vrijdag 29 februari 2008

Een glimp van Gerechtigheid

Rokers vormen zo langzamerhand een bedreigde diersoort die, net als zo vele andere diersoorten die op het punt staan te verdwijnen, niet door al te veel mensen gemist zal worden. Dat is het beste te merken aan reacties van anderen als je, na een heerlijke maaltijd in een goed restaurant, even zit uit te buiken met een sigaretje. Regelmatig hoor je dan, nèt iets te hard, een andere gast zich hardop afvragen of roken niet toch al verboden is in openbare gelegenheden? Nee dus, da’s pas later dit jaar, maar de horeca verliest straks een hoop trouwe en veel verterende klanten, waaronder mijn liefste en ondergetekende.
Maar dat rokers ook in marketing opzicht een doelgroep zijn dringt nog niet echt tot bedrijven door. Nu reclame grotendeels verboden is en je op veel openbare plekken al niet meer mag roken, moeten de bedrijven die er wél brood in zien creatief worden. Verzekeringsmaatschappij Paerel Leven snapt dat, en komt met de ‘Paerel Leven Rokers Lijfrentepolis’, een polis met een hogere lijfrente dan gewone lijfrentepolissen. De winst voor het bedrijf zit hem in de lagere levensverwachting van rokers ten opzichte van hun niet rokende soortgenoten. Met een eerste inleg van € 20.000, een handtekening en het inleveren van een plasje kan de verzekering worden afgesloten. Het bedrijf garandeert dan een hogere periodieke uitkering en een gegarandeerde teruggave van je inleg. Al met al een mooi intiatief dat zéker navolging verdient van andere bedrijven.
Cabaretier Harrie Jekkers had het jaren geleden al over een reservaat voor rokers dat dan waarschijnlijk op de Veluwe gevestigd zou worden, en waar op zondag bussen vol dagjesmensen zouden langskomen om ‘rokertjes te kijken’. Zó ver zie ik het niet komen, maar de anti-rook lobby vertoont soms wel maffia-achtige trekjes. En ze hebben de publieke opinie mee. Het is nu nog slechts wachten op een campagne waarin rokers aangewezen worden als dé veroorzakers van het broeikaseffect, en de jacht kan beginnen. De tijd van ‘Daar komen we samen wel uit!’ is allang voorbij, en inschikkelijkheid is iets dat alleen nog van de kant van rokers wordt vereist. De niet-roker staat ondertussen in het volle daglicht en de roker is verbannen naar de coulissen, naar het achterland. Maar daar waar rokers samenkomen is het standaard gezellig, dus zal het tussen de coulissen, of in die ver weggestopte oorden, ook vast wel worden. Van mij mogen de Woningbouwcoöperaties zelfs best een apart dorp bouwen voor rokers, een stadswijk aan de rand van de snelweg, die dan hoogstwaarschijnlijk ‘Kuchdorp’ gaat heten of zo. Als de huizen een beetje leuk in de prijs zijn ga ik er zó wonen. Er is nog een dorp in Groningen dat nogal leeg staat. En omdat het zonde is om te slopen kan met een grondige renovatie het dorp Ganzedijk blijven bestaan als ‘Geuzendijk’, de plek waar de laatste Nederlandse roker dapper stand hield tegen de oprukkende anti-rokers.
Voor de doorstroming op de woningmarkt is het trouwens ook een goed initiatief, want rekening houdend met de kortere levensduur van rokers, ligt die doorstroming ook meteen een stuk hoger.
Maar er is één ding waar ze nu eens mee moeten stoppen, en dat is het eeuwige geblaat dat rokers de samenleving handenvol geld kosten. Dat is namelijk de grootste onzin. We zouden meer kosten qua ziektekosten, maar in die discussie wordt altijd vergeten te vermelden dat we ook méér betalen voor onze polis terwijl die, door een kortere levensverwachting, eigenlijk goedkoper zou moeten zijn. Maar goed, de roker klaagt niet. Die dampt rustig door en wacht af. Het moment dat hij wordt ontdekt als nieuwe doelgroep is aanstaande. Het eerste bedrijf dat het door heeft staat in de startblokken; de eerste glimp van gerechtigheid voor een onderdrukt volk…

29-02-08

woensdag 27 februari 2008

Van dubbeltjes en kwartjes

´Wie voor een dubbeltje geboren is, wordt nooit een kwartje!´ Iedereen kent het spreekwoord, maar niets is minder waar. Het dient slechts om de verschillen tussen mensen in stand te houden.
Enige tijd geleden kwam een mevrouw bij mij solliciteren naar een uitvoerende functie die ik vacant had. In de bevestigingsbrief vroeg ik haar een aantal bescheiden mee te nemen naar het sollicitatiegesprek, zoals een CV en haar paspoort. Op het afgesproken tijdstip stond ze daar, duidelijk onwennig en stiknerveus. Ik liet haar plaats nemen en vroeg of ze wat wilde drinken. Koffie wilde ze wel, met melk en suiker. Eenmaal tegenover elkaar gezeten begon ik over koetjes en kalfjes om haar wat op haar gemak te stellen, maar ik moest echt trekken om er zinnige antwoorden uit te krijgen. Ik besloot van tactiek te veranderen en vroeg naar haar CV. Ze bloosde. ´U zult me wel héél dom vinden, ´ begon ze, ´maar voor mij is een CV een verwarming! En ik durfde u niet te bellen om te vragen wat u nu precies bedoelde..´
Lachend vertelde ik dat ze beslist niet de enigste was met dat probleem en dat ze zich dus helemaal nergens voor hoefde te schamen. Een CV op papier is altijd handig, maar met een ´gesproken CV´ kan ik ook altijd prima uit de voeten. En ze begon te vertellen. Van schooljaren tot en met haar huwelijk en kinderen. En nu, nu de kinderen allemaal op de middelbare school zaten, wilde ze graag aan het werk om een paar extra centen te verdienen.
´Maar,´ bekende ze, ´ik kan alleen niks..´
Ik weet niet hoe vaak ik die opmerking in mijn carrière al niet heb gehoord: ´Ik kan niks..´ Vaak uitgesproken door moeders met grotere kinderen, gescheiden vrouwen of vrouwen die na jaren voor hun bejaarde en vaak ziekelijke ouders te hebben gezorgd, weer de eerste wankele stappen op de arbeidsmarkt zetten. Als ik ze dan zeg dat ik ze niet geloof en daarbij ook nog beweer dat ik zo vijf dingen kan opnoemen waar ze goed in zijn, zie je een blik van absoluut ongeloof verschijnen, en wordt ik uitgedaagd die zaken dan ook te noemen. En dat is helemaal niet moeilijk. Voor al de drie eerder genoemde groepen vrouwen geldt namelijk dat ze wel degelijk een hoop talenten in huis hebben. Ze hebben namelijk jarenlang een heel gezin georganiseerd, gezorgd voor hun kinderen, hun ex-man in staat gesteld om carrière te maken, dag in dag uit voor hun gezin boodschappen gedaan en gekookt, slecht ter been zijnde ouders op tijd bij dokters afgeleverd, zieken verpleegd, op school geholpen etc.. etc. En het leuke van dat soort gesprekken is dat je mensen voor je ogen ziet groeien. Alhoewel er vaak op huishoudelijk werk van en door moeders wordt neergekeken, veel van de vaardigheden die ze thuis gebruiken om de boel draaiende te houden en in goede banen te leiden, zijn precies dezelfde die ze op de arbeidsmarkt kunnen gebruiken. Vraag er een goede secretaresse of office manager maar eens naar. En een aankomende cateringdame hield eens, bij hoog en bij laag vol, dat ze absoluut niet kon koken! Nu had ik haar twee kanjers van zoons al eens gezien bij haar eerste gesprek, en die zagen er nou niet bepaald uit alsof hun moeder een absolute ramp was in de keuken. Niet dat ze dik waren, alles behalve, maar ze waren goed doorvoed en, gezien hun respectabele lengte, kwamen ze echt niets te kort. Toen ik haar dat voorhield riep ze dat ik dát niet met elkaar mocht vergelijken. Een overwerkmaaltijd voor een paar bouwvakkers maken was tenslotte héél iets anders dan koken voor haar eigen zoons! Ze kon me alleen niet uitleggen waar dat verschil hem dan precies in zat. Ik wel, maar niemand vroeg haar ook om op sterrenniveau te koken, ze miste alleen het zelfvertrouwen om het in een andere keuken precies zo te doen alsof ze het thuis zou doen. Gelukkig vond ze dat zelfvertrouwen en hadden we een lange tijd érg tevreden bouwvakkers te gast. De moraal? Laat je niks aanpraten of wijsmaken! Je kunt altijd véél meer dan je zelf denkt!

27-02-08

dinsdag 26 februari 2008

Peter

Het heeft ruim zestig jaar geduurd, maar eindelijk heeft Peter een gezicht. Hij kan nu voortleven naast ‘zijn’ Anne, zij aan zij in de geschiedenisboekjes, een combinatie die hun in het leven nooit werd gegund.
Peter Schiff was de grote liefde van Anne Frank, ze schrijft regelmatig over hem in haar dagboekbrieven. Ze verschillen twee jaar in leeftijd als ze elkaar leren kennen. Anne is 11 en Peter 13, een heel verschil op die leeftijd, maar toch omschrijft Anne hem als ‘Groot, knap, slank met een ernstig, rustig en intelligent gezicht.’ Ze schrijft ook dat ze vooral dol was op zijn lach, want dan zag hij er zo ‘kwajongensachtig en ondeugend uit.’ De foto die nu van Peter Schiff bekend is dateert van de jaren 30, de tijd dat Peter op de lagere school zat in Berlijn, en is afkomstig van een jeugdvriendje van Peter die de foto al die tijd ergens had liggen. De foto zit op een briefje dat Peter aan zijn toenmalige vriendje gaf op het moment dat beide families het Nazi regime ontvluchtten: ‘Zum frohl. Andenken an Deinen Freund Peter Schiff’staat er op. Een aandenken dat, jaren later, wel eens het allerlaatste aandenken aan een veel te jong geknakt leven zou kunnen zijn.
Ik heb ‘Het Achterhuis’ jaren gelden voor het laatst gelezen voor mijn eindexamenlijst. Ik woonde toen in Den Haag en ben speciaal naar Amsterdam gereisd om zelf het Achterhuis te bezoeken. Je krijgt tenslotte zelden de kans om de plaats, waar een zo indrukwekkend boek zich afspeelt, ook daadwerkelijk te bezoeken. En ik was stil en geraakt, de sfeer tastbaar en bedreigend, óók na al die jaren.
De foto en het verhaal van Anne kennen we allemaal. Dat lachende jonge meisje aan een tafeltje, met voor zich een schrift. Ze wilde graag schrijfster worden. Haar gezicht, voor eeuwig jong, en voor eeuwig het symbool van een zeer zwarte periode uit ons aller geschiedenis. En een dergelijk icoon sterft niet, nooit. Toch brengt Peter’s foto Anne’s verhaal tot iets menselijker proporties terug. Als je beide foto’s naast elkaar ziet zijn ze weer beiden even kind, kinderen in een tijd die hen vijandig gezind was en waarin ze niet groot mochten worden, hun dromen niet mochten dromen, en niet mochten opgroeien tot de volwassenen die ze hadden kunnen zijn. Maar precies daarin schuilt zowel de tragiek als de kracht van Anne’s dagboek. Al haar plannen, al haar dromen, al haar ruzietjes en haar puberale gedachten en emoties. Het zijn en blijven woorden van een klein meisje dat niet groot mocht worden. Peter was er een deel van. Zijn naam was bekend en nu ook zijn gezicht, precies zoals Anne hem heeft gezien. Bij een jonge Anne hoort ook een jonge Peter, het cirkeltje is weer rond. Eindelijk herenigd en voor altijd samen. Het is goed.

