Doorgaans ben ik niet de meest sportieve persoon op aarde, maar ik ben me de laatste maanden aardig aan het bekwamen in een nieuwe sport: terug-tennissen. Dat ik er ooit aan zou moeten geloven was al enige tijd duidelijk, maar ik begin het, geheel tot mijn verbazing, nog aardig leuk te vinden ook! Terug-tennissen is de sport waarbij twee opponenten elkaar de bal proberen toe te spelen en waarbij, schijnbaar, alles geoorloofd is. De regels van het spel zijn héél eenvoudig, die zijn er namelijk nauwelijks. Het is voornamelijk een kwestie van bluf, een zekere mate van gewiekstheid, een scherpe geest, een enorme dosis lef en stalen zenuwen. Het allerleukste van deze sport is bovendien dat je hem overal kunt spelen, zolang er maar sprake is van een gezagsverhouding tussen beide spelers.
De manager mag beginnen. Hij heeft een plannetje bedacht waarin de ondergeschikte zich moet schikken. De ondergeschikte staat, zo aan het begin van de strijd, nogal zwak. Terugkomend van een zéér lange ziekteperiode, bleek zijn basisplaats opgeheven en was er feitelijk geen plaats meer voor hem in het team. Dat kán gebeuren, maar de ondergeschikte speelt vanuit de overtuiging dat ook managers zich aan bepaalde fatsoens- en gedragsregels dienen te houden. Hij heeft zich dan ook, voorafgaand aan de strijd, goed voorbereid. Hij is goed uitgeslapen, overziet het hele speelveld, wéét waar de verborgen kuilen en de omhoog staande graspollen zich bevinden, en lijdt bovendien niet aan onderschatting van zijn tegenstander. Hij heeft zélfs, in een verborgen hoekje, nog een paar zéér algemene gedragsregels gevonden die, alhoewel het heftig zal worden ontkend, wel degelijk op de wedstrijd van toepassing zijn. Hij is er dus helemaal klaar voor.
Op het moment van de opslag is hij reeds in beweging. Staand op de baseline is hij klaar om direct te kunnen pareren. De manager, gewend blindelings gehoorzaamd te worden, is er niet van onder de indruk. Hij is in zijn calculaties tenslotte niet uitgegaan van enige tegenstand van betekenis. De opslag is dus hard en duidelijk, doch wordt even hard en duidelijk teruggemept. De wedstrijd is nu écht begonnen. De manager, nog steeds overtuigd van een eenvoudige winst, besluit te vertragen. Als de wedstrijd maar lang genoeg duurt zal de tegenstander tenslotte vanzelf wel opgeven. Tot zijn schrik echter, zij het wat morrend, gaat de ondergeschikte mee in het spelletje. Een wat paniekerige managementvolley volgt.
Aan de ondergeschikte kant van het net wordt ondertussen òòk niet stil gezeten. Er is een juridische coach ingehuurd en een eerste protest staat in de steigers. Uiterlijk is daar echter nog niets van te zien, en wordt elke managementpoging het balletje aan de overkant van het net te houden rustig, en keer op keer gekenterd. Nu begint de manager enigszins zenuwachtig te worden en besluit een nieuwe troef uit te spelen, een medische controle. Die doorstaat de ondergeschikte echter met glans, dus dient er een nieuwe tactiek bedacht te worden. Die wordt gevonden in een poging tot insinuatie en intimidatie. Een gesprek vindt plaats tussen beide partijen. In het gesprek gaat de wedstrijd echter in volle hevigheid door. Maar welke aanval, of het nu ´Ik krijg signalen..´ of ´Ik zie het niet in je..´ betreft, wordt gepareerd met een verzoek om feiten. Die blijken echter niet direct voor handen. Dan volgt een, bijna perfect uitgevoerde smash die, ware hij gelukt, een voortijdig einde van de wedstrijd had kunnen betekenen, een voorstel. Doch ook deze smash kan, redelijk eenvoudig, worden gepareerd met een verzoek om uitwerking en motivering. Een rustpauze wordt eenzijdig ingelast. De ondergeschikte ruikt echter een opening en vraagt de coach nu van zich te laten horen. En ziet, de manager wordt zenuwachtig. In eerste instantie reageert hij boos, maar gaandeweg de partij worden kleine plaagstootjes aan het spel toegevoegd. Zo komen er een aantal effectballen over het net, maar de ondergeschikte had ze verwacht en was erop voorbereid. Stuk voor stuk worden ze teruggeslagen, elke keer met iets meer kracht en tegeneffect.
Door de onverwachte, en steeds sterker wordende oppositie begint de manager zich nu toch wel erg ongemakkelijker te voelen. Er verschijnen haast onmerkbare zenuwtrekjes om zijn mond, maar van opgeven kan natuurlijk geen enkele sprake zijn. HIJ is tenslotte de Manager en Zijn wil geschiede! Ook al reageert de tegenstander niet zoals verwacht of gehoopt, de manager houdt zijn doel strak voor ogen. Een tweede gesprek vindt plaats, dit keer onder auspiciën van een baanknecht c.q. gravel-harker. Weer vliegen de ´Ik krijg steeds meer signalen..´ en ´Ook mijn eigen indrukken zeggen..´ over tafel, vergezeld van ´Ik betwijfel of je wel werkelijk..´, doch de ondergeschikte blijft, uiterlijk althans, rustig. Hij pareert, redelijk eenvoudig, met ´Maak het maar inzichtelijk!´en ´Kom maar met een uitgewerkt voorstel!´. Dan wordt blijkbaar en éénzijdig, een korte pauze ingelast, maar de ondergeschikte neemt dáár geen genoegen mee. Hij staat tenslotte al maanden op de baan en begint er enigszins genoeg van alle vertragingstactieken te krijgen. Hij vraagt de coach in te grijpen en die stuurt een schriftelijke klacht en daarbij het verzoek om nu eindelijk eens man en paard te noemen en tot daden te komen. Gráág met een volledige reactie binnen de zeven dagen alstublieft! Die slag komt aan. De manager is nu hevig teleurgesteld en voelt zich ook persoonlijk aangevallen. Hij doet nog één poging door, in de rust, een formulier te overhandigen waarin hij stelt dat ondergeschikte zich bij ZIJN uitslag heeft neergelegd. De ondergetekende claimt bedenktijd. Deze wordt schoorvoetend verleend, maar reeds vijf minuten later komt de manager reeds vragen naar het ondertekende formulier. Daar de bedenktijd slechts zo kort heeft geduurd, zegt de ondergeschikte toe om de volgende dag te reageren, maar schrijft, na overleg met de coach, nog dezelfde middag een brief en laat die, middels de fax, nog dezelfde middag op het bureau van de manager belanden. Nu is de boot echt aan! Deze, vooraf zo gemakkelijk lijkende, strijd verwordt nu tot een regelrechte prestigestrijd. Wéér worden aloude intimidatietechnieken van stal gehaald. Dit keer in de vorm van ´Jij een tennisser? Ik zie het niet in je..!´, maar ook dit brengt de ondergeschikte niet op de knieën. Er is wel een reactie op het gezicht van de ondergeschikte te bespeuren, maar wat gaat het worden? De mondhoeken trillen…krullen ze omhoog of omlaag? Het wordt omhoog! Of nee, toch niet..en verschijnt zelfs een verdachte glinstering in de ogen. Worden het tranen? Nee! Het wordt een bulderlach! De ondergeschikte blijkt namelijk al bijna twintig jaar tennis te spelen! Dáár had de manager even geen rekening mee gehouden..ai ai ai! Wat gaat dit worden? Wat gaat de manager nu doen? En kan de ondergeschikte zijn kalmte blijven bewaren? U ziet het zo, na de reclame!
08/09-02-08
Geen opmerkingen:
Een reactie posten