit de grond naar boven zijn gehaald. Echt adembenemend en ontzagwekkend, neergezet in een moderne setting met sfeervolle belichting en muziek, waardoor de diverse stukken in staat werden gesteld hun eigen verhaal te vertellen.
Eenmaal weer buiten zochten we een terras op voor een hapje en een drankje. Dat vonden we een paar meter verderop bij het pas drie maanden oude, en bepaald goed op weg zijnde, Restaurant en Loungecafé ´Churchill´ op de Brink. Met een hoofd vol indrukken ontspon zich aan tafel een levendige discussie over het megalomane karakter van de keizer. Door het, door 700.000 arbeiders(!), aan gelegde mausoleum wilde hij niet alleen ook ná zijn dood goed voor zichzelf zorgen, maar heeft hij de wereld onbedoeld ook een zeldzaam kijkje gegeven in zijn gedachten- en belevingswereld. Een kijkje dat bepaald tot nadenken stemt, maar tegelijkertijd ook de wens om zelf naar China af te reizen weer verder aanwakkert.
Wie de tentoonstelling nog wil zien moet dus opschieten, hij duurt nog tot 31 augustus. Zéér de moeite waard, maar het is er druk. Ruim 315.000 mensen gingen reeds voor. Bovendien heeft Assen en omgeving voldoende te bieden voor een verblijf van een paar dagen, dus reden genoeg om naar Drenthe af te reizen. Voor hen die Assen wellicht te ver weg vinden, vanaf 1 oktober 2008 is de expositie te zien in het Belgische Maaseik in het Minderbroedersklooster.

Voor ons was Assen een positieve openbaring, en het zoveelste bewijs van het feit dat ons eigen land nog vele mooie plekjes herbergt die het bezoeken meer dan waard zijn. We komen dan ook zeker nog eens terug!

22-08-08

dinsdag 19 augustus 2008

Hufter no. 7


Hij maakt zich er niet erg druk om, en vindt zichzelf bovendien geen gevaar op de weg. Hij rijdt hoogstens vaak iets te snel. Toch oordeelde de rechter in Den Bosch gisteren anders: de 24-jarige Ossenaar moet binnenkort zijn rijbewijs voor vier maanden inleveren. Daarnaast kan hij een boete van 800 Euro verwachten.

Sommige mensen zouden eigenlijk geen rijbewijs mogen hebben. Dat is beter voor henzelf én voor hun omgeving. De 24-jarige brokkenpiloot, nummer 7 op de lijst ´verkeershufter top 10 district Maasland´, had gisteren de dubieuze primeur om als eerste ´chronische veelpleger´ voor de rechter te moeten verschijnen.
Dat daar toch wel gegronde reden toe was blijkt o.a. uit het feit dat hij op 29 februari j.l. er in slaagde om in twintig minuten vijf keer te hard te rijden, vijf keer vergat zijn knipperlicht te gebruiken, rechts inhaalde en over de vluchtstrook reed. En alsof dat allemaal nog niet genoeg was: hij presteerde dit alles met zijn mobiele telefoon aan zijn oor geplakt.
Tegenover de rechter voerde hij als excuus ´Ik had haast!´ aan. Daarnaast toonde hij zich zeer gepikeerd over het feit dat hij door de politie werd gevolgd die 29e februari, simpelweg omdat hij op de hufterlijst staat. ´Als je iemand een half uur volgt, maakt iedereen overtredingen.´
Dat hij op die lijst staat vindt hij bovenal irritant, en dat hij daarom extra in de gaten wordt gehouden weet hij ook. ´Ik moet dus zorgen dat ik zo snel mogelijk van die rotlijst kom..´ was de slotconclusie van hufter 7.
Ik weet het niet. Ik denk niet dat deze jongeman er al iets van begrepen heeft. Het is zo duidelijk een verhaal van oorzaak en gevolg, maar de Ossenaar ziet dat niet. Die ziet alleen maar een, in zijn ogen, ongezonde belangstelling van de plaatselijke hermandad voor zijn persoontje, zijn auto en zijn rijstijl. En ongetwijfeld vindt hij zichzelf stoer, erg stoer. In mijn woordenboek heb ik echter een andere benaming voor een dergelijk figuur: een enorme sukkel. Natuurlijk weet ik van het bestaan van hormonen, de tijd dat ik zelf jong was ligt nog nietzo héél ver achter me, maar er is een verschil tussen gedrag om te imponeren en stupide gedrag. Het gedrag van deze meneer valt toch echt in die laatste categorie, want hij vergeet gemakshalve maar even dat hij niet alleen zichzelf maar ook alle omstanders en medeweggebruikers in gevaar brengt met zijn krankzinnige capriolen. Iets wat door geen enkel argument te rechtvaardigen valt.
Speciaal voor hem dus deze goede raad die ik, speciaal voor zijn gebrekkige intelligentieniveau, voor hem zal uitspellen. Je komt alleen van die lijst af als je je gedrag en inzichten veranderd, niet eerder. Tot die tijd zal de politie je dus in de gaten blijven houden en je, elke keer weer opnieuw, voor de rechter slepen als je zo hardleers blijft. Je moet je dus, net als wij allemaal, gewoon aan de verkeersregeltjes houden. Die zijn er namelijk om het verkeer voor ons allemaal veiliger te maken, en bovendien zijn ze er om de rest van ons te beschermen tegen verkeershufters zoals jij. Houd je dus gewoon aan de regels en dan is er niets aan het handje. Het zou toch eeuwig zonde zijn als er straks op een grafsteen stond geschreven: ´Hier ligt hufter 7, hij was stoer in het verkeer, zijn hele- veel te korte- korte leven…´. Toch?

19-08-08

maandag 18 augustus 2008

D.N.R.


Er is grote commotie ontstaan naar aanleiding van de brief die de directie van het St. Pieters en Bloklands Gasthuis uit Amersfoort aan haar bewoners heeft gestuurd. In deze brief geeft de directie aan dat ze bewoners van zeventig jaar en ouder niet meer zou willen reanimeren. Het PVV-kamerlid Agema heeft deze brief aangegrepen om lekker populistisch moord en brand te schreeuwen. Zelfs CDA en SP hebben zich bij het geroep aangesloten en spreken van ´ernstige leeftijdsdiscriminatie´.