26-02-08

maandag 25 februari 2008

Vraagtekens

Ik heb met verbazing de afgelopen tijd de commotie gevolgd omtrent het uitzenden van de pornofilm Deep Throat. Vooral de documentaire vooraf over de heisa die de film in het puriteinse Amerika van de 70er jaren veroorzaakte was interessant, en voor ons Nederlanders, haast onvoorstelbaar. Maar terwijl ik luisterde naar de diverse argumenten om de film niet uit te zenden, neem bijvoorbeeld het moreel apél van Rouvoet, begon het kromme van de situatie steeds verder tot me door te dringen. Alhoewel er bijna net zoveel studies aantonen dat porno schadelijk is als er studies zijn die aantonen dat porno niet schadelijk is, vraag ik me ernstig af waarom er zo’n enorme ophef wordt gemaakt om zéér gedateerde en low-budget porno, terwijl de hedendaagse jeugd dagelijks met nòg een fenomeen wordt geconfronteerd dat, mijns inziens, véél schadelijker is: het voortdurende en bloederige geweld.
Je hoeft de tv maar aan te zetten tegenwoordig en naar kinderprogramma’s te kijken. Zet de spelcomputer maar aan en speel de populaire spelletjes. Het lijkt wel of een probleem tegenwoordig alleen nog maar met geweld kan worden opgelost. Wil je een beetje lekker hard door de stad scheuren en er steekt een moeder met kinderwagen over? Plat rijden die hap! Wil je naar het volgende level van het spel maar die vervelende tovenaar staat in de weg? Pak je zwaard en hak hem in mootjes! En zo kan ik oneindig verder gaan, want dát is namelijk wat wij onze kinderen leren. Wat we toestaan dat onze kinderen leren: Zolang je maar sneller, stoerder, sterker en beter bewapend bent dan je tegenstander ben jij de held en kun je alles oplossen. Ik vraag me toch oprecht af sinds wanneer het in orde is dat we onze kinderen de boodschap zenden dat met het gebruik van vooral maar véél geweld, de omgeving beïnvloed kan worden zoals jij het wilt en dat je daarbij dan vervolgens de hoofdprijs voor jezelf kunt claimen…wat die hoofdprijs ook mag zijn.
Toch is het opvallend dat iedereen die ik gevraagd heb welke boodschap ze bóven alles aan hun kroost wilden meegeven een héél andere boodschap blijkt te zijn! Een boodschap die juist een heel stuk vriendelijker, en vooral socialer, is dan wat onze kinderen van de tv of de computer leren. Een boodschap dat ze moeten delen, moeten leren samenwerken en delen en dat ze moeten opkomen voor de zwakkeren. Idealen die we allemaal kunnen onderschrijven. Maar waarom zetten we dan onze kinderen, als we even geen zin in ze hebben of tijd tekort komen, voor de TV of achter de spelcomputer? Waarom stellen we onze kinderen dag in en dag uit bloot aan dat soort boodschappen? Is het omdat we de impact van dergelijke media onderschatten? Is het omdat we denken dat het allemaal wel meevalt? Ik waag het te betwijfelen, we vinden het gewoon wel makkelijk!
Het is überhaupt niet makkelijk om jong te zijn tegenwoordig. Onze kinderen worden met zoveel visuele informatie gebombardeerd, dat ze er nu al nauwelijks wijs uit kunnen worden. Is het dan niet aan ons, de volwassenen, om dan in ieder geval te bepalen waarmee ze om de oren worden geslagen en waarmee niet? Is het dan niet aan ons om ervoor te zorgen dat het grootste deel van dat informatiebombardement uit het juiste soort informatie bestaat? En zó moeilijk is het allemaal niet. Tenminste niet in theorie. In de praktijk is het wat anders, want het voornaamste wat ouders namelijk moeten doen is betrokken zijn bij hun kinderen. Betrokken zijn bij hun belevingswereld en opletten wat ze zien en wat ze niet hoeven te zien. Maar vooral moeten ouders weer met hun kinderen gaan praten, al is het alleen maar om erachter te komen wat ze bezig houdt en hoe ze over bepaalde zaken denken. En daar kun je niet vroeg genoeg mee beginnen. Dat menige puber en prépuber dat absoluut niet gaat waarderen valt te verwachten, maar zodra u weet wat uw kinderen bezig houdt en waar hun interesses en problemen zitten, kunt u ze helpen en hun visie ten positieve beïnvloeden. Het is niet alleen de verantwoordelijkheid van ouders, maar ook de plicht om hun kinderen zo goed mogelijk voor te bereiden op een leven in deze maatschappij. Een maatschappij die gelukkig een hele hoop positieve kanten heeft, maar helaas ook een aantal minder mooie. Als u werkelijk contact maakt met uw kind en weet waar ze naar luisteren en wie ze geloven, kunt u ze helpen en coachen om anders naar die informatie te gaan kijken. Om vragen te stellen en vragen te blijven stellen. Ik zeg niet dat het altijd tot het gewenste resultaat zal leiden, maar het is wel de plicht van ouders om het, op z’n minst, te proberen! Uw kinderen zullen u er, wellicht pas jaren later, dankbaar voor zijn.

25-02-08

zondag 24 februari 2008

Vrouwen en de Liefde

Vrouwen en liefde, er zijn geen twee onderwerpen waarover meer geschreven, gezongen en gesproken is, en waarover er méér verschillende meningen bestaan dan punten van overeenstemming. Je kunt zelfs je hele leven aan het bestuderen ervan wijden, zonder ooit één stap dichter bij een deugdelijke verklaring te komen. Elke stelling roept namelijk meer vragen en tegenstellingen op dan hij ooit zal kunnen beantwoorden.
Ik zal mezelf absoluut niet vlijen dat ik iets begrijp van vrouwen, net zo min als ik iets begrijp van de liefde. Vooral niet als het gaat over de liefde van een vrouw voor haar man en andersom. Honoré de Balzac, een Frans schrijver (1799-1850), zei ooit: ´Wanneer de vrouwen van ons houden, vergeven zij ons alles, zelfs onze misdrijven maar wanneer zij niet (meer) van ons houden vergeven zij ons niet, zelfs niet onze deugden.´ Een uitspraak die eenieder die ooit een relatie met een vrouw heeft gehad, al was het slechts zijn moeder, kan onderschrijven.
Als we ervan uitgaan dat mannen en vrouwen ongeveer even lang op deze aardbol ronddolen, ik was namelijk niet van plan een opmerking te maken over de discussie tussen Adam en God voor en ná over Eva´s komst, dan is het toch op z´n minst opmerkelijk dat er nog dagelijks nieuwe inzichten worden gepubliceerd over de relatie tussen man en vrouw. Maar toch schijnen er nog steeds nieuwe inzichten aan de oppervlakte te komen die de moeite waard zijn om met de wereld gedeeld te worden. Was dat enige weken geleden het feit dat het mannenbrein het hoge, schelle stemgeluid van de vrouwenstem eenvoudigweg uitblokte, gisteren leerde de bijlage ´Vrouw´ ons over slinkse vrouw in de slaapkamer. Waarschijnlijk volstrekt onbedoeld, maar een goed verstaander heeft tenslotte maar een half woord nodig. In een gezondheidsartikel over slapen stond een klein kadertje met de titel ´puntsgewijs slapen´. Alleen daarop kan ik een heftige fantasie loslaten, maar de inhoud bleek nog vele malen interessanter. Dat de gemiddelde mens zo´n acht uur slaap per nacht nodig heeft is redelijk bekend. Ook het feit dat de behoefte aan slaap afneemt naarmate de teller der jaren stijgt. Dat rechtse politici vaak op hun linkerzij slapen is leuk, maar daar kan ik weinig mee. Net zo min als met de kennis dat managers uit het bedrijfsleven op hun rechterzij, en sporters vaak op hun buik slapen. Ik slaap vrijwel altijd op mijn rechterzij en nóóit op mijn buik, dus die gegevens kloppen simpelweg. Maar dán komt het, verscholen tussen de schijnbaar kleine feitjes uit de categorie ´leuk om te weten´. Er staat: ´Mannen die het bed delen met een vrouw vertonen na verloop van tijd mindere intellectuele prestaties.´ Pardon? Wát zegt u daar? Maar wacht, het wordt nóg erger! Het volgende punt leert ons namelijk: ´Dit proces voltrekt zich omgekeerd evenredig bij vrouwen.´ Dus, als je als braaf getrouwd huisvader de echtelijke sponde deelt met je gade, lever je niet alleen nachtrust in voor het vervullen van je ´echtelijke plichten´ maar jat ze ook nog ongemerkt je intelligentie? En hoe krijgt ze het dan óók nog voor elkaar om datgene wat ze van mij gejat heeft zelf te houden? Laat ze dáár dan eens razendsnel onderzoek naar gaan doen! Dát wil ik namelijk óók wel leren!
Mannen worden dus, naar mate ze langer bij hun vrouw blijven, steeds dommer en vrouwen steeds slimmer. Op zich niet een heel verbazende conclusie, een ieder die wat langer met vrouwen omgaat weet dat vrouwen doorgaans veel slimmer zijn dan ze op het eerste gezicht doen blijken, maar vooral schokkend door de manier waarop! Vrouwen worden dus niet alleen slimmer door te observeren en daarvan te leren, als het ze allemaal niet snel genoeg gaat ´jatten´ ze gewoon er wat intelligentie bij als je eindelijk uitgeput en suf geluld in slaap bent gevallen. Het is gewoon schaamteloos, en er is verdomd weinig wat we ertegen kunnen doen blijkbaar. Ik zie me namelijk nog niet zo snel met een muts, kunstig gevouwen van aluminiumfolie, de echtelijke sponde induiken. Toch is er troost, zij het slechts een kleine. Per jaar verorber je minstens vier insecten per jaar volgens de studie. Als we er vanuit gaan dat dat cijfer een gemiddelde betreft, dan zal het aantal insecten dat vrouwen onbedoeld jaarlijks verorberen een beduidend stuk hoger liggen dan dat van mannen! En dat zal ze, nu ze dat weten, wel leren! Zo!

24-02-08

vrijdag 22 februari 2008

Te onderdrukken of niet te onderdrukken

Het onderdrukken van agressieve fantasieën werkt averechts en leidt eerder tot agressief gedrag. Op die, redelijk voor de hand liggende, conclusie hoopt de Rotterdamse psychologe Marleen Nagtegaal op 29 februari te promoveren aan de Erasmus Universiteit.
Middels het witte-beren-experiment, vraag iemand om een bepaalde tijd niet aan een witte beer te denken en hij gaat het juíst doen, kwam ze erachter dat het onderdrukken van ongewenste gedachten erg moeilijk is. Een conclusie die eeuwen geleden door filosofen ook al getrokken is. En als je dergelijke gedachten dus moeilijk kunt onderdrukken, gaat het er dus om hoe je ermee omgaat. Dûh!
Ieder mens heeft bij tijd en wijle dergelijke gedachten, en dat is maar goed ook. Ik ben daarop beslist geen uitzondering. Bij de een zijn de gedachten echter beduidend heviger en explicieter dan bij de ander, maar gelukkig voor de samenleving zijn er maar een procentueel zéér beperkt aantal mensen dat dergelijke gedachten ook daadwerkelijk uitvoert. Maar ermee omgaan moeten we allemaal en dan ligt het er, blijkens het onderzoek, nog maar aan hoe je dat doet.

Interessanter zou het echter zijn geweest als Nagtegaal had uitgezocht tot welke extremen die agressieve fantasieën eigenlijk gaan en hoeveel mensen hun fantasietjes in hun hoofd vervolgens tot in detail uitwerken. Dat zijn er hoogstwaarschijnlijk veel meer dan je op het eerste gezicht zou denken,of maar zou willen denken. Iedereen die ooit enige tijd op internet heeft doorgebracht, in chatrooms bijvoorbeeld, weet tot welke zieke gedachten en fantasie de mens in staat is, en vooral mannen. Je kunt werkelijk geen fantasie bedenken of op internet zijn er mensen te vinden die dezelfde fantasie delen, hoe morbide of walgelijk die fantasie op het eerste gezicht ook mag zijn. Want de fantasie is tenslotte de ultieme vrijheid. In je hoofd bestaan net zo veel, of zo weinig, regels en grenzen als je zelf wilt. Alles kan en alles mag. En zolang je er niet op acteert ligt niemand er echt van wakker.
Voor een andere groep, een groep die zelfs leeft van het bedenken en uitwerken van fantasieën, ligt dat beduidend anders. Dat zijn de creatievelingen, de kunstschilders, de beeldhouwers, de schrijvers en de filmmakers. Die leven ervan om de diepste diepten van de menselijke geest te exploreren en ons die vervolgens in bewerkte vorm weer als een spiegel voor te houden. En dat de daar levende fantasieën divers, en van lieflijk tot extreem bloederig kunnen zijn, zien we dagelijks om ons heen en lezen we in de krant.
In dat licht bezien vind ik het altijd erg jammer dat er (nog) geen technieken bestaan waarmee je, letterlijk, een kijkje kunt nemen in iemands hoofd en gedachten. Het lijkt me onwaarschijnlijk fascinerend om, als afzijdig toeschouwer, toe te kunnen kijken wat er op een gemiddelde dag zoal in een willekeurig hoofd gebeurt en gaande is. Te kunnen zien hoe gedachten tot stand komen en langs welke paden men tot een bepaalde conclusie komt. En ook alleen al vanuit de grote verschillen tussen man en vrouw zou een dergelijke uitvinding gretig aftrek vinden. Wie heeft er tenslotte nooit eens verzucht dat de partner er werkelijk ‘niets van begrijpt..’? Hoe prettig zou het dan niet zijn als je dan je eigen gedachteproces zichtbaar zou kunnen maken voor die ander. Dat zou het wederzijds begrip absoluut verhogen. Een andere toepassing die ik dan ook graag zou zien is die waarin ik mijn liefste mee zou kunnen nemen in mijn hoofd, alwaar we samen oneindige reizen in fantasie zouden kunnen maken. Maar ach, dergelijke mogelijkheid zijn voorlopig voorbehouden aan de wereld van film en strips. En dat is maar goed ook. Ik denk ik dat ik me dood zou schrikken als ik daadwerkelijk een kijkje zou kunnen nemen in het hoofd van die vriendelijke oude buurvrouw of dat van mijn baas. En ik weet zeker dat de laatste zich minstens twee keer zou bedenken alvorens hij mij voor de koffie zou uitnodigen als hij toegang had tot het mijne!

Dat iedereen af en toe dergelijke gedachten heeft staat vast. Het grote verschil zit hem in hetgeen je ermee doet. Zoek je er een creatieve uitlaatklep voor, of verdring je de gedachten net zo lang tot het tot een uitbarsting komt? Ik ben een voorstander van het eerste, dat zal niemand verbazen. De mens mag dan, in ieder geval in gedachten, tot de meest vreselijke dingen in staat zijn, maar het bestaan van dergelijke gedachten hebben ons, als mensheid ook verrijkt. Denk maar eens aan het grote aantal films, kunst en boeken dat we nooit zouden hebben gehad als de menselijke geest niet zulke duistere krochten en spelonken bevatte. Je moet er alleen niet al te vaak vertoeven.

