Gisteren voor het eerst in jaren weer eens een uitzending gezien in de Zendtijd voor Politieke Partijen. Niet gepland, dat niet, maar ik zat te wachten tot het NOS-Journaal van 18.00 zou beginnen. En meteen wist ik weer waarom ik nooit meer naar dit soort uitzendingen keek. Het was deze keer de beurt de PVV, met ´Toupetje Pitamientje´ op een strand. Nee, helaas niet tijdens de aangekondigde Superstorm, want zijn haar (is het eigenlijk wel haar wat hij daar geplakt heeft zitten?) bleef redelijk in model.
In dit filmpje staat het ´Wandelende Haarstukje´ in z´n uppie op het strand, wat verdwaasd naar de branding te staren. Er is niemand om met hem te spelen. Zijn emmertjes en schepjes zijn blijkbaar afgepakt door zo´n Grote Meneer van de beveiliging, want hij staat er wat verloren bij met z´n handen in zijn zakken. Zijn stem, in voice-over, orakelt ondertussen over veiligheid, Marokkaanse straatterroristen, immiganten, dubbele paspoorten en de Islam. De meest grote en grove onzin dus. Wat een aanfluiting!
Toch fascineert het filmpje me. Als ik me alleen concentreer op zijn lichaamstaal heeft het zelfs wel iets grappigs. Een politicus die zijn verhaal tracht te doen met zijn rug naar de kiezers. Wat voor boodschap zend je dan? Zoiets van ´Wat jullie ook van me denken, je kunt m´n rug op!´? Of moet ik zijn filmpje meer zien zoals het werkelijk is, en beeld en geluid wél combineren? Dan klinkt het meer als: ´Ik ben een roepende in de woestijn…en bij gebrek aan een beetje degelijke woestijn in dit, van moslims doortrokken land heb ik het strand maar opgezocht!´. Het moet toch wel vreselijk treurig voor ´Pruikje´ zijn dat de moslims van deze wereld, die hij zo afschuwelijk verfoeit, wél woestijn hebben en hij niet? Ongetwijfeld ligt hij daar nachten van wakker. Hij houdt trouwens wel wijselijk zijn beveiligers uit beeld. Dat is wel slim. Anders zou de grandioze verspilling van belastingcenten, o.a. veroorzaakt door uitzendingen als deze, immers nóg groter lijken dan ze nu al is. Voor mij mag de stekker eruit. Volgens mij is er geen enkel weldenkend mens te vinden die zijn keus bepaald aan de hand van dit soort spotjes. Bij het wegvallen van de belspelletjes kan dit dus prima als beeldvulling dienen terwijl iedereen massaal naar het toilet gaat of koffie gaat zetten. En veel aan te passen valt er ook al niet. Het niveau is reeds hetzelfde, bedroevend laag. Alleen heb ik hier de prangende vraag nog niet gehoord of er überhaupt wel iemand zit te kijken. ´De opgave is ook zóóóóó moeilijk vandaag! Je moet wel een echte fan van de PVV zijn om het te kunnen weten. Wat is de achternaam van Geert Wilders? Nou? Als je het weet moet je echt NU bellen!´.
Ik zap ondertussen snel weer verder…
30-11-07
Ik ben dit Blog begonnen om een podium te hebben voor mijn gedachten. Alle teksten, meningen en afbeeldingen op deze blog zijn dan ook van mij en van mij alleen. Het is dan ook niet toegestaan om tekst/delen van tekst/afbeeldingen etc van deze blog te gebruiken zonder mijn uitdrukkelijke en schriftelijke toestemming. Als je wilt reageren op een bericht of iets anders wilt zeggen of mededelen dan lees of hoor ik dat graag!
vrijdag 30 november 2007
woensdag 28 november 2007
Het gat van Kan
Helaas..helaas! Ik heb een ander beroep gekozen, maar deze tijden zijn een weldadige voedingsbodem voor het ´intellectuele cabaret´zoals alleen Wim Kan dan kon. Je hoeft tenslotte alleen maar de ochtendkrant op te slaan om vervolgens gierend van het lachen ònder de tafel te belanden…. als het niet allemaal zo zielig en kleinzerig zou zijn. Een kleine selectie uit de ochtendkrant van vandaag:
Manon Thomas, van wie onlangs gewaagde foto´s illegaal op het net verschenen, eist nu schadevergoeding van verschillende media vanwege schending van haar privacy en de verdere verspreiding door die media. Ik vraag me dan af hoe vaak Manon de laatste tijd de Playboy heeft gebeld en door hen is afgewezen…
`Gekke Coupe´ Wilders gaat een film maken over de Koran. Hij doet vooral héél geheimzinnig over waar de film nu precies over gaat en vooral ook of de Koran aan het eind van dit cinematografisch ´hoogstandje´zal worden verscheurd dan wel verbrand. Bovendien is ´Coupe Glissante´ nog druk in overleg met een omroep over eventuele uitzending. Alhoewel de film nog niet eens klaar is wordt er al druk op hem ingepraat, door zowel Binnenlandse Zaken, Buitenlandse Zaken, Justitie èn de Nationale Coördinator Terrorismebestrijding, om toch vooral maar af te zien van een dergelijk project. En terwijl het kabinet druk bezig is om zich voor te breiden op een ´plotselinge heftige discussie in binnen- en buitenland, dreigt het wandelende haarstukje de film, als hij er met geen omroep uit komt, dan maar tijdens de zendtijd voor politieke partijen wereldkundig te maken. Tja, het kabinet is bezig zich voor te bereiden. Dus dàt zijn ze aan het doen…dan is het niet zo héél vreemd dat er geen tijd over is om te regeren. En men verwacht een plotselinge heftige reactie vanuit binnen- en buitenland. Hoezo plotseling? Als de film op, bijvoorbeeld, 15 januari wordt uitgezonden, dan wéét je toch dat je diezelfde avond het gedonder al in de glazen kunt verwachten? En de dagen, zo niet weken, erna? Dan is het toch niet meer ´plotseling´? Daarbij zou ik me een vraag van een wèl doordenkende reporter kunnen voorstellen die aan Toupetje gaat vragen of hij überhaupt de moeite heeft genomen om het boek eerst eens zélf te lezen voor hij besloot het te verketteren. Levert vast spraakmakende televisie op!
Een grote meerderheid van de Tweede Kamer, de SGP voorop, is voorstander van het idee om het beroep van ´pooier´ weer strafbaar te stellen. Met als achterliggende gedachte dat hiermee de gedwongen prostitutie de kop kan worden ingedrukt. Die is namelijk, sinds het opheffen van het bordeelverbod in 2000 eerder toe- dan afgenomen. Hmm, zou de achterban van de SGP daar iets mee te maken hebben? Hirsch Ballin is ondertussen al bezig met een wet die bordelen binnen de gemeentegrenzen onmogelijk maakt en, dat is het mooie, studeert tegelijkertijd op een mogelijkheid om het bezoek aan een prostituee helemaal strafbaar te stellen. Hij wil blijkbaar de geschiedenis in als ´de man qui a tué les prosti!´. Ik neem aan dat zijn collega´s hem dat niet in dank zullen afnemen. Straks moeten ze allemaal hun heil zoeken in de fietsenkelders en dan òòk nog met leden van àndere fracties. De klok wordt weer 100 jaar teruggezet.
De scholieren zijn nauwelijks weer terug in de schoolbanken of politici, leraren, ouders en de politie vliegen elkaar alweer in de haren over hoe er om gegaan moet worden met stakende scholieren. Behalve dat de overgrote meerderheid geen flauw benul heeft waarvoor er geprotesteerd werd, en derhalve van de gelegenheid gebruik maakte om eens lekker, onder schooltijd, rotzooi te trappen en vernielingen aan te richten, tot een overeenstemming komen de volwassenen niet echt. Ook in ingezonden brieven in diverse kranten zijn veel verschillende geluiden te horen. Toch is de oplossing voor het héle vraagstuk allesbehalve moeilijk. Laat alle scholieren gewoon verplicht op de basisschool blijven tot ze het absoluut minimaal niveau bereikt hebben qua leerstof en algemene ontwikkeling. Pas als ze dat hebben bereikt mogen ze naar het voortgezet onderwijs, waar eenzelfde regeling van kracht is. En geen dag eerder. Ik denk dat er dan opeens een héél groot saamhorigheidsgevoel gaat ontstaan onder de leerlingen èn een ´zelfcorrigerend vermogen´ de kop gaat opsteken. Welke stoere knul of meid wil tenslotte op een verjaardag MOETEN vertellen dat hij of zij nog steeds in groep drie zit? Wedden dat ´vlijt´ opeens een nieuw modewoord gaat worden?
Zucht… en dat was slechts de oogst van de eerste drie bladzijden. In een land waar zó veel, zó verschrikkelijk mis is, moet er toch wel iemand zijn die in die Grote Leegte duikt en daarvan een mooie oudejaarsconférence kan maken? Ons allemaal aan het eind van het jaar een (lach)spiegel voor houdt zodat weer eens door dringt hoe belachelijk en lachwekkend we bezig zijn? En dan te bedenken dat ik het nog niet eens gehad heb over de fileheffing, de kilometerheffing, de beloning voor het mijden van de file, de Sociale Dienst die mbo-diploma´s wil uitdelen aan werkelozen en de geplande eilanden voor de kust. En ik heb het ook niet eens gehad over Woutertje, over Bak Ellende, over Trotse Rita en over Depla. Ok, over die laatste toch héél even.
Wim Kan, ik mis hem nog steeds!
28-11-07
Manon Thomas, van wie onlangs gewaagde foto´s illegaal op het net verschenen, eist nu schadevergoeding van verschillende media vanwege schending van haar privacy en de verdere verspreiding door die media. Ik vraag me dan af hoe vaak Manon de laatste tijd de Playboy heeft gebeld en door hen is afgewezen…
`Gekke Coupe´ Wilders gaat een film maken over de Koran. Hij doet vooral héél geheimzinnig over waar de film nu precies over gaat en vooral ook of de Koran aan het eind van dit cinematografisch ´hoogstandje´zal worden verscheurd dan wel verbrand. Bovendien is ´Coupe Glissante´ nog druk in overleg met een omroep over eventuele uitzending. Alhoewel de film nog niet eens klaar is wordt er al druk op hem ingepraat, door zowel Binnenlandse Zaken, Buitenlandse Zaken, Justitie èn de Nationale Coördinator Terrorismebestrijding, om toch vooral maar af te zien van een dergelijk project. En terwijl het kabinet druk bezig is om zich voor te breiden op een ´plotselinge heftige discussie in binnen- en buitenland, dreigt het wandelende haarstukje de film, als hij er met geen omroep uit komt, dan maar tijdens de zendtijd voor politieke partijen wereldkundig te maken. Tja, het kabinet is bezig zich voor te bereiden. Dus dàt zijn ze aan het doen…dan is het niet zo héél vreemd dat er geen tijd over is om te regeren. En men verwacht een plotselinge heftige reactie vanuit binnen- en buitenland. Hoezo plotseling? Als de film op, bijvoorbeeld, 15 januari wordt uitgezonden, dan wéét je toch dat je diezelfde avond het gedonder al in de glazen kunt verwachten? En de dagen, zo niet weken, erna? Dan is het toch niet meer ´plotseling´? Daarbij zou ik me een vraag van een wèl doordenkende reporter kunnen voorstellen die aan Toupetje gaat vragen of hij überhaupt de moeite heeft genomen om het boek eerst eens zélf te lezen voor hij besloot het te verketteren. Levert vast spraakmakende televisie op!
Een grote meerderheid van de Tweede Kamer, de SGP voorop, is voorstander van het idee om het beroep van ´pooier´ weer strafbaar te stellen. Met als achterliggende gedachte dat hiermee de gedwongen prostitutie de kop kan worden ingedrukt. Die is namelijk, sinds het opheffen van het bordeelverbod in 2000 eerder toe- dan afgenomen. Hmm, zou de achterban van de SGP daar iets mee te maken hebben? Hirsch Ballin is ondertussen al bezig met een wet die bordelen binnen de gemeentegrenzen onmogelijk maakt en, dat is het mooie, studeert tegelijkertijd op een mogelijkheid om het bezoek aan een prostituee helemaal strafbaar te stellen. Hij wil blijkbaar de geschiedenis in als ´de man qui a tué les prosti!´. Ik neem aan dat zijn collega´s hem dat niet in dank zullen afnemen. Straks moeten ze allemaal hun heil zoeken in de fietsenkelders en dan òòk nog met leden van àndere fracties. De klok wordt weer 100 jaar teruggezet.
De scholieren zijn nauwelijks weer terug in de schoolbanken of politici, leraren, ouders en de politie vliegen elkaar alweer in de haren over hoe er om gegaan moet worden met stakende scholieren. Behalve dat de overgrote meerderheid geen flauw benul heeft waarvoor er geprotesteerd werd, en derhalve van de gelegenheid gebruik maakte om eens lekker, onder schooltijd, rotzooi te trappen en vernielingen aan te richten, tot een overeenstemming komen de volwassenen niet echt. Ook in ingezonden brieven in diverse kranten zijn veel verschillende geluiden te horen. Toch is de oplossing voor het héle vraagstuk allesbehalve moeilijk. Laat alle scholieren gewoon verplicht op de basisschool blijven tot ze het absoluut minimaal niveau bereikt hebben qua leerstof en algemene ontwikkeling. Pas als ze dat hebben bereikt mogen ze naar het voortgezet onderwijs, waar eenzelfde regeling van kracht is. En geen dag eerder. Ik denk dat er dan opeens een héél groot saamhorigheidsgevoel gaat ontstaan onder de leerlingen èn een ´zelfcorrigerend vermogen´ de kop gaat opsteken. Welke stoere knul of meid wil tenslotte op een verjaardag MOETEN vertellen dat hij of zij nog steeds in groep drie zit? Wedden dat ´vlijt´ opeens een nieuw modewoord gaat worden?
Zucht… en dat was slechts de oogst van de eerste drie bladzijden. In een land waar zó veel, zó verschrikkelijk mis is, moet er toch wel iemand zijn die in die Grote Leegte duikt en daarvan een mooie oudejaarsconférence kan maken? Ons allemaal aan het eind van het jaar een (lach)spiegel voor houdt zodat weer eens door dringt hoe belachelijk en lachwekkend we bezig zijn? En dan te bedenken dat ik het nog niet eens gehad heb over de fileheffing, de kilometerheffing, de beloning voor het mijden van de file, de Sociale Dienst die mbo-diploma´s wil uitdelen aan werkelozen en de geplande eilanden voor de kust. En ik heb het ook niet eens gehad over Woutertje, over Bak Ellende, over Trotse Rita en over Depla. Ok, over die laatste toch héél even.
Wim Kan, ik mis hem nog steeds!
28-11-07
dinsdag 27 november 2007
Sliplift
Ik heb altijd al grote bewondering gehad voor uitvinders. Niet alleen om hun rotsvast vertrouwen in hun eigen uitvinding, maar vooral om de manier waarop ze naar de wereld om zich heen kijken. En dat is een héél andere manier dan de meesten van ons.
Een uitvinder kijkt om zich heen en ziet een probleem, en tekortkoming of een gebrek en meteen gaan zijn grijze cellen aan het werk. Thuis komt het tekenblok tevoorschijn en wordt de rekenmachine voorzien van nieuwe batterijen. En dan, soms pas na maanden denkwerk, komt er dan een voorzichtige eerste poging om het idee op papier waarlijk vorm te geven in een prototype. Meestal doen ze dat zelf en knutselen ze, met datgene wat maar voor handen is, een eerste versie in elkaar die dan doorontwikkeld wordt tot een wat steviger en deugdzamer prototype. En alles met liefde en engelengeduld, wat meewarig door moeder-de-vrouw gadegeslagen die, voor de zoveelste keer, haar eetkamertafel heeft moeten afstaan voor project nummero zoveel.
Maar een echte uitvinder laat zich niet zo makkelijk uit het veld slaan. Niet door vrouw-lief, maar zeker niet door tegenslag of afwijzing na afwijzing door fabrikanten. Want een echte uitvinder gelooft in zijn product en rust niet voor hij de rest van de wereld heeft kunnen overtuigen. En de wereld laat zich doorgaan niet zo makkelijk overtuigen, maar de enkeling met het echt briljante idee en voldoende doorzettingsvermogen beleeft ooit de dag dat zijn idee en zijn product in een ´vleesgeworden´ versie in de schappen ligt, en daar doen ze het voor. En om een echt probleem op te kunnen lossen, want zo ideeël zijn ze dan ook wel weer.
Voor wie de Belgische tv-serie ´de Bedenkers´ niet heeft gevolgd, een serie met daarin een wedstrijd voor uitvinders, de serie is geëindigd met een overwinning van de gepensioneerde leerkracht Pierre van den Broeck (74) met zijn ´sliplift´. De man had dit apparaatje, een stang waarmee ouderen hun onderbroek makkelijker kunnen aantrekken, uitgevonden voor zijn zus, die een tijdje slecht ter been was. Een firma uit Lokeren gaat het apparaatje nu in productie nemen en wellicht kunnen ook onze ouderen er dus binnenkort hun voordeel mee doen. Waarschijnlijk lukt het nog niet dit jaar met kerst, maar wellicht kan het voor volgend jaar een leuk cadeautje zijn voor onder de boom voor uw oude vader of moeder. En wellicht, zo gaat dat meestal trouwens, is er dan inmiddels ook al iemand opgestaan die het ding gebruikt en er weer een héél andere toepassing voor heeft gevonden. Want dat kan zomaar. De uitvinder van ´ Super Glue´ had tenslotte ook nooit kunnen vermoeden dat zijn product ooit nog eens zo´n belangrijke rol zou spelen in de forensische wetenschap.