Toch denk ik dat de directie van het Gasthuis de brief niet met verkeerde bedoelingen heeft verstuurd. Ik denk dat men heeft willen inventariseren welke bewoners in geval van nood gereanimeerd willen worden, maar men heeft hierbij voor een totaal verkeerde toonzetting en verwoording gekozen. Het is vooral die toonzetting en woordkeuze geweest die dit, toch al zo gevoelige onderwerp, nu zo op de voorgrond heeft geplaatst.
In diverse commentaren wordt er nu hoog van de toren geblazen, waarbij termen als ´Nazi-praktijken´ en andere verwijzingen naar WOII niet worden geschuwd. Ook worden er grote vraagtekens gezet bij het feit of de betrokken bewoners, en mensen van boven de zeventig in het algemeen, nog wel in staat zijn om te overzien wat voor kwaliteit van leven er overblijft na een reanimatie.
Buiten het feit dat ik me sterk distantieer van elke verwijzing naar de periode van ´40-´45 van de vorige eeuw, kan ik zeggen dat de meeste ouderen vandaag de dag prima in staat zijn om een dergelijke keuze voor zichzelf te maken. Ik zou zelfs de vraag anders willen stellen: ´Waarom zou iemand het in zijn hoofd willen halen dit voor een ander te beslissen?´ Als ik naar mijn eigen ouders en schoonouders kijk, dan vallen die allemaal in deze doelgroep. Nu zijn zij bepaald niet gevrijwaard gebleven van ernstige ziekte, maar dat doet niets af aan hun vermogen om voor zichzelf de juiste keuzes te maken. Degene die daarmee de grootste moeite heeft is mijn vader, en dan voornamelijk vanwege zijn Alzheimer. Maar ook hij is (nog) best in staat om zinnige zaken te berde te brengen over zijn eigen toekomst, mits op een rustige en verantwoorde manier ter sprake gebracht.
Waar ik in deze discussie me eigenlijk het meest kwaad over maak, is het feit dat hij over de rug van de betrokkene(n) heen dreigt te worden gevoerd. In het redactioneel commentaar roept de Telegraaf zelfs de politiek op om een duidelijke richtlijn op te stellen, maar een dergelijke algemene richtlijn is vrijwel onmogelijk. Ieder geval is namelijk uniek, iedere patiënt is namelijk uniek, en een D.N.R.-verklaring (Do Not Resuscitate, ofwel niet in het leven (doen) terugroepen) kan en mag niet over de ruggen van betrokkenen heen worden vastgesteld. Daarbij moet altijd de stem van de patiënt, enals die niet voor zichzelf kan spreken, eventueel diens familie, als zwaarwegend argument gelden. Ook dient daarbij de mening van de behandelend arts gehoord en vastgelegd te worden, maar de wens van de betrokkene dient het zwaarst te wegen. Slechts in samenspraak tussen de patiënt en zijn arts kan een redelijk gefundeerde inschatting vooraf gemaakt worden van de wensen en de kansen van een patiënt in geval van een reanimatie. Mocht, om welke reden dan ook, een dergelijke keuze vooraf niet zijn vastgelegd, dan geldt voor mij het recht op leven vervolgens als hoogste recht: er zal dan dus altijd een reanimatiepoging ondernomen moeten worden, altijd. ´Te oud!´ kan en mag dan ook nooit en te nimmer een criterium worden om medisch ingrijpen van welke aard dan ook te weigeren. Mensen worden nu eenmaal steeds ouder, en ook biedt de voortschrijdende medische wetenschap mensen een steeds hogere kwaliteit van leven voor, tijdens, en na een medische ingreep. Maar ondanks steeds betere medische kennis, realiseer ik me ook dat de uitkomst van medisch handelen in grote mate onzeker blijft. Meer onzeker vaak dan wat er zal gebeuren als men helemaal niets doet.

De enige oproep waar ik me dan ook volledig in kan vinden, is die om een maatschappelijk debat over deze zéér gevoelige materie. Maar ik zou dat debat graag voeren over de gehele manier van zorg voor ouderen en niet alleen over dit onderdeel ervan. Er is de afgelopen jaren weliswaar een hoop verbeterd, maar ik zie nog dagelijks pijnlijk veel voorbeelden van gebrekkige zorg , of zelfs geheel ontbrekend omdat het geld op is, voor hen die het niet meer zonder kunnen stellen. Ik hoor hulpverleners hun niet, of te late verschijnen, achteraf goedpraten met argumenten als ´Mevrouw is toch thuis en heeft dus alle tijd!´. Dat, en vele gelijkluidende voorbeelden, getuigen van een stuitende afwezigheid van welke vorm van respect dan ook voor de betrokken oudere. Het feit dat zij hun bijdrage aan de maatschappij reeds hebben geleverd, sommigen blijven dat overigens nog steeds doen, en nu dus van hun gouden jaren proberen te genieten, doet niets af aan het feit dat zij een waardevol onderdeel zijn en blijven van diezelfde maatschappij. Het feit dat menig jonger individu dat niet meer ziet, of van huis uit ook niet meer heeft meegekregen, stemt tot grote droefenis en zorg. Ouderen zouden juist extra gewaardeerd en gerespecteerd moeten worden om hun gedane bijdrage en hun ruime kennis en ervaring. Het siert de mens tenslotte om te erkennen dat we nog steeds veel kunnen leren van hen die voor ons kwamen, zowel van hun triomfen als van hun fouten. Ouderen zijn en blijven een kostbaar onderdeel van onze maatschappij en dienen daarom ook als zodanig gezien en met het nodige respect behandeld te worden. En dát zou dan ook de insteek van een dergelijk maatschappelijk debat moeten zijn. De manier waarop een maatschappij omgaat met haar zwakste deelnemers, of dat nu kinderen, ouderen of dieren zijn, vormt de beste en meest veelzeggende graadmeter voor die maatschappij.

18-08-08

vrijdag 15 augustus 2008

Hertaalde Literatuur


Stichting Lezen en Schrijven heeft het plan opgevat om twee literaire werken te laten herschrijven in eenvoudig Nederlands. Het gaat om werk van Ronald Giphart en programmamaakster Floortje Dessing. Doelgroep is de circa 1,5 miljoen mensen die nauwelijks kunnen lezen.
´Om deze mensen over de drempel van de schroom heen te helpen, is besloten volwassen literatuur te hertalen. We kunnen ze moeilijk kinderboeken voorschotelen. Dat boeit niet.´, volgens Renate Engelen van Stichting Lezen en Schrijven.

Literatuur, ik heb er al jaren een probleem mee. Het begrip heeft voor mij nog steeds iets stoffigs en elitairs. Volgens een gangbare definitie is literatuur als volgt te omschrijven: ´Het geheel van teksten die door de smaakmakende gemeenschap als waardevol wordt beschouwd en volgens die gemeenschap bijzondere kenmerken heeft.´ Niet bepaald een definitie waar ik vrolijk van wordt, mede omdat ´de smaakmakende gemeenschap´ het dus voor het zeggen heeft wie tot hun gelederen mogen toetreden en wie niet. Bovendien verandert de smaak over de jaren, en kan iets wat destijds tot de literatuur werd gerekend, opeens buiten die definitie vallen en tot lectuur verworden, haar tegenhanger.
Terug naar die anderhalf miljoen mensen die nauwelijks kunnen lezen. Ik ben bang dat het weer dezelfde ´smaakmakende gemeenschap´ is geweest die tot de keuze voor Giphart en Dessing is gekomen, al is de combinatie tussen Dessing en literatuur überhaupt al een vreemde. Maar waarom moet je mensen die het lezen (nog) niet goed onder de knie hebben meteen willen bekeren tot literatuur? Laat ze beginnen met luchtiger werk als de krant. Bovendien is er in het Nederlandse taalgebied voldoende werk van schrijvers en andere taalkunstenaars te vinden dat heel wat meer toegankelijk en bovendien veel meer aansprekend is dan bovengenoemde tweetal. Denk bijvoorbeeld aan een Toon Hermans, Carmiggelt of een Godfried Bomans. Alle drie blonken uit door creatief taalgebruik, zonder daarbij grote en dure woorden nodig te hebben.
Natuurlijk begrijp ik wel dat een dergelijke keuze gemaakt is vanwege het overweldigende politiek correcte van de gemaakte keuze. De hertaling kost geld, veel geld waarschijnlijk, en daarvoor dient een politiek correct en maatschappelijk verantwoord voorstel op tafel te komen. Vanuit dat gezichtspunt is de keuze verklaarbaar, maar niet minder af te keuren. Leren lezen moet vooral leuk zijn. Het te lezen tekst moet aansluiten bij de interesse van de lezer en dient zowel te informeren als te boeien. Maar er is ook absoluut niets mis met het lezen van teksten die niets anders pretenderen dan te willen verstrooien of vermaken, zeker niet voor een beginnende lezer.
Het feit dat hedendaagse schrijvers al hertaald moeten worden, zegt bovendien iets over de schrijvers zelf. Ze hebben zich dus, bewust of onbewust, ver boven de massa geplaatst, door taalgebruik en/ of onderwerpkeuze welke niet voor iedereen toegankelijk is. Daarmee is in principe nog geen man overboord, er is tenslotte een duidelijke en gretige doelgroep, maar het maakt de keuze van de stichting des te opmerkelijker. Er zijn teksten genoeg, al dan niet vertaald, die een gemoedelijker introductie vormen tot de onvermoede schat van het geschreven woord. Als jaren later de honger eenmaal is gewekt, is het tijd geworden voor werk van de huidige ´smaakmakende gemeenschap´, of wat er dan nog van over is. Keuze voor dergelijk werk zal eerder averechts werken dan het lezen van harte aanmoedigen.