22-02-08

donderdag 21 februari 2008

Verwrongen Rechtsgevoel

Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat het rechtsgevoel van de gemiddelde Nederlander ernstig onder druk staat. De kranten berichten vrijwel dagelijks over overijverige dienaren van het OM die weer ergens een misstand hebben ontdekt en daar met grof geschut vervolgens op gaan schieten. De zaak van Germaine C. uit Amsterdam is zo´n geval.
Mevrouw C. reed, in 2005, door Amsterdam en moest in eerste instantie lijdzaam toezien dat twee jeugdige crimineeltjes op een scooter haar autoportier open rukten en er daarna met haar handtas vandoor gingen. Zij reed daarop achteruit en klemde daardoor de scooter van de criminelen tegen een boom waarbij eentje, de 19 jarige Ali el Bejatti, dermate gewond raakte dat hij aan zijn verwondingen overleed.
Ieder weldenkend mens beseft dat het hier, over de hele breedte, een uitermate trieste en betreurenswaardige samenloop van omstandigheden betreft. De beide criminelen op de scooter, el Bejatti stond uren voor het incident nog voor de rechter vanwege een gewapende overval, waren hard op weg om keiharde beroepscriminelen te worden en hun latere slachtoffer is het, in de ogen van Justitie, nu hoogstwaarschijnlijk ook. Twee levens voorgoed verwoest door een volkomen uit de hand gelopen tasjesroof, wat een eeuwige zonde!
De hele zaak wekte destijds grote beroering onder Amsterdamse Marokkanen, een bevolkingsgroep die toch al niet bekend staat om hun relativerende en rustige houding. Het slachtoffer daarentegen leeft, en herleeft, òòk nog steeds dagelijks met het gebeurde en durft al ruim drie jaar niet meer naar huis omdat ze nog dagelijks de meest ernstige en verschrikkelijke bedreigingen ontvangt. Kortom, de levens van alle direct betrokkenen zullen, sinds die noodlottige dag in 2005 nooit meer hetzelfde zijn.
Maar goed, hoe nu verder? Moet Justitie vervolgen? Ja, er moet op z´n minst een rechter naar de zaak kijken. Er is tenslotte, in mijn overtuiging geheel onbedoeld, een dodelijk slachtoffer te betreuren. Maar er had toch op z´n minst wat meer clementie met mevrouw C. betracht moeten worden. De arrestatie wegens de verschijningsplicht is overbodig en bovendien ernstig traumatiserend voor de toch al in doodsangst levende vrouw. Ik zie er het nut niet van in om haar nu op te sluiten en fysiek te confronteren met de andere dader, met de familie van el Bejatti en welk ander volk er bij de zitting nog komt opdraven. Die zullen géén van allen haar erg goed gezind zijn verwacht ik. En natuurlijk heeft de familie van de dode er recht op de veroorzaakster daarvan in de ogen te kijken. Maar dat had ook anders gekund. Ik krijg namelijk geenszins de indruk dat mevrouw C. zich aan Justitie wil onttrekken, maar ze vreest vooral voor haar leven en veiligheid.
Als ik deze hele zaak aan me voorbij laat trekken en overdenk wat ik ervan weet, en ik ken absoluut niet alle details, ontkom ik niet aan een knagend gevoel van ´Wie kaatst….´. De ophef en commotie van de Marokkaanse Amsterdammers is, op z´n zachtst gezegd, begrijpelijk in eerste instantie, maar na drie jaar zou je mogen verwachten dat de grootste emotionele lading wat geluwd is. De mensen die echter nog steeds dagelijks menen terreur te mogen uitoefenen, doodsbedreigingen te mogen uiten en / of schreeuwen om een ´fatwa´ horen niet thuis in een beschaafd land als het onze. Ja, er is een lid van hun gemeenschap verongelukt, maar als hij zich, net als de meesten, gewoon als een rechtschapen burger had gedragen en zijn poten had thuisgehouden, had hij nu nog dagelijks een waardevolle bijdrage kúnnen leveren aan de maatschappij en een voorbeeld kúnnen binnen zijn gemeenschap. Maar hij koos, samen met zijn 18 jaar oude maatje Secuk, voor de ´gemakkelijke weg´ van de criminaliteit.
Ondertussen hoor ik de stemmen van de zachte sector zich op de achtergrond alweer roeren, maar eerlijk gezegd kan het me geen bal schelen of hij een slechte jeugd heeft gehad, verkeerde vriendjes had of zich in deze maatschappij niet thuis voelde. Iedereen heeft tenslotte zijn eigen problemen en moeilijkheden te overwinnen in het leven, en die zijn soms fors. Maar de criminaliteit ingaan is en blijft een keuze, een moeilijk te weerstane keuze soms, maar het blijft een keuze. En als je dan besluit die keuze toch te maken, moet je niet komen zeuren over de gevolgen daarvan…hoe dramatisch die ook bleken te zijn. Want in dit hele drama zijn alleen slachtoffers te betreuren. Een moeder die haar zoon kwijt is, een vader die zijn zoon niet meer verder ziet opgroeien, broers en zussen wellicht, en een getraumatiseerde vrouw aan de andere kant die haar hele verdere leven nog door moet met het idee dat ze, feitelijk om een handtas, iemand heeft doen overlijden.
Het zou Justitie sieren als deze zaak een draai gegeven zou kunnen worden waardoor er toch nog iets positiefs uit voort zou kunnen komen. Een draai waardoor het allemaal, achteraf, niet helemaal voor niets is geweest. Maar dat is, vrees ik, mijn zoveelste utopie…

21-02-08

woensdag 20 februari 2008

Parasiet


Ik ben een parasiet, en mijn liefste ook. Van mezelf wist ik het al een aantal jaren, het is me meermalen voor de voeten geworpen, zij het om steeds andere redenen, maar om het nu ook over mijn lieftallige echtgenote te horen was toch wel even héél erg schrikken vanmorgen.
Het stond met grote letters in de krant: ´Kinderloze paren zijn parasieten´, een uitspraak van Bernard van Praag (zie foto), hoogleraar economie aan de UvA. En daar zit je dan met je goeie gedrag….als parasiet. De hoogleraar komt tot zijn beledigende en volstrekt irrelevante conclusie door te roepen dat mijn vrouw en ik wél profiteren van de ouderenverzorging van de staat maar er niets voor terugdoen, èn door te stellen dat ´wie geen kinderen op de aarde zet, ook maar zelf voor de AOW moet zorgen.´ Van Praag geeft met zijn uitspraken aan dat hij wel een héél beperkt en populistisch beeld van de huidige maatschappij heeft. Ik was me er bovendien niet van bewust dat er op ons gelukkig huwelijk een dergelijk zware ´verplichting´rustte. Ik heb me dan ook nog nooit verplicht gevoeld om de mens als soort, de Nederlanders of de wereldbevolking als geheel in stand te moeten houden. Natuurlijk heb ik de normale druk van ouders en grootouders moeten weerstaan die, elke keer als ik met een dame in de huwbare en ´baarbare´ leeftijd aan de arm verscheen. Maar ik heb ze al vanaf mijn 15e teleurgesteld door te zeggen dat ze van mij geen nageslacht hoefden te verwachten, nu niet en nooit niet. En mijn lieve echtgenote deelt die mening en onderschrijft die ten volle. Wij willen géén kids! Bovendien werken we allebei méér dan fulltime, krijgen nergens subsidie of tegemoetkoming voor, betalen braaf onze belastingen en dragen via het loonstrookje ook braak het grootste deel van ons salaris aan de staatskas af. En dan vind van Praag dat we ´er niet genoeg voor terug doen´? Waar haalt de man het vandaan? Heeft hij wel eens uitgerekend wat voor milieubelasting een mens genereert, simpelweg door er te zijn? De hopen afval die hij in zijn leven produceert door maar lekker door te blijven consumeren? Wij hebben op grond van redelijke argumenten besloten niet aan kinderen te beginnen, een besluit dat we na langdurig overleg en in goede harmonie hebben genomen. En dat is nu opeens verkeerd? Zijn we daarom ineens parasieten geworden? Een van de meest fundamentele mensenrechten is het recht om te mogen kiezen. En we hebben gekozen, alleen wellicht niet wat Rouvoet, van Praag of de Vereniging Grote Gezinnen graag zou hebben gezien. Nou en? Zij willen graag dat er maar doorgefokt wordt, maar moet ik ze daarom maar voortaan konijnen of ratten noemen? Kom op zeg! Daar waar je er ééntje ziet zitten er minstens dertig die je niet ziet…dat werk? Nee, aan dat soort stemmingmakerij en ´name calling´ doe ik NIET mee, uit principe. Laat iedereen vooral zijn eigen plan trekken en zijn eigen keuzes maken, maar het bestempelen van een andere keuze als ´parasitair´ is onterecht en, minstens even belangrijk, een hoogleraar absoluut onwaardig. Het zou de man dan ook sieren als hij voor een dergelijke terminologie publiekelijk zijn excuses zou maken. Minimaal tegen over mijn echtgenote, dát is toch wel het minste. Of moet ik echt de ongediertebestrijding gaan bellen? Nee toch hoop ik?

20-02-08

dinsdag 19 februari 2008

De Grote Verlosser

Dat het slecht gaat met Ajax was al een tijdje bekend. Gerommel in de top, de ene trainer na de andere en uitblijvende resultaten. Het rapport van Coronel is duidelijk, de top heeft er een zooitje van gemaakt en moet dus weg, er moet gekeken worden hoe Ajax weg van de beurs kan en Ajax moet weer een échte club worden, met een koffiejuffrouw, veen met het Heilige Gras vergroeide terreinknecht en, niet te vergeten, een echte wasmoeder. En voor de fans is er maar één man ter wereld die dát voor elkaar kan krijgen, Cruyff. Dé man, De Grote Verlosser, eerst beroemd om zijn spel, en later om zijn onnavolgbare logica en uitspraken. Uitspraken die steevast het midden houden tussen onweerlegbare logica en een open deur. De man ook wiens naam door fans wereldwijd nog steeds met grote eerbied wordt uitgesproken en met hoofdletters wordt geschreven. Díe man dus, als Hij maar komt…
De grote vraag is alleen of Cruyff zich ervoor zou lenen, en ik denk stellig van niet. Een status als legende heb je, maar je bent hem evengoed zo ook weer kwijt. Iets wat de B.V. Cruyff dondersgoed heeft begrepen, tot nu toe. Wellicht dat Cruyff zich wel zijdelings met het proces zou willen bemoeien, Ajax heeft hem tenslotte destijds groot gemaakt, maar áls hij toehapt, dan zal dat eerder in een adviserende dan in een leidende rol zijn. Er staat voor de B.V. Cruyff té veel op het spel tenslotte.

Het grote probleem dat Ajax momenteel kwelt, is hetzelfde probleem waar vrijwel ieder bedrijf tegenwoordig mee kampt. Daar waar de betrokkenheid en passie van de man op de vloer, of de speler en de staf in het Ajax-geval, ondergeschikt wordt gemaakt aan managers met hun witte boorden en hun spreadsheets met steeds hogere winstprognoses, daar verdwijnt de betrokkenheid, de passie, het ´wij-gevoel´ en gaat onvermijdelijk de belangrijke teamspirit verloren. Een dergelijke kille cijfertjesrealiteit past niet, of slechts héél zijdelings bij een fenomeen als een voetbalclub. En al helemaal niet bij de passie die voetbal al van oudsher is voor de fans, meestal al generaties lang van vader op zoon. Voetbal is van het volk en moet dat vooral ook blijven. Zondag in het stadion of, als dat echt niet kan, dan ´s avonds met een bord op schoot voor de buis de samenvattingen kijken. Dát is het voetbal zoals het beleefd moet worden. De jongens op het veld moeten weer leren knokken en vechten voor hun kleuren en hun club en, heel misschien, een kans om ooit in het oranje shirt te mogen spelen. En natuurlijk weet ik dat voetbal, en zeker topvoetbal, al jaren in de greep van ´het grote geld´. De budgetten en de (reclame-)inkomsten van de Nederlandse topclubs zijn vele malen groter dan die van mijn eigen bedrijfje, maar geen van beiden zou de illusies van een multinational mogen hebben. En ik, ik kan dat met de hand op mijn hart verzekeren, heb die illusie zeker niet. Het moet tenslotte vooral, eb vooraleerst, leuk en spannend blijven om te doen, zonder dat er boze aandeelhouders aan de bel staan te rukken omdat het rendement zo tegenvalt. Dat levert alleen maar slowmotionvoetbal op waar niemand op zit te wachten. Voetbal moet vooral simpel zijn en simpel blijven. Of, om de Grote Meester zelf eens aan te halen: ´Voetbal is simpel. Het is echter moeilijk om simpel te voetballen…´
Hoe jammer ik het voor de fans ook vind, ik zie Cruyff echt niet als Verlosser binnenkort de Arena binnen komen rijden. Maar dat hoeft ook niet. Cruyff als adviseur zou al genoeg zijn, en voor de rest zijn er voldoende capabele mensen te vinden die staan te trappelen om een dergelijke klus te klaren. Daar ben ik echt van overtuigd. Laat Cruyff in dat hele proces vooral doen waar hij goed in is, zichzelf zijn. Want van hem zijn de woorden ´Ik neem altijd zélf de beslissingen. Dus als ze bij Ajax tegen me zeggen: ´Je bent te oud´, dan zeg ik: ´Dat beslis jij niet, dat beslis ik.´ en ´Als ik zou willen dat je het begreep, zou ik het wel beter uitleggen.´En dáár is geen speld tussen te krijgen!