Ikzelf ben wel een denker maar zeker geen uitvinder. Ik vind het heerlijk om, als ik ergens een probleem zie, te filosoferen over een oplossing. Maar als ik die oplossing eenmaal heb, is er geen haar op mijn hoofd die er ook maar over peinst om de hele santenkraam overhoop te halen om het ergens in productie te krijgen. Mij niet gezien. Ik bedenk de oplossingen wel, dan mag een ander die lekker uitvoeren als hij, of zij, daar nou behoefte aan heeft. Maar eh.. wel samen delen he?
27-11-07
Een uitvinder kijkt om zich heen en ziet een probleem, en tekortkoming of een gebrek en meteen gaan zijn grijze cellen aan het werk. Thuis komt het tekenblok tevoorschijn en wordt de rekenmachine voorzien van nieuwe batterijen. En dan, soms pas na maanden denkwerk, komt er dan een voorzichtige eerste poging om het idee op papier waarlijk vorm te geven in een prototype. Meestal doen ze dat zelf en knutselen ze, met datgene wat maar voor handen is, een eerste versie in elkaar die dan doorontwikkeld wordt tot een wat steviger en deugdzamer prototype. En alles met liefde en engelengeduld, wat meewarig door moeder-de-vrouw gadegeslagen die, voor de zoveelste keer, haar eetkamertafel heeft moeten afstaan voor project nummero zoveel.
Maar een echte uitvinder laat zich niet zo makkelijk uit het veld slaan. Niet door vrouw-lief, maar zeker niet door tegenslag of afwijzing na afwijzing door fabrikanten. Want een echte uitvinder gelooft in zijn product en rust niet voor hij de rest van de wereld heeft kunnen overtuigen. En de wereld laat zich doorgaan niet zo makkelijk overtuigen, maar de enkeling met het echt briljante idee en voldoende doorzettingsvermogen beleeft ooit de dag dat zijn idee en zijn product in een ´vleesgeworden´ versie in de schappen ligt, en daar doen ze het voor. En om een echt probleem op te kunnen lossen, want zo ideeël zijn ze dan ook wel weer.
Voor wie de Belgische tv-serie ´de Bedenkers´ niet heeft gevolgd, een serie met daarin een wedstrijd voor uitvinders, de serie is geëindigd met een overwinning van de gepensioneerde leerkracht Pierre van den Broeck (74) met zijn ´sliplift´. De man had dit apparaatje, een stang waarmee ouderen hun onderbroek makkelijker kunnen aantrekken, uitgevonden voor zijn zus, die een tijdje slecht ter been was. Een firma uit Lokeren gaat het apparaatje nu in productie nemen en wellicht kunnen ook onze ouderen er dus binnenkort hun voordeel mee doen. Waarschijnlijk lukt het nog niet dit jaar met kerst, maar wellicht kan het voor volgend jaar een leuk cadeautje zijn voor onder de boom voor uw oude vader of moeder. En wellicht, zo gaat dat meestal trouwens, is er dan inmiddels ook al iemand opgestaan die het ding gebruikt en er weer een héél andere toepassing voor heeft gevonden. Want dat kan zomaar. De uitvinder van ´ Super Glue´ had tenslotte ook nooit kunnen vermoeden dat zijn product ooit nog eens zo´n belangrijke rol zou spelen in de forensische wetenschap.
Ikzelf ben wel een denker maar zeker geen uitvinder. Ik vind het heerlijk om, als ik ergens een probleem zie, te filosoferen over een oplossing. Maar als ik die oplossing eenmaal heb, is er geen haar op mijn hoofd die er ook maar over peinst om de hele santenkraam overhoop te halen om het ergens in productie te krijgen. Mij niet gezien. Ik bedenk de oplossingen wel, dan mag een ander die lekker uitvoeren als hij, of zij, daar nou behoefte aan heeft. Maar eh.. wel samen delen he?
27-11-07
zondag 25 november 2007
Geweldig idee!
Soms staan er mensen met een idee op waarvan ik vreselijk baal dat ik het niet heb bedacht, zo geniaal is het. Dat geldt zeker voor het idee van Michael Geerdink en Denise Stadman. Deze twee komen met een website ´World´s Legacy´ waarop mensen hun eigen levensverhaal kwijt kunnen, inclusief foto´s, video´s en/ of audio, zodat de verhalen voor het nageslacht bewaard blijven. Niet een nieuw idee, maar wel op deze manier.
Bijzonder interessant zijn ook de aangeboden opties. Zo kun je het verhaal voor iedereen toegankelijk maken of slechts met een speciale code, waardoor je, postuum, kunt bepalen wie je verhaal mag lezen en wie je dus wat wilt vertellen. Ook behoort een ´mysterybox´ tot de mogelijkheden waar, op een door jou gekozen tijdstip na je dood, de inhoud van gepubliceerd zal worden. Het idee heeft inmiddels de warme steun van enkele vooraanstaande mensen verworven, waaronder oud-president Michaïl Gorbatsjov en rabbijn Awraham Soetendorp. Ik zal er, bij deze, de mijne aan toevoegen.
De reden die wordt aangegeven voor dit initiatief is dat we veel te weinig weten van onze voorouders. Als we al weten wie het waren, weten we op z´n hoogst een aantal data, waaronder datum van geboorte en van overlijden. Verder vaak bedroevend weinig. Er is vaak geen informatie over de tijd waarin iemand leefde en hoe die persoon in het leven stond. Soms zijn er hardnekkige geruchten in de familie waarvan niemand intussen meer precies het fijne weet. En dat is eeuwig zonde. Elke generatie staat namelijk feitelijk op de schouders van de vorige. Door hun inspanningen, hun geluk en ongeluk, wordt namelijk een belangrijk deel van onze eigen startpositie bepaald. Kennis hebben van wat er voor je kwam is dan ook eigenlijk onontbeerlijk, maar o zo zeldzaam. En er komt een onvermijdelijk moment dat je brandende vragen nu eenmaal niet meer kunt stellen. Op een gegeven moment zijn namelijk alle mensen die het konden weten niet meer onder ons en blijven vragen voor altijd onbeantwoord. Een last die soms erg zwaar is te dragen.
En ik weet het uit eigen ervaring. Nu ik ´wat ouder´ ben, wordt het verlangen naar kennis omtrent mijn ´roots´ steeds sterker. Echter zijn er weinig tot geen mensen meer die me daarover nog, uit eigen ervaring kunnen vertellen. En denk ook eens aan alle mensen die als kind zijn geadopteerd. Bij de meeste van hen komt ook ooit het punt dat ze antwoorden willen hebben om zo, voor zichzelf, het plaatje compleet te maken. Een weg die haast wel afgelegd moet worden wil de persoon op een goede manier verder kunnen met zijn of haar leven. En wat te denken van al die mensen die een verschrikkelijk geheim met zich meedragen? Een kind dat, geboren buiten het huwelijk, onder dwang van de familie, of de kerk, moest worden afgestaan aan derden? Mensen die een ander iets hebben aangedaan maar daar nooit over hebben kunnen spreken? Voor al die mensen, en ik kan zo nog legio andere voorbelden bedenken, is zo´n site een uitkomst. Een manier om hun kant van het verhaal te doen zonder daarbij de ander recht in de ogen aan te hoeven te kijken. Iets wat de nabestaanden zeker tot steun zou kunnen zijn. Want denk eens aan de moeder die weet dat ze de bruiloft van haar dochter nooit zal meemaken. Hoe belangrijk is het niet voor haar, en later voor haar dochter, om toch al die dingen te kunnen zeggen die voor haar zo belangrijk zijn om te zeggen en waar de dochter nu nog veel te jong voor is? Ik zou er echt behoorlijk wat voor over hebben als een aantal van mijn voorouders aan zo´n soort initiatief hadden meegewerkt of zélf de pen ter hand hadden genomen om hun verhaal op schrift te stellen. Ik had het met plezier en onverholen interesse gelezen. Nee, verslonden zelfs. Ze hadden mij geen groter plezier kunnen doen, noch een waardevoller cadeau kunnen geven.
Och, er zullen ongetwijfeld ook een aantal mensen zijn die, ook na hun dood, de ´leugen´in stand zullen willen houden of hun betrokkenheid zullen willen blijven ontkennen. Aan hen zou ik willen vragen er toch eens over na te denken om, via zo´n mysterybox bijvoorbeeld, toch de waarheid te vertellen. Niemand zal hen er persoonlijk meer op aankijken, zij zijn bij opening immers reeds lang overleden, maar voor nabestaanden is die waarheid van enorm belang. En juist dát is, naast het korte-termijn gewin van een vette erfenis, het meest onbaatzuchtige wat je de wereld na kunt laten.. Eerlijkheid.
25-11-07 II
Bijzonder interessant zijn ook de aangeboden opties. Zo kun je het verhaal voor iedereen toegankelijk maken of slechts met een speciale code, waardoor je, postuum, kunt bepalen wie je verhaal mag lezen en wie je dus wat wilt vertellen. Ook behoort een ´mysterybox´ tot de mogelijkheden waar, op een door jou gekozen tijdstip na je dood, de inhoud van gepubliceerd zal worden. Het idee heeft inmiddels de warme steun van enkele vooraanstaande mensen verworven, waaronder oud-president Michaïl Gorbatsjov en rabbijn Awraham Soetendorp. Ik zal er, bij deze, de mijne aan toevoegen.
De reden die wordt aangegeven voor dit initiatief is dat we veel te weinig weten van onze voorouders. Als we al weten wie het waren, weten we op z´n hoogst een aantal data, waaronder datum van geboorte en van overlijden. Verder vaak bedroevend weinig. Er is vaak geen informatie over de tijd waarin iemand leefde en hoe die persoon in het leven stond. Soms zijn er hardnekkige geruchten in de familie waarvan niemand intussen meer precies het fijne weet. En dat is eeuwig zonde. Elke generatie staat namelijk feitelijk op de schouders van de vorige. Door hun inspanningen, hun geluk en ongeluk, wordt namelijk een belangrijk deel van onze eigen startpositie bepaald. Kennis hebben van wat er voor je kwam is dan ook eigenlijk onontbeerlijk, maar o zo zeldzaam. En er komt een onvermijdelijk moment dat je brandende vragen nu eenmaal niet meer kunt stellen. Op een gegeven moment zijn namelijk alle mensen die het konden weten niet meer onder ons en blijven vragen voor altijd onbeantwoord. Een last die soms erg zwaar is te dragen.
En ik weet het uit eigen ervaring. Nu ik ´wat ouder´ ben, wordt het verlangen naar kennis omtrent mijn ´roots´ steeds sterker. Echter zijn er weinig tot geen mensen meer die me daarover nog, uit eigen ervaring kunnen vertellen. En denk ook eens aan alle mensen die als kind zijn geadopteerd. Bij de meeste van hen komt ook ooit het punt dat ze antwoorden willen hebben om zo, voor zichzelf, het plaatje compleet te maken. Een weg die haast wel afgelegd moet worden wil de persoon op een goede manier verder kunnen met zijn of haar leven. En wat te denken van al die mensen die een verschrikkelijk geheim met zich meedragen? Een kind dat, geboren buiten het huwelijk, onder dwang van de familie, of de kerk, moest worden afgestaan aan derden? Mensen die een ander iets hebben aangedaan maar daar nooit over hebben kunnen spreken? Voor al die mensen, en ik kan zo nog legio andere voorbelden bedenken, is zo´n site een uitkomst. Een manier om hun kant van het verhaal te doen zonder daarbij de ander recht in de ogen aan te hoeven te kijken. Iets wat de nabestaanden zeker tot steun zou kunnen zijn. Want denk eens aan de moeder die weet dat ze de bruiloft van haar dochter nooit zal meemaken. Hoe belangrijk is het niet voor haar, en later voor haar dochter, om toch al die dingen te kunnen zeggen die voor haar zo belangrijk zijn om te zeggen en waar de dochter nu nog veel te jong voor is? Ik zou er echt behoorlijk wat voor over hebben als een aantal van mijn voorouders aan zo´n soort initiatief hadden meegewerkt of zélf de pen ter hand hadden genomen om hun verhaal op schrift te stellen. Ik had het met plezier en onverholen interesse gelezen. Nee, verslonden zelfs. Ze hadden mij geen groter plezier kunnen doen, noch een waardevoller cadeau kunnen geven.
Och, er zullen ongetwijfeld ook een aantal mensen zijn die, ook na hun dood, de ´leugen´in stand zullen willen houden of hun betrokkenheid zullen willen blijven ontkennen. Aan hen zou ik willen vragen er toch eens over na te denken om, via zo´n mysterybox bijvoorbeeld, toch de waarheid te vertellen. Niemand zal hen er persoonlijk meer op aankijken, zij zijn bij opening immers reeds lang overleden, maar voor nabestaanden is die waarheid van enorm belang. En juist dát is, naast het korte-termijn gewin van een vette erfenis, het meest onbaatzuchtige wat je de wereld na kunt laten.. Eerlijkheid.
25-11-07 II
Revolte
Afgelopen vrijdag gingen duizenden scholieren de straat op om te protesteren tegen de te zware werkdruk en de verplichte norm van 1040 lesuren. Nu zijn er maar weinig scholen die deze norm halen, maar toch vrezen de meeste scholieren een negende lesuur.
Voor kinderen in de pubertijd is het normaal dat ze zich heftig afzetten tegen de maatschappij en tegen het huidige gezag, of dat nu de ouders of de school betreft maakt voor hen weinig uit, maar vermoedelijk was de opkomst zo groot omdat menig scholier er een ´legitieme reden´ in zag op weg te blijven uit de les. En ook dat hoort bij de leeftijd.
Helaas is het protest niet overal zonder incidenten verlopen. Zo werden in Eindhoven een aantal scholieren gearresteerd voor het gooien met eieren en het afsteken van vuurwerk. Bovendien werden her en der stadskantoren bestormd en veranderd in een puinhoop. En dan gaat het voor mij toch te ver. Het recht om te staken mag je absoluut gebruiken, maar er heeft nooit iemand het recht om andermans eigendommen, of die nu van de gemeenschap of particulier bezit zijn, te vernielen. Bovendien zorgen vernielingen en agressief gedrag ervoor dat de boodschap echt niet beter wordt gehoord. Het werkt eerder averechts.
De staatssecretaris heeft echter inmiddels aangegeven vast te willen houden aan de 1040 uren norm, maar heeft tegelijkertijd ook aangegeven met de scholieren te willen praten. En, met de gelijktijdige start van de Parlementaire Enquête naar de onderwijshervormingen van de afgelopen decennia, zal de discussie over de uren norm èn de kwaliteit van het gegeven onderwijs voorlopig nog wel even voortduren.
De foto die het ED een pagina verder afdrukte deed mij echter het ergste vermoeden. Op deze foto is een de blote rug van een jongeman te zien, waarop met viltstift een protesttekst is geschreven. Doch toen ik de tekst las kon ik een schaterlach niet onderdrukken. Het is prima als je vecht voor beter onderwijs, dat staat buiten kijf, maar déze jongeman heeft met zijn actie een extra nadruk gelegd op het feit dat het werkelijk vreselijk mis is met de kwaliteit van het huidige onderwijs. Op zijn rug staat namelijk o.a.´ Scheit aan de overheid´. En, terecht of niet, het klaarblijkelijk op die leeftijd nog steeds niet correct kunnen spellen zegt genoeg. Dan is er maar één conclusie, en die is terug naar de schoolbanken! Natuurlijk zijn de scholieren voor een groot deel afhankelijk van, al dan niet, aanwezige leraren voor het überhaupt krijgen van onderwijs, maar de enorme desinteresse die menig scholier aan de dag legt voor het lesstof die nu eens niet over sex, drug & Rock ´n´ Roll of BlingBling gaat is ze bepaald wèl aan te rekenen. Ik zie teveel scholieren bij bedrijven aankloppen voor werk die een dermate stuitend gebrek aan algemene ontwikkeling hebben èn bovendien nog niet eens een normale brief kunnen schrijven dat het ergste gevreesd mag worden voor hun toekomst. En zij ZIJN notabene de toekomst. Houdt een paar collega´s die na 1970 geboren zijn een geblindeerde kaart van Nederland voor en vraag hen vervolgens aan te wijzen waar steden als Groningen, Amsterdam, Delft, Leiden en Vlissingen liggen. De kans is uitermate klein dat ze een score behalen die boven de 50% uitkomt. Waarschijnlijker is de reactie ´Is dat belangrijk dan?´. JA! Inderdaad is dat belangrijk, net als te weten wat de geschiedenis van je eigen land is en hoe, bijvoorbeeld, het Staatsbestel in elkaar steekt. Ok, de belastingen gaan er niet van omlaag, maar algemene kennis stelt je wel in staat je eigen plek in deze wereld beter te begrijpen en vanuit dáár een beter besluit te nemen wat je met je toekomst wilt.