15-08-08

donderdag 14 augustus 2008

Zomaar een week..


Af en toe bekruipt me echt het gevoel alsof ik van een andere planeet afkomstig ben. Ik zie namelijk mensen dingen doen waarvan ik de achterliggende logica niet kan ontdekken.
Zo stapte ik eerder deze week het Thomas Cook reisbureau binnen omdat ik een speciale reis wil boeken. De dame die me te woord stond was blijkbaar een stagiaire, maar toch schreef ze netjes alles op wat ik aan wensen had. Toen eenmaal duidelijk was welke wensen ik allemaal had, begon de andere aanwezige medewerkster zich ermee te bemoeien. Of ik al in de brochures had gekeken? Ja, ik heb zelfs op internet gekeken, maar omdat ik daar niet precies kon vinden wat ik zocht, ben ik dus nu bij maar bij een reisbureau binnen gestapt. Dat deed de wenkbrauwen enige centimeters dalen, om vervolgens mede te delen dat ´als het niet in de gidsen staat, het dus niet kan!´. Er kwam nog weifelend achteraan dat ze eventueel natuurlijk alles los zouden kunnen boeken, maar het werd gezegd op een toon die niets te raden overliet over hoeveel zin ze in dergelijke opdrachten had. Binnen vijf minuten stond ik weer buiten. Gelukkig verstond de medewerkster van het volgende reisbureau, Van Gerwen, wèl haar vak en beloofde me binnen een paar dagen met een opzetje te komen. Daar weten ze blijkbaar nog wel wat service is!

Eens in de zoveel weken breng ik de opgespaarde stapel tijdschriften naar het ziekenhuis hier in de buurt. Wij hebben ze gelezen en ik weet uit ervaring dat mensen die in het ziekenhuis liggen er erg blij mee zijn, dus gistermorgen nam ik twee grote boodschappentassen vol met tijdschriften mee de auto in. Het ziekenhuis ligt op ongeveer 10 minuten rijden vanaf mijn huis, dus veel extra moeite kost het niet om even ervoor om te rijden. Vlak bij het ziekenhuis moet ik linksaf en dan meteen daarna weer rechts uitvoegen. Deze uitvoegstrook is een gecombineerde in- en uitvoegstrook en het verkeer dat via die strook wil invoegen meestal druk. Zodra ik de bocht naar links heb genomen heb ik mijn knipperlicht uit om aan te geven dat ik wil uitvoegen. Als ik rechts naast me kijk of ik kan uitvoegen, zie ik daar een jongeman in een groene Opel die precies naast me blijft rijden. Ik rem om hem de gelegenheid te geven om voor mij in te voegen, maar hij remt ook. Ik geef gas om dan voor hem uit te voegen, maar tegelijkertijd doet hij hetzelfde. Ik kijk nog eens naar rechts en zie een brede glimlach op het gezicht van de jongeman, hij doet het duidelijk expres. De in- en uitvoegstrook is niet erg lang, en door zijn ´geintje´ hoopt hij blijkbaar dat ik de afslag mis en dan vervolgens een heel stuk om moet rijden. Helaas trap ik daar niet in en, na een korte blik in mijn achteruitkijk-spiegel om te zien of het kan, ga ik vol in de ankers. Dergelijke manoeuvres had de knul blijkbaar niet verwacht en hij schiet me voorbij, zodat ik achter hem alsnog kan uitvoegen. Als ik even later verderop de afslag voor het stoplicht sta, kijk ik nog even naar links. Daar staat een jongeman met een boos gezicht. Zijn ´geintje´ is vandaag helaas niet gelukt!

Hier in Eindhoven wordt de ene week op woensdag het gewone huisvuil, en de andere week het GFT opgehaald. Niets mis mee dus. Vroeg op de woensdagochtend zet ik de grijze Kliko aan de straat en ga vervolgens verder met mijn bezigheden. Als ik een paar uur later terugkom, is de vuilniswagen blijkbaar al langs geweest, want de bakken zijn duidelijk geleegd. Na mijn auto geparkeerd te hebben zoek ik uit het rijtje onze bak en wil hem mee terug nemen, als ik voel dat hij zwaarder is dan hij zou moeten zijn. Ik open de deksel en zie dat de een of andere onverlaat alweer een volle vuilniszak in mijn Kliko heeft gestopt! Een korte inspectie toont al snel aan waar de onverlaat gezocht moet worden: bij het studentenhuis aan de overkant van de straat. En dat is dan ook precies de plek waar de volle vuilniszak even later weer terecht komt, precies voor de voordeur. Met een briefje erop dat zegt: ´Ik wil jullie best helpen om van jullie opgespaarde vuilnis af te komen als er plaats is in mijn bak, maar vráág het voortaan even! Met vriendelijke groet, Henry´. Ik heb sindsdien nog geen reactie gekregen, maar de zak is wel weg.

14-08-08

woensdag 13 augustus 2008

De Positieve Kanten van Alcohol


Eindelijk weer eens een wetenschappelijk onderzoek dat zaken verklaart! Onderzoekers in Bristol hebben namelijk bewezen dat drinkers de medemens een stuk aantrekkelijker vinden dan niet-drinkers. Nu wist de ervaren alcoholgebruiker dat natuurlijk al jaren en buit dit fenomeen ook op grote schaal uit; het is waarschijnlijk zelfs de meest voorkomende reden van alcoholgebruik. Toch vonden onderzoekers het nodig om e.e.a. eens grondig en wetenschappelijk te onderzoeken.
Dr. Marcus Munafo, de experimenteel psycholoog die het onderzoek leidde, trok ook een serieuze les uit de resultaten: "Deze conclusies zijn belangrijk vanwege de gevolgen van de rol die alcohol speelt, bijvoorbeeld bij het hebben van (on)veilige seks."

Tja, het zal wat. Er zullen maar weinig mensen zijn die het gevoel niet herkennen dat de ander opeens een stuk leuker wordt na een paar biertjes. Dat geldt niet alleen voor (on)bekenden in de kroeg, maar ook zeker voor al die ooms, tantes, neven en nichten op familiefeestjes en verjaardagen. Met een stuk in je kraag zijn ook die opeens een stuk beter uit te houden . Toch ken ik ook die andere, duistere kant. Die situaties waarin je absoluut niet meer weet wat je de vorige avond hebt uitgespookt en wie die figuur is die naast je ligt te slapen. Na de tweede keer dat zulks me overkwam, heb ik de plug eruit getrokken en ben ik gestopt met het onbeperkt innemen. Nu drink ik alleen nog af en toe, en dan het liefst champagne. Ik weet, het kost een paar centen, maar dan heb je ook wat. Het blijft voor mij de ideale manier om iets te vieren, een goede fles Brut van een redelijk onbekend merk. Een reden heb ik altijd wel bij de hand. De volgende gaat open om te vieren dat mijn liefste en ik bijna één jaar getrouwd zijn. Ik moet tenslotte toch zeker weten dat de champagne nog steeds goed smaakt als het écht zover is in september? Nou dan..