19-02-08

maandag 18 februari 2008

Ietsisme

Ietsisme, waarschijnlijk had u er, tot vandaag, nog nooit van gehoord maar Ietsisme is een grotere bedreiging voor de mensheid dan je zo op het eerste gezicht zou zeggen. Zo heeft onderzoek uitgewezen dat ruim 50% van de Nederlanders agnost is, en dus niet weet of God bestaat, of men is ietsist en gelooft dus dat er ´iets´ is tussen hemel en aarde. Maar Ietsisme speelt niet alleen op het gebied van geloof een rol van betekenis, we moeten namelijk overal wel ´iets´ van vinden want anders doen we namelijk absoluut niet mee in de wereld van vandaag.
´Is er iets?´ is zo´n vraag die menig verstandig echtgenoot regelmatig, maar zeer vertwijfeld, aan zijn vrouw stelt en daar dikwijls een ontkennend antwoord op krijgt. Toch weet de arme stakker met een volstrekte 100% zekerheid dat hij iets vreselijk verkeerds heeft gedaan en daar de komende tijd voor zal moeten bloeden. Alleen wat dat ´iets´ nu precies is, hij komt er nooit achter.
´Dat kapsel van jou, dat kan écht niet meer! Daar moet je echt iets aan doen!´ Ik hoor het mijn beste vriend nog duidelijk zeggen. Helaas heeft mijn haar al sinds jaar en dag een maximale lengte van enkele millimeters, dus het enige zinnige dat ik er mee kan is het steeds zo kort houden. Iets anders zit er echt niet in.
Ik weet ook nog wel dat ik ooit iets aan dit kabinet bewonderde, maar wát ben ik inmiddels al lang weer vergeten. Het had iets te maken met die honderd dagen en de belofte van Balkenende dat ´na het zuur het zoet zou komen´. Ik weet niet of u er al iets van heeft gemerkt, maar ik zeker niet. Dan zal het dus wel iets anders zijn geweest. Belastingverlaging dan? Daar was ook iets mee. Alleen lees ik steeds dat er alleen maar méér belastingen en accijnzen bijkomen, dus dat zal het ook niet geweest zijn. Wilders dan? Nee, die zit in de oppositie en die ging iets doen met een film waardoor alle moslims boos op hem zouden worden. Ik heb er nog niks van gezien, maar de titel is al wel bekend. Was dat niet iets met ´Fitna´? Ik hoorde trouwens vandaag op de radio dat hij door de KLM geweigerd is op een vlucht naar Moskou. Hij wilde weer eens iets te veel, of iemand had vergeten iets tijdig door te geven of zo. Afijn, hij mocht niet mee en moet dus iets anders gaan verzinnen als hij nog steeds naar Moskou wil dan tenminste.
Dan was er dit weekend ook nog iets met Heesters. En bij heesters denk ik altijd aan snoeien, dus ff op Google gezocht hoe het ook alweer zat met dat snoeien. Janny van Braak, van tuinen.nl, erkent dat er veel onduidelijkheid is omtrent snoeien maar leert ook meteen dat je oude heesters zo diep mogelijk moet terugknippen. Is dat probleem ook weer opgelost! Je gereedschap moet wel goed scherp zijn trouwens! ´Goed snoeien begint met goed en scherp gereedschap. Een botte snoeischaar zorgt voor rafels rond de snoeiwond en dit geeft weer kans op aantasting van bijvoorbeeld schimmels.´ en dát willen we tenslotte ook weer niet. Een scherpe schaar gebruiken dus. Weer iets geleerd!

Maar hoe je het ook wend of keert, Ietsisme laat zich inmiddels allang niet meer ontkennen. Of het iets voor u is kunt alleen u bepalen, maar er zit zeker iets in. Ik denk dat iedereen er wel iets van zijn gading in kan vinden. Of je nu Moslim, Christen, Jood of Protestant bent, allemaal geloven ze iets. Ik vanaf vandaag ook!

18-02-08

zaterdag 16 februari 2008

De weg van de minste weerstand (deel II)

Gelijk hebben, voor velen is dat soms van levensbelang, maar voor mij gaat het daar niet om. Ik vind het helemaal niet zo belangrijk om te boek te staan als de bedenker van iets of de eeuwige oplosser, ik heb gewoon een hekel aan dingen halfslachtig doen. Als je een probleem gaat oplossen, doe het dan in één keer goed. Doe niet een halfslachtige poging om daarna dan nog eens te gaan zitten denken hoe het verder moet, maar dat ben ik. Voor mijn omgeving ligt dat duidelijk anders. Zo denkt mijn manager bijvoorbeeld in veel kleinere stappen dan ik. Een proces dat ik in één keer zou doen, doet hij liever in meerdere kleine stapjes. Stap 1 wordt bedacht, geïntroduceerd en uitgevoerd. Dan kijkt hij naar de gevolgen ervan en verwerkt die in stap 2, waarna het hele proces zich weer herhaalt en herhaalt. En die manier is ook prima, daar is zelfs helemaal niks mis mee. Voor mij is het echter heel lastig om, wetende wat het uiteindelijke einddoel is, om het hele proces eerst door te moeten om er dan achter te komen dat het niet werkt, dat het beoogde einddoel niet wordt gehaald. Want als je een emmer onder een lekkende kraan zet, en die emmer tussendoor niet leegt, kun je erop wachten dat de emmer op een gegeven moment gaat overstromen, toch?

Het heeft me jaren gekost om er achter te komen waar hem het grote verschil tussen mij en mijn omgeving nu in zat. Dat zit hem dus niet primair in hoe slim ik wel of niet ben, hoe goed ik wel of niet ben, en evenmin in het feit dat ik gewoon gelijk wil hebben. Nee, het zit hem puur in het verschil in denkstructuur en het op een andere manier benaderen van de wereld om je heen. Op zich zou zo´n verschil door een goede communicatie op te lossen moeten zijn, maar daar gaat het in mijn situatie mis. Voor een goede communicatie is er een basis van vertrouwen nodig, en die lijkt hier te ontbreken. Voor mijn leidinggevende ben ik maar een groot en bijzonder lastig obstakel in zijn turbulente wereld. Iemand die altijd een antwoord heeft, dingen vooral sneller en beter doorziet, en daarnaast niet het juiste gedrag vertoont ten opzichte van zijn leidinggevende. En juist over dat laatste zullen we het nooit echt eens worden. Ik vind namelijk dat je het niet eens mag zijn met je baas, en dat ook nog, mits op een correcte en normale manier, mag kenbaar maken. Niet in gescheld en getier, maar gewoon als twee volwassenen die een verschil van inzicht hebben. Alleen vraagt dat een stukje inzicht, openheid en eerlijkheid aan twee kanten. Want vooral met oneerlijkheid heb ik een groot probleem. Als ik als functionaris de boel heb lopen verkloten mag je me absoluut ter verantwoording roepen. En zéér zeker als je in de veronderstelling leeft dat ik het ook nog eens expres heb gedaan! Ik heb dan de mogelijkheid om me te verdedigen en uit te leggen wat ik gedaan heb en waarom. Hoor en wederhoor dus. Kom echter niet bij me aan met allerlei verhalen die aantoonbaar onjuist zijn, probeer niet jouw fouten om mijn conto te schrijven en probeer al helemaal niet mij op een onheuse manier zwart te maken in een futiele poging me klein te krijgen of me in mijn schulp te doen kruipen. Dat werkt namelijk niet, en ik heb de neiging er namelijk behoorlijk opstandig en eigenwijs van te worden. Zéker als ik voor de volle honderd procent, en met mijn hand op mijn hart, kan zeggen dat ik géén enkele sabotagepoging heb ondernomen, noch bewust iets heb gedaan of nagelaten. Oprechte verwijten of bezwaren kan ik pareren, als ik de kans krijg, en er wellicht iets van leren, maar vage beschuldigingen kán ik echt niks mee. Met feiten wel, maar dan moeten ze wel komen.

En daar zit ik nu. In een niet echt florissante positie en met een vervelend gevoel. De pogingen om mij het leven zo vervelend te maken dat ik uit mezelf wel zou vertrekken zijn op niets uitgelopen en nu is er dus een gigantisch probleem. Ik ben er namelijk nog, elke dag die God geeft weer. Dat het op een afvloeiingsregeling uit zal draaien lijkt inmiddels een zekere zaak, maar ik sta nog steeds open voor een open en eerlijk gesprek, altijd. Dat ik niet voor de weg van de minste weerstand zou kiezen hád hij kunnen weten, mits hij zich ook maar een klein beetje in mij had verdiept. Maar door zaken bewust te doen en andere bewust na te laten zitten we nu waar we nu zitten. In afwachting wat twee advocaten er nog van kunnen maken.
Ik heb jarenlang en erg hard geknokt om te komen waar ik nu ben. Ik heb een aantal jaren gelden het besluit genomen om trouw aan mezelf te zijn en daar zo weinig mogelijk concessies aan te doen. Dat zo´n besluit niet altijd bij iedereen even goed valt kan ik billijken, maar als je mij ook maar een héél klein beetje kent, dan wéét je dat ik me niet meer zomaar laat kisten. Nee, de weg van de minste weerstand is geen pad waar je deze jongen snel zal tegenkomen. No Siree!

16-02-08 II

De weg van de minste weerstand (deel I)

Ik heb het grootste deel van mijn leven moeten knokken omdat ik ´anders´ was, maar het heeft me jaren van bloed, zweet en tranen gekost om er achter te komen waarin dat ´anders´ dan zat. Nu weet ik het, maar dat betekent allerminst dat er een einde is gekomen aan het ´gevecht´.
Ik ben namelijk een beelddenker, iemand die er de voorkeur aan geeft om in beelden en gebeurtenissen te denken. Niet dat het een bewuste keuze is overigens, maar het is nu eenmaal zo…en ik ben bepaald niet de enigste.
Ieder mens is, tot op een bepaalde hoogte, een beelddenker. We beginnen ons leven tenslotte zelfs zo. Als iemand bijvoorbeeld zit te dagdromen, of zit na te genieten van zijn laatste vakantie in de Ardéche, dan zal hij dat voornamelijk in ´plaatjes´ doen. Hij is dan, als het ware, weer even terug op dat heerlijk terras onder de platanen en voelt de zon weer branden op zijn gezicht. Alhoewel het voor deze persoon een keuze is om van woorddenken even om te schakelen naar beelddenken, ik heb die keuze minder of helemaal niet. Voor mij is het denken in plaatjes de dagelijkse praktijk, ik kán namelijk niet anders. Is dat dan erg? Nee, als je weet dat je zo in elkaar steekt helemaal niet. Het grote probleem zit hem echter in het feit dat de mensen om mij heen zo heel anders denken dan ik, en dat leidt dan weer vanzelf tot communicatiestoornissen en problemen, grote problemen soms.
Voor mij is de wereld één groot bewegend geheel waarbij alles met elkaar is verbonden. Niet uit een religieus gevoel, maar simpelweg omdat het zo is. Alles staat nu eenmaal in verbinding met elkaar, en als je ergens iets veranderd, is er steevast ergens anders een reactie. Het gekke voor mij is echter, dat niet iedereen dat schijnt te beseffen, vooral als die reactie zich buiten het directe blikveld of pas later in de tijd zal openbaren. Als je bijvoorbeeld een bepaald product koopt in de supermarkt, wordt het vak automatisch leger. Logisch, zult u zeggen, maar in mijn bewuste beleving wéét ik dan dat er iemand, of een computersysteem, dan bij de leverancier nieuwe voorraad moet gaan bestellen om te voorkomen dat het vak leeg raakt en ze dus klanten teleur moeten stellen. Bovendien moet de leverancier, bij wie het product besteld wordt het ook maar net in voldoende hoeveelheden op voorraad hebben om het aan de supermarkt te kunnen uitleveren. Is dat niet het geval, dan zal hij weer bij zijn eigen leverancier grondstoffen moeten bestellen om het product te kunnen produceren, enzovoort….enzovoort. Gelukkig staan de meeste mensen daar allemaal niet bij stil als ze achteloos een pak koekjes uit het rek trekken en in hun karretje laten vallen, en gelukkig maar. Want ik kan u uit eraring vertellen dat je hoofd er af en toe behoorlijk vol van kan raken! Maar goed, in mijn brein werkt het nu eenmaal zo, en daar heb ik dus maar mee te leven. Nu geldt dat principe natuurlijk niet alleen als ik in de supermarkt boodschappen loop te doen, het werkt elke dag en de hele dag door. Ook op mijn werk. Voor mij is dat, inmiddels althans, redelijk gewoon geworden, maar voor mijn omgeving, en dan vooral mijn leidinggevende, wil het nog wel eens erg lastig zijn, want het proces voltrekt zich ook nog eens razendsnel. Als mijn leidinggevende dus begint te vertellen welke nieuwe processen hij heeft uitgedacht, begint mijn brein daar meteen plaatjes van te maken, bewegende plaatjes. Terwijl hij zit te vertellen zie ik het hele proces dus letterlijk voor me en overzie ik ook meteen waar het niet past in de bestaande structuren en waar de fouten in de logica of de praktische problemen zitten. En dáár gaat het dan meestal mis. Vaak worden die opmerkingen dan afgedaan met ´je ziet teveel beren op de weg´ of ´wat ben je weer negatief!´, maar beide zijn simpelweg niet waar. Ik kán namelijk niet anders naar de wereld kijken en zie zulke dingen nu eenmaal in een paar seconden. De wereld om ons heen werkt volgens een aantal redelijk vaste principes en ook mensen hebben zo hun vaste patronen en manieren van benaderen van, en omgaan met een probleem. Maar aan de andere kant is het alleszins begrijpelijk dat iemand die veel tijd gestoken heeft in het oplossen van een probleem, meteen door een ander, een ondergeschikte nog wel, wordt afgeschoten omdat hij het niet goed heeft gedaan. En helemáál vervelend is het, als die lummel nog gelijk heeft ook…keer op keer. En in precies die situatie bevind ik me nu al een tijdje.

16-02-08

vrijdag 15 februari 2008

Hoezo: ´Kan niet?´

Hoera! Ze zijn er nog! Die mensen die tegen de hele Grote Boze Buitenwereld een lange neus trekken en precies dátgene doen wat ze altijd al hebben willen doen. Zij laten zich niet tegenhouden of van hun apropos brengen door lieden die zélf te lamlendig zijn om origineel te denken, of simpelweg het lef missen om eens iets onderscheidends te doen. Heerlijk!
De 52 jarige Frank Baijens uit Eindhoven is zo iemand. Hij wilde zijn hele leven al een cd maken met zijn muziek, bijgestaan door een keur aan beroemdheden. Dus klom hij in de telefoon en op internet en begon allerlei mensen te benaderen. Nationale én internationale grootheden kletste hij gek om aan zijn droomproject mee te werken. En ziet, de cd met de titel ´Odd Man Out´ is inmiddels af en ligt in de schappen bij Van Leest en Bol.com. Het schijfje kost 16,99 euro. Frank, driewerf hulde man!