Tot slot wil ik u een paar reacties op de scholierenrevolte niet onthouden. Zo meldt een VWO6-scholier: ´De meeste leerlingen wisten niet precies waarom er werd gestaakt, maar om 10 uur stond wel iedereen buiten op het schoolplein.´ Een Havo4-scholiere wist te melden: ´Iedereen wordt chagrijniger en heeft steeds minder zin in school..´ En vooral die laatste geloof ik helemaal, vooral ook omdat die van alle tijden is. Je bent veel liever buiten of met elkaar dan saaie en duffe lessen te moeten volgen waar je absoluut geen interesse in hebt. Helaas zijn kinderen nog steeds niet in staat om in de toekomst te kijken en al helemaal niet in die van henzelf, ook al voelt het op die leeftijd precies het tegenovergestelde. Ze willen het nog allemaal radicaal anders gaan doen dan al die stomme volwassenen die er echt helemaal niks van begrijpen wat het is om kind te zijn. En, helaas, hebben ze daar voor een deel gelijk in. Veel te veel van ons zijn inderdaad vergeten welke idealen we destijds hadden en hoe het voelde daarvoor met vuur te vechten. Echter klimt de wijsheid ook met de jaren en kom je er af en toe achter dat bepaalde zaken toch niet zo werken als je dacht of hoopte. Onveranderd blijft echter dat je de beste kansen hebt in je latere leven als je een goede en gedegen opleiding hebt genoten. En dat je daar niet altijd zin in hebt is best te billijken, maar de kont tegen de krib parkeren is geen oplossing. Dat was het niet en zal het ook nooit worden. Helaas voor hen zullen ze dus gewoon hun school moeten afmaken. En die paar die dat echt niet willen? Die moeten dan maar gedwongen worden. Niet goedschiks? Dan maar kwaadschiks. Dáár heb ik nou scheit, pardon, schijt aan!
25-11-07
Voor kinderen in de pubertijd is het normaal dat ze zich heftig afzetten tegen de maatschappij en tegen het huidige gezag, of dat nu de ouders of de school betreft maakt voor hen weinig uit, maar vermoedelijk was de opkomst zo groot omdat menig scholier er een ´legitieme reden´ in zag op weg te blijven uit de les. En ook dat hoort bij de leeftijd.
Helaas is het protest niet overal zonder incidenten verlopen. Zo werden in Eindhoven een aantal scholieren gearresteerd voor het gooien met eieren en het afsteken van vuurwerk. Bovendien werden her en der stadskantoren bestormd en veranderd in een puinhoop. En dan gaat het voor mij toch te ver. Het recht om te staken mag je absoluut gebruiken, maar er heeft nooit iemand het recht om andermans eigendommen, of die nu van de gemeenschap of particulier bezit zijn, te vernielen. Bovendien zorgen vernielingen en agressief gedrag ervoor dat de boodschap echt niet beter wordt gehoord. Het werkt eerder averechts.
De staatssecretaris heeft echter inmiddels aangegeven vast te willen houden aan de 1040 uren norm, maar heeft tegelijkertijd ook aangegeven met de scholieren te willen praten. En, met de gelijktijdige start van de Parlementaire Enquête naar de onderwijshervormingen van de afgelopen decennia, zal de discussie over de uren norm èn de kwaliteit van het gegeven onderwijs voorlopig nog wel even voortduren.
De foto die het ED een pagina verder afdrukte deed mij echter het ergste vermoeden. Op deze foto is een de blote rug van een jongeman te zien, waarop met viltstift een protesttekst is geschreven. Doch toen ik de tekst las kon ik een schaterlach niet onderdrukken. Het is prima als je vecht voor beter onderwijs, dat staat buiten kijf, maar déze jongeman heeft met zijn actie een extra nadruk gelegd op het feit dat het werkelijk vreselijk mis is met de kwaliteit van het huidige onderwijs. Op zijn rug staat namelijk o.a.´ Scheit aan de overheid´. En, terecht of niet, het klaarblijkelijk op die leeftijd nog steeds niet correct kunnen spellen zegt genoeg. Dan is er maar één conclusie, en die is terug naar de schoolbanken! Natuurlijk zijn de scholieren voor een groot deel afhankelijk van, al dan niet, aanwezige leraren voor het überhaupt krijgen van onderwijs, maar de enorme desinteresse die menig scholier aan de dag legt voor het lesstof die nu eens niet over sex, drug & Rock ´n´ Roll of BlingBling gaat is ze bepaald wèl aan te rekenen. Ik zie teveel scholieren bij bedrijven aankloppen voor werk die een dermate stuitend gebrek aan algemene ontwikkeling hebben èn bovendien nog niet eens een normale brief kunnen schrijven dat het ergste gevreesd mag worden voor hun toekomst. En zij ZIJN notabene de toekomst. Houdt een paar collega´s die na 1970 geboren zijn een geblindeerde kaart van Nederland voor en vraag hen vervolgens aan te wijzen waar steden als Groningen, Amsterdam, Delft, Leiden en Vlissingen liggen. De kans is uitermate klein dat ze een score behalen die boven de 50% uitkomt. Waarschijnlijker is de reactie ´Is dat belangrijk dan?´. JA! Inderdaad is dat belangrijk, net als te weten wat de geschiedenis van je eigen land is en hoe, bijvoorbeeld, het Staatsbestel in elkaar steekt. Ok, de belastingen gaan er niet van omlaag, maar algemene kennis stelt je wel in staat je eigen plek in deze wereld beter te begrijpen en vanuit dáár een beter besluit te nemen wat je met je toekomst wilt.
Tot slot wil ik u een paar reacties op de scholierenrevolte niet onthouden. Zo meldt een VWO6-scholier: ´De meeste leerlingen wisten niet precies waarom er werd gestaakt, maar om 10 uur stond wel iedereen buiten op het schoolplein.´ Een Havo4-scholiere wist te melden: ´Iedereen wordt chagrijniger en heeft steeds minder zin in school..´ En vooral die laatste geloof ik helemaal, vooral ook omdat die van alle tijden is. Je bent veel liever buiten of met elkaar dan saaie en duffe lessen te moeten volgen waar je absoluut geen interesse in hebt. Helaas zijn kinderen nog steeds niet in staat om in de toekomst te kijken en al helemaal niet in die van henzelf, ook al voelt het op die leeftijd precies het tegenovergestelde. Ze willen het nog allemaal radicaal anders gaan doen dan al die stomme volwassenen die er echt helemaal niks van begrijpen wat het is om kind te zijn. En, helaas, hebben ze daar voor een deel gelijk in. Veel te veel van ons zijn inderdaad vergeten welke idealen we destijds hadden en hoe het voelde daarvoor met vuur te vechten. Echter klimt de wijsheid ook met de jaren en kom je er af en toe achter dat bepaalde zaken toch niet zo werken als je dacht of hoopte. Onveranderd blijft echter dat je de beste kansen hebt in je latere leven als je een goede en gedegen opleiding hebt genoten. En dat je daar niet altijd zin in hebt is best te billijken, maar de kont tegen de krib parkeren is geen oplossing. Dat was het niet en zal het ook nooit worden. Helaas voor hen zullen ze dus gewoon hun school moeten afmaken. En die paar die dat echt niet willen? Die moeten dan maar gedwongen worden. Niet goedschiks? Dan maar kwaadschiks. Dáár heb ik nou scheit, pardon, schijt aan!
25-11-07
vrijdag 23 november 2007
Op Cursus
Mensen hebben momenteel veel te veel vrije tijd! Dat kán bijna niet anders als je het enorme aanbod aan cursussen ziet dat er tegenwoordig op de markt is. En we moeten al zoveel ´op cursus´. Vaak stuurt een baas zijn medewerkers met zekere regelmaat op cursus ´om bij te blijven´. Dat klinkt leuk, maar voor de deelnemers voelt het vaak anders, voornamelijk als een vreselijke verspilling van tijd en geld. Maar goed, als je je ergens echt in wilt bekwamen kan je er bijna niet omheen om een cursus te gaan volgen. ´Self-taught´ is tenslotte al decennia een uitstervend begrip. Vraag is dan dus: Wat ga je doen?
In het Crea-Bea segment is keus genoeg. Van scapbooking tot punniken en van modelbouw tot breien, mét of zonder machine. Voor de nòg serieuzere hobbyist zijn er ook op het technische vlak voldoende mogelijkheden. Je kunt leren je eigen foto´s af te drukken in de donkere kamer, al zal dat met de huidige hoeveelheid digitale camera´s en mobieltjes met eenzelfde functie wel niet al te hard meer lopen, of je kunt leren sleutelen aan je auto. Al naar gelang je interesse en aanleg. Ben je echter meer van het, zoals we dat vroeger noemden, ´Geitenwollensokken-type´, dan is er ook in het alternatieve circuit voor elk wat wils. Rebirthing was jarenlang erg populair, maar je hoeft de Volkskrant op zaterdag er maar op na te slaan om iets van je gading te vinden. Keus genoeg.
Toch worden er cursussen gegeven waar ik mijn wenkbrauwen toch wat bij Hemelwaarts duw. Waarvan ik me echt afvraag wie er zo´n cursus zou willen volgen. Voorbeeld daarvan is de cursus ´Stervensbegeleiding bij varkens´. Een geintje mijnerzijds? Neen, alles behalve zelfs. Deze, ongetwijfeld bloedserieuze cursus wordt gegeven door Dafne Westerhof van ´Het Beloofde Varkensland´ nabij Amstelveen. Nu wist ik al dat varkens intelligente dieren zijn, maar deze vermenselijking kàn alleen maar komen van iemand voor wie de grens tussen dierenliefde en obsessie enigszins vervaagd is. Toch heeft Dafne, met haar eigen bureau in Amsterdam, nog veel meer varkensplezier in petto, want je kunt bij haar terecht voor workshops (titels als ´De Goeroe ligt in de modder´, ´Alle neuze dezelfde kant op´ en ´De Boer Op´ doen tenslotte het beste vermoeden), of haar, op naaldhakken i.p.v. in overall zélfs inhuren als gastspreken op uw eigen bedrijf. Het kan allemaal niet op.
Eveneens in Amsterdam kun je, mits je vergezeld wordt door je ex, op donderdag 29 november gratis naar de film ´Tussenstand´ in het Ketelhuis. Vals spelen mag niet, er wordt gevraagd even te bewijzen dat het gezelschap inderdaad je ex is door middel van een officieel document als de echtscheidingspapieren. Op zich een leuke actie, maar is niet één van de voordelen van een echtscheiding dat je niet meer met je ex naar de film hoeft? En dat vals spelen is, als de echtscheidingspapieren eenmaal zijn getekend, vaak juist nog in volle gang! Nu gaat ´Tussenstand´ juist over de ellende die een gescheiden paar meemaakt, dus in dàt opzicht is het logisch dat je publiek in de zaal hebt dat kan relateren aan het onderwerp. Toch zie ik, in dit kader, liever andere initiatieven. Een cursus ´Eerlijk Scheiden´ bijvoorbeeld. Ik hoor zo vaak van echtelieden die elkaar de tent uitvechten of elkaar valselijk van de meest afgrijselijke zaken beschuldigen dat een cursus `Eerlijk Scheiden´ eigenlijk verplicht zou moeten zijn alvorens je voor de rechter komt te staan. Zéér zeker als er jonge kinderen in het spel betrokken zijn. Maar zo´n cursus is waarschijnlijk weer te ideëel van mij.
23-11-07
In het Crea-Bea segment is keus genoeg. Van scapbooking tot punniken en van modelbouw tot breien, mét of zonder machine. Voor de nòg serieuzere hobbyist zijn er ook op het technische vlak voldoende mogelijkheden. Je kunt leren je eigen foto´s af te drukken in de donkere kamer, al zal dat met de huidige hoeveelheid digitale camera´s en mobieltjes met eenzelfde functie wel niet al te hard meer lopen, of je kunt leren sleutelen aan je auto. Al naar gelang je interesse en aanleg. Ben je echter meer van het, zoals we dat vroeger noemden, ´Geitenwollensokken-type´, dan is er ook in het alternatieve circuit voor elk wat wils. Rebirthing was jarenlang erg populair, maar je hoeft de Volkskrant op zaterdag er maar op na te slaan om iets van je gading te vinden. Keus genoeg.
Toch worden er cursussen gegeven waar ik mijn wenkbrauwen toch wat bij Hemelwaarts duw. Waarvan ik me echt afvraag wie er zo´n cursus zou willen volgen. Voorbeeld daarvan is de cursus ´Stervensbegeleiding bij varkens´. Een geintje mijnerzijds? Neen, alles behalve zelfs. Deze, ongetwijfeld bloedserieuze cursus wordt gegeven door Dafne Westerhof van ´Het Beloofde Varkensland´ nabij Amstelveen. Nu wist ik al dat varkens intelligente dieren zijn, maar deze vermenselijking kàn alleen maar komen van iemand voor wie de grens tussen dierenliefde en obsessie enigszins vervaagd is. Toch heeft Dafne, met haar eigen bureau in Amsterdam, nog veel meer varkensplezier in petto, want je kunt bij haar terecht voor workshops (titels als ´De Goeroe ligt in de modder´, ´Alle neuze dezelfde kant op´ en ´De Boer Op´ doen tenslotte het beste vermoeden), of haar, op naaldhakken i.p.v. in overall zélfs inhuren als gastspreken op uw eigen bedrijf. Het kan allemaal niet op.
Eveneens in Amsterdam kun je, mits je vergezeld wordt door je ex, op donderdag 29 november gratis naar de film ´Tussenstand´ in het Ketelhuis. Vals spelen mag niet, er wordt gevraagd even te bewijzen dat het gezelschap inderdaad je ex is door middel van een officieel document als de echtscheidingspapieren. Op zich een leuke actie, maar is niet één van de voordelen van een echtscheiding dat je niet meer met je ex naar de film hoeft? En dat vals spelen is, als de echtscheidingspapieren eenmaal zijn getekend, vaak juist nog in volle gang! Nu gaat ´Tussenstand´ juist over de ellende die een gescheiden paar meemaakt, dus in dàt opzicht is het logisch dat je publiek in de zaal hebt dat kan relateren aan het onderwerp. Toch zie ik, in dit kader, liever andere initiatieven. Een cursus ´Eerlijk Scheiden´ bijvoorbeeld. Ik hoor zo vaak van echtelieden die elkaar de tent uitvechten of elkaar valselijk van de meest afgrijselijke zaken beschuldigen dat een cursus `Eerlijk Scheiden´ eigenlijk verplicht zou moeten zijn alvorens je voor de rechter komt te staan. Zéér zeker als er jonge kinderen in het spel betrokken zijn. Maar zo´n cursus is waarschijnlijk weer te ideëel van mij.
23-11-07
donderdag 22 november 2007
De Melkkoe en de Zandbak
Als beelddenker ben ik gewoon om verbanden te zien tussen schijnbaar ongerelateerde zaken, maar recentelijk ben ik het spoor weer helemaal bijster. Allereerst dienen de rokers, toch al de meest gedemoniseerde bevolkingsgroep van dit moment, volgend jaar fors meer te gaan betalen voor hun rokertje. En waarom? Omdat staatssecretaris De Jager (CDA), Zeeuw van geboorte (Sorry darling, ik heb het echt niet zelf bedacht!), besloten heeft het gokken, een andere zéér verslavende gewoonte, juist mìnder zwaar gaat belasten. Ik durf de weddenschap dan ook best aan dat, als er volgend jaar een significante hoeveelheid méér belastinggeld vanuit de (Staats-) gokbedrijven naar de schatkist vloeit, de rokers daarmee niet tegemoet worden gekomen. Dàn is roken ineens wel weer ´slecht´ voor de gezondheid en wordt de extra belastingopbrengst weer gebruikt om tekorten in de zorg aan te zuiveren. Maar omdat die dermate ernstig uit de klauw lopen zal er ook volgend jaar wel weer een extra belasting aankomen. De burger als super melkkoe, uitgeknepen en uitgewrongen tot zijn laatste (financiële) druppel.
Mocht je, tegen die tijd, echter besloten hebben om je afschuw omtrent dit schaamteloos belasting schrapende kabinet voortaan dan maar in wijn te verdrinken, kom je dubbel bedrogen uit. Ook de accijns op wijn wordt namelijk verhoogd, dit keer met het ´argument´ dat er meer medici vrijgesteld zouden moeten worden van BTW. Oorspronkelijk was het de bedoeling van het kabinet om alleen medici vrij van BTW te stellen die behandelingen doen met een therapeutisch doel, maar nu wil men méér medici vrij kunnen stellen. Pardon? Heeft medisch handelen dan niet altijd een therapeutisch doel? En is het, zij het tijdelijk, kunnen vergeten van wéér een nieuwe golf zuur die over ons wordt uitgestort door het drinken van een goed glas wijn niet therapeutisch dan? Als het dàt niet is, weet ik niet wat het dan wel is. Zal wel weer zijn dat ik geen medisch diploma heb..
Als je trouwens op de website van Financiën leest wat er werkelijk staat, wordt de drang om hevig naar de fles te grijpen steeds groter. De Jager heeft namelijk bij zijn aantreden als staatssecretaris drie speerpunten geformuleerd waarvoor hij zich wil inzetten. Dat zijn: fiscale vergroening, innovatief ondernemerschap en vereenvoudiging. Bij fiscale vergroening, wat een belachelijke term trouwens, wil hij belasting heffen om zo voor een goed leefmilieu te zorgen. Dat is één. In tweede instantie hoopt hij, door innovatief ondernemerschap te stimuleren, dat er meer succesvolle ondernemers komen. En meer succesvolle ondernemers betekent een beter gevulde schatkist. Dat is dus twee. Ten derde tenslotte, wil ´vriend´ De Jager de wetgeving en de werkwijze van de Belastingdienst dermate veranderen dat de irritatie wordt weggenomen omtrent de ´hoge administratieve lasten´. Leg daar de slogan van de Belastingdienst naast, inderdaad die van ´Leuker kunnen we het niet maken..´ en voilá, nummer drie. Nee, het wordt de komende jaren er écht niet leuker op.
Een stukje verder lees ik dat steeds meer militairen de PvdA de rug toekeren naar aanleiding van de verregaande bezuinigingsvoorstellen vanuit dezelfde PvdA. Dat een weldenkend mens dat doet is sowieso geen slechte zaak, maar de uittocht wordt nog versterkt omdat PvdA-Kamerlid Angelien Eijsink (hmmmm…familie van de kassa-boer?), tijdens de behandeling van de begroting van Defensie, een opmerking maakte die nogal in het verkeerde keelgat schoot. Zij vroeg zich namelijk af of het ´weer de boys waren die op hun toys reageerden?´. Zo´n opmerking heeft echt een allerbelabberdst zandbak-gehalte en ik zou mevrouw Eijsink dan ook graag uitnodigen dáár weer plaats te nemen. Met het plaatsen van zo´n opmerking geef je duidelijk te kennen het politieke ambt niet waardig te zijn. Zo´n opmerking tekent echt het niveau van iemand, en zij is de zandbak kennelijk nog niet ontsegen. Nu heb ik natuurlijk, zoals altijd, helemaal geen inspraak, maar er schijnen in Oeroezgan een paar hele mooie te zijn. Wellicht dat mevrouw Eijsink daar dan nog eens tot andere gedachten komt. Bovendien is het wellicht òòk verstandig voor haar om De Jager mee te nemen. Die kon wel eens handig zijn als de die vervelende jochies van de Taliban ruzie komen schoppen. Ik wens ze ondertussen dáár, en vooral niet HIER, een lang en gelukkig leven samen.
22-11-07
Mocht je, tegen die tijd, echter besloten hebben om je afschuw omtrent dit schaamteloos belasting schrapende kabinet voortaan dan maar in wijn te verdrinken, kom je dubbel bedrogen uit. Ook de accijns op wijn wordt namelijk verhoogd, dit keer met het ´argument´ dat er meer medici vrijgesteld zouden moeten worden van BTW. Oorspronkelijk was het de bedoeling van het kabinet om alleen medici vrij van BTW te stellen die behandelingen doen met een therapeutisch doel, maar nu wil men méér medici vrij kunnen stellen. Pardon? Heeft medisch handelen dan niet altijd een therapeutisch doel? En is het, zij het tijdelijk, kunnen vergeten van wéér een nieuwe golf zuur die over ons wordt uitgestort door het drinken van een goed glas wijn niet therapeutisch dan? Als het dàt niet is, weet ik niet wat het dan wel is. Zal wel weer zijn dat ik geen medisch diploma heb..
Als je trouwens op de website van Financiën leest wat er werkelijk staat, wordt de drang om hevig naar de fles te grijpen steeds groter. De Jager heeft namelijk bij zijn aantreden als staatssecretaris drie speerpunten geformuleerd waarvoor hij zich wil inzetten. Dat zijn: fiscale vergroening, innovatief ondernemerschap en vereenvoudiging. Bij fiscale vergroening, wat een belachelijke term trouwens, wil hij belasting heffen om zo voor een goed leefmilieu te zorgen. Dat is één. In tweede instantie hoopt hij, door innovatief ondernemerschap te stimuleren, dat er meer succesvolle ondernemers komen. En meer succesvolle ondernemers betekent een beter gevulde schatkist. Dat is dus twee. Ten derde tenslotte, wil ´vriend´ De Jager de wetgeving en de werkwijze van de Belastingdienst dermate veranderen dat de irritatie wordt weggenomen omtrent de ´hoge administratieve lasten´. Leg daar de slogan van de Belastingdienst naast, inderdaad die van ´Leuker kunnen we het niet maken..´ en voilá, nummer drie. Nee, het wordt de komende jaren er écht niet leuker op.
Een stukje verder lees ik dat steeds meer militairen de PvdA de rug toekeren naar aanleiding van de verregaande bezuinigingsvoorstellen vanuit dezelfde PvdA. Dat een weldenkend mens dat doet is sowieso geen slechte zaak, maar de uittocht wordt nog versterkt omdat PvdA-Kamerlid Angelien Eijsink (hmmmm…familie van de kassa-boer?), tijdens de behandeling van de begroting van Defensie, een opmerking maakte die nogal in het verkeerde keelgat schoot. Zij vroeg zich namelijk af of het ´weer de boys waren die op hun toys reageerden?´. Zo´n opmerking heeft echt een allerbelabberdst zandbak-gehalte en ik zou mevrouw Eijsink dan ook graag uitnodigen dáár weer plaats te nemen. Met het plaatsen van zo´n opmerking geef je duidelijk te kennen het politieke ambt niet waardig te zijn. Zo´n opmerking tekent echt het niveau van iemand, en zij is de zandbak kennelijk nog niet ontsegen. Nu heb ik natuurlijk, zoals altijd, helemaal geen inspraak, maar er schijnen in Oeroezgan een paar hele mooie te zijn. Wellicht dat mevrouw Eijsink daar dan nog eens tot andere gedachten komt. Bovendien is het wellicht òòk verstandig voor haar om De Jager mee te nemen. Die kon wel eens handig zijn als de die vervelende jochies van de Taliban ruzie komen schoppen. Ik wens ze ondertussen dáár, en vooral niet HIER, een lang en gelukkig leven samen.
22-11-07
dinsdag 20 november 2007
Splijtzwam
Splijtzwam
Volgens het woordenboek is een splijtzwam ´iets dat verdeeldheid veroorzaakt´, en in onze huidige maatschappij is er slechts één ding dat, als geen ander, leidt tot verdeeldheid: geld.
Geld, of de behoefte eraan, is als geen ander in staat om een schier onoverbrugbare kloof te slaan tussen de ´haves´, de ´have nots´ en de ´never enoughs´. Ook families en vriendschappen kunnen tot in lengte der dagen lijden onder de ruzies die ontstaan zijn naar aanleiding van een erfenis of, zoals recent, een beloning. Geld brengt nu eenmaal het beste, òf het allerslechtste in mensen naar boven.
Twee vriendinnen van de Bredase vrouw die afgelopen zaterdag de politie belde nadat ze een ontsnapte tbs´er in de binnenstad hadden herkend, doen hun beklag in de krant. Het Openbaar Ministerie had namelijk, voor tips die tot opsporing van deze tbs´er zouden leiden, een beloning van 20.000 euro uitgeloofd, en nu wil de 112-belster dit bedrag niet delen met haar vriendinnen. Tot groot ongenoegen vaan deze dames want, zo verklaarden ze, ´Wij herkenden hem òòk!´. Het OM laat intussen weten de zaak te zullen onderzoeken.
Ook in de meeste families zijn genoeg verhalen te vinden van verdeeldheid, of erger, die veroorzaakt wordt door een te verwachten erfenis. Soms zelfs nog vòòr oma Hemelen gaat vliegen de familieleden elkaar al in de haren om de erfenis. Talrijk zijn ook de verhalen dat kinderen en kleinkinderen die, na jarenlang nauwelijks naar oma hebben omgekeken omdat ze het zo ´druk´ hadden, tegen het levenseinde opeens weer op de stoep staan om vooral maar bij oma in een goed blaadje te komen zodat ze zeker ook in het testament genoemd, èn bedeeld, zullen worden. Er worden zelfs al ver van tevoren stickertjes geplakt op oma´s bezittingen zodat overduidelijk is wie zich welk erfstuk wenst toe te bedelen. Het ongeduldig wachten is dan nog slechts op oma´s daadwerkelijk verscheiden.
Zulke verhalen stemmen mij, onveranderd, ontzettend triest. Het lijkt wel alsof alles draait om geld tegenwoordig. Elke intermenselijke relatie teruggebracht tot een kille rekensom waarbij de oudste deelnemer steevast de verliezer is, al dan niet kunstmatig ´een handje geholpen´. Begrijp me goed, ik begrijp commercie als geen ander en ik gedij prima in een omgeving waar geld moet worden verdiend. Toch zou daar, al is het maar op basis van goed fatsoen, een grens aan moeten zitten. Er is namelijk een immens verschil tussen een ´gezond financieel klimaat´ en een ´overweldigende graaicultuur´. Opvallend is het bij die laatste vooral dat de PvdA, die toch een zekere solidariteit in haar vaandel draagt, juist uitblinkt in het ´grote graaien´. Weliswaar onder het mom van ´een betere verdeling van gelden´, maar nooit zijn, in een periode van economische voorspoed, de lasten zó dramatisch gestegen als nu met een PvdA in de regering. Het lijkt verdomme zo langzamerhand wel een wedstrijdje te worden tussen regering en de top van het Nederlandse bedrijfsleven wie zich het meest schaamteloos kan verrijken. En, in mijn opinie, is de regering voorlopig koploper in die strijd. Niet zo zeer in absolute bedragen, ook al zullen ze daar elkaar niet zoveel ontlopen, maar zeker op gebied van creativiteit. Zo´n actie van belasting heffen op aangespoelde bananen is echt meesterlijk! Zoiets bedenkt je namelijk niet. Als ik, als stukjes-schrijver op mijn eigen Blog, een dergelijk idee plan zou lanceren, dan zouden de spaarzame lezers zich bulderend van het lachen ter aarde storten. Woutertje echter, dóet het gewoon. Een meesterzet!
Verdrietig, ernstig verdrietig zelfs, wordt ik als gewone mensen het slachtoffer worden van de alsmaar toenemende geldhonger. Als gezond draaiende bedrijven bijvoorbeeld worden gesloten, en de productie wordt overgeplaatst naar elders, omdat er dan een ´beter rendement´ kan worden behaald voor de aandeelhouders. Duh…! ´Hierdoor krijg ik aan het eind van het jaar een vettere bonus!´ zul je bedoelen. En je had het al zo slecht…NOT! Ik zal, tot slot, maar weer eens een cliché in de groep gooien. Het vervelende van cliché´s is echter dat ze één nadeel hebben, en dat is dat ze doorgaans zo vreselijk wáár zijn. Geld maakt namelijk écht niet gelukkig, maar helemaal géén geld (meer) hebben, bepaald ook niet. En daar gaat het in dit land tot steeds meer naar toe. En dàt kan toch nooit de bedoeling zijn?
20-11-07
Volgens het woordenboek is een splijtzwam ´iets dat verdeeldheid veroorzaakt´, en in onze huidige maatschappij is er slechts één ding dat, als geen ander, leidt tot verdeeldheid: geld.
Geld, of de behoefte eraan, is als geen ander in staat om een schier onoverbrugbare kloof te slaan tussen de ´haves´, de ´have nots´ en de ´never enoughs´. Ook families en vriendschappen kunnen tot in lengte der dagen lijden onder de ruzies die ontstaan zijn naar aanleiding van een erfenis of, zoals recent, een beloning. Geld brengt nu eenmaal het beste, òf het allerslechtste in mensen naar boven.
Twee vriendinnen van de Bredase vrouw die afgelopen zaterdag de politie belde nadat ze een ontsnapte tbs´er in de binnenstad hadden herkend, doen hun beklag in de krant. Het Openbaar Ministerie had namelijk, voor tips die tot opsporing van deze tbs´er zouden leiden, een beloning van 20.000 euro uitgeloofd, en nu wil de 112-belster dit bedrag niet delen met haar vriendinnen. Tot groot ongenoegen vaan deze dames want, zo verklaarden ze, ´Wij herkenden hem òòk!´. Het OM laat intussen weten de zaak te zullen onderzoeken.
Ook in de meeste families zijn genoeg verhalen te vinden van verdeeldheid, of erger, die veroorzaakt wordt door een te verwachten erfenis. Soms zelfs nog vòòr oma Hemelen gaat vliegen de familieleden elkaar al in de haren om de erfenis. Talrijk zijn ook de verhalen dat kinderen en kleinkinderen die, na jarenlang nauwelijks naar oma hebben omgekeken omdat ze het zo ´druk´ hadden, tegen het levenseinde opeens weer op de stoep staan om vooral maar bij oma in een goed blaadje te komen zodat ze zeker ook in het testament genoemd, èn bedeeld, zullen worden. Er worden zelfs al ver van tevoren stickertjes geplakt op oma´s bezittingen zodat overduidelijk is wie zich welk erfstuk wenst toe te bedelen. Het ongeduldig wachten is dan nog slechts op oma´s daadwerkelijk verscheiden.
Zulke verhalen stemmen mij, onveranderd, ontzettend triest. Het lijkt wel alsof alles draait om geld tegenwoordig. Elke intermenselijke relatie teruggebracht tot een kille rekensom waarbij de oudste deelnemer steevast de verliezer is, al dan niet kunstmatig ´een handje geholpen´. Begrijp me goed, ik begrijp commercie als geen ander en ik gedij prima in een omgeving waar geld moet worden verdiend. Toch zou daar, al is het maar op basis van goed fatsoen, een grens aan moeten zitten. Er is namelijk een immens verschil tussen een ´gezond financieel klimaat´ en een ´overweldigende graaicultuur´. Opvallend is het bij die laatste vooral dat de PvdA, die toch een zekere solidariteit in haar vaandel draagt, juist uitblinkt in het ´grote graaien´. Weliswaar onder het mom van ´een betere verdeling van gelden´, maar nooit zijn, in een periode van economische voorspoed, de lasten zó dramatisch gestegen als nu met een PvdA in de regering. Het lijkt verdomme zo langzamerhand wel een wedstrijdje te worden tussen regering en de top van het Nederlandse bedrijfsleven wie zich het meest schaamteloos kan verrijken. En, in mijn opinie, is de regering voorlopig koploper in die strijd. Niet zo zeer in absolute bedragen, ook al zullen ze daar elkaar niet zoveel ontlopen, maar zeker op gebied van creativiteit. Zo´n actie van belasting heffen op aangespoelde bananen is echt meesterlijk! Zoiets bedenkt je namelijk niet. Als ik, als stukjes-schrijver op mijn eigen Blog, een dergelijk idee plan zou lanceren, dan zouden de spaarzame lezers zich bulderend van het lachen ter aarde storten. Woutertje echter, dóet het gewoon. Een meesterzet!
Verdrietig, ernstig verdrietig zelfs, wordt ik als gewone mensen het slachtoffer worden van de alsmaar toenemende geldhonger. Als gezond draaiende bedrijven bijvoorbeeld worden gesloten, en de productie wordt overgeplaatst naar elders, omdat er dan een ´beter rendement´ kan worden behaald voor de aandeelhouders. Duh…! ´Hierdoor krijg ik aan het eind van het jaar een vettere bonus!´ zul je bedoelen. En je had het al zo slecht…NOT! Ik zal, tot slot, maar weer eens een cliché in de groep gooien. Het vervelende van cliché´s is echter dat ze één nadeel hebben, en dat is dat ze doorgaans zo vreselijk wáár zijn. Geld maakt namelijk écht niet gelukkig, maar helemaal géén geld (meer) hebben, bepaald ook niet. En daar gaat het in dit land tot steeds meer naar toe. En dàt kan toch nooit de bedoeling zijn?
20-11-07
zondag 18 november 2007
Speculator
Speculator is niet alleen de bijnaam van Sint Nicolaas, maar tevens een van de twee verklaringen voor het woord speculaas. De term stamt uit het Latijn en betekent ´hij die alles ziet´. Als beginnend veertiger zonder kinderen brengt de Sinterklaastijd me geregeld terug naar de periode dat ik, met heftig kloppend hart en natte haartjes, voor de kachel mijn schoen mocht zetten. De erbij gezongen liedjes moesten er vooral voor zorgen dat de oogst ´rijk´ zou zijn.
Hoe oud ik precies was toen ik de eerste tekenen van ´bedrog´ begon te registreren weet ik niet maar er speelde toch wel duidelijk door mijn hoofd dat er een aantal zaken absoluut niet klopten. Zo herinner ik me dat ik de winterwortels, die mijn zusjes en ik voor Amerigo achter lieten, later ergens onderin de koelkast weggestopt terug vond. Ook de met zorg en veel liefde gemaakte tekeningen bleken in de vuilnisbak beland, goed weggestopt onder etensresten. De reactie van mijn moeder, ´Dan is Piet waarschijnlijk slordig geweest..´ klonk bovendien niet al te overtuigend. Toen ik, niet al te lang daarna, echt op de hoogte werd gesteld van de werkelijke gang van zaken, was ik niet alleen verdrietig om het feit dat ´de Grote Kindervriend´ niet meer dan een fabeltje was, maar méér nog omdat mijn ouders me, willens en wetens, hadden voorgelogen terwijl ik wist dat het ´plaatje´ niet klopte.
Nu zijn dit maar een paar, schijnbaar onschuldige, voorbeelden. Toch is dat gevoel omtrent het niet kloppende ´plaatje´ me altijd bijgebleven. In eerste instantie was het echt niet meer dan een gevoel dat, bij het ouder worden, uitgroeide naar een steeds grotere zekerheid. Zo herinner ik me een voorbeeld van toen ik werkte in IJmuiden. Ik werkte daar als verantwoordelijke voor de goederenstroom binnen de cateringorganisatie en aldus ook verantwoordelijk voor het magazijn en de uitgaande goederen. Elke ochtend werden de gedane bestellingen klaargezet om met vrachtwagens te worden uitgereden over het gigantische terrein. Rolcontainers vol stonden dan klaar in de gang, elk voorzien van de naam van het restaurant waar hij voor bestemd was. En vaak, zelfs zonder de bestelling te hebben gelezen, wist ik in één oogopslag bij welke rolcontainer ´mijn jongens´ orderpickfouten hadden gemaakt. Dan klopte het ´plaatje´niet en gaf ik de opdracht tot een extra controle, hetgeen niet zelden leidde tot de discussie dat ik dat absoluut niet kon weten. Toch had ik, in zeker 90% van de gevallen gelijk en was een doos of krat op de verkeerde rolcontainer beland.