13-08-08

dinsdag 12 augustus 2008

De uitvinding van de boekdrukkunst


De Haarlemse burgemeester heeft zijn Chinese ambtgenoot in Peking gefeliciteerd met de voortreffelijke openingsceremonie van de Olympische spelen, maar heeft er tegelijkertijd fijntjes op gewezen dat de uitvinding van de boekdrukkunst een Haarlemse uitvinding is, en toch echt géén Chinese.
Ik heb medelijden met Bernt Schneiders, de Haarlemse burgervader. In deze dagen zit menig sportliefhebber natuurlijk aan de buis gekluisterd om de prestaties van onze atleten in het verre China te volgen, en daarom komen ze dus niet massaal naar Haarlem. Waarschijnlijk daarom heeft Schneiders besloten een dergelijke brief te schrijven. De brief is namelijk niet alleen ´niet zo netjes´, maar zeker ook gewoon ´stom´ te noemen. Wetenschappelijk is het namelijk bepaald niet zo aannemelijk dat Laurens Janszoon Coster in 1400 voor de boekdrukkunst verantwoordelijk is geweest. Zijn naam wordt, samen met die van de Duitse Johannes Gutenberg en de Vlaamse Dirk Martens, genoemd als (mogelijke) Europese uitvinders, maar vast staat ook dat de Chinese Pi Chang in de elfde eeuw al Chinese karakters drukte, en dat is toch zo´n drienhondervijftig jaar eerder dan het jaartal van 1450 dat bij Coster wordt genoemd.
Maar is het zo belangrijk om precies te weten wie de boekdrukkunst heeft uitgevonden? Er zijn een handje vol landen dat deze ´eer´ claimt, maar belangrijker is het om stil te staan bij wat die uitvinding ons eigenlijk gebracht heeft. Door de uitvinding van de boekdrukkunst werd het namelijk mogelijk om boeken en geschriften, die voor die tijd allemaal handmatig moesten worden gekopieerd of overgeschreven, sneller en in grotere oplagen te produceren en te verspreiden. Daardoor kwam allerlei kennis en inzicht voor steeds meer mensen beschikbaar. Niet alleen vanwege de kosten, maar ook zeker omdat er steeds meer boeken op steeds meer plekken beschikbaar waren.
Een organisatie die door de eeuwen erg veel last heeft gehad van de ze uitvinding was de Kerk. Tot het verschijnen van de eerste gedrukte boeken had de kerk het monopolie op kennis en de verspreiding ervan. Dat monopolie kon lang in stand worden gehouden, omdat de kennis vooral mondeling werd overgedragen. Met het beschikbaar komen en betaalbaar worden van boeken, konden zij die konden lezen, zélf lezen wat er geschreven stond, in plaats van maar te moeten geloven dat anderen zeiden dat er stond. Daarmee werd dus een grote zet gegeven aan het zelfdenkend vermogen van mensen. Niet dat de kerk machteloos bleef toezien, allerminst zelfs, want vele boeken en geschriften werden domweg door de kerkleiding verboden omdat er zaken werden verkondigd die hen bepaald onwelgevallig waren. En het in bezit hebben van dergelijke teksten kon, als men erachter kwam, de eigenaar zelfs zijn leven kosten.
Boeken, ik zou mijn leven niet meer zonder kunnen voorstellen. Weinig is heerlijker dan een boek uit de kast te kunnen trekken en mee te gaan in de fantasie van de auteur, of iets te ontdekken wat ik voorheen nog niet wist. Een boek houdt je in je hand en heeft, zeker naar mate ze ouder worden, een karakteristieke eigen geur. Boeken zijn bovendien als kinderen: als ze eenmaal bij je horen, dan blijven ze dat ook je hele leven lang doen. In de toekomst wil men ons door een nieuwe evolutie heendrukken en ons aan het lezen krijgen via een, in de hand gehouden, schermpje ter grootte van een A4-tje. Op dat apparaat kunnen meerdere boeken tegelijk worden opgeslagen en daarmee wordt het boek weer een stuk goedkoper. Maar voor biliofielen als ik, zal een dergelijk nieuwerwets geval nooit de vreugde kunnen benaderen die een echt boek, en dan nog liefst een gebonden boek, kan oproepen. Wellicht is er voor een dergelijk apparaat iets te zeggen uit milieu-oogpunt, daarvoor hoeven bijvoorbeeld geen bomen te worden gekapt, maar een dergelijk argument is al volstrekt achterhaal als het papier voor het boek afkomstig is uit een bos dat gelijktijdig ook vernieuwd wordt. Qua gevoel en beleving zal zo´n schermpje het echter nooit kunnen winnen, nooit!
Maar bedenk eens, als u de volgende keer een echt boek in handen heeft, welk een voorrecht het is om vrijwel elk denkbaar boek in handen te kunnen hebben. Dat is mede mogelijk gemaakt door al die pioniers: Gutenberg, Coster, Martens én Chang. Voor mij zijn het allemaal helden!

12-08-08

maandag 11 augustus 2008

´Beschermster van de jeugd´


Edibe Sözen, een vrouwelijke Turkse parlementariër, heeft een wetsvoorstel gelanceerd om de Turkse jeugd te beschermen. Deze bescherming is vooral nodig om de Turkse Jeugd te behoeden voor alles wat de kwetsbare kinderzieltjes af kan houden van het ´Ware Geloof´: porno en alcohol. Sözen is lid van de AKP, de partij die onlangs nèt niet, met één stem verschil, werd verboden door het Grondwettelijk Hof in Ankara. En dat terwijl tien van de elf rechters meenden dat de AKP een broeinest is van ´antiseculiere activiteiten´, de AKP wil namelijk van Turkije een islamitische staat maken, iets wat verboden is volgens de Turkse Grondwet.
Sözen stelt in haar wetsvoorstel o.a. voor om jongeren onder de 18 voortaan te verbieden om nog zonder hun ouders een café, restaurant, hotel of discotheek te bezoeken. Ook vindt ze dat krantenkiosken voortaan zouden moeten registreren en opgeven wie er welk pornografisch materiaal koopt. Een kortdurende maatregel overigens, want Sözen wil tegelijkertijd kranten en tijdschriften verbieden om erotisch, en anderszins onfatsoenlijk materiaal te publiceren.

Nu mag je natuurlijk van Sözen vinden wat je wilt, we leven tenslotte in een vrij land. Maar mijn nekharen gaan overeind staan als ik lees dat een overheid ervoor kiest om dergelijke registraties op te zetten. Bij mij rijst dan de vraag waar een dergelijke diepgewortelde angst voor pornografie vandaan komt?
Begrijp me goed, ik ben blij dat ik woon en kan leven in een redelijk vrij land. Ik kan schrijven en denken wat ik wil, zònder nachtenlang wakker te hoeven liggen, bedacht op elk geluid dat een inval van de geheime politie kan inluiden. Bovendien realiseer ik me héél goed dat de vrije westerse wereld niet alleen zegeningen voortbrengt. Ook hier zijn genoeg ontwikkelingen gaande die me ernstig zorgen baren. Denk bijvoorbeeld maar aan de vrouwenhandel, het huiselijk geweld, de toenemende criminaliteit, het vergoelijken van links-extremistische terreur, de steeds waanzinniger vormen aannemende betutteling van de overheid, de ongebreideld toenemende belastingdruk, etc. Ook realiseer ik me dat, met een grote vrijheid, mensen geneigd zijn om grenzen te gaan opzoeken. En met dat opzoeken van grenzen komen we soms in schemergebieden terecht waarvan je jezelf oprecht kunt afvragen of we daar echt heen willen met z´n allen. Gezond verstand is in dergelijke discussies meestal afdoende, maar vaak ontbreekt die helaas.
Ik kan me dan ook bepaald niet vinden in regimes die hun burgers op een dergelijke manier willen beknotten als Sözen nu voorstelt. Dat de jeugd beschermd dient te worden tegen diverse uitwassen van deze moderne maatschappij moge duidelijk zijn. Dat is primair de taak van de ouders, en niet van een regering. Met de komst van internet is er een heel scala aan invloeden bijgekomen die het zelfbeeld en het wereldbeeld ernstig kunnen aantasten, en jongeren zijn daar nu eenmaal het gevoeligst voor. Als ik bijvoorbeeld zie welke boodschap wordt verzonden in diverse videoclips over hoe vrouwen zich (blijkbaar) dienen te gedragen en hoe je als man met vrouwen kunt omgaan, dan ben ik uiterst somber voor de toekomst. Kinderen hebben nu eenmaal niet het onderscheidingsvermogen om te weten waar fantasie ophoudt en waar de realiteit begint. Dat verschil en onderscheid zouden de ouders moeten bijbrengen. Bovendien is er niets mis mee om bepaalde zaken, zoals alcohol, tabak en bijvoorbeeld pornografie, moeilijker toegankelijk te maken voor de jeugd, maar registreren van gebruikers gaat me toch echt veel te ver. Dat is een maatregel die niet genomen wordt uit zorg voor de (geestelijke) gezondheid van burgers, maar uit de wil om te kunnen controleren. En dat is iets waar islamitische en totalitaire regimes toch al in uitblinken. Ik vind dat niet passen in een wereld anno 2008. Vooral niet in een wereld waarin we met dermate globale problemen worden geconfronteerd die alleen op een globaal niveau het hoofd kunnen worden geboden. Dan past het dus niet om terug te willen naar de middeleeuwen. Sözen bewijst de Turken en de wereld bepaald geen dienst met dergelijke voorstellen, en het is dan ook maar te hopen dat een dergelijk voorstel geen gehoor vindt in het Turkse parlement. Er zijn op de wereld al genoeg totalitaire staten en ik zou het ernstig betreuren als Turkije tot dat rijtje zou toetreden.

11-08-08

zaterdag 9 augustus 2008

De terugval van de emancipatie; Jane weer achter haar sink


De meerderheid van de Britten vindt dat vrouwen thuis horen en niet op kantoor. Tenminste, dat wijst sociologisch onderzoek uit dat recentelijk gedaan werd aan de universiteit van Cambridge. Nog maar 42% van de mannen en 46% van de vrouwen denken dat een vrouw werk en gezin zonder problemen kan combineren. Midden jaren negentig was dat nog respectievelijk 51 en 50%.
Uit het onderzoek kan worden geconcludeerd dat het enthousiasme over de vrouwen-emancipatie, althans bij de Britten, over het hoogtepunt heen is. Daarbij is het vooral opmerkelijk dat ook vrouwen steeds minder geloven in een succesvolle combinatie van werk en gezin, het gaat tenslotte over hun positie op de arbeidsmarkt en in de maatschappij.
Maar als je even wat dieper nadenkt is dit teruglopend enthousiasme niet zo verwonderlijk. Dat er iets behoorlijk mis was in de benadering en beloning van vrouwen op het werk was duidelijk, maar vrouwen weten nu inmiddels wel dat ook zij in het leven keuzes moeten maken. Je kunt nu eenmaal, hoe vervelend ook, niet alles hebben in het leven. Daarvoor heeft een dag nu eenmaal nooit genoeg uren. Bovendien hebben de statistieken uitgewezen dat kinderen waarvan beide ouders fulltime werken er bepaald niet gelukkiger op zijn geworden en ook vaker, steeds jonger, en wegens steeds zwaardere redenen, te maken krijgen met politie en justitie.
Nu is het te simpel om het steeds crimineler wordende gedrag van Engelse kinderen op het bord van de Engelse moeders te leggen. Te zeggen dat àls ze wat meer thuis waren geweest èn beter op hadden gelet, hun kinderen niet het slechte pad op waren gegaan. De waarheid ligt echter genuanceerder, want de moderne jeugd staat bloot aan talrijke verleidingen die, ook met strikter ouderlijk toezicht, maar moeilijk te weerstaan zijn.

Jane moet dus, voor de meerderheid van de Engelsen, weer terug achter haar sink (=aanrecht). Vraag is dan: ´Is dat erg?´. Nee, mits de vrouw in kwestie daar zélf voor kiest. Er is niets mis met iemand die welbewust kiest voor het krijgen en zélf opvoeden van kinderen, maar we moeten wel af van het vooroordeel dat een vrouw die er voor kiest om thuis te blijven, gezien wordt als een sociale mislukking, of al verraadster van haar geslacht. Want een dergelijke beschuldiging is niet alleen immoreel, het is ook nog eens ver van de waarheid. Alle vrouwen die haar voorgingen en streden voor gelijke rechten, en de daarbij behorende plichten, hebben het tenslotte mogelijk gemaakt dat een vrouw kán kiezen. Dat ze de keuze heeft tussen een carrière buitenshuis of eentje binnenshuis. Elke vrouw zou die keuze in vrijheid moeten kunnen maken, afhankelijk van haar eigen wensen en van haar (financiële) mogelijkheden. En binnenshuis blijven is ook bepaald een carrière. Eentje waar helaas nog veel te veel vooroordelen aan kleven. Een vrouw die er namelijk in slaagt om zowel haar huishouden te bestieren, haar kinderen groot te brengen, én daarbij haar huwelijk happy te houden, bezit doorgaans meer talenten en vaardigheden dan menig manager in het bedrijfsleven. Als geen ander weet zij zich in bochten te wringen en compromissen te sluiten om iedereen happy te houden, waar managers al snel zouden kiezen voor een oplossing als ´Omdat ik het zeg!´. Het ´beroep´van huisvrouw en –moeder is onbegrijpelijkerwijs al eeuwen zwaar ondergewaardeerd, en verdient veel meer respect en waardering dan het tot nu toe ooit heeft gekregen. En voor een ieder die denkt dat het een ´makkie´ is? Wissel eens een weekje met je vrouw! Ik wed dat je het al binnen een dag niet meer ziet zitten en gillend terug wilt naar je (vervelende) baas. Vrouwen doen het dagelijks, jaren achtereen.

Ook voor Nederland zou een dergelijke trend trouwens niet verkeerd zijn, al is dat in regelrechte tegenspraak op dat wat de regering van ons wil. Toch bemerk ik een duidelijke tendens die terug grijpt op steeds traditioneler waarden als familie en gezin. Na jaren van stijgend individualisme en onpersoonlijkheid in de omgang met elkaar, is dat wellicht maar goed ook. Wellicht komt er zelfs langzaam een kentering, en besteden we straks weer echte aandacht aan elkaar. Daar is de maatschappij als geheel in ieder geval bij gebaat. Wellicht wordt het zelfs tijd voor een maatschappij waarin de definitie van succes niet afhankelijk is van de hoogte van je salaris en de grootte van je auto, maar eentje waarin succes wordt afgemeten aan hoe goed ouders hun beider kinderen kunnen opvoeden tot productieve en succesvolle toevoegingen aan diezelfde maatschappij. Voor we echter zover zijn, zal er nog een hoop moeten veranderen in het denken en in de beleving van zowel mannen als vrouwen. Bovendien moet er iets gevonden worden op de penetrante spruitjeslucht die er maar aan blijft kleven, iets wat echt niet van vandaag op morgen zal lukken. Vast staat echter dat vrouwen die er bewust voor kiezen om moeder te worden en ook fulltime te zijn, véél meer erkenning en ondersteuning verdienen dan ze nu krijgen.

09-08-08

vrijdag 8 augustus 2008

Grove Beoordelingsfout


Het artikel van Tjerk de Vries op de voorpagina van de Telegraaf: ´Politie laat suikerpatiënt aan lot over´, vormt het zoveelste voorbeeld van de vreemde en verwrongen maatschappij waarin we blijkbaar tegenwoordig leven.
Het artikel verhaalt over twee vrienden die in Amsterdam met de auto onderweg waren op de Beneluxbaan. Op een gegeven moment kreeg de passagier last van een hypo. Zo´n hypo treedt op wanneer suikerpatiënten een te lage glucosespiegel hebben. Patiënten kunnen dan symptomen vertonen als een wisselend humeur, hoofdpijn, moeheid, bleekheid, honger, zweten, slecht zien, duizeligheid en beven. In zo'n geval is het belangrijk dat de diabeet koolhydraten (suikers of zetmeel) binnenkrijgt in de vorm van bijvoorbeeld druivensuiker, zoete drankjes als cola, een stukje brood of iets dergelijks. Wacht men hier namelijk te lang mee, dan kan de diabeet het bewustzijn verliezen en zal er een dokter aan te pas moeten komen.
De bestuurder bemerkte gelukkig dat zijn vriend last kreeg van een hypo en gaf extra gas om de auto even verderop bij een tankstation aan de kant te kunnen zetten. Doch voor beide mannen het tankstation konden bereiken, werden de twee staande gehouden door een paar overijverige dienders voor het (te) harde rijden. En hoe de bestuurder ook probeerde de beide agenten aan het verstand te brengen dat hij weliswaar wist dat hij een overtreding had begaan, maar dit slechts had gedaan om zijn vriend te kunnen helpen, de agenten bleken zowel doof als onverbiddelijk. Er diende eerst een bekeuring te worden uitgeschreven vòòr de mannen verder mochten richting het benzinestation.

Begrijpelijkerwijs boos over de houding van beide agenten en het getoonde onbegrip, toog de man nog diezelfde avond, vergezeld door hun beider vrouwen én een hoop medische paperassen om de suikerziekte te kunnen aantonen, naar het politiebureau om verhaal te halen. Daar eenmaal aangekomen kregen ze de agenten zelf niet te spreken en werd het gezelschap vrolijk afgewimpeld met het excuus dat de agenten aan de diabeet niets hadden kunnen zien van het feit dat deze zich niet goed voelde. In de ogen van de politie is er dus niet verkeerd gehandeld door de agenten, en die houding baart me zorgen. Of met een dergelijke houding het geval zomaar van tafel zou verdwijnen!
Nee, ik ben persoonlijk van mening dat de agenten wel degelijk een behoorlijke inschattingsfout hebben gemaakt. Ze hadden ter plekke, na te zijn geconfronteerd met het verhaal, het zekere voor het onzekere moeten nemen en de gezondheidstoestand van de passagier boven alles moeten stellen. Ze hadden dus de beide mannen moeten vergezellen naar het verderop gelegen benzinestation en erop moeten toezien dat de diabeet éérst werd geholpen vòòr het bonnenboekje werd getrokken. Het verweer dat werd gevoerd: ´Er was aan de man niets te zien!´ snijdt dan ook aan geen enkele kant enig hout. Politieagenten zijn géén medici en het kan hen dus niet worden aangerekend dat ze eventuele signalen dan ook niet als zodanig hebben herkend. Ze hadden echter wel het verhaal van de bestuurder serieus moeten nemen en dienovereenkomstig moeten handelen. Als dan achteraf was gebleken dat het gehele verhaal verzonnen was om onder een bekeuring uit te komen hadden er, voor mijn part, nog twintig bekeuringen bovenop uitgeschreven mogen worden. Nog bovenop die oorspronkelijke bekeuring voor het te hard rijden. Dat ze halsstarrig hebben geweigerd te luisteren en het uitschrijven van een boete belangrijker vonden, valt hen dus wel degelijk aan te rekenen. Daarvoor zouden beide agenten, als volwassen kerels, toch minimaal hun excuus aan beide heren moeten aanbieden. Er is helemaal niets mis met het feit dat ook agenten gewoon maar mensen blijken te zijn, en af en toe een inschattingsfout kunnen maken. Er is in dit geval geen ernstige letsel ontstaan, dus zou dit voorval uitstekend kunnen dienen als een ´leermoment´. Niet alleen voor de betrokken agenten, maar zeker ook voor al die andere dienders die dagelijks op weg zijn om ons te beschermen en te controleren. Gegarandeerd dat vele agenten sterk geneigd zullen zijn om de signalen van een hypo eens te googelen; deze ervaring mogen ze tenslotte nooit meer vergeten!
Daarom zou ik hierbij, tot slot, beide agenten nog eens met klem willen oproepen zich ook kerels te tonen en de beide heren hun excuses te maken. Het kunnen toegeven dat je ook niet alles weet en dus ook een fout kunt maken, toont je pas echt een vent. Daar is helaas meer voor nodig dan het simpelweg aantrekken van een uniform!


08-08-08

donderdag 7 augustus 2008

Stigma Sticker



De gemeente Woerden wil stickers plakken op de woningen van gehandicapten in het kader van de nota ´Zelfredzaamheid mensen met een beperking´. Door middel van die sticker op de gevel wil de gemeente deze mensen in kaart brengen omdat, zo zegt de gemeente bij monde van Marjolein Copier: ´deze mensen tijdens een calamiteit extra kwetsbaar zijn´.
Ineke Korver van Stichting Gehandicapten Platform Woerden vindt het plan maar niets en is bang dat door een dergelijke sticker de gehandicapten makkelijker doelwit worden van types met bepaalde bedoelingen.

Als je dergelijke plannen leest, merk je weer dat sommige ambtenaren wel érg ver af staan van het dagelijkse leven van de (gehandicapte) burger. Anders had de betreffende ambtenaar een dergelijk onzalig plan namelijk niet bedacht. Het leven kent voor een gehandicapte al uitdagingen genoeg, vaak veroorzaakt door absurde en uiterst ingewikkelde regelgeving van gemeente of Rijk, en dan zit helemaal niemand te wachten op een extra stigma op de voordeur! Dat is niet alleen uitermate beledigend voor de gehandicapte zelf, maar ook nog eens volkomen absurd!
Ik kan nog begrijpen dat een gemeente, voor goede dienstverlening bij een calamiteit of een ramp, precies wil weten waar die mensen wonen die wat extra zorg en ondersteuning nodig hebben om heelhuids hun huis te kunnen verlaten. Een dergelijke grondigheid valt alleen maar te prijzen, maar het is de manier waarop men het nu wil aanpakken, die mij in het verkeerde keelgat schiet. Krijgen gehandicapten in Woerden straks een groene sticker als de bewoner achter die voordeur nog redelijk in staat is voor zichzelf te zorgen, een oranje sticker als er hulp nodig is, en een rode als de betrokkene bij alles moet worden geholpen? De stap is dan heel klein om juist de bewoners achter de gele en de rode stickers volstrekt links te laten liggen als er eens echt iets mocht gebeuren. Iets wat geen enkele, zichzelf respecterende, maatschappij moet willen, noch moet willen uitstralen! Bovendien heeft mevrouw Korver een duidelijk punt. Dergelijke aanduidingen op de gevel maakt het voor laffe criminelen wel heel makkelijk om een slachtoffer uit te zoeken waar niet heel veel tegenstand van behoeft te worden verwacht!
Toch vraag ik me af waarom er niet voor een simpelere, en veel betere, oplossing is gekozen. Decennia geleden was er in elke wijk van Nederland een buurtagent, en die wist precies wie er achter welke voordeur huisde en hoe de situatie aldaar in elkaar stak. Maar door allerlei bezuinigingen en reorganisaties zijn die zo goed als verdwenen, en weten de wijkteams weinig tot niets meer van mensen in de wijk. Tenzij ze natuurlijk al eens om hulp hebben gevraagd of in negatievere zin onder de aandacht van politie en justitie zijn gekomen. Waarom leggen ze een dergelijke inventarisatie dan niet neer bij een politie of een brandweer? Zij zijn het tenslotte die, áls er wat gebeurt, er als eerste bij zijn. Laat hen dan van deur tot deur gaan en een dergelijke inventarisatie maken. Dat past prima in hun zorgverleningstaken en vergroot daarbij ook nog eens het gevoel van veiligheid en het ´erbij horen´ van de betrokken gehandicapten. Ik zou namelijk een heel stuk rustiger slapen als ik wist dat mijn naam, situatie en gebrekkige mobiliteit afdoende bekend was bij die instanties die juist tot taak hebben mij te komen redden als er iets mis gaat. Daar heb ik grote voorkeur voor boven zo´n stigmatiserende sticker op de deur van ´Hier woont iemand waar iets ´mis´ mee is!´. Bovendien vrees ik dat áls men tot een dergelijke inventarisatie zou besluiten, er nog vele schrijnende gevallen en situaties boven water zouden komen die nu achter de gesloten voordeur verstopt blijven. Twee vliegen in één klap dus, en reden te meer om vandaag nog te beginnen!


07-08-08

dinsdag 5 augustus 2008

Kleine Wereld Theorie


Het zong al rond sinds de jaren zestig dat ieder mens op de wereld door zes andere personen verbonden zou zijn met de rest. Deze theorie, die bekend stond als ´Six degrees of seperation´, kwam tot stand na een experiment van de Amerikaanse onderzoeker Stanley Milgram, die geadresseerde enveloppen uitdeelde aan vreemden en welke alleen aan bekenden mochten worden doorgegeven, om zo de uiteindelijke geadresseerde te bereiken. De enveloppen die daadwerkelijk op de plaats van bestemming aankwamen, waren gemiddeld 5,5 keer doorgegeven, vandaar de naam. Maar omdat Milgram in zijn resultaten de enveloppen die niet aankwamen wegliet, werd het experiment als ´wetenschappelijk ongeldig´ beschouwd. Toch bleef het idee voortleven als een soort ´Urban Myth´, en leidde zelfs tot een gelijknamige film in 1993.
Microsoft heeft het experiment nu eens dunnetjes over gedaan met MSN-berichten. In hun onderzoek van 30 miljard (!) verstuurde berichten uit één specifieke maand in 2006, dat is qua hoeveelheid grofweg de helft van alle wereldwijd verzonden berichten in die periode, konden de onderzoekers aantonen dat elke willekeurige persoon via 6,8 stappen met elk willekeurig ander persoon in contact kan worden gebracht. Iets meer dus dan in het experiment van Milgram, maar toch nog een behoorlijk beperkte keten.

Maar wat moeten we met dergelijke experimenten? Doet iemand dergelijk onderzoek om Schiller´s beroemde ´Alle Menschen werden Brüder´ aan te tonen? Ligt het aan mij als ik vrees dat menig Amerikaanse Overheidsinstelling staat te springen om de gebruikte gegevens én de gebruikte software? Onze wereld is in toenemende mate toch al verworden tot ´Alle Mensen Staan Onder Toezicht Van Big Brother´ als je kijkt hoe, en op welke manier, we bij alles wat we doen in de gaten worden gehouden. Camera´s en computers registreren al een groot deel van wat u en ik dagelijks doen en waar we zijn geweest. Ik krijg er in ieder geval behoorlijke jeuk van in mijn Overheidsklieren.
Toch is het, zoals wel vaker met familie en kennissen, niet een kwestie van wat je weet, maar van wie je kent in deze maatschappij. Ik ben er echter een aantal jaren geleden al achter gekomen dat ik bepaalde personen, door familiebanden met mij verbonden of niet, helemaal niet eens wil kennen. Die behoefte heb ik niet eens. Dat zijn doorgaans mensen die er ideeën op na houden die de mijne absoluut niet zijn en daarbij ook bepaald niet open staan voor de dialoog, mensen die de meest gruwelijke misdaden op hun geweten hebben, mensen die dieren of andere mensen mishandelen of onderdrukken simpelweg omdat ze dat kunnen of er zelf beter van kunnen worden, mensen die een levenswijze nastreven die door geweld en bloedvergieten moet worden verspreid, etc. Voor dat soort lieden, en nog vele andere, is er geen enkele plaats in mijn leven. Ook wil ik ook aan hen geen moment van mijn kostbare tijd meer besteden, daar is het leven te kort en te kostbaar voor. Het feit dat dergelijke lieden slechts 6,8 anderen van mij verwijderd zijn maakt de wereld opeens wel een stukje bedreigender, maar sterkt mij alleen maar in de overtuiging dat ik mijn vrienden met zorg uit moet blijven kiezen.

Toch ben ik er aan de ene kant absoluut van overtuigd dat alle mensen aan elkaar verbonden zijn, al is het maar omdat we allemaal van hetzelfde, menselijke ras zijn. Bovendien zitten we met z´n allen vast op dezelfde aardkloot en moeten er dus ook met z´n allen het beste van zien te maken. Maar als ik zie, hoor en lees, wat bepaalde mensen denken te kunnen doen uit het oogpunt van dat mens-zijn, wéét ik dat Schiller´s gedicht voorlopig een utopie zal blijven.
Aan de andere kant brengt een dergelijk korte keten ook een schat aan kansen. Als iedereen door 6,8 anderen toegang zou kunnen krijgen tot de meest invloedrijke en machtige personen, dan wordt de kans om eindelijk eens orde op zaken te stellen op deze wereld weer een stuk aannemelijker. Dan blijkt het individu opeens tòch een hoop macht te hebben.
Ik denk dat ik het maar van die kant, de positieve kant, zal blijven bekijken. Al kan ik het idee dat er ergens iemand in een groot kantoor alles zit te lezen wat ik via internet de wereld instuur, ook niet helemaal loslaten. Dat idee beangstigt me in toenemende mate, al zijn mijn ideeën bepaald niet extreem te noemen. Toch blijf ik onverminderd zeggen en schrijven wat ik denk en voel, simpelweg omdat ik dat zelf belangrijk vind. En voor elk geschreven woord zijn er tenslotte zowel voor- als tegenstanders te vinden. Afijn, ik zie wel. Zorgen kan ik me altijd nog gaan maken.

05-08-08

maandag 4 augustus 2008

Levende Taal


Ik mag graag kleine advertenties lezen, die wonderlijke stukjes proza die particulieren achterlaten in kranten of op websites, en waarin ze aangeven naar wie of wat ze op zoek zijn. Vaak zijn ze redelijk duidelijk en zakelijk, maar sinds de komst van het internet zijn er talloze vraag- en aanbodsites bijgekomen waar ik maar geen genoeg van kan krijgen. Ze zijn voor mij namelijk het voorbeeld van het feit dat onze taal leeft, alhoewel je bij diens gezondheidstoestand een behoorlijk aantal vraagtekens kunt plaatsen.

Het wordt de laatste jaren steeds duidelijker dat de vele onderwijsvernieuwingen van de afgelopen decennia soms meer kwaad dan goed hebben gedaan. Zo werd ´iets weten´ vervangen door ´weten waar je iets kunt vinden´, en blijken nu hele volksstammen nauwelijks meer te kunnen hoofdrekenen of een behoorlijke brief te kunnen schrijven. Ook ontbreekt bijvoorbeeld pijnlijk vaak enige parate kennis op het gebied van topografie of, bijvoorbeeld, de geschiedenis. Maar in het dagelijkse leven valt een gebrekkige, of totaal gebrek aan taalgevoel doorgaans het meest op. Niet verwonderlijk op zich, maar de taalvaardigheid wordt nog eens extra geweld aangedaan door fenomenen als chatten en SMS, waar steeds vaker spreektaal met schrijftaal wordt verward. En dan krijg je opvallende advertenties. Zo las ik een tijdje geleden deze zin op een veilingsite: ´ Mijn dochter heeft omstreeks tussen 1800 en 1830 op 29 April bij cafetaria de Bree haar fiets even neergezet om samen met haar vriendin patat te halen voor de avond.´ Ik kan dan niet nalaten om me af te vragen hoe oud de moeder dan wel is; de dochter heeft per slot van rekening zelf al een méér dan respectabele leeftijd bereikt.
De volgende is ook schitterend. Deze meneer zoekt iemand die hem kan leren dansen: ´ Ik wil graag enkele danspasjes leren zoals: Engelse wals, Weense wals, Quickstep, Jive etc. Op feestjes en partijtjes wil ik me gewoon uit de voeten kunnen maken.´ En ik maar denken dat je daarvoor toch niet hoeft te kunnen dansen.
Ook zijn er soms teksten waar ik echt helemaal niets van begrijp. Teksten die klaarblijkelijk alleen voor ingewijden zijn te lezen en waaraan ik kop noch staart kan ontdekken. Ik heb het dan over advertenties onder een titel als: ´ Gezocht ivb niet begaand delict´. Heb je iets niet
gedaan, is het dus nóg niet goed, maar ik lees stug door. ´ …de werkelijke reden is voor mij en haar alleen belangrijk, daar hoef ik hier niet over uit te waaien.` Het word me steeds onduidelijker. De schrijver is mij echter volledig kwijt bij de volgende weergaloze gevolgtrekking: ´ …helaas koste het me drie jaar van mij leven door een op handen gezette leugen van familie van haar.´ Je bent gezegend met dergelijke schoonfamilie, denk ik dan.

Mensen bedoelen het goed, daar twijfel ik niet aan, maar soms slaan ze de plank toch echt behoorlijk mis. Mijn wenkbrauwen begonnen zich in ieder geval spontaan te fronsen toen ik gisteren op een website las dat je op die betreffende site niet alleen de vlucht en de accommodatie, maar ´voor een klein bedrag ook een baby bij kunt boeken´. Pardon? Een baby? Is parttime ouderschap tegenwoordig al te boeken als een soort excursie? Helaas stond er niet bij vermeld of je de baby na twee weken ook weer bij de receptie van het hotel kunt achterlaten. Waarschijnlijker is dat je er dan dus voor de rest van je leven meteen ook aan vast zit. Voor mij in ieder geval reden genoeg om verder te kijken en mijn vakantie via een totaal ander kanaal te boeken.
Tenslotte voor al die adverteerders en goedbedoelende zoekers één stukje advies: Lees je tekst eerst nog even goed door vòòr je op ´verzenden´ drukt. Staat in je tekst ook daadwerkelijk wat je wilt dat er staat? Vraag bij ernstige en gerede twijfel desnoods hulp van een vriend of collega, maar wees duidelijk! Daarmee voorkom je veel pijnlijke misverstanden, en bovendien stijgt de slagingskans van je oproep met sprongen.
Al die goedbedoelde missers houden de taal weliswaar levendig en zorgen voor een hoop hilariteit, maar sommige dingen wil je toch echt niet op je geweten hebben?

04-08-08

zaterdag 2 augustus 2008

Laatste keer



Alhoewel het nog een aantal weken zal duren voor ik echt van ze af ben, de gang van gisteren voelde wel degelijk als een afscheid. Woensdag viel er een brief op de mat waarin mijn (bijna) ex-werkgever aangaf dat de arbeidsovereenkomst binnenkort, overeenkomstig de uitspraak van de rechter, zal worden ontbonden. Mede daarom het verzoek om contact op te nemen en een afspraak te maken om eventuele laatste bedrijfseigendommen, die nog onverhoopt in mijn bezit zouden zijn, in te komen leveren.
Ook aan de telefoon blijkt al snel weer dat er geen enkele liefde meer verloren gaat bij de naderende beëindiging. Op de simpele vraag welke artikelen er volgens hen dan allemaal zouden moeten worden ingeleverd volgt een hele verhandeling dat ik dat wel het beste zal weten. De HRM functionaris die ik spreek heeft wel de brief geschreven, maar duidelijk zijn huiswerk niet gedaan. We komen er niet uit. Toch besluit ik om de volgende dag de weg naar W. maar af te leggen en de zaak af te handelen. Een klein stapeltje spullen die retour moeten liggen tenslotte al enige tijd klaar. Werkgever behoudt zich desondanks het recht voor om, nog tot 15 september, een claim in te kunnen dienen en daarmee de eindafrekening te vertragen. Maar ja, in de vakantieperiode is het natuurlijk extra lastig om zélf te denken. Ik leg me er maar bij neer, ik heb tenslotte geen zin meer in nog meer geruzie. Dat heb ik de afgelopen jaren al meer dan genoeg gehad.

De volgende ochtend pak ik de paar spulletjes bij elkaar en laat ze in een plastic tasje glijden. Dat het een plastic tasje betreft van een van het bedrijf´s grootste concurrenten kan bepaald als opzet worden beschouwd, maar ik ben helemaal klaar met ze. Nadat ze door de rechter op alle punten in het ongelijk te zijn gesteld, is er nu het gedrag van de slechte verliezer, en dat is jammer. Heel jammer, want we hadden best op een volwassen manier uit elkaar kunnen gaan. Als men…., maar dat soort redeneringen hebben nu weinig zin meer. Ik heb voor de rechtbank mijn gelijk gekregen, ook financieel, en daarmee zal ik het moeten doen. Maar met het feit dat daarmee een carrière van ruim 19 jaar abrupt en voortijdig werd beëindigd zal ik moeten leren leven, het is nu eenmaal zo.
Als de parkeerplaats opdraai valt het op hoe leeg die is. Duidelijk vakantieperiode, maar ik weet dat het dat niet alleen is. Met mij zijn er de afgelopen jaren nog vele collega´s weggepest en gedwongen iets anders te gaan doen. Sommigen via de rechter en, als ik slechts een klein deel van de wandelgangenverhalen zou geloven, bepaald niet allemaal op de manier die het bedrijf zich had voorgesteld. Maar goed, ik loop fluitend het bedrijf binnen en zie de eerste verbaasde gezichten. Collega´s komen op me af om te vragen hoe het met me gaat. Ik kan ze gerust stellen. Ik ben dan wel mijn baan kwijt, maar ze hoeven zich geen zorgen te maken: ik kom er wel. Helaas kan ik hen nog weinig vertellen over mijn grootse plannen, maar ik zie dat de mededeling over de gerechtelijke afgang van R. menig mondhoek omhoog doet krullen. Ik kan er zoveel nog over zeggen, maar ik doe het niet. Natrappen is te makkelijk. Slechts een enkeling ziet het plastic tasje en knipoogt. Op weg naar het HRM kantoor zwaai ik naar hard werkende collega´s en maak hier en daar een kort praatje. Als ik straks het pand definitief verlaat zal ik de meesten nooit meer zien, maar hun warme belangstelling doet me toch goed. Ik lever de meegebrachte spulletjes in en krijg een tweetal items terug die ze nog van mij hadden. Dan loop ik, met een getekend uitdiensttredingsformulier in mijn binnenzak weer door de gangen richting voordeur. Een collega schiet me aan. Ook hij gaat vertrekken en wil nog even een ´bakkie doen´. In de kantine vraag ik hem naar de reden van zijn vertrek en zijn verhaal bevat weinig verbazends. Het bevat dezelfde gevoelens en observaties die ik zo goed ken, maar hij gaat, naar eigen zeggen, geheel vrijwillig. Ik zet daar vraagtekens bij, maar laat het rusten. Dan maak ik nog een rondje langs een paar collega´s om afscheid te nemen. Als ik even later de deur definitief achter me dicht doe fluit ik wel, maar echt van harte is het niet.

02-08-08