Als maatschappij missen we mensen als Frank. Hier in Nederland moet iedereen zich het liefst keurig aan de regeltjes houden en vooral NIET opvallen, vooral niet je kop boven het maaiveld uitsteken want dan staan er meteen hele hordes klaar om je kop eraf te hakken. Maar waarom? Waarom hebben we, met z´n allen, toch besloten om met die grauwe middelmaat genoegen te nemen? Je ziet het overal tenslotte. Ons hele onderwijs is bijvoorbeeld gebaseerd op de ´gemiddelde student´.Waarom? Wie kan tenslotte voorspellen welke unieke talenten verscholen zitten in dat kleine jochie dat met rekenen niet zo goed mee kan komen? Krijgt hij de kans zich ten volle te ontwikkelen? Wordt hij gestimuleerd om zich te bekwamen en te excelleren in die dingen waarin hij wél goed is? Nee, helaas niet. Hij wordt gedwongen om te voldoen aan al die middelmatige normen om zo, als hij groot is, achteraan in de file te kunnen aanschuiven in zijn middenklasse auto, op weg naar zijn onbelangrijke baantje, ergens op een grauw industrieterrein langs de snelweg. En dat doet best pijn!
Maar ook ik heb geen antwoord waarom we doorgaans zo´n grote afkeer hebben van mensen die ´anders´ zijn. Is het angst? Angst om te ontdekken dat je zelf ook helemaal niet zo happy met je eigen bestaantje bent zoals je de buren oh zo graag wilt laten geloven? Dat je liever, als je de kans kreeg, óók iets heel anders ging doen met je energie en je tijd? Dat iets dat wellicht lang niet zoveel salaris en prestige meebrengt als je huidige baan, maar je wél zo verschrikkelijk veel gelukkiger maakt. In mijn praktijk kom ik regelmatig mensen tegen die ´op zoek´ zijn. Op zoek naar ´iets meer´, en dat is doorgaans iets anders dan de traditionele zoektocht naar zingeving. Ik stel die mensen altijd één vaste vraag: ´Wat zou je gaan doen met je leven als je je géén zorgen meer hoefde te maken over het betalen van je rekeningen?´ En het opvallende is dat er op dat moment steevast een glinstering in de ogen verschijnt en zelfs de meest schuchtere prater er opeens enthousiaste volzin na volzin uit perst. Ze weten precies wat ze dan zouden doen, maar geven je erbij óók meteen drieduizend redenen waarom het allemaal NIET kan. En daar probeer ik ze dan te helpen en ze ervan te overtuigen dat sommige doelen helemaal niet zo onbereikbaar zijn als ze soms lijken. Het enige wat je ervoor nodig hebt is een enorme portie lef, talent is ook wel handig, en een enorm dikke huid. Want zodra je het veilige pad verlaat begint de kritiek, meteen. Iedereen in je omgeving begint dan te roepen dat je vooral hier op het pad moet blijven en niet je tijd moet verdoen aan al die dingen die tóch nergens toe leiden. Maar wie zegt dat nou? Wie kan dat nog bewijzen ook? Niemand, want veel van die commentaren komen voort van anderen die, als je heel diep in hun hart kijkt, namelijk ook niets liever zouden willen dan losbreken uit de eeuwige sleur en die verstikkende grijsheid van het bestaan. Helaas is het maar weinigen gegeven om echt los te breken, maar diegenen die dat durven en dus gewoon maar gaan doen, kunnen altijd op mijn complete support rekenen. En wees nou eerlijk, kent niet iedereen voorbeelden uit zijn eigen leven waarbij je dingen voor elkaar kreeg die je nooit voor mogelijk had gehouden? Nou dan! Pak de telefoon, schrijf die e-mail en waag die gok! En vaak zul je versteld staan over wat je allemaal voor elkaar kunt krijgen, simpelweg door er hardop om te vragen. Je moet het alleen effe durven! En ik kan je één ding beloven, je leven zal nòòit meer hetzelfde zijn!

15-02-08

donderdag 14 februari 2008

Open brief aan Wouter Bos

Excellentie,

Was de accijnsverhoging op tabak, per 1 juli 2008 a.s, feitelijk bestemd voor het beschikbaar stellen van gratis schoolboeken op scholen, nu dit plan voorlopig op de lange baan is geschoven staan u en uw Haagse collega-politici meteen te dringen om het geld elders uit te geven! Zo kan, volgens D66´er Pechtold, met dat geld net zo goed op elke school een conciërge worden aangesteld. Pardon? Ik gun iedereen een geweldige baan en zeker voor uw achterban zal dit aantal banen als zéér welkom worden ervaren. Maar snap ik het dan écht niet? Volgens mij is dat geld er namelijk helemaal nog niet! Bovendien zou ik het, als verwoed en verstokt roker, een absolute verademing vinden als u en uw collega´s deze ordinaire belastingmaatregel dus zouden schrappen. Tenminste, en zéker voor zolang de gratis schoolboeken er (nog) niet komen.
Ik behoor tot een generatie die weliswaar het slachtoffer is geworden van de befaamde ´Mammoetwet´, maar ik heb het onbeschrijfelijke geluk gehad dat ik op school wél heb leren lezen, rekenen en zelfs, al beweerde mijn rapport regelmatig iets anders, leren luisteren! En, ik kan het nog steeds. In mijn verdere opleiding heb ik zelfs de beginselen van het boekhouden geleerd. Nu verdien ik mijn boterham vandaag de dag met het schrijven, maar ben tevens in het bezit van een redelijk goed geheugen. Als u en uw collega´s dan zo nodig mijn verslaving een flink stuk duurder moeten maken, over de gelijktijdige accijnsverhoging op mijn borreltje zal ik het vandaag dus maar niet hebben, en óók nog eens een duidelijk omschreven bestemming aan de opbrengst verbinden, kan ik het wellicht niet leuk vinden, maar dan kan ik het tenminste nog enigszins accepteren. Wordt er vervolgens echter een zooitje gemaakt van de aanbesteding, moet er bovendien óók nog volop geruzied worden over of dit nu wel de juiste manier is om ouders met schoolgaande kinderen te ondersteunen, mág ik dan als belastingbetaler én beroepsroker/ -drinker van mijn volksvertegenwoordigers verlangen dat ze een maatregel deemoedig terugdraaien als die voorlopig niet doorgaat? Nee zeker? En ik mag zeker óók niet een aantal aangepaste voorstellen doen waar het geld dan beter naar toe kan?
Ik weet het, we leven in een democratie en da´s de wil van het volk. Maar ik kan de uitspraak van wijlen Wim Kan maar niet vergeten als hij haast vertwijfeld uitroept : ´Ik lees elke dag stomverbaasd in de krant wat ik nou weer wil!´
Excellentie, dit volk is moe, moe getergd, en dan bovenal belastingmoe! Ons is inmiddels méér dan duidelijk dat het rekeningrijden straks niet een kwestie is van hier wat meer en daar wat minder. Het is doodsimpel een kwestie van meer, véél meer. En ik wil niet meer, ik kán niet meer. Van een ´Kwartje van KOK´ dat tijdelijk zou zijn, tot gratis schoolboeken die voorlopig helemaal niet gratis zullen blijken. U hebt vandaag een uitgelezen kans om voor eens en voor altijd in de geschiedenisboeken te komen. U kunt de allereerste Minister van Financiën te zijn die een belastingmaatregel terugdraait als het plan waarvoor het geld bestemd is, voorlopig althans, niet door gaat. Een dergelijk gebaar zou, op een dag als vandaag, een mooi en liefderijk gebaar zijn waarmee u mij, en velen met mij, een onvergetelijke dag zou kunnen bezorgen.
Helaas ben ik ook realist en besef me terdege dat een dergelijke oproep waarschijnlijk aan dovemansoren is gericht, maar ergens diep vanbinnen zit er in dit doorrookte, en van alcohol doordrenkte lijf nog een sprankje romantiek verstopt en zélfs een beetje vertrouwen in het goede van de mensheid. En vanuit dát gevoel heb ik deze brief geschreven. Aan u dan nu om deze dag een extra tintje te geven.

Met vriendelijke groet,

Henry de L´Ecluse

Eindhoven, 14 februari 2008

woensdag 13 februari 2008

Rode Regenten

Dat onder het mom van ´het milieu´ de burger met veel extra lasten wordt opgezadeld, denk bijvoorbeeld aan de naderende kilometerheffing, is inmiddels genoegzaam bekend, maar de Rode Regenten van het Amsterdamse stadsbestuur maken het nu wel héél bont. PvdA-wethouder Tjeerd Herrema (Verkeer) presenteert volgende week zijn nota ´Voorrang voor een Gezonde Stad´, waarin hij o.a. voorstelt om medio volgend jaar alle auto´s van vòòr bouwjaar 1992 uit de binnenstad te weren. Het gaat hierbij naar schatting niet alleen om zo´n 35.000 auto´s binnen de ring A10, maar ook oudere auto´s van buiten de stad krijgen met deze absurde regels te maken.
Toen vorig jaar zijn voorlopige plannen bekend werden en uitlekte dat Herrema de ook de parkeertarieven binnen de ring tot het maximum wilde opschroeven, kreeg hij veel ongezouten kritiek over zich heen, maar onder zijn bewind kost een uurtje parkeren in de Amsterdamse binnenstad binnenkort toch al het lieve sommetje van 5 hele euro´s per uur! Een werkelijk absurd en astronomisch bedrag, en straks zijn dus de oldtimers aan de beurt.
Amsterdammers die hun oude auto wegdoen, of inruilen voor een exemplaar van ná 1997, komen in aanmerking voor een vergoeding. Die vergoeding loopt van 500 euro voor een auto op benzine of lpg, naar 1000 euro voor een oude diesel en naar 1500 euro voor een bestelwagen. Maar vergoeding of niet, veel Amsterdammers zien met het verdwijnen van hun oude beestje ook hun mogelijkheden voor broodwinning sterk beperkt worden. In Amsterdam is het namelijk zo goed als onmogelijk om op een van de vele industrieterreinen van de stad je brood te verdienen als je geen eigen auto hebt. Velen hebben hun geliefde bezit trouwens al jaren geleden vaarwel moeten zeggen toen binnen de ring overal fors betaald parkeerbeheer werd ingevoerd. Elk huishouden met méér dan één auto werd toen gedwongen om òf te verhuizen, òf voor heel veel geld een plekje te bemachtigen in een van de schaarse particuliere garages. Bovendien is het met de voorgestelde klein bedragen volstrekt onmogelijk om een andere auto te kopen, ook al zouden ze het willen!
Mijn eigen Française van bouwjaar 1986 heeft, net als ondergetekende, jarenlang ook in Amsterdam vertoefd, maar zal deze Rode Waanzin gelukkig bespaard blijven. We kwamen samen, weggepest door voornamelijk parkeerbeheer, reeds jaren geleden voor werk naar het Bourgondische zuiden. Zéér tot beider tevredenheid overigens, en er is dan ook geen haar op mijn gemillimeterde kruin die eraan denkt om terug te keren naar de Randstad, en al helemaal niet meer naar Amsterdam. Want helaas zucht Amsterdam al jaren onder het juk van deze en andere Rode Regenten die, onder het mom van tolerantie, de samenleving in de stad steeds verder hebben laten verloederen. Zo wordt de middenstand al jaren geteisterd met de ene onzinnige regelbrij na de andere, zo is er het verbod op straatkiosken, de waanzinnige regels omtrent luifels, omtrent reclame uitingen, de regelrechte parkeerterreur en de onnavolgbare regelgeving voor bijvoorbeeld terrassen. Daarnaast wordt de Amsterdamse burger al jaren een schandalige hoeveelheid extra geld uit de zak geklopt door de het vergunningenbeleid en de werkelijk absurde parkeertarieven. De gemeente strijkt dit jaar, alléén door de meest recente verhoging, een bedrag van 31 miljoen aan extra parkeergelden op, een bedrag wat, als het door een particuliere firma zou worden binnengehengeld, tot groot politiek oproer zou leiden. Ook nog vers in het geheugen staan o.a. de rellen in Oosterpark en, iets minder recent, de uitwijzing van de kleermaker Gümüs uit de Amsterdamse wijk de Pijp in 1997, zo´n beetje hét schoolvoorbeeld van een volledig geïntegreerde Turk, die terug moest naar zijn geboorteland Turkije omdat hij niet afdoende kon aantonen dat hij vijf jaar onafgebroken in Nederland had gewoond en gewerkt. Die zaak staat nog steeds te boek als de allergrootste blamage van de Amsterdamse gemeenteraad in de afgelopen decennia. En dat terwijl Amsterdam toch bij uitstek een stad is die grossiert in schandalen, forse budget overschrijdingen bij bouwprojecten en ander gegoochel en gesjoemel met de zuurverdiende belastingcenten van haar burgers.
Ik zou er dan ook een groot voorstander van zijn als de Amsterdamse gemeenteraad het plan voor een ondergrondse stad zou omarmen en zélf daarbij het goede voorbeeld zou geven door als eerste voorgoed ondergronds te gaan. Ik kan me namelijk geen betere plek voor deze, niet geheel van waanzin ontblote, of geheel niet zo u wilt, Rode Regenten bedenken!

13-02-08

dinsdag 12 februari 2008

Een Gevallen Vrouw

Ayaan Hirsi Ali flirt met links Frankrijk, ik heb het met een glimlach op mijn gezicht gelezen. Wellicht toch wel het meest omdat Frankrijk het land van de liefde is en Ayaan, zo vlak voor valentijnsdag, dringend liefde nodig heeft.
Na in 2003 als een wervelwind politiek Nederland te hebben veroverd is de wind sindsdien afgezwakt tot een voorzichtig briesje, en niet eens een verkwikkend briesje. De sprong van PvdA naar VVD, haar gelieg en gedraai over haar precieze identiteit, de daaropvolgende discussie over haar verblijfstatus en paspoort, de film die ze maakte met Theo van Gogh en haar vlucht naar Amerika. Alle ophef heeft haar niet echt goed gedaan. Daar waar het leek alsof Ayaan een maatje te groot was voor Nederland, nu blijkt dat het internationale politieke toneel een (paar) maatje(s) te groot is voor Ayaan. Werd ze in Amerika nog met tromgeroffel en trompetgeschal verwelkomd en werd Nederland daarbij vooral door ultrarechts verketterd wegens ´politieke correctheid en decadentie, bij haar verwacht vertrek uit de VS blijft het oorverdovend stil. Ook de tussentijdse flirts met de Polen en de Denen stierven een stille liefdesdood, haar ex-geliefde Nederland keek toe en zweeg meewarig. Maar er gloort weer hoop! Er is opnieuw een vrijer aangetreden, dit keer in de personen van de Franse filosoof Bernard-Henri Lévy, intellectueel Pascal Bruckner en voormalig presidentskandidate Ségolène Royal. Lévy en Bruckner spreken er zelfs hardop schande van dat een land als Nederland weigert voor de beveiliging van Hirsi Ali op te draaien.
„Het is ondenkbaar dat een vrouw die onze waarden verdedigt, zonder bescherming wordt overgeleverd aan hen die haar willen doden”, zei filosoof Bernard-Henri Lévy tegen Le Nouvel Observateur. Woorden die hij ongetwijfeld niet gesproken zou hebben als hij zich verdiept had in de persoonlijkheid en het dossier van zijn nieuwe flirt. Dan had hij wellicht gezien op welke manier zij moslims doorlopend schoffeert en de moslimvrouwen, voor wie zij toch zegt op te komen, internationaal al danig van zich heeft vervreemd. De beste reden echter, om vooral niet met Hirsi Ali geassocieerd te worden, is ze nog altijd zelf. Niet dat haar drijfveren of motivatie ter discussie staan, maar ze begint steeds meer te lijken op, wat men vroeger ´een gevallen vrouw´ noemde. Een vrouw die wel de uitstraling, het charisma en het uiterlijk heeft, maar die eigenschappen combineert met een té scherpe tong en een bijkomende hoop verplichtingen. Het is in mijn ogen dan ook een duidelijk teken aan de wand dat een vrouw, die toch beweert een grote schare volgelingen te hebben, er maar niet in slaagt om met, en vanuit, die schare volgelingen genoeg geld op te halen om haar veiligheid te betalen. Iets wat in de VS trouwens voornamelijk als een persoonlijke, en niet als een politieke verplichting wordt gezien.
De Franse president Sarkozy pleit intussen voor de oprichting van een Europees fonds om personen als Hirsi Ali te kunnen beschermen. Een voorstel dat niet heel veel kans van slagen heeft. Enerzijds omdat Hirsi Ali er meestal snel in slaagt om opgebouwd krediet met dezelfde snelheid ook weer te verspelen, en anderzijds omdat het belangrijker is om de dialoog met de internationale moslimgemeenschap gaande te houden.
Ronduit opmerkelijk zijn de zéér lauwe reacties vanuit de Tweede Kamer op Ayaan´s nieuwste flirt. Minister Koenders reageerde lauwtjes op de mededeling en maakt zich niet zo druk om de eventuele imagoschade voor Nederland. Hij noemt het vooral ´Grote Woorden´die vanuit Frankrijk komen. VVD-Kamerlid Laetitia Griffith voegt er nog aan toe dat het VVD-standpunt ten opzichte van Hirsi Ali niet gewijzigd is. ´Zij wil zèlf Française worden.´ CDA-er Sybrant van Haersma Buma zegt ervan: ´Dat is haar goed recht.´ Alleen woordvoerders van Groenlinks en D66 vrezen voor ernstige imagoschade. Waarvan akte, al zal het niet door een wervelwind komen.

12-02-08

maandag 11 februari 2008

´Persona Non Grata´

De Arubaanse minister van Justitie, Ruby Croes, blijkt een geplaagd man. Zijn departement heeft sinds de verdwijning van Natalee Holloway nogal wat wereldwijde, en dan met name Amerikaanse, kritiek over zich heen gekregen omdat het te weinig zou hebben gedaan om de Amerikaanse tiener op te sporen. Daarnaast is zijn verhouding met Nederland al enige jaren ernstig verstoord. Die verstoring begon vooral met het wetsvoorstel dat Rita Verdonk, destijds minister van Vreemdelingenzaken, in 2006 indiende om Arubaanse risicojongeren terug te sturen naar het land van herkomst. Croes betitelde dit terugsturen boos als ´onrechtmatig en discriminerend´. Een ander heet hangijzer voor Croes is de langlopende discussie over de nieuwe staatkundige indeling van het Koninkrijk. Naar aanleiding hiervan schortte Croes in 2007 zelfs alle betrekkingen met Nederland op en wilde hij ook niet deelnemen aan het jaarlijkse tripartiet overleg over intensievere justitiële samenwerking tussen Nederland, de Antillen en Aruba. Croes vond zijn rol en inbreng in die gesprekken veel te klein. In datzelfde jaar, 2007, moest Croes bovendien bakzeil halen in de kwestie van erkenning van het homohuwelijk. In januari van dit jaar, 2008, dreigde Croes Nederland zelfs nog voor de rechter te dagen vanwege een door Aruba geclaimd bedrag van 150 miljoen euro uit de verkoop van het Plant Hotel op Aruba. Croes claimt het volledige bedrag terwijl Staatssecretaris Bijleveld (Koninkrijksrelaties) in een brief uit december 2007 liet weten dat slechts een deel van dit bedrag aan Aruba geschonken zou worden.

Nu de zaak Holloway internationaal weer volop in de aandacht staat na de uitzending van Peter R. de Vries van zondag 3 februari jl., kwam Rudy Croes afgelopen vrijdag in het nieuws door de aankondiging dat hij Joran van der Sloot de toegang tot Aruba wil ontzeggen. ´Alleen voor justitieel onderzoek is hij nog welkom!´voegde hij eraan toe terwijl hij, als minister van Justitie, donders goed weet dat zoiets, hoewel uit menselijk oogpunt wellicht begrijpelijk, juridisch volstrekt onmogelijk is. Van der Sloot is momenteel nog steeds verdachte-af en, hoe schuldig en verderfelijk hij in de ogen van het publiek ook zijn mag , daarbij nog verre van veroordeeld.
De laatste uitspraak van Croes doet dan ook sterk denken aan een zeer geplaagd man of, erger nog, aan een verongelijkt kind dat zijn zin niet krijgt. ´Als jullie criminele Arubanen de toegang tot Nederland gaan ontzeggen, kunnen wij dat andersom ook!´ lijkt de redenering van Croes te zijn. ´Laat Joran nu het eerste voorbeeld zijn van een Nederlander die niet welkom is op Aruba…Ik wil hem hier niet hebben!´ liet hij vrijdag weten. Een zeer kinderachtige reactie, een dergelijke politicus absoluut onwaardig!

11-02-08

zaterdag 9 februari 2008

Oplossing!

`Er bestaat nog steeds een oplossing!´ staat er in grote letters op het kaartje gedrukt dat vrijdag op de mat valt. ´Als u problemen zijn: depressie, verslaving, slapeloosheid, armoede, pech, ziekte, liefdesproblemen, schulden, familie problemen, zelfmoordgedachten, schuldgevoelens, complexen, hallucinaties, nachtmerries, constante hoofdpijn of, en dat is de meest intrigerende, andere. Kortom, voor alle problemen kan de UKGR, want dat is de verspreider van het kaartje, hulp bieden. Ze willen gráág helpen om uit deze situatie te komen. Daar moet je echter wél één van hun diensten voor bezoeken: elke vrijdag om 20.00 uur en elke zondag om 10.00 uur. De toegang is vrij, dát dan gelukkig weer wel.
Ik raak altijd geïntrigeerd door dit soort boodschappen die, net als die van helderzienden, professoren met mooie Afrikaans klinkende namen en tarotlezers, met enige regelmaat door de brievenbus komen gegleden. Mijn liefste zou dolgraag een NEE / NEE sticker op de voordeur plakken, maar ik wil er niet aan. Met zo´n sticker zou ik immers al die kleurrijke verleidingen en uitgestoken handen missen die zo rijkelijk en vooral ´onbaatzuchtig´ op mijn deurmat worden gedeponeerd.
Op internet is de UKGR snel gevonden. Het blijkt een Evangelisch Centrum uit Den Haag dat, onder de naam Universele Kerk van Gods Rijk, haar goede werken onder ons verspreid. Gesticht in 1977, actief in 90 landen en met een gestaag groeiend aantal volgelingen van, momenteel, 10 miljoen leden. Nu heb ik helemaal niets tegen Evangelisten, maar al op de eerste pagina raak ik het spoor een beetje bijster. Want wat staat er namelijk?

´Haar visie is de wereld een kans geven om de behoudenis te ontvangen door de Here Jezus Christus en om mensen te helpen om een overvloedig leven te ontvangen door dat door Hem (de Here Jezus) beloofd werd. De Heilige Geest is aan het werken door deze bediening om een zevenvoudige zegen te voorzien voor allen die geloven; familie, gezondheid, een vol liefdesleven, voorspoed, Gods Geest, bevrijding en de behoudenis. Wij hebben de Bijbel als het ware Woord van God en onze enige leidraad. De UKGR is in meer dan 90 landen gevestigd en heeft meer dan 10 miljoenen leden over de gehele wereld en groeit gestaag. Ons team van bereidwillige pastors en helpsters zal u hartelijk verwelkomen en hebben een oneindig vastberadenheid om u te helpen om uw idealen te bereiken door uw goor om de Here Jezus Christus.´

Ehh.. mij helpen mijn idealen te bereiken door mijn goor om de Here Jezus Christus? Mijn GOOR? En dan die bereidwillige pastors en helpsters met hun oneindige vastberadenheid. Dáár kom je dus nooit meer vanaf, maar dat zal ook wel precies de bedoeling zijn! Maar goed, ik mag niet té snel oordelen. Even verder lezen dus.
Onder het tabblad ´Vrouwen´ wordt vrouwen voorgehouden dat niet alle mannen hetzelfde zijn en dat ze zich niet moeten laten weerhouden door slechte ervaringen uit het verleden. Er staat te lezen:

´Wat houdt ons tegen? Ons verleden? Iets oneerlijks? Familie?

In plaats om van het leven te genieten terwijl u kunt, zeg ik dit: Neem uw leven niet lichtvaardig alsof het iets simpels is. U kunt zelf beslissen wanneer en wat u er mee zult doen. Niemand weet welke dag hun laatste dag zal zijn of wanneer ze een geliefde zullen verliezen. Waarom zou u dan uw tijd verspillen met nutteloze dingen en de belangrijke dingen ongedaan laten. Zoals een gezin stichten, iemand liefhebben “tot dood jullie scheidt” of een respectvolle naam achterlaten?´

Het traditionele rolpatroon dus. Maar wel een mooie, die ´een respectvolle naam achterlaten´, dat het dan altijd de naam van de man is wordt maar niet vermeldt.

De site slaagt er niet echt in me te overtuigen. Als we maar in gods Liefde geloven en naar hén luisteren komt alles toch nog goed. Maar dan valt mijn oog op de aankondiging van het vrijdaggebed. Als je daar komt krijg je zomaar een ´Gezegende Zakdoek´ cadeau! Wow! En met hoofdletters ook nog!

Ik denk tóch maar dat ik mijn eigen oplossingen blijf zoeken…
09-02-08

Terug-tennissen

Doorgaans ben ik niet de meest sportieve persoon op aarde, maar ik ben me de laatste maanden aardig aan het bekwamen in een nieuwe sport: terug-tennissen. Dat ik er ooit aan zou moeten geloven was al enige tijd duidelijk, maar ik begin het, geheel tot mijn verbazing, nog aardig leuk te vinden ook! Terug-tennissen is de sport waarbij twee opponenten elkaar de bal proberen toe te spelen en waarbij, schijnbaar, alles geoorloofd is. De regels van het spel zijn héél eenvoudig, die zijn er namelijk nauwelijks. Het is voornamelijk een kwestie van bluf, een zekere mate van gewiekstheid, een scherpe geest, een enorme dosis lef en stalen zenuwen. Het allerleukste van deze sport is bovendien dat je hem overal kunt spelen, zolang er maar sprake is van een gezagsverhouding tussen beide spelers.
De manager mag beginnen. Hij heeft een plannetje bedacht waarin de ondergeschikte zich moet schikken. De ondergeschikte staat, zo aan het begin van de strijd, nogal zwak. Terugkomend van een zéér lange ziekteperiode, bleek zijn basisplaats opgeheven en was er feitelijk geen plaats meer voor hem in het team. Dat kán gebeuren, maar de ondergeschikte speelt vanuit de overtuiging dat ook managers zich aan bepaalde fatsoens- en gedragsregels dienen te houden. Hij heeft zich dan ook, voorafgaand aan de strijd, goed voorbereid. Hij is goed uitgeslapen, overziet het hele speelveld, wéét waar de verborgen kuilen en de omhoog staande graspollen zich bevinden, en lijdt bovendien niet aan onderschatting van zijn tegenstander. Hij heeft zélfs, in een verborgen hoekje, nog een paar zéér algemene gedragsregels gevonden die, alhoewel het heftig zal worden ontkend, wel degelijk op de wedstrijd van toepassing zijn. Hij is er dus helemaal klaar voor.
Op het moment van de opslag is hij reeds in beweging. Staand op de baseline is hij klaar om direct te kunnen pareren. De manager, gewend blindelings gehoorzaamd te worden, is er niet van onder de indruk. Hij is in zijn calculaties tenslotte niet uitgegaan van enige tegenstand van betekenis. De opslag is dus hard en duidelijk, doch wordt even hard en duidelijk teruggemept. De wedstrijd is nu écht begonnen. De manager, nog steeds overtuigd van een eenvoudige winst, besluit te vertragen. Als de wedstrijd maar lang genoeg duurt zal de tegenstander tenslotte vanzelf wel opgeven. Tot zijn schrik echter, zij het wat morrend, gaat de ondergeschikte mee in het spelletje. Een wat paniekerige managementvolley volgt.
Aan de ondergeschikte kant van het net wordt ondertussen òòk niet stil gezeten. Er is een juridische coach ingehuurd en een eerste protest staat in de steigers. Uiterlijk is daar echter nog niets van te zien, en wordt elke managementpoging het balletje aan de overkant van het net te houden rustig, en keer op keer gekenterd. Nu begint de manager enigszins zenuwachtig te worden en besluit een nieuwe troef uit te spelen, een medische controle. Die doorstaat de ondergeschikte echter met glans, dus dient er een nieuwe tactiek bedacht te worden. Die wordt gevonden in een poging tot insinuatie en intimidatie. Een gesprek vindt plaats tussen beide partijen. In het gesprek gaat de wedstrijd echter in volle hevigheid door. Maar welke aanval, of het nu ´Ik krijg signalen..´ of ´Ik zie het niet in je..´ betreft, wordt gepareerd met een verzoek om feiten. Die blijken echter niet direct voor handen. Dan volgt een, bijna perfect uitgevoerde smash die, ware hij gelukt, een voortijdig einde van de wedstrijd had kunnen betekenen, een voorstel. Doch ook deze smash kan, redelijk eenvoudig, worden gepareerd met een verzoek om uitwerking en motivering. Een rustpauze wordt eenzijdig ingelast. De ondergeschikte ruikt echter een opening en vraagt de coach nu van zich te laten horen. En ziet, de manager wordt zenuwachtig. In eerste instantie reageert hij boos, maar gaandeweg de partij worden kleine plaagstootjes aan het spel toegevoegd. Zo komen er een aantal effectballen over het net, maar de ondergeschikte had ze verwacht en was erop voorbereid. Stuk voor stuk worden ze teruggeslagen, elke keer met iets meer kracht en tegeneffect.
Door de onverwachte, en steeds sterker wordende oppositie begint de manager zich nu toch wel erg ongemakkelijker te voelen. Er verschijnen haast onmerkbare zenuwtrekjes om zijn mond, maar van opgeven kan natuurlijk geen enkele sprake zijn. HIJ is tenslotte de Manager en Zijn wil geschiede! Ook al reageert de tegenstander niet zoals verwacht of gehoopt, de manager houdt zijn doel strak voor ogen. Een tweede gesprek vindt plaats, dit keer onder auspiciën van een baanknecht c.q. gravel-harker. Weer vliegen de ´Ik krijg steeds meer signalen..´ en ´Ook mijn eigen indrukken zeggen..´ over tafel, vergezeld van ´Ik betwijfel of je wel werkelijk..´, doch de ondergeschikte blijft, uiterlijk althans, rustig. Hij pareert, redelijk eenvoudig, met ´Maak het maar inzichtelijk!´en ´Kom maar met een uitgewerkt voorstel!´. Dan wordt blijkbaar en éénzijdig, een korte pauze ingelast, maar de ondergeschikte neemt dáár geen genoegen mee. Hij staat tenslotte al maanden op de baan en begint er enigszins genoeg van alle vertragingstactieken te krijgen. Hij vraagt de coach in te grijpen en die stuurt een schriftelijke klacht en daarbij het verzoek om nu eindelijk eens man en paard te noemen en tot daden te komen. Gráág met een volledige reactie binnen de zeven dagen alstublieft! Die slag komt aan. De manager is nu hevig teleurgesteld en voelt zich ook persoonlijk aangevallen. Hij doet nog één poging door, in de rust, een formulier te overhandigen waarin hij stelt dat ondergeschikte zich bij ZIJN uitslag heeft neergelegd. De ondergetekende claimt bedenktijd. Deze wordt schoorvoetend verleend, maar reeds vijf minuten later komt de manager reeds vragen naar het ondertekende formulier. Daar de bedenktijd slechts zo kort heeft geduurd, zegt de ondergeschikte toe om de volgende dag te reageren, maar schrijft, na overleg met de coach, nog dezelfde middag een brief en laat die, middels de fax, nog dezelfde middag op het bureau van de manager belanden. Nu is de boot echt aan! Deze, vooraf zo gemakkelijk lijkende, strijd verwordt nu tot een regelrechte prestigestrijd. Wéér worden aloude intimidatietechnieken van stal gehaald. Dit keer in de vorm van ´Jij een tennisser? Ik zie het niet in je..!´, maar ook dit brengt de ondergeschikte niet op de knieën. Er is wel een reactie op het gezicht van de ondergeschikte te bespeuren, maar wat gaat het worden? De mondhoeken trillen…krullen ze omhoog of omlaag? Het wordt omhoog! Of nee, toch niet..en verschijnt zelfs een verdachte glinstering in de ogen. Worden het tranen? Nee! Het wordt een bulderlach! De ondergeschikte blijkt namelijk al bijna twintig jaar tennis te spelen! Dáár had de manager even geen rekening mee gehouden..ai ai ai! Wat gaat dit worden? Wat gaat de manager nu doen? En kan de ondergeschikte zijn kalmte blijven bewaren? U ziet het zo, na de reclame!

08/09-02-08

donderdag 7 februari 2008

De lange gang

Vannacht was ik er opeens weer. Ik stond bovenaan de trap en keek de lange donkere gang in. Doodse stilte en koude rillingen, net als toen. Links van mij deuren, rechts de muur met verderop een raam. Witte tegels op de vloer, met om de zes een zwarte band. Ik weet precies hoeveel banden het zijn tot het eind, tien tot de hoek en dan, rechtsaf, nóg vijf. Ik aarzel. Vanachter de eerste deur klinkt gedempt gemompel. Franse rijtjes. Achter de tweede deur is het stil, die zijn vrij. De hele week al. Ze zeggen dat hij ziek is, maar waarschijnlijk heeft ie weer eens teveel gedronken en daarna slaande ruzie met z´n vrouw gehad. Ze denken dat ik het niet weet, maar ik heb hem zien lopen in de stad. Een gebroken oude man met z´n hoofd diep weggestopt in zijn kraag, doelloos rondlopend. Háár heb ik ook gezien. Ze keek blij. Ik zag haar toen ik langs hun huis fietste. Ze gaf de planten in de vensterbank water en leek daarbij te zingen. Vreemd gezicht eigenlijk, iemand zien zingen als je niet kunt horen wat ze zingen. Maar ze keek blij, blij dat ze eindelijk van hem af was waarschijnlijk.
Ik ben bij de zesde zwarte band als de deur vlak bij me open gaat. Jacqueline komt naar buiten. Ze zal wel weer naar de wc moeten, dat doet ze elke les zeker drie keer. Eerst geloofden ze haar niet en toen heeft ze een keer vreselijk in haar broek geplast. Nu mag ze telkens weg. Ik mag haar niet. Waarom weet ik niet, maar ik mag haar niet. Elke keer als ze me aankijkt word ik warm. Nee, ik mag haar niet.
Bijna bij de hoek. Dat stuk gang is lichter. Er is daar geen raam maar er hangen wel meer lampen. Overal hangt er òm de zwarte band een lamp maar hier hangt er eentje boven elke band. Waarom zouden ze dat gedaan hebben? Ik weet het niet. Als ik eraan denk moet ik het Theunis eens vragen, die weet het vast wel. Bij de hoek kijk ik achterom. Jacqueline komt alweer terug en ziet me staan. Ze zwaait naar me. Even lijkt het alsof ze door zal lopen maar ze gaat toch het lokaal in. Ze kijkt toch nog even naar me door de ruit bovenin. Ik krijg het weer warm. Wat een trut is het toch! Ik sla de hoek om. Nog vijf keer zes tegels. Ik ruik koffie en sigarettenrook. Er klinkt geroezemoes, gelach. Nog drie. Ik kan niet precies horen wie er zo hard lacht, maar het zal die van Duits wel zijn. Die vindt zichzelf altijd erg grappig. Ik niet.
Nog twee. De lamp boven mijn hoofd knippert. Ik zal het tegen Theunis zeggen, dan kan die met z´n trap de lamp vervangen. Nog één en dan sta ik voor de deur. Ik hef mijn hand om op de deur te kloppen. Wéér hard gelach. Meerdere stemmen nu. Ik hoor hààr stem er duidelijk bovenuit. Wat lacht ze hard! Zou ze hem echt zo leuk vinden? Ik hoop het niet. Ik klop en wacht. Ik hoor een stoel schuiven en even later gaat de deur open. Hij van Duits in z´n eeuwige corduroy. Hij kijkt me doordringend aan. Dan draait hij zich om. ´Betty, je zoon!´

07-02-08

woensdag 6 februari 2008

´Vrienden´

Het is woensdag inmiddels, en de kranten druipen nog steeds van Peter R. en Joran van der S. De uitzending van zondag, met ruim zeven miljoen kijkers, staat op een onbetwiste eerste plaats, nog boven ´Het Huwelijk´, maar dáár hebben we tenminste nog een leuk deuntje aan overgehouden. Bij de koffieautomaat blijken de meningen zijn nog steeds in twee kampen verdeeld; zij die denken dat hij de waarheid sprak, en zij die denken dat hij loog. Ik behoor, zoals bekend, tot het tweede kamp. Waarom ik zo overtuigd ben dat hij loog? Omdat zijn lippen bewogen. De Telegraaf besteed er weer bijna een hele pagina aan.
Op Aruba zelf hebben ze het programma inmiddels ook gezien, maar na de opstapeling van leugens van Joran gelooft niemand meer in een snelle afloop. Peter R. is, in tegenstelling tot wat hij eerder beweerde, toch naar de VS afgereisd om daar in diverse talkshows te verschijnen. ´Good Morning America´, ´Inside Edition´, Larry King en Oprah zullen zeker worden aangedaan. Patrick van der Eem volgt de Vries en lift mee op het succes. Ook hij mag voor de Amerikaanse camera´s nog wat roepen en zich de loftuitingen laten welgevallen. Hij geniet er zichtbaar van. Het is tenslotte heel wat anders dan vanuit Almelo hydraulische slangen op locatie vervangen.
Inmiddels heeft de geheimzinnige ´vriend met de boot´ ook een gezicht gekregen, een boos gezicht mét pet. Daury Rodriquez speelt bescheiden, terzijde gestaan door zijn advocaat, zijn niet onverdienstelijke bijrol. Toch kan ook hij geen verdere klaarheid brengen in een onderonsje met het OM. Verschillende binnenlandse en buitenlandse media hebben hem ondertussen geïnterviewd en zijn verhaal is onveranderd hetzelfde. ´Ik was destijds niet op Aruba, ´ stelt hij, ´maar aan het studeren in Rotterdam!´ Hij heeft inmiddels wel een kort chat contact met Joran gehad waarin de onvermijdelijke ´Waarom?´-vraag aan de orde kwam.´Ik wist niet waarover ik sprak..´ liet Joran weten. Veel verder kwam hij niet. Er zijn door Joran wel excuses gemaakt, maar die kunnen nooit de ophef vergoeden als Daury´s verhaal over zijn verblijfplaats ten tijde van Natalee´s verdwijning, inderdaad blijkt te kloppen. Net als Daury´s stellig gebrachte ´Ik heb helemaal geen boot!´. Op de vraag over zijn relatie met Joran is hij even kort. Daury blijkt vroeger met Joran te hebben gevoetbald en noemt hem een kennis en beslist géén vriend.
Twee andere ´vrienden´ van Joran, de gebroeders Deepak en Satish Kalproe die Joran op de tapes nog als ´Zó dom!´ betitelde, treffen binnenkort ook weer een rechter. Dit keer nu eens niet omdat ze van strafbare feiten worden verdacht, maar omdat ze een rechtszaak wegens smaad hebben aangespannen tegen het televisiestation CBS en de bekende Dr Phil McGraw. Deze laatste zou, in een eerder uitzending over de verdwijning van Holloway, beeldmateriaal zó hebben bewerkt dat de beide broers er wel érg schuldig op stonden. Nu Joran heeft verklaard dat beide broers inderdaad niets met Natalee´s verdwijning te maken hebben, kan de rechtszaak, die reeds in 2006 werd gestart, eindelijk doorgang vinden. Het is niet de eerste rechtszaak in deze affaire en zal ook zeker niet de laatste zijn. Er is nog zóveel onduidelijk en er zijn inmiddels zóveel onschuldige namen genoemd, dat men haast kan gaan zitten wahten op de volgende. Wat Peter R. ondertussen doet is onbekend, maar dat hij niet werkeloos zal blijven toekijken moge bekend zijn. Hij heeft ongetwijfeld nog wel een aantal pijlen op zijn boog. Wat echter bovenal duidelijk is geworden is dat je met een ´vriend´ als Joran absoluut geen vijanden meer nodig hebt!

06-02-08

maandag 4 februari 2008

´De Ontknoping´

De uitzending van Peter R. de Vries is net afgelopen en ik zit met een enorme kater (en een katerin trouwens…). Mijn liefste had het al aangekondigd, ´Dit wordt een enorme portie gebakken lucht!´, en ze kreeg gelijk. Na afloop was er niets opgelost, was er geen dramatische ontknoping en was er geen ´sluitend en overtuigend bewijs´ van de schuld van Joran van der Sloot. Heb ik dan naar een ander programma zitten kijken dan de rest van Nederland? Nee hoor, ik zat, samen met mijn liefste, net als de rest braaf voor de buis bij SBS6. Maar ik zag alleen iets anders dan was aangekondigd.
Peter R. had, met behulp van een zogenaamd ´onderwereldvriendje voor Joran´ een undercoveroperatie op touw gezet. Heel spannend allemaal, maar ik miste in het begin van de uitzending meteen al de vraag waarom deze man, Patrick van Eemst, zich hiervoor heeft geleend. En dat is slechts de eerste van vele vragen die de uitzending bij mij heeft opgeroepen. Een andere is die waarom Joran niet de politie kon bellen toen Natalee in elkaar zou zijn gezakt? En waarom was de politie überhaupt zijn eerste reactie en niet, zoals bij ieder normaal mens, een arts? Daar zit een héél groot gat in het verhaal. Het lijkt er eigenlijk des te meer op dat Joran het hele verhaal aan elkaar heeft zitten liegen en daarmee vooral indruk wilde maken op zijn onderwereldvriendje, met wie hij hoopte ooit veel geld te gaan verdienen. Bij een doorwinterde onderwereldfiguur kun je tenslotte niet aankomen met de bekentenis dat je ooit de fiets van je oma hebt gestolen, daar moet je met een steviger verhaal op de proppen komen. Peter R.´s bewering dat ´gaandeweg er een groter vertrouwen tussen Joran en Patrick zou zijn ontstaan´ is ook al erg discutabel. Het is op niets gestoeld. Joran heeft slechts dagenlang de tijd gehad zijn verhaal te verfijnen en te perfectioneren om zodoende bij zijn toekomstige ´zakenpartner´extra punten te kunnen scoren. Niets meer en niets minder.
Een andere opmerking van Peter, dat het niet in Joran´s belang zou zijn om deze bekentenis ten overstaan van de halve wereld te doen, is evenmin ergens op gebaseerd. Joran deed zijn uitlatingen tenslotte alleen in de auto tegen zijn onderwereldvriendje. Hij wist op dat moment immers nog niet dat de halve wereld op een later tijdstip zou zitten meekijken.
Eén ding wat de uitzending echter wel duidelijk heeft gemaakt is dat Joran een leugenaar is. Bovendien heeft hij, door zijn houding en uitlatingen, niet alleen zijn eigen leven voorgoed verkloot, maar ook dat van zijn ouders. De carrière van Pa van der Sloot kan, na de uitlatingen van zoonlief, ook als verloren worden beschouwd. De reputatie van een advocaat, of rechter in opleiding, dient te allen tijde boven alle twijfel verheven te zijn. Het feit dat Joran beweert dat pappie hem een mobiele telefoon heeft bezorgd in de cel doet aan pappie´s carrière ook zeker geen goed. Pappie zelf zal zich trouwens ook wel achter de oren hebben gekrabt bij het zien van de uitzending. Als hij al twijfelde aan de morele kwaliteiten van zijn zoon, zijn die twijfels nu wel weggevaagd. Bovendien zal de opmerking “Mijn vader is zóóó stom! Levert hij me een mobieltje…en dan zet hij er geen eens beltegoed op!”, ook al niet leiden tot een verder toename van vaderliefde.
En dan Peter R. zelf. Ik kan me nog best wel iets voorstellen bij het feit dat hij deze ´bekentenissen´ tot de laatste cent wilde uitmelken. Een instelling die hij Joran verweet overigens, maar dat terzijde. Als je een dergelijke uitspraak doet, eentje in de trant van ´Ik heb de zaak van Natalee opgelost!´, houd je dan aan feitelijke juistheden. Ik heb hem een aantal malen zaken horen zeggen die, nog geen half uur eerder in zijn eigen programma, anders werden gesteld. Zo was ´dumphulpje Daury´ eerst ´ouder´, vervolgens 25 en later, in Peter´s eigen commentaar, opeens 22. Ik dacht dat je van stress alleen maar ouder werd in plaats van jonger? Daarnaast heb ik Peter in de afgelopen dagen een aantal keer tegenstrijdige dingen horen roepen. Zo zou hij eerst ál zijn materiaal aan de Arubaanse Justitie hebben afgegeven. Later, toen er zaken begonnen uit te lekken via internet, hoorde ik hem echter verklaren dat hij niet alles heeft afgegeven en ´dat ook zij gewoon maar op zondag moesten kijken!´ Ook niet echt een blijk van zorgvuldigheid en openheid van de kant van Peter.
Maar welke conclusies mogen we dan nu wél trekken na deze uitzending? Na deze uitzending feitelijk géén. Er was al bekend dat Joran een pathologische leugenaar is, net als het feit dat Peter R. niet echt vies is van publiciteit. Daarnaast dringt zich toch ook het vermoeden op dat dit niet het volledige verhaal is. Er is veel meer gebeurd op dat strand dan men ons nu wil doen geloven. Of Peter daarover meer op tape heeft valt te betwijfelen, hij had tenslotte aangekondigd om alles te zullen onthullen vanavond. Vast staat wel dat er nog veel meer materiaal moet zijn. Waarschijnlijk bevat dat nog veel meer gelul en gelieg van Joran om bij zijn vermeende vriendje in de gunst te komen. Wellicht staat er op die tape nog meer informatie over Daury, de man achter wie Peter ´om het justitieel onderzoek niet te frustreren´, niet is aangegaan. Ik geloof niet zo in de ´morele motieven´ van Peter. Die Daury zit al in de knip, of verdwijnt daar op zéér korte termijn alsnog in. Wat er verder achter de schermen is gebeurd komt vast en zeker in een latere uitzending van Peter naar boven, zeker als hij daarmee goede sier kan maken. Ik vrees echter dat de internationale pers van Peter gehakt zal draaien. Je kunt namelijk niet de halve wereld op scherp zetten met deze aankondiging, en dan vervolgens met zo´n halfbakken uitzending op de proppen komen. Een goede advocaat kan er, met het grootste gemak, enorme gaten in schieten.
Dat Joran van geen enkele kant deugt en een levensgevaarlijke persoon is, moge duidelijk zijn. Een zielig en gefrustreerd persoon ook trouwens, de jaloezie droop van hem af toen hij zijn vrienden beschreef als de eigenaren van een ´enorm vette Honda Civic´. Dat hij ze in dezelfde zin óók omschreef als ´dom´ zal hem door beide heren niet echt in dank worden afgenomen. Maar Joran is pas 17, en dus te jong voor een eigen rijbewijs. Daarom ´mochten´ beide broers op komen draven om hem te helpen wijven te ronselen, zíj hadden tenslotte een auto die wél ´wijven kon scoren´. Dat vermeend vriendje Patrick in een dikke Range Rover reed zal Joran dus helemaal over de streep hebben getrokken. Die Patrick moest dus wel een geslaagd man zijn!
Wat heb ik nu geleerd? Dat commercie zegeviert….. Maar dat wist ik eigenlijk al. Ik hoop oprecht voor de ouders van het meisje dat er ooit duidelijkheid komt over wat er wérkelijk gebeurd is en waar Natalee nu is, zelfs als dat betekent dat haar lijk ooit ergens aanspoelt.
En ergens hoop ik daar toch wel een beetje op, want er is niets vreselijker voor ouders dan niet voor honderd procent zeker te weten wat er met je dochter is gebeurd en waar ze is gebleven. Joran is vooralsnog de enige die hier klaarheid in kan brengen…hij heeft nu lang genoeg ´gezwogen´.

04-02-08

zondag 3 februari 2008

Levensoveruiging (deel III)

Mensen zijn een onuitputtelijke bron van informatie, kennis en inzichten. Gelukkig ook vaak van humor en relativering trouwens. Ik hou van mensen, ik ben een echt mensen-mens. Ik zou niet kunnen leven zonder mensen om me heen, ook al heb ik absoluut en zeer regelmatig, tijd voor mezelf nodig. Tijd om na te denken, uit te rusten en mijn eigen dingen te doen.
Ik praat graag met mensen. Het liefst altijd en overal. Want ik heb geleerd dat je veel van de mensen om je heen kunt leren. Soms door wat ze doen, maar vooral door naar ze te luisteren.
En op de een of andere manier straal ik dat blijkbaar uit. Waar ik ook ben, ik raak vaak al snel met iemand in gesprek, en ik vind het heerlijk. Je hebt namelijk niet vaak de kans om in korte tijd zoveel te weten te komen over hoe anderen naar de wereld kijken, hoe ze omgaan met tegenslag en verdriet, of hoe ze de kleine triomfen vieren en beleven die het leven toch ook zeker kent. ´Life is not a spectatorsport!´ luidt het gezegde, maar soms leer je ook door simpelweg te observeren. Hoe lopen mensen, hoe kijken ze, hoe reageren ze op anderen en, dat is de leukste, hoe reageren ze op onverwachte situaties. Ga maar eens ergens op een terras zitten en kijk naar de drommen mensen die langslopen. Echtparen naast, of achter elkaar aan, verliefde stelletjes, stelletjes waarbij de liefde allang over is maar iemand is vergeten ze het te vertellen, ouderen.. Een oneindige bron van beelden die, soms voorspelbaar, en soms absoluut onvoorspelbaar voorbij marcheren. En ik merk dat ik een voorkeur heb ontwikkeld voor twee categorieën: de ouderen / zwakkeren en de mensen die oprecht ´anders´zijn. Bij de eerste categorie wordt met name mijn hulpbehoefte aangesproken, bij de tweede mijn interesse en soms ook mijn bewondering. Want in onze samenleving worden zij die afwijken van de norm, allesbehalve gewaardeerd en eerder verketterd. ´Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg!´ is niet voor niets een Nederlands gezegde. Maar mensen die, ondanks alle tegenwerking, vol overtuiging hun eigen weg blijven volgen, kunnen doorgaans op mijn warme sympathie en steun rekenen. Bovendien zijn ze vaak gedreven en zeer enthousiast over wat ze drijft en waarmee ze bezig zijn, en kunnen daar vaak heel beeldend en vol vuur over vertellen. En ik mag daar graag naar kijken en naar luisteren. Vooral als de ogen beginnen te glinsteren en de stem iets omhoog gaat is de drive ook echt te voelen. Heerlijk is dat.
Voor de ouderen en / of zwakkeren geldt iets anders. Daar is het vooral de levenswijsheid, de humor en het relativisme wat me zo aanspreekt. Er zijn mensen die zo mooi en zo puur oud kunnen worden dat ik bijna niet kan wachten om zelf zo´n hoge leeftijd te bereiken. En natuurlijk wordt alles minder en natuurlijk gaat ouder worden gepaard met verlies. Niet alleen van fysieke kracht en mogelijkheden, maar vooral ook met het verlies van dierbaren en dierbare zaken. Zo is nu eenmaal het leven. Maar eens in de zoveel tijd kom je iemand tegen die dat verlies heeft weten te compenseren door een aanstekelijk gevoel voor humor en een ijzersterk relativeringsvermogen. Zo ontmoette ik laatst, terwijl ik al een lange tijd in de rij voor een loket stond te wachten, een oudere dame in een rolstoel die me, met een duidelijke twinkeling in haar ogen toefluisterde ´Toch makkelijk als je altijd je eigen stoel bij je hebt! Ik moet er niet aan denken zo lang te moeten staan!´. Heerlijk vind ik dat, en door het gesprek met haar was de wachttijd opeens weer veel te kort. En ook al zal ik die dame waarschijnlijk nooit meer tegenkomen, ik verliet het gebouw met een duidelijke ´spring in my step´ en een beeld van een grijs en gerimpeld koppie met pretoogjes dat ik nooit meer zal vergeten.

03-02-08 III

Levensovertuiging (deel II)

Opstandigheid, een terugkerend thema. Was het vroeger, tijdens de pubertijd, opstandigheid om de opstandigheid, tegenwoordig is het, als ik het al ben, meer omdat iemand mij een richting op wil duwen waarin ik mezelf niet herken. Want één van de lessen die ik heb geleerd inmiddels, is dat ik dicht bij mezelf moet blijven. Als je namelijk dicht bij jezelf blijft, is het handelen en wat je zegt zo eerlijk mogelijk. Wat de ander er ook van mag denken.
Dicht bij jezelf blijven en je eigen koers varen, daar gaat het in het leven voornamelijk om.
En dat je daarmee soms tegen de stroom in moet roeien zij dan zo. Ongeacht wat anderen daar soms over te melden hebben, en dat is soms nogal wat. Adviezen worden, gevraagd en ongevraagd, gegeven en vaak wordt dan ook nog geëist, of op z´n minst verwacht, dat die vervolgens klakkeloos worden opgevolgd. In mijn geval is dat vaak een ´Nee dus..´. Tijdens mijn studie filosofie heb ik namelijk geleerd om te schiften aan de hand van één belangrijk criterium, het criterium of het bij mij past. Als het bij mij past, in positieve of in negatieve zin, kun je er iets mee doen. Anders laat je het gewoon voorbij gaan. Dat zoiets overigens vaak betekent dat je de koers moet aanpassen is een vaststaand feit, maar het houd je wel op je eigen koers. Zo werd me, op een bijeenkomst voor startende ondernemers, door velen afgeraden om me op meerdere terreinen van dienstverlening tegelijk toe te leggen. Ik moest me vooral op één ding concentreren en de rest gewoon schrappen, anders werd het véél te onoverzichtelijk. Maar voor wie? Niet voor mij! Ik heb niet voor niets voor juist deze opzet gekozen, deze past tenslotte het best bij mij en weerspiegeld haarfijn wie ik ben en hoe ik tegen een aantal zaken aankijk. Dat het volledig anders is dan zíj het zouden doen is duidelijk, maar dat maakt nog niet dat het verkeerd is. Dat is een kwestie van overtuiging, mijn overtuiging.
Ik ben nu 41, statistisch gezien ergens ´halverwege´ mijn leven, en ik heb ondertussen een aardig idee gekregen van wie ik ben en wat ik wil. Ik heb kennis genomen van vele overtuigingen en theorieën en heb daar, voor mezelf, een schifting in gemaakt. Sommige denkbeelden heb ik overgenomen, sommige aangepast, en sommige meteen weer verworpen.
Puur religieuze, lees Christelijke, overtuigingen zijn het bijvoorbeeld voor mij absoluut niet. Ik weet dat er een hoop mensen zijn die in hun geloof kracht en rust vinden, maar voor mij werkt het niet. Ik geloof niet in een Opperwezen, van mannelijke òf van vrouwelijke kunne, dat alles heeft geschapen en dat ons dagelijks handelen bestuurt. Daarvoor ben ik waarschijnlijk te cynisch en zie ik elke dag teveel zaken om me heen die een dergelijke stelling belachelijk, zéér onwaarschijnlijk of, in ieder geval voor mij, onmogelijk maken. Toch kan ik me prima vinden in de Bijbel als metafoor. Het bevat tenslotte een hoop mooie verhalen, parabelen en levenslessen die, eenmaal begrepen, prima toepasbaar zijn in het leven van alledag. Want ook al spelen die verhalen in een reeds lang vervlogen tijd, de onderliggende manier waarop mensen met elkaar omgaan en samenleven is niet zo bar veel veranderd in de afgelopen eeuwen.
Een ander terrein waarop ik lang heb gezocht naar antwoorden is dat van de filosofie, maar ook in daar heb ik geen pasklaar of passend antwoord kunnen vinden. Wel een hoop nieuwe gezichtspunten en ideeën die het meer dan waard zijn eens wat langer bij stil te staan, maar er is geen enkele filosoof die me past als een handschoen. Ik ben dus géén volgeling geworden van , Aristoteles, Descartes , Nietsche, Goethe of Ouspensky. ´Zoek je eigen leraar..´ is iets dat overigens wél bleef plakken. En dat ben ik blijven doen.

03-02-08 II