Toch duurde het nog een aantal jaar voor ik erachter kwam hoe, en waarom, dat proces bij mij werkte. In 2002 deed ik een loopbaanheroriëntatie bij een bureau in Delft. En daar vroeg Henny, de eigenaar van het bureau, op een dag of ik wel wist dat ik een beelddenker was. Niet dus. Ik had nog nooit van het begrip gehoord, maar met de beperkte uitleg die ik van hem kreeg èn de daarop volgende speurtocht op internet en in de lande begonnen de antwoorden te komen. Ik was een van die idioten die, in tegenstelling tot de meesten in mijn omgeving, de overstap van ´denken in plaatjes´, wat een kind vanaf de geboorte doet, naar denken in woorden niet had gemaakt. En hoe meer ik las en hoorde, hoe meer dingen duidelijk werden, en ik mezelf weer een klein beetje beter ging begrijpen. Zo bleek dat de uitdrukking ´het plaatje klopt niet´ voor mij dus letterlijk gold. Ik zie de wereld in plaatjes en niet in woorden zoals, schijnbaar, de meesten van ons. Een van de gevolgen daarvan is echter dat, als een waargenomen ´plaatje´ dan dus niet aan de verwachting voldoet, er véél eerder alarmbellen gaan rinkelen dat er ergens iets niet klopt. En, over de jaren, heb ik geleerd om daarop te gaan vertrouwen. Ik wéét dat er ergens iets niet klopt en ga dan zoeken naar het item dat uit de toon valt. Voor mensen die absoluut talig zijn ingesteld, is een dergelijke ´gave´ vaak moeilijk te bevatten en wordt soms zelfs als ronduit bedreigend ervaren. Één plaatje heeft namelijk zóveel details dat het soms erg lastig is om de discrepanties niet te zien, ook al wens je wel eens dat je bepaalde dingen niet zou zien. Zo ben ik in het bedrijfsleven meerdere malen situaties tegengekomen waar het ene wordt verteld door het management en alles wat in het bedrijf gaande is juist wijst op precies het tegenovergestelde. En als je dan ook nog eens de onhebbelijke neiging hebt om dat dan ook te zeggen is het slechts afwachten tot de problemen beginnen. Toch zou ik niet anders willen zijn. Het heeft me namelijk ook heel veel gebracht. Bovendien kán ik, ook al zou ik het nog zo graag willen, niet eens anders zijn, want ik zit nu eenmaal zo in elkaar. Ik bèn nu eenmaal Speculator, ´hij die alles ziet´. Dat dit feit voor mijn werkgevers niet altijd uitkomt besef ik me maar al te goed, maar ik heb inmiddels wel geleerd dat ik af en toe, voor mijn eigen bestwil, beter mijn mond kan houden. En dat is verdomde moeilijk, zeker als je ook nog behept bent met een sterk gevoel voor rechtvaardigheid. Toch is ´je mond houden´ iets wat me steeds beter afgaat, al gaat het vaak ten koste van mezelf. Maar, ook al zeg ik er soms niets van, ik zie het wél allemaal.
´Speculator, aangenaam!´.
18-11-07
Hoe oud ik precies was toen ik de eerste tekenen van ´bedrog´ begon te registreren weet ik niet maar er speelde toch wel duidelijk door mijn hoofd dat er een aantal zaken absoluut niet klopten. Zo herinner ik me dat ik de winterwortels, die mijn zusjes en ik voor Amerigo achter lieten, later ergens onderin de koelkast weggestopt terug vond. Ook de met zorg en veel liefde gemaakte tekeningen bleken in de vuilnisbak beland, goed weggestopt onder etensresten. De reactie van mijn moeder, ´Dan is Piet waarschijnlijk slordig geweest..´ klonk bovendien niet al te overtuigend. Toen ik, niet al te lang daarna, echt op de hoogte werd gesteld van de werkelijke gang van zaken, was ik niet alleen verdrietig om het feit dat ´de Grote Kindervriend´ niet meer dan een fabeltje was, maar méér nog omdat mijn ouders me, willens en wetens, hadden voorgelogen terwijl ik wist dat het ´plaatje´ niet klopte.
Nu zijn dit maar een paar, schijnbaar onschuldige, voorbeelden. Toch is dat gevoel omtrent het niet kloppende ´plaatje´ me altijd bijgebleven. In eerste instantie was het echt niet meer dan een gevoel dat, bij het ouder worden, uitgroeide naar een steeds grotere zekerheid. Zo herinner ik me een voorbeeld van toen ik werkte in IJmuiden. Ik werkte daar als verantwoordelijke voor de goederenstroom binnen de cateringorganisatie en aldus ook verantwoordelijk voor het magazijn en de uitgaande goederen. Elke ochtend werden de gedane bestellingen klaargezet om met vrachtwagens te worden uitgereden over het gigantische terrein. Rolcontainers vol stonden dan klaar in de gang, elk voorzien van de naam van het restaurant waar hij voor bestemd was. En vaak, zelfs zonder de bestelling te hebben gelezen, wist ik in één oogopslag bij welke rolcontainer ´mijn jongens´ orderpickfouten hadden gemaakt. Dan klopte het ´plaatje´niet en gaf ik de opdracht tot een extra controle, hetgeen niet zelden leidde tot de discussie dat ik dat absoluut niet kon weten. Toch had ik, in zeker 90% van de gevallen gelijk en was een doos of krat op de verkeerde rolcontainer beland.
Toch duurde het nog een aantal jaar voor ik erachter kwam hoe, en waarom, dat proces bij mij werkte. In 2002 deed ik een loopbaanheroriëntatie bij een bureau in Delft. En daar vroeg Henny, de eigenaar van het bureau, op een dag of ik wel wist dat ik een beelddenker was. Niet dus. Ik had nog nooit van het begrip gehoord, maar met de beperkte uitleg die ik van hem kreeg èn de daarop volgende speurtocht op internet en in de lande begonnen de antwoorden te komen. Ik was een van die idioten die, in tegenstelling tot de meesten in mijn omgeving, de overstap van ´denken in plaatjes´, wat een kind vanaf de geboorte doet, naar denken in woorden niet had gemaakt. En hoe meer ik las en hoorde, hoe meer dingen duidelijk werden, en ik mezelf weer een klein beetje beter ging begrijpen. Zo bleek dat de uitdrukking ´het plaatje klopt niet´ voor mij dus letterlijk gold. Ik zie de wereld in plaatjes en niet in woorden zoals, schijnbaar, de meesten van ons. Een van de gevolgen daarvan is echter dat, als een waargenomen ´plaatje´ dan dus niet aan de verwachting voldoet, er véél eerder alarmbellen gaan rinkelen dat er ergens iets niet klopt. En, over de jaren, heb ik geleerd om daarop te gaan vertrouwen. Ik wéét dat er ergens iets niet klopt en ga dan zoeken naar het item dat uit de toon valt. Voor mensen die absoluut talig zijn ingesteld, is een dergelijke ´gave´ vaak moeilijk te bevatten en wordt soms zelfs als ronduit bedreigend ervaren. Één plaatje heeft namelijk zóveel details dat het soms erg lastig is om de discrepanties niet te zien, ook al wens je wel eens dat je bepaalde dingen niet zou zien. Zo ben ik in het bedrijfsleven meerdere malen situaties tegengekomen waar het ene wordt verteld door het management en alles wat in het bedrijf gaande is juist wijst op precies het tegenovergestelde. En als je dan ook nog eens de onhebbelijke neiging hebt om dat dan ook te zeggen is het slechts afwachten tot de problemen beginnen. Toch zou ik niet anders willen zijn. Het heeft me namelijk ook heel veel gebracht. Bovendien kán ik, ook al zou ik het nog zo graag willen, niet eens anders zijn, want ik zit nu eenmaal zo in elkaar. Ik bèn nu eenmaal Speculator, ´hij die alles ziet´. Dat dit feit voor mijn werkgevers niet altijd uitkomt besef ik me maar al te goed, maar ik heb inmiddels wel geleerd dat ik af en toe, voor mijn eigen bestwil, beter mijn mond kan houden. En dat is verdomde moeilijk, zeker als je ook nog behept bent met een sterk gevoel voor rechtvaardigheid. Toch is ´je mond houden´ iets wat me steeds beter afgaat, al gaat het vaak ten koste van mezelf. Maar, ook al zeg ik er soms niets van, ik zie het wél allemaal.
´Speculator, aangenaam!´.
18-11-07
zaterdag 17 november 2007
Vreemde Eend
Mijn kennismakingsperiode bij het AG (Academisch Genootschap) zit er bijna op, maar ik heb inmiddels besloten het lidmaatschap daadwerkelijk aan te vragen. Daarvoor is de handtekening van een introducerend lid nodig en P., een van de voorzitters van de Ondernemerskring waarbij ik me als eerste heb aangesloten, was gaarne bereid die voor me te zetten en, met die handtekening kon, eerder deze week, de lidmaatschapsaanvraag op de bus. Feitelijk behoor ik helemaal niet in dit selecte gezelschap, want ik ben (nog) helemaal geen zelfstandig ondernemer…al loop ik al een tijdje met ver gevorderde plannen rond. Mijn fysieke situatie is echter nog niet zover dat ik me volledig in een dergelijk avontuur kan storten, dus voorlopig moet ik het nog even hebben van de ´in oprichting-fase´. Toch hebben de ondernemers en oud-ondernemers uit dit gezelschap me warm welkom geheten en woon ik, als dat enigszins kan, hun bijeenkomsten bij. Afgelopen week was er weer een en dit keer waren er presentaties van studenten van een plaatselijke Hogeschool die, met hulp en ondersteuning van een stichting en naar Amerikaans voorbeeld, een heuse ´Student Company´ mogen opzetten om zo te snuffelen aan het ondernemerschap. Een van de aanwezige studenten had verleden jaar zelfs een prijs gewonnen met zijn bedrijfje en kwam daarover vertellen.
Voor de bijeenkomsten wordt er door een aantal leden altijd eerst geborreld en samen gegeten, waarbij dit keer ook de studenten aanschoven. Zodoende hadden we al vooraf de tijd om kennis te maken en te horen waar ze zoal mee bezig zijn. De prijswinnaar van vorig jaar, een achtienjarige(!) jongeman J., bleek de smaak van het ondernemerschap inmiddels al dermate te pakken te hebben dat hij inmiddels, na zijn afstuderen, alweer bezig was een nieuw bedrijfje op te zetten. Te mogen luisteren naar zijn enthousiasme en vragen te kunnen stellen over het hoe en waarom van bepaalde beslissingen zorgde voor een zeer geanimeerde sfeer aan tafel waarbij de tijd haast onmerkbaar omvloog. Onvermijdelijk volgde echter ook wedervragen, en de meest voor de hand liggende was natuurlijk wat voor bedrijf ik dan wel had. Nu heb ik daar, bewust overigens, nooit een standaard antwoord op en laat ik me leiden door de vraagsteller en het punt van ontwikkeling waarop ik zelf bivakkeer op dat moment. Een deel van mijn verhaal is nogal straight-forward, maar een ander deel zeker niet en behoeft een nadere uitleg. Zeker omdat het fenomeen, beelddenken in het bedrijf, voor velen een onbekend fenomeen is. Het geven van die uitleg is niet moeilijk, maar wel wat ik er mee wil, want dat weet ik zelf nog niet helemaal precies, althans niet vanuit welke insteek, en dan wordt het uitleggen ervan soms best lastig. Maar erover vertellen kan ik genoeg dus red ik me er altijd wel weer uit.
Aan het eind van de avond, en na de zéér inspirerende presentaties, mét de haast standaard falende audio-visuele ondersteuning, werd er nog even onderling nagepraat. Iedereen was gepast onder de indruk van het enthousiasme van de studenten en er werd o.a. besproken hoeveel studenten er straks daadwerkelijk voor het ondernemerschap zouden kiezen. Die meningen liepen nogal uiteen en alleen de toekomst zal uitwijzen wie er het dichtst bij de waarheid blijkt te zitten. Daarna kwam de samenstelling van de Ondernemerskring ter sprake, wat een van de vrouwelijke kringleden de opmerking ontlokte dat ik, als laatste aanwinst, wel heel lastig in te delen was in een bepaalde categorie. De kring heeft leden die zéér diverse activiteiten ontplooien, maar men is er nog niet uit in welke categorie ik ondergebracht zou moeten worden. En dat is iets wat ik vaker hoor. Ik pas slecht in één hokje en het ´in meerdere hokjes passen´ is voor veel mensen moeilijk te accepteren. Mijn theorie is dat dat vooral veroorzaakt wordt door het feit dat men graag zekerheden heeft en graag weet bij welk groepje iemand hoort zodat gedrag vooraf al, met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid, te voorspellen is. Omgaan met mensen die in meer hokjes zouden kunnen passen, maar daarbij, al dan niet bewust, géén duidelijke keuzes maken, ervaren mensen als lastig. Dat zijn de vreemde eenden in de bijt, die altijd met enige terughoudendheid bekeken zullen blijven worden. Gelukkig zijn er genoeg mensen die daar een open mind tegenover stellen en je, op termijn, slechts op je persoonlijkheid beoordelen. Anderen zullen je echter eerder blijven mijden omdat ze je onvoorspelbaar en ´lastig´ vinden. Ikzelf ben inmiddels redelijk gewend aan de rol van ´zonderling´, of zo je wilt, die van het ´zwarte schaap´. Ik kan natuurlijk, zonder al te veel problemen, mezelf inperken en me inpassen in één van de aangeboden hokjes. Toch heb ik besloten dat niet te doen. Ik zou mezelf daarmee namelijk volstrekt tekort doen. Als je veel kunt is het doodzonde daar geen gebruik van te maken, ook al weet je dan dat de weg naar eventueel succes daarmee een héél stuk langer èn moeilijker wordt. Absoluut niet minder de moeite waard, maar ontegenzeggelijk lastiger. Dus heb ik me geschikt in de rol van ´vreemde eend´, al is ook dàt een etiket. Niet vanuit een drang tot provoceren maar gewoon omdat ik zo ben. Niets meer en niets minder. En de afgelopen jaren hebben me geleerd dat de weg langer èn moeilijker, maar ook zéker interessanter is. Dus vliegt deze een niet in de vertrouwde formatie maar, zo af en toe, slechts in gezelschap van andere vreemde eenden. En die leiden je soms weer naar andere, nòg vreemdere eenden. En dat feit alleen al maakt het de extra moeite méér dan waard!
17-11-07
Voor de bijeenkomsten wordt er door een aantal leden altijd eerst geborreld en samen gegeten, waarbij dit keer ook de studenten aanschoven. Zodoende hadden we al vooraf de tijd om kennis te maken en te horen waar ze zoal mee bezig zijn. De prijswinnaar van vorig jaar, een achtienjarige(!) jongeman J., bleek de smaak van het ondernemerschap inmiddels al dermate te pakken te hebben dat hij inmiddels, na zijn afstuderen, alweer bezig was een nieuw bedrijfje op te zetten. Te mogen luisteren naar zijn enthousiasme en vragen te kunnen stellen over het hoe en waarom van bepaalde beslissingen zorgde voor een zeer geanimeerde sfeer aan tafel waarbij de tijd haast onmerkbaar omvloog. Onvermijdelijk volgde echter ook wedervragen, en de meest voor de hand liggende was natuurlijk wat voor bedrijf ik dan wel had. Nu heb ik daar, bewust overigens, nooit een standaard antwoord op en laat ik me leiden door de vraagsteller en het punt van ontwikkeling waarop ik zelf bivakkeer op dat moment. Een deel van mijn verhaal is nogal straight-forward, maar een ander deel zeker niet en behoeft een nadere uitleg. Zeker omdat het fenomeen, beelddenken in het bedrijf, voor velen een onbekend fenomeen is. Het geven van die uitleg is niet moeilijk, maar wel wat ik er mee wil, want dat weet ik zelf nog niet helemaal precies, althans niet vanuit welke insteek, en dan wordt het uitleggen ervan soms best lastig. Maar erover vertellen kan ik genoeg dus red ik me er altijd wel weer uit.
Aan het eind van de avond, en na de zéér inspirerende presentaties, mét de haast standaard falende audio-visuele ondersteuning, werd er nog even onderling nagepraat. Iedereen was gepast onder de indruk van het enthousiasme van de studenten en er werd o.a. besproken hoeveel studenten er straks daadwerkelijk voor het ondernemerschap zouden kiezen. Die meningen liepen nogal uiteen en alleen de toekomst zal uitwijzen wie er het dichtst bij de waarheid blijkt te zitten. Daarna kwam de samenstelling van de Ondernemerskring ter sprake, wat een van de vrouwelijke kringleden de opmerking ontlokte dat ik, als laatste aanwinst, wel heel lastig in te delen was in een bepaalde categorie. De kring heeft leden die zéér diverse activiteiten ontplooien, maar men is er nog niet uit in welke categorie ik ondergebracht zou moeten worden. En dat is iets wat ik vaker hoor. Ik pas slecht in één hokje en het ´in meerdere hokjes passen´ is voor veel mensen moeilijk te accepteren. Mijn theorie is dat dat vooral veroorzaakt wordt door het feit dat men graag zekerheden heeft en graag weet bij welk groepje iemand hoort zodat gedrag vooraf al, met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid, te voorspellen is. Omgaan met mensen die in meer hokjes zouden kunnen passen, maar daarbij, al dan niet bewust, géén duidelijke keuzes maken, ervaren mensen als lastig. Dat zijn de vreemde eenden in de bijt, die altijd met enige terughoudendheid bekeken zullen blijven worden. Gelukkig zijn er genoeg mensen die daar een open mind tegenover stellen en je, op termijn, slechts op je persoonlijkheid beoordelen. Anderen zullen je echter eerder blijven mijden omdat ze je onvoorspelbaar en ´lastig´ vinden. Ikzelf ben inmiddels redelijk gewend aan de rol van ´zonderling´, of zo je wilt, die van het ´zwarte schaap´. Ik kan natuurlijk, zonder al te veel problemen, mezelf inperken en me inpassen in één van de aangeboden hokjes. Toch heb ik besloten dat niet te doen. Ik zou mezelf daarmee namelijk volstrekt tekort doen. Als je veel kunt is het doodzonde daar geen gebruik van te maken, ook al weet je dan dat de weg naar eventueel succes daarmee een héél stuk langer èn moeilijker wordt. Absoluut niet minder de moeite waard, maar ontegenzeggelijk lastiger. Dus heb ik me geschikt in de rol van ´vreemde eend´, al is ook dàt een etiket. Niet vanuit een drang tot provoceren maar gewoon omdat ik zo ben. Niets meer en niets minder. En de afgelopen jaren hebben me geleerd dat de weg langer èn moeilijker, maar ook zéker interessanter is. Dus vliegt deze een niet in de vertrouwde formatie maar, zo af en toe, slechts in gezelschap van andere vreemde eenden. En die leiden je soms weer naar andere, nòg vreemdere eenden. En dat feit alleen al maakt het de extra moeite méér dan waard!
17-11-07
vrijdag 16 november 2007
Medisch Mensenwerk
Met een zekere regelmaat komen er via de pers horror-achtige verhalen naar buiten over fouten in ziekenhuizen. Zo konden we onlangs lezen over een dode man die een aantal dagen op het toilet van een ziekenhuis had gelegen alvorens hij uiteindelijk gevonden werd. Ook recent is het oplaaien van de discussie omtrent de rekenvaardigheid van het verplegend personeel dat, in verband met het in de juiste hoeveelheid doseren van medicijnen, nogal eens ondermaats blijkt te zijn. Vandaag werd daar een horror-belevenis aan toegevoegd uit Afrika. In Tanzania onderging een patiënt met een knieprobleem een levensgevaarlijke hersenoperatie terwijl een andere patiënt, die een hersentumor heeft, juist abusievelijk aan zijn knie werd geholpen. Je moet er toch niet aan denken..
Nu is het heel makkelijk om een dergelijk afgrijselijk voorval af te doen met ´Ja, maar dat is Afrika!´, maar dat is al te gemakkelijk. Ook in onze eigen ziekenhuizen komen dergelijke misstanden voor, gelukkig echter in mindere mate. Maar er gaan dagelijks dingen fout, het enige verschil is wanneer het ontdekt wordt en wat de gevolgen, al dan niet op lange termijn, zijn van die fouten. Soms heeft de patiënt geluk en is er geen noemenswaardige restschade maar er zijn in de literatuur en jurisprudentie voorbeelden te over waar er wel duidelijk blijvende en invaliderende schade is opgetreden. Een situatie waarmee de patiënt, en zeker ook de arts, dan de rest van zijn leven mee moet leren leven.
Ik heb zelf de medische zorg de afgelopen jaren aan den lijve mogen ondervinden en ik betrap mezelf op een heel dubbel gevoel. Aan de ene kant heb ik gezien dat er heel veel heel toegewijde mensen in de zorg werken die er alles aan doen om het gedwongen verblijf in het ziekenhuis zo aangenaam mogelijk te laten verlopen. En daar neem ik echt mijn pet voor af, want mijn baan is het niet. Aan de andere kant echter heb ik mogen ondervinden wat de gevolgen kunnen zijn van desinteresse en gebrekkige communicatie. En daar wordt je, vanuit de toch al kwetsbare positie als patiënt, absoluut niet vrolijk van. Een voorbeeld: door mijn ziekte vlogen de kilo´s eraf. Op zich niet zo héél erg, want ik had een extra voorraadje, maar gezien de zware operatie die me te wachten stond was het zaak die in te gaan met de best mogelijke conditie. Het gewichtsverlies diende dus, indien mogelijk, tot staan te worden gebracht. Aan mijn bed verscheen aldus een voedingsassistente die de gedenkwaardige woorden sprak: ´U wilt dus afvallen?´. Ik dacht héél even dat ik mijn, toen nog aanstaande, zou moeten bevechten want ze wilde het arme kind al aanvliegen. Maar nee dus, er was een foutje in de communicatie. Later is dat weliswaar rechtgezet maar het zal je maar gebeuren als je zelf niet meer in staat bent om de gebeurtenissen enigszins in de gaten te houden en zo nu en dan kritische vragen te blijven stellen.
Een ander voorbeeld in een ander ziekenhuis. Ik moest een dotter-behandeling ondergaan die onder plaatselijke verdoving zou geschieden. Op zich al een ingreep die niet echt tot vrolijkheid stemt, maar het moest nu eenmaal gebeuren. Op een gegeven moment werd ik behandelkamer ingereden en werd voorbereid voor de procedure. Daar ze via de lies-slagader naar binnen gaan ben je dus vanonder ontkleed en lig je met je benen wijd, niet bepaald een
positie waarin je je echt op je gemak voelt overigens. Boven je buik hangt bovendien een apparaat waarmee ze kunnen volgen waar ze ongeveer zitten en wat er gaande is, dus heel veel bewegingsruimte en zicht op wat er gaande is heb je als slachtoffer niet. En terwijl ik daar zo lig hoor ik de man die de procedure moet gaan uitvoeren tegen een verpleger zeggen: ´Zet even een stoel voor me neer want ik heb momenteel de neiging om om te vallen..´. Pardon? En die man moet straks in mij gaan snijden? Liggend op de tafel kun je dan twee dingen doen, stennis schoppen of er maar het beste van hopen. Ik heb het laatste gedaan omdat ik ernstig graag van mijn klachten af wilde. En dat is gelukt, voor wat dát betreft dan. Ik ben er later nog wel op teruggekomen maar echt gerust was ik er niet op.
Nu is wat mij is overkomen natuurlijk peanuts vergeleken bij anderen, maar als je erover gaat nadenken realiseer je dat ook maar gewoon mensen zijn. Medisch handelen is dus gewoon mensenwerk, al kan daar, wat mij betreft, soms best het woord ´helaas!´ achter. Toch wegen mijn positieve ervaringen met artsen en verpleegkundigen zwaarder dan wat ik mis heb zien gaan. Gelukkig wel want, ik heb vooralsnog geen verdere plannen in die richting dus wees gerust, er zal ongetwijfeld ooit wel weer eens een moment komen waarop ik het ziekenhuis in moet en dat doe ik toch het liefst met een gevoel van vertrouwen.
16-11-07
Nu is het heel makkelijk om een dergelijk afgrijselijk voorval af te doen met ´Ja, maar dat is Afrika!´, maar dat is al te gemakkelijk. Ook in onze eigen ziekenhuizen komen dergelijke misstanden voor, gelukkig echter in mindere mate. Maar er gaan dagelijks dingen fout, het enige verschil is wanneer het ontdekt wordt en wat de gevolgen, al dan niet op lange termijn, zijn van die fouten. Soms heeft de patiënt geluk en is er geen noemenswaardige restschade maar er zijn in de literatuur en jurisprudentie voorbeelden te over waar er wel duidelijk blijvende en invaliderende schade is opgetreden. Een situatie waarmee de patiënt, en zeker ook de arts, dan de rest van zijn leven mee moet leren leven.
Ik heb zelf de medische zorg de afgelopen jaren aan den lijve mogen ondervinden en ik betrap mezelf op een heel dubbel gevoel. Aan de ene kant heb ik gezien dat er heel veel heel toegewijde mensen in de zorg werken die er alles aan doen om het gedwongen verblijf in het ziekenhuis zo aangenaam mogelijk te laten verlopen. En daar neem ik echt mijn pet voor af, want mijn baan is het niet. Aan de andere kant echter heb ik mogen ondervinden wat de gevolgen kunnen zijn van desinteresse en gebrekkige communicatie. En daar wordt je, vanuit de toch al kwetsbare positie als patiënt, absoluut niet vrolijk van. Een voorbeeld: door mijn ziekte vlogen de kilo´s eraf. Op zich niet zo héél erg, want ik had een extra voorraadje, maar gezien de zware operatie die me te wachten stond was het zaak die in te gaan met de best mogelijke conditie. Het gewichtsverlies diende dus, indien mogelijk, tot staan te worden gebracht. Aan mijn bed verscheen aldus een voedingsassistente die de gedenkwaardige woorden sprak: ´U wilt dus afvallen?´. Ik dacht héél even dat ik mijn, toen nog aanstaande, zou moeten bevechten want ze wilde het arme kind al aanvliegen. Maar nee dus, er was een foutje in de communicatie. Later is dat weliswaar rechtgezet maar het zal je maar gebeuren als je zelf niet meer in staat bent om de gebeurtenissen enigszins in de gaten te houden en zo nu en dan kritische vragen te blijven stellen.
Een ander voorbeeld in een ander ziekenhuis. Ik moest een dotter-behandeling ondergaan die onder plaatselijke verdoving zou geschieden. Op zich al een ingreep die niet echt tot vrolijkheid stemt, maar het moest nu eenmaal gebeuren. Op een gegeven moment werd ik behandelkamer ingereden en werd voorbereid voor de procedure. Daar ze via de lies-slagader naar binnen gaan ben je dus vanonder ontkleed en lig je met je benen wijd, niet bepaald een
positie waarin je je echt op je gemak voelt overigens. Boven je buik hangt bovendien een apparaat waarmee ze kunnen volgen waar ze ongeveer zitten en wat er gaande is, dus heel veel bewegingsruimte en zicht op wat er gaande is heb je als slachtoffer niet. En terwijl ik daar zo lig hoor ik de man die de procedure moet gaan uitvoeren tegen een verpleger zeggen: ´Zet even een stoel voor me neer want ik heb momenteel de neiging om om te vallen..´. Pardon? En die man moet straks in mij gaan snijden? Liggend op de tafel kun je dan twee dingen doen, stennis schoppen of er maar het beste van hopen. Ik heb het laatste gedaan omdat ik ernstig graag van mijn klachten af wilde. En dat is gelukt, voor wat dát betreft dan. Ik ben er later nog wel op teruggekomen maar echt gerust was ik er niet op.
Nu is wat mij is overkomen natuurlijk peanuts vergeleken bij anderen, maar als je erover gaat nadenken realiseer je dat ook maar gewoon mensen zijn. Medisch handelen is dus gewoon mensenwerk, al kan daar, wat mij betreft, soms best het woord ´helaas!´ achter. Toch wegen mijn positieve ervaringen met artsen en verpleegkundigen zwaarder dan wat ik mis heb zien gaan. Gelukkig wel want, ik heb vooralsnog geen verdere plannen in die richting dus wees gerust, er zal ongetwijfeld ooit wel weer eens een moment komen waarop ik het ziekenhuis in moet en dat doe ik toch het liefst met een gevoel van vertrouwen.
16-11-07
woensdag 14 november 2007
Gaatje
Wij Nederlanders staan bekend als een volk van handelaars. Soms legaal, vaak ook illegaal, maar als we ergens munt uit kunnen slaan zullen we het in ieder geval niet laten. Diezelfde handelsgeest vind je dus terug bij mensen die op zolder een hennepplantage beginnen en bij mensen die inspringen op een rage of met een nieuw product, of een nieuwe actie, juist een rage willen ontketenen. En elke keer in de hoop om met dat éne idee binnen te lopen.
Zo is er de ondernemer in Rotterdam-Alexander die een hondenwastafel in zijn autowasserij heeft geplaatst waar hondenbezitters hun trouwe viervoeter kunnen wassen tegen een starttarief van slechts 4 Euro. Eroticawinkel Mail & Female uit Amsterdam springt in de markt met een spectaculaire actie waarbij vrouwen hun oude vibrator kunnen inleveren voor een nieuwe. Wie echter dacht dat geenenkele vrouw überhaupt zou willen toegeven zo´n batterij aangedreven vriendje te bezitten komt bedrogen uit. De actie is een dermate succes dat de inschrijving inmiddels al is gestopt, en de grote dag, 25 november a.s., moet nog komen.
Maar ook in het buitenland zitten ondernemers in de startblokken om ons, de consument, ervan te overtuigen dat hun product absoluut door ons gekocht moet worden. Zo denkt de Maleisische autofabrikant Proton erover om een auto op de markt te brengen die speciaal is toegerust voor moslims. Voor moslims ja. De auto zal worden uitgerust met een kompas, waardoor de bestuurder altijd weet in welke richting Mekka ligt, en bovendien met extra opbergvakken voor de Koran en hoofddoeken. Tja, ik kan het toch niet nalaten om bij zo´n bericht allemaal plaatjes te krijgen. Zo´n kompas snap ik nog wel, zeker omdat het bedrijf ook taxi´s gaat leveren aan de Iraanse hoofdstad Teheran, en dan is het wel handig om enigszins t weten welke richting je uitgaat. Maar een apart vak voor een Koran? Die neem je toch alleen maar mee? Of wil men die onderweg nog gaan lezen ook? Hopelijk is het leeslampje dan bij de standaarduitrusting inbegrepen. En een vak voor hoofddoeken? Wat moeten ze daarmee? Volgens mij dient een moslimvrouw een hoofddoek te dragen zodra ze het huis verlaat. Waarom moet je dan een apart vak in je auto? Maar ik zal het wel allemaal niet begrijpen. Voor mij klinkt het alsof we binnenkort een Spijker op de markt kunnen verwachten met een ingebouwde kaasschaaf of een vaste aansluiting voor RTL. Dat heeft net zoveel nut.
Dan is er nog een hele volksstam van hard ploeterende idealisten en stumperds die de stap naar de markt nog niet hebben gemaakt. Dat is de groep van uitvinders die o.a. te zien is in een programma als ´Het beste idee van Nederland´. Deze mensen sleutelen soms jaren achtereen aan de keukentafel aan hun uitvinding, in de hoop ooit ermee door te breken. Maar, zoals zovaak, degenen die dat daadwerkelijk ook doen zijn op de vingers van één hand te tellen. Als je al je vingers nog hebt tenminste. Toch heb ik van nature een zwak voor de uitvinder. Het is de eeuwige underdog die, soms met een houtje en een touwtje, een door hem gesignaleerd probleem denkt te kunnen oplossen. En soms is het idee best goed, maar de uitwerking zo dermate allerbelabberdst dat het slechts een meewarige glimlach kan oproepen. Toch kan een maatschappij als de onze niet zonder die groep denkers en doeners. Zonder hen zou het, behalve een heel stuk saaier, ook een heel stuk poverder worden. Want elk product en elke verpakking die we soms zo achteloos in ons winkelwagentje laten vallen is ooit door iemand bedacht. Iemand heeft daar ooit nachten over wakker gelegen en is daar maanden mee bezig geweest. Sta er maar eens bij stil als je weer een product, in eender welke winkel, uit het schap trekt. Zonder de brainwave van de bedenker was het nooit op een patentbureau terecht gekomen en zonder lange adem nooit, uiteindelijk, in het schap waar u nu voor staat. Dus daarom vandaag een saluut aan die denkers! De mannen en vrouwen met een gaatje in het hoofd waardoor zij wél geloven in zichzelf én hun idee. Soms jarenlang, waarin ze teleurstelling op teleurstelling moeten incasseren als wéér een fabrikant ze de deur heeft gewezen. Hen wens ik inspiratie en kracht toe. En een gaatje in de markt waar hún product precies in past! Chapeau!
14-11-07
Zo is er de ondernemer in Rotterdam-Alexander die een hondenwastafel in zijn autowasserij heeft geplaatst waar hondenbezitters hun trouwe viervoeter kunnen wassen tegen een starttarief van slechts 4 Euro. Eroticawinkel Mail & Female uit Amsterdam springt in de markt met een spectaculaire actie waarbij vrouwen hun oude vibrator kunnen inleveren voor een nieuwe. Wie echter dacht dat geenenkele vrouw überhaupt zou willen toegeven zo´n batterij aangedreven vriendje te bezitten komt bedrogen uit. De actie is een dermate succes dat de inschrijving inmiddels al is gestopt, en de grote dag, 25 november a.s., moet nog komen.
Maar ook in het buitenland zitten ondernemers in de startblokken om ons, de consument, ervan te overtuigen dat hun product absoluut door ons gekocht moet worden. Zo denkt de Maleisische autofabrikant Proton erover om een auto op de markt te brengen die speciaal is toegerust voor moslims. Voor moslims ja. De auto zal worden uitgerust met een kompas, waardoor de bestuurder altijd weet in welke richting Mekka ligt, en bovendien met extra opbergvakken voor de Koran en hoofddoeken. Tja, ik kan het toch niet nalaten om bij zo´n bericht allemaal plaatjes te krijgen. Zo´n kompas snap ik nog wel, zeker omdat het bedrijf ook taxi´s gaat leveren aan de Iraanse hoofdstad Teheran, en dan is het wel handig om enigszins t weten welke richting je uitgaat. Maar een apart vak voor een Koran? Die neem je toch alleen maar mee? Of wil men die onderweg nog gaan lezen ook? Hopelijk is het leeslampje dan bij de standaarduitrusting inbegrepen. En een vak voor hoofddoeken? Wat moeten ze daarmee? Volgens mij dient een moslimvrouw een hoofddoek te dragen zodra ze het huis verlaat. Waarom moet je dan een apart vak in je auto? Maar ik zal het wel allemaal niet begrijpen. Voor mij klinkt het alsof we binnenkort een Spijker op de markt kunnen verwachten met een ingebouwde kaasschaaf of een vaste aansluiting voor RTL. Dat heeft net zoveel nut.
Dan is er nog een hele volksstam van hard ploeterende idealisten en stumperds die de stap naar de markt nog niet hebben gemaakt. Dat is de groep van uitvinders die o.a. te zien is in een programma als ´Het beste idee van Nederland´. Deze mensen sleutelen soms jaren achtereen aan de keukentafel aan hun uitvinding, in de hoop ooit ermee door te breken. Maar, zoals zovaak, degenen die dat daadwerkelijk ook doen zijn op de vingers van één hand te tellen. Als je al je vingers nog hebt tenminste. Toch heb ik van nature een zwak voor de uitvinder. Het is de eeuwige underdog die, soms met een houtje en een touwtje, een door hem gesignaleerd probleem denkt te kunnen oplossen. En soms is het idee best goed, maar de uitwerking zo dermate allerbelabberdst dat het slechts een meewarige glimlach kan oproepen. Toch kan een maatschappij als de onze niet zonder die groep denkers en doeners. Zonder hen zou het, behalve een heel stuk saaier, ook een heel stuk poverder worden. Want elk product en elke verpakking die we soms zo achteloos in ons winkelwagentje laten vallen is ooit door iemand bedacht. Iemand heeft daar ooit nachten over wakker gelegen en is daar maanden mee bezig geweest. Sta er maar eens bij stil als je weer een product, in eender welke winkel, uit het schap trekt. Zonder de brainwave van de bedenker was het nooit op een patentbureau terecht gekomen en zonder lange adem nooit, uiteindelijk, in het schap waar u nu voor staat. Dus daarom vandaag een saluut aan die denkers! De mannen en vrouwen met een gaatje in het hoofd waardoor zij wél geloven in zichzelf én hun idee. Soms jarenlang, waarin ze teleurstelling op teleurstelling moeten incasseren als wéér een fabrikant ze de deur heeft gewezen. Hen wens ik inspiratie en kracht toe. En een gaatje in de markt waar hún product precies in past! Chapeau!
14-11-07
dinsdag 13 november 2007
Bosjes
Als Haags kind werd ik er al uitgebreid voor gewaarschuwd, want in de bosjes zaten ´enge mannen´ verscholen die nou niet bepaald het beste voor hadden met tere kinderzieltjes. Vooral de Scheveningse Bosjes en die langs de Laan van Poot waren extra gevaarlijk, maar het waarom daarvan begreep ik pas veel later. Dan komt er, onvermijdelijk, een periode in het leven van een mannelijke jongeling dat ontluikende hormonen een dermate boventoon gaan voeren dat hij zelve het liefst de gehele dag in de bosjes zou vertoeven om zijn opvlammende lusten te bevredigen. Weliswaar niet op kindertjes maar welzeker op alles wat een rok draagt, of zou kúnnen dragen. Gelukkig maar dat een dergelijke wensperiode ook aan de ´tand des tijds´ onderhevig is en van voorbijgaande aard. Toch is de waarschuwing me altijd bijgebleven, al heeft de angst, met het verstrijken van de jaren en het lengen van onderhavig lichaam, plaats gemaakt voor verwondering omtrent de motieven van voornoemde bossage-sluipers. Jaren later, en woonachtig in Amsterdam, leerde ik deze ´heren´ ietwat beter kennen door ze op wat uitgebreidere schaal te observeren. Ze hielden zich namelijk regelmatig, en alles behalve onzichtbaar, op rond de recreatieplas waar ik met mijn toenmalige geliefde plachte te picknicken op warme zomeravonden.
Met het verder klimmen van de jaren leerde ik dat de mensen die zich momenteel vooral in bosjes ophouden de status van Opsporingsambtenaar hebben en die, getooid met flitsapparatuur, er een duivels genoegen in scheppen om een argeloze automobilist haarscherp op de gevoelige plaat vast te leggen indien de schavuit het waagt om maar één kilometer harder te rijden dan door de Vroede Vaderen der Legislatuur als acceptabel is vastgelegd. Qua gevaar is er in al die jaren dus niet héél veel veranderd. Toch hebben de Vroede Vaderen, in hun oneindige wijsheid besloten er een nieuwe sluiper aan toe te voegen. Eentje die zich, alleen en exclusief, gaat bezighouden met de controle op de leeftijd van drankkopers. Jawel, drankkopers. Er is in onze maatschappij een enorm probleem met de jeugd die veel te veel zuipt. Nu was dat, geloof ik hoor, in mijn jonge jaren niet heel veel anders. Ik kan me namelijk een heel aantal zaken uit mijn jeugd, de zaken die voornamelijk met het andere geslacht te maken hadden, namelijk wél herinneren, maar ook een heel aantal zaken, en dan voornamelijk feestjes, helemaal niet. Er was zelfs een tijd dat, zodra bekend werd dat ondergetekende een feestje met zijn aanwezigheid zou komen opluisteren, er spontaan een aantal extra kratten bier werd ingeslagen. Niet dat ik zoveel dronk van nature, maar ik beheerste destijds de techniek (en ik spreek hier heel bewust in de verleden tijd) om mijn keelgat open te zetten en de inhoud van maar liefst twee flesjes tegelijkertijd naar binnen te laten glijden, zònder onderwijl te hoeven slikken. En dat kunstje moest ik elke keer, tot vervelens toe, weer demonstreren. Zolang je maar bleef zitten was er hoegenaamd niets aan de hand. Tòt je opstond.
Terug naar de bosjes en het nieuwe type ´bossage-sluiper´. Die moet er dus op toezien dat niemand van ònder de toegestane leeftijd van zestien jaar alcoholische dranken kan kopen. Hoe gaat hij dat in hemelsnaam doen? Van een aantal kids is redelijk makkelijk vast te stellen dat ze de juiste leeftijd nog niet hebben bereikt, hun puisterige uiterlijk verraad echter wel dat ze er niet ál te ver meer vanaf zitten. Bij een andere groep, die van de jonge dames, is het echter een stuk lastiger. Die lopen er tegenwoordig bij alsof ze thuishoren op de Wallen èn die Wallen bovendien al grotendeels hebben afgewerkt. Vaak met bijbehorend taalgebruik en losse moraal overigens. Maar makkelijk is het niet om het juiste onderscheid te maken, en dat is nu juist ook het probleem dat de verkopers van alcohol al jaren hebben, die tussen-groep van ´bijna-zestien´. En identiteitskaarten zijn ook niet zaligmakend. Deze meiden lijken in kleding en gedrag zo op elkaar dat het uitwisselen van dergelijke kaarten de gewoonste zaak van de wereld is tegenwoordig. Desalniettemin lijkt het me dat er weer een uitgelezen carrière-stap is bijgekomen voor de leden van de hermandad. Benieuwd hoe ze dát gaan uitleggen op feestjes. Maar ik weet één ding zeker. Waarheen mijn carrièrepad zich ook zal ontwikkelen, het zal NIET eindigen in de bosjes. Daar is mijn vrije tijd immers voor gereserveerd.
13-11-07
Met het verder klimmen van de jaren leerde ik dat de mensen die zich momenteel vooral in bosjes ophouden de status van Opsporingsambtenaar hebben en die, getooid met flitsapparatuur, er een duivels genoegen in scheppen om een argeloze automobilist haarscherp op de gevoelige plaat vast te leggen indien de schavuit het waagt om maar één kilometer harder te rijden dan door de Vroede Vaderen der Legislatuur als acceptabel is vastgelegd. Qua gevaar is er in al die jaren dus niet héél veel veranderd. Toch hebben de Vroede Vaderen, in hun oneindige wijsheid besloten er een nieuwe sluiper aan toe te voegen. Eentje die zich, alleen en exclusief, gaat bezighouden met de controle op de leeftijd van drankkopers. Jawel, drankkopers. Er is in onze maatschappij een enorm probleem met de jeugd die veel te veel zuipt. Nu was dat, geloof ik hoor, in mijn jonge jaren niet heel veel anders. Ik kan me namelijk een heel aantal zaken uit mijn jeugd, de zaken die voornamelijk met het andere geslacht te maken hadden, namelijk wél herinneren, maar ook een heel aantal zaken, en dan voornamelijk feestjes, helemaal niet. Er was zelfs een tijd dat, zodra bekend werd dat ondergetekende een feestje met zijn aanwezigheid zou komen opluisteren, er spontaan een aantal extra kratten bier werd ingeslagen. Niet dat ik zoveel dronk van nature, maar ik beheerste destijds de techniek (en ik spreek hier heel bewust in de verleden tijd) om mijn keelgat open te zetten en de inhoud van maar liefst twee flesjes tegelijkertijd naar binnen te laten glijden, zònder onderwijl te hoeven slikken. En dat kunstje moest ik elke keer, tot vervelens toe, weer demonstreren. Zolang je maar bleef zitten was er hoegenaamd niets aan de hand. Tòt je opstond.
Terug naar de bosjes en het nieuwe type ´bossage-sluiper´. Die moet er dus op toezien dat niemand van ònder de toegestane leeftijd van zestien jaar alcoholische dranken kan kopen. Hoe gaat hij dat in hemelsnaam doen? Van een aantal kids is redelijk makkelijk vast te stellen dat ze de juiste leeftijd nog niet hebben bereikt, hun puisterige uiterlijk verraad echter wel dat ze er niet ál te ver meer vanaf zitten. Bij een andere groep, die van de jonge dames, is het echter een stuk lastiger. Die lopen er tegenwoordig bij alsof ze thuishoren op de Wallen èn die Wallen bovendien al grotendeels hebben afgewerkt. Vaak met bijbehorend taalgebruik en losse moraal overigens. Maar makkelijk is het niet om het juiste onderscheid te maken, en dat is nu juist ook het probleem dat de verkopers van alcohol al jaren hebben, die tussen-groep van ´bijna-zestien´. En identiteitskaarten zijn ook niet zaligmakend. Deze meiden lijken in kleding en gedrag zo op elkaar dat het uitwisselen van dergelijke kaarten de gewoonste zaak van de wereld is tegenwoordig. Desalniettemin lijkt het me dat er weer een uitgelezen carrière-stap is bijgekomen voor de leden van de hermandad. Benieuwd hoe ze dát gaan uitleggen op feestjes. Maar ik weet één ding zeker. Waarheen mijn carrièrepad zich ook zal ontwikkelen, het zal NIET eindigen in de bosjes. Daar is mijn vrije tijd immers voor gereserveerd.
13-11-07
maandag 12 november 2007
´Standbeeld voor dwarsliggers´
Vanmorgen las ik bovenstaande kop in de krant bij een artikel over de serie uitzendingen die Geert Mak c.s. hebben gemaakt over Europa. De kop deed me meteen denken aan een tekst die al een aantal jaren boven mijn bureau hangt en die een heel speciaal plekje in mijn hart heeft verworven. Voor zover ik weet, and correct me if I´m wrong, is het een tekst die ooit in een reclame is gebruikt, maar zeker weten doe ik het niet. De tekst werd me een aantal jaren geleden toegezonden tijdens mijn zoektocht naar, en binnen, het fenomeen beelddenken. De titel luidt ´To the crazy ones´ en verhaalt over mensen die nèt een beetje anders zijn en anders denken dan de rest en die, mede daardoor, in staat zijn om nieuwe dingen te bedenken of juist oplossingen voor reeds bestaande problemen aan te dragen. In onze taal noemen we dergelijke mensen vaak dwarsliggers, en daarom legde ik de link.
Dwarsliggers, je kunt er al snel teveel van hebben. Voor hun omgeving zijn ze vaak lastig, worden ze uitgelachen of voor gek verklaard. In kantoren tref je ze vaak aan in uithoeken, weggestopt achter grote plantenbakken in een hoekje. Iedereen weet dat ze er zijn maar ze worden voornamelijk gemeden. En dat is vooral jammer.
Tijdens mijn loopbaan, binnen het bedrijf waar ik reeds 18 jaar werk, heb ik een tijdje het genoegen gehad om op het landelijke hoofdkantoor in Amsterdam te mogen werken. Nu viel die periode toevalligerwijs samen met mijn zoektocht naar het fenomeen beelddenken en daarom zag, en herkende ik hem opeens in een ander licht. Ed T. Ed kende ik al jaren via de telefoon en we konden het goed vinden, mede omdat we een zelfde soort humor hadden. In de jaren dat ik, in verschillende functies, op het hoofdkantoor werkte leerde ik Ed al snel beter kennen. Ed was, en is, de algemeen aanvaarde paljas en de aanstichter van menig geintje op kantoor. In de periode rond feestdagen als Pasen en Sinterklaas verscheen er altijd een apart mailadres waarvan uit de Paashaas en Sinterklaas de collega´s zaken mededeelde die hem opvielen en waarvan hij vond dat de collega´s die moesten weten.Vaak waren dat korte, spitsvondige teksten, maar altijd voorzien van een fikse dosis droge humor. En, zeker ook belangrijk, altijd met respect voor de persoon in kwestie. Zo kan ik me één geval herinneren waarbij Ed en ik een nieuwe collega samen op de hak hebben genomen. De dame, werkend op de afdeling P&O, was nieuw en wist nog niet precies haar weg binnen kantoor. Haar kantoor lag pal naast het mijne en vaak kwam ze even langs voor een bakkie of om te vragen wie ze ergens voor moest hebben. Die ochtend vertelde ze, tijdens de koffie, over een feestje van collega´s waar ze de vorige avond was geweest. Een gezellig feestje was het zeker maar ze had zich, als nieuweling, nog niet echt op haar gemak gevoeld. Na de koffie besloot ik Ed te bellen en haar via de mail, door Sinterklaas een hart onder de riem te laten steken. En Ed, zijnde wie hij is, wilde maar al te graag meewerken. Dus even later klonk er een korte ´ping´ uit het kantoor naast me en viel er een mail van Sinterklaas, vol met bemoedigende woorden, op haar digitale deurmat. Even later stond ze naast me en bedankte me voor de mail. Ik ontkende natuurlijk, geheel naar waarheid, de schrijver van de mail te zijn, maar echt geloven deed ze dat niet. Ik was tenslotte de enige die ze erover verteld had en dus moest de mail wel van mij afkomstig zijn. Ik bleef ontkennen en typte ondertussen, ze kon gelukkig niet meekijken op mijn beeldscherm, een mailtje naar Ed waarin ik hem vroeg e.e.a. even te ontkennen en te zeggen dat alleen Sinterklaas alwetend was en dat ik er hoegenaamd niets mee te maken had. En weer klonk de bekende ´ping´uit haar kantoor en liep ze, enigszins verward, terug naar kantoor om te kijken wie er gemaild had. Binnen twee minuten was ze terug. Nu was ze er echt van overtuigd dat ik het was, want ze had me zien immers typen. Precies op dat moment belde Ed om te vragen of het gelukt was. Ik liet hem weten dat hij het kort moest houden omdat ik met een collega in gesprek was. Ed pikte het gelukkig snel op en een ´ping´ uit het aangrenzende kantoor liet weten dat Sinterklaas nog steeds er bovenop zat. Dit keer had ze me niet zien typen en moest ze toegeven dat Sinterklaas en ondergetekende inderdaad niet een en dezelfde persoon waren. Al met al hebben we dat spelletje een paar dagen vol kunnen houden, mede met de hulp van een aantal andere collega´s die Ed en mij op de hoogte hielden van wat ze zei of wat ze deed. En elke keer, als ze terug kwam van haar lunch, lag er een mailtje van Sinterklaas waarin precies stond met wie ze geluncht had, wát ze had gegeten, en wat er was besproken. Allemaal in ´good fun´ en zonder persoonlijke details of zaken die echt privé waren. Op 5 december, de verjaardag van de Sint, hebben we er een eind aan gebreid en haar hartelijk bedankt voor haar sportiviteit met een grote chocoladeletter en een zak pepernoten, echter zónder te vermelden aan wie ze die te danken had. De waarheid hebben we haar pas verteld toen ze, een kleine twee jaar later ons alweer ging verlaten om haar carrière elders voort te zetten.
Inmiddels zijn we een zevental jaar verder en mis ik Ed, en vooral het contact met Ed, nog steeds. Ik heb echter gemerkt dat de meeste bedrijven allemaal hun eigen ´Ed´ hebben. Ergens weggestopt, soms verbitterd, maar altijd, mits op de juiste manier aangesproken, een zéér waardevolle bron van informatie over collega´s en wat er werkelijk speelt op de werkvloer. Vaak ook met zeer goede ideeën over hoe het anders, en vooral beter, kan. De ´Ed´s´ van deze wereld zien namelijk heel veel, laten daar hun licht over schijnen en kunnen, mits er omheen een aantal zaken (zoals communicatie en een ´vertaalslag´ tussen de ´Ed´en de buitenwereld) goed bedacht en geregeld zijn, van enorm belang zijn voor een bedrijf. Zeker als het bedrijf in zwaar weer verkeert en er gereorganiseerd moet worden. Helaas echter, wordt er veel te weinig gebruik gemaakt van de ´Edjes´ op deze wereld. Men weet vaak niet eens dat ze er zijn, en àls men het al weet, wordt er niet naar ze geluisterd omdat ze te boek staan als ´anders´ of als ´dwarsligger´. En dat is eeuwig zonde. Ik zou u daarom willen vragen om morgen, als u weer aan het werk gaat, eens wat extra aardigs te doen voor de `Ed´ in uw bedrijf. Ik weet zeker dat er eentje is, en u, als u goed nadenkt, weet dat ook. Leer hem, of haar, eens echt kennen en betrek hem bij de gang van zaken. Want de ´Ed´ verdient eigenlijk een standbeeld. Hij is namelijk degene die de wereld écht kan veranderen. Als men hem de kans geeft en oprecht luistert naar wat hij te melden heeft tenminste.
11-11-07
Dwarsliggers, je kunt er al snel teveel van hebben. Voor hun omgeving zijn ze vaak lastig, worden ze uitgelachen of voor gek verklaard. In kantoren tref je ze vaak aan in uithoeken, weggestopt achter grote plantenbakken in een hoekje. Iedereen weet dat ze er zijn maar ze worden voornamelijk gemeden. En dat is vooral jammer.
Tijdens mijn loopbaan, binnen het bedrijf waar ik reeds 18 jaar werk, heb ik een tijdje het genoegen gehad om op het landelijke hoofdkantoor in Amsterdam te mogen werken. Nu viel die periode toevalligerwijs samen met mijn zoektocht naar het fenomeen beelddenken en daarom zag, en herkende ik hem opeens in een ander licht. Ed T. Ed kende ik al jaren via de telefoon en we konden het goed vinden, mede omdat we een zelfde soort humor hadden. In de jaren dat ik, in verschillende functies, op het hoofdkantoor werkte leerde ik Ed al snel beter kennen. Ed was, en is, de algemeen aanvaarde paljas en de aanstichter van menig geintje op kantoor. In de periode rond feestdagen als Pasen en Sinterklaas verscheen er altijd een apart mailadres waarvan uit de Paashaas en Sinterklaas de collega´s zaken mededeelde die hem opvielen en waarvan hij vond dat de collega´s die moesten weten.Vaak waren dat korte, spitsvondige teksten, maar altijd voorzien van een fikse dosis droge humor. En, zeker ook belangrijk, altijd met respect voor de persoon in kwestie. Zo kan ik me één geval herinneren waarbij Ed en ik een nieuwe collega samen op de hak hebben genomen. De dame, werkend op de afdeling P&O, was nieuw en wist nog niet precies haar weg binnen kantoor. Haar kantoor lag pal naast het mijne en vaak kwam ze even langs voor een bakkie of om te vragen wie ze ergens voor moest hebben. Die ochtend vertelde ze, tijdens de koffie, over een feestje van collega´s waar ze de vorige avond was geweest. Een gezellig feestje was het zeker maar ze had zich, als nieuweling, nog niet echt op haar gemak gevoeld. Na de koffie besloot ik Ed te bellen en haar via de mail, door Sinterklaas een hart onder de riem te laten steken. En Ed, zijnde wie hij is, wilde maar al te graag meewerken. Dus even later klonk er een korte ´ping´ uit het kantoor naast me en viel er een mail van Sinterklaas, vol met bemoedigende woorden, op haar digitale deurmat. Even later stond ze naast me en bedankte me voor de mail. Ik ontkende natuurlijk, geheel naar waarheid, de schrijver van de mail te zijn, maar echt geloven deed ze dat niet. Ik was tenslotte de enige die ze erover verteld had en dus moest de mail wel van mij afkomstig zijn. Ik bleef ontkennen en typte ondertussen, ze kon gelukkig niet meekijken op mijn beeldscherm, een mailtje naar Ed waarin ik hem vroeg e.e.a. even te ontkennen en te zeggen dat alleen Sinterklaas alwetend was en dat ik er hoegenaamd niets mee te maken had. En weer klonk de bekende ´ping´uit haar kantoor en liep ze, enigszins verward, terug naar kantoor om te kijken wie er gemaild had. Binnen twee minuten was ze terug. Nu was ze er echt van overtuigd dat ik het was, want ze had me zien immers typen. Precies op dat moment belde Ed om te vragen of het gelukt was. Ik liet hem weten dat hij het kort moest houden omdat ik met een collega in gesprek was. Ed pikte het gelukkig snel op en een ´ping´ uit het aangrenzende kantoor liet weten dat Sinterklaas nog steeds er bovenop zat. Dit keer had ze me niet zien typen en moest ze toegeven dat Sinterklaas en ondergetekende inderdaad niet een en dezelfde persoon waren. Al met al hebben we dat spelletje een paar dagen vol kunnen houden, mede met de hulp van een aantal andere collega´s die Ed en mij op de hoogte hielden van wat ze zei of wat ze deed. En elke keer, als ze terug kwam van haar lunch, lag er een mailtje van Sinterklaas waarin precies stond met wie ze geluncht had, wát ze had gegeten, en wat er was besproken. Allemaal in ´good fun´ en zonder persoonlijke details of zaken die echt privé waren. Op 5 december, de verjaardag van de Sint, hebben we er een eind aan gebreid en haar hartelijk bedankt voor haar sportiviteit met een grote chocoladeletter en een zak pepernoten, echter zónder te vermelden aan wie ze die te danken had. De waarheid hebben we haar pas verteld toen ze, een kleine twee jaar later ons alweer ging verlaten om haar carrière elders voort te zetten.
Inmiddels zijn we een zevental jaar verder en mis ik Ed, en vooral het contact met Ed, nog steeds. Ik heb echter gemerkt dat de meeste bedrijven allemaal hun eigen ´Ed´ hebben. Ergens weggestopt, soms verbitterd, maar altijd, mits op de juiste manier aangesproken, een zéér waardevolle bron van informatie over collega´s en wat er werkelijk speelt op de werkvloer. Vaak ook met zeer goede ideeën over hoe het anders, en vooral beter, kan. De ´Ed´s´ van deze wereld zien namelijk heel veel, laten daar hun licht over schijnen en kunnen, mits er omheen een aantal zaken (zoals communicatie en een ´vertaalslag´ tussen de ´Ed´en de buitenwereld) goed bedacht en geregeld zijn, van enorm belang zijn voor een bedrijf. Zeker als het bedrijf in zwaar weer verkeert en er gereorganiseerd moet worden. Helaas echter, wordt er veel te weinig gebruik gemaakt van de ´Edjes´ op deze wereld. Men weet vaak niet eens dat ze er zijn, en àls men het al weet, wordt er niet naar ze geluisterd omdat ze te boek staan als ´anders´ of als ´dwarsligger´. En dat is eeuwig zonde. Ik zou u daarom willen vragen om morgen, als u weer aan het werk gaat, eens wat extra aardigs te doen voor de `Ed´ in uw bedrijf. Ik weet zeker dat er eentje is, en u, als u goed nadenkt, weet dat ook. Leer hem, of haar, eens echt kennen en betrek hem bij de gang van zaken. Want de ´Ed´ verdient eigenlijk een standbeeld. Hij is namelijk degene die de wereld écht kan veranderen. Als men hem de kans geeft en oprecht luistert naar wat hij te melden heeft tenminste.
11-11-07
zaterdag 10 november 2007
De Denker
‘Ik denk dus ik besta.` Een uitspraak van Descartes. Iedereen kent het, maar voor mij heeft het een extra betekenis en dimensie. Ik ben namelijk een denker, een bewuste denker. Niet zozeer uit vrije keus maar eigenlijk uit pure noodzaak. Mijn brein weigert zich namelijk waarlijk te ruste te laten leggen of zich aan doorgaans toch de meest gangbare denkpatronen te onderwerpen. Mijn brein is namelijk de héle dag bezig alles te registreren wat er maar aan indrukken binnen komen om daar vervolgens vrolijk mee aan de slag te gaan. Wie het besturingsprogramma heeft geschreven weet ik niet, maar ik zou haar, gezien het overduidelijke ´gevoel voor humor´ waarmee het geschreven is moet het wel een ´zij´zijn, graag eens uitgebreid en op een zéér afgelegen plek spreken. Ik zie namelijk véél te veel, hoor veel te veel en mijn brein komt dan vervolgens met verbanden, inzichten en vragen op de proppen waarvan je soms denkt ´Wat moet ik hiermee?´. Uit uit bittere ervaring heb ik inmiddels geleerd dat ik nu eenmaal zo in elkaar zit en het je ertegen verzetten vergeefse moeite is. Want, laten we eerlijk zijn, wie houdt zich daadwerkelijk bezig met vragen zoals : ´Waarom schreef Mozart de 6e symfonie ná de vijfde en niet andersom?´ terwijl een ander deel van zijn brein zich bezig houdt met een vraag als: ´Welk ingrediënt kan ik toevoegen aan mijn eigen piri-piri-recept waardoor de smaak nòg beter tot zijn recht komt?´. Bovendien heb ik de, vooral voor mijn omgeving onhebbelijke, neiging om binnen de kortste keren met oplossingen, alternatieven en gezichtspunten te komen die voor mij zo voor de hand liggen maar door de ontvanger doorgaans als ´vervelend´ en lastig worden bestempeld. Ik zie, hoor en combineer namelijk veel te veel. Niet omdat mijn gedachten doorgaans werkelijk vervelend zijn, maar vaak dwingen ze de ander zaken onder ogen te zien die ze liever lieten rusten of gewoon waren dood te zwijgen. Doch problemen en uitdagingen lossen niet uit zichzelf op door ze te negeren. Dat weet iedereen, maar erop gewezen worden is ook niet altijd prettig. Tegenwoordig ben ik trouwens zover dat ik het nog wel denk maar het meestal niet meer zeg, dat is voor samenwerking tussen de beide partijen vaak een heel stuk beter.
Ik heb wel eens getracht mensen uit te leggen dat het bij mij zo werkte maar kreeg daarop slecht ongeloof en regelrechte hoon terug. Ben ik dus héél rap mee gestopt. Bovenstaande voorbeelden zijn slechts twee voorbeelden van vragen waar mijn brein zich, op een gegeven moment mee bezig houdt. Doorgaans zijn het er minimaal zes of zeven tegelijk en hebben ze meestal weinig met elkaar vaanuitstaande. En dat dat soms behoorlijk vermoeiend is gelooft u vast wel. Vraag blijft natuurlijk waarom het zo werkt en wat het biologisch/ evolutioneel nut daarvan zou kunnen zijn. Daar ben ik dus nog steeds niet achter, maar weet wel dat ik, al ben ik dan een man, het alleenrecht op multi-tasken, dat doorgaans door vrouwen wordt geclaimed, inmiddels heb doorbroken en me er zelfs behoorlijk in heb bekwaamd. Dat moet ook wel want het lijkt onmogelijk om met dergelijke vragen tegelijkertijd bezig te zijn en op het zelfde moment nog enigszins normaal aan het normale dagelijkse leven deel te nemen. Toch lukt dat vrij aardig, al zal ik altijd ´anders´en een buitenbeentje blijven. Toch kom ik regelmatig terug op de vraag : ´Waarom in hemelsnaam?´. En dat is, wederom, zo´n vraag waar niet één antwoord op past. Een deel heeft ongetwijfeld betrekking op het begrip ´beelddenken´. Een sinds de jaren vijftig van vorige eeuw beschreven begrip dat een hoop dingen voor mij verklaarde. Edoch beelddenken, hoewel steeds meer geaccepteerd als fenomeen, is niet het enige dat mij kan verklaren. Daar is meer voor nodig. Als ik zo nu en dan registreer wat voor donkere spelonken mijn brein bezit, en dan praat ik echt over donker, en welke antwoorden ik soms vind in allerlei hoekjes en gaatjes, dan komt een andere, en wederom veel verklarende redenering naar boven. Niet dat mensen in mijn omgeving zich nu ernstig zorgen hoeven te maken of vast een plaatsje dienen te gaan reserveren in de dichtstbijzijnde TBS-inrichting, want er is een groot verschil tussen spelen met een idee en het ook daadwerkelijk uitvoeren tenslotte. En aan dat laatste heb ik absoluut geen enkele behoefte. Nee, zelfs niet voor even. Het ´gewone leven´, als je daar in onze huidige tijd überhaupt nog van kunt spreken, biedt meer dan genoeg problemen, uitdagingen en verleidingen om mijn overactieve en op hol geslagen brein bezig te houden. Méér dan genoeg zelfs. En met elke nieuwe richting die ik insla komen er honderden nieuwe kansen bij. Voor mij is intussen wel duidelijk geworden waarom ik denk. En dat is om erger te voorkomen…
10-11-07
Ik heb wel eens getracht mensen uit te leggen dat het bij mij zo werkte maar kreeg daarop slecht ongeloof en regelrechte hoon terug. Ben ik dus héél rap mee gestopt. Bovenstaande voorbeelden zijn slechts twee voorbeelden van vragen waar mijn brein zich, op een gegeven moment mee bezig houdt. Doorgaans zijn het er minimaal zes of zeven tegelijk en hebben ze meestal weinig met elkaar vaanuitstaande. En dat dat soms behoorlijk vermoeiend is gelooft u vast wel. Vraag blijft natuurlijk waarom het zo werkt en wat het biologisch/ evolutioneel nut daarvan zou kunnen zijn. Daar ben ik dus nog steeds niet achter, maar weet wel dat ik, al ben ik dan een man, het alleenrecht op multi-tasken, dat doorgaans door vrouwen wordt geclaimed, inmiddels heb doorbroken en me er zelfs behoorlijk in heb bekwaamd. Dat moet ook wel want het lijkt onmogelijk om met dergelijke vragen tegelijkertijd bezig te zijn en op het zelfde moment nog enigszins normaal aan het normale dagelijkse leven deel te nemen. Toch lukt dat vrij aardig, al zal ik altijd ´anders´en een buitenbeentje blijven. Toch kom ik regelmatig terug op de vraag : ´Waarom in hemelsnaam?´. En dat is, wederom, zo´n vraag waar niet één antwoord op past. Een deel heeft ongetwijfeld betrekking op het begrip ´beelddenken´. Een sinds de jaren vijftig van vorige eeuw beschreven begrip dat een hoop dingen voor mij verklaarde. Edoch beelddenken, hoewel steeds meer geaccepteerd als fenomeen, is niet het enige dat mij kan verklaren. Daar is meer voor nodig. Als ik zo nu en dan registreer wat voor donkere spelonken mijn brein bezit, en dan praat ik echt over donker, en welke antwoorden ik soms vind in allerlei hoekjes en gaatjes, dan komt een andere, en wederom veel verklarende redenering naar boven. Niet dat mensen in mijn omgeving zich nu ernstig zorgen hoeven te maken of vast een plaatsje dienen te gaan reserveren in de dichtstbijzijnde TBS-inrichting, want er is een groot verschil tussen spelen met een idee en het ook daadwerkelijk uitvoeren tenslotte. En aan dat laatste heb ik absoluut geen enkele behoefte. Nee, zelfs niet voor even. Het ´gewone leven´, als je daar in onze huidige tijd überhaupt nog van kunt spreken, biedt meer dan genoeg problemen, uitdagingen en verleidingen om mijn overactieve en op hol geslagen brein bezig te houden. Méér dan genoeg zelfs. En met elke nieuwe richting die ik insla komen er honderden nieuwe kansen bij. Voor mij is intussen wel duidelijk geworden waarom ik denk. En dat is om erger te voorkomen…
10-11-07
vrijdag 9 november 2007
Een storm in een kop koffie
Gelukkig, ik leef nog…én ik heb mijn baan vooralsnog kunnen behouden. Naar blijkt hebben veel mensen het bericht over de invloed van automatenkoffie op de gezondheid in de krant gelezen, besproken, en zijn vervolgens over gegaan tot de orde van de dag. Ook de kranten en nieuwssites die ik dagelijks placht te lezen zijn er verder niet noemenswaardig op doorgegaan. De sporadische commentaren die je her en der leest spreken eerder van ‘moeheid’ met betrekking tot het zóveelste onderzoek dat zegt dat iets eten of drinken schadelijk is voor de gezondheid, dan dat er werkelijk gealarmeerde geluiden doorklinken. Men geloofd het allemaal wel. De reactie ´Laten we eerlijk zijn, van leven ga je tenslotte ook gewoon dood..´ verwoord het treffend.
Op kantoor vandaag lijkt de rust ook wedergekeerd. Slechts een klein handjevol klanten heeft van zich laten horen en dus zijn alle actieplannen inmiddels weer teruggelegd in de kast. De collega’s in de buitendienst die ik heb gesproken zeggen allemaal slechts met zijdelingse commentaren of grapjes geconfronteerd te zijn. Niemand was echt in paniek. En gelukkig maar! Ook de Telegraaf was erg rustig vandaag. In het dagelijkse onderzoek op de WUZ-pagina wordt nog wel gerefereerd aan het onderwerp maar verder gaat het niet. De storm is duidelijk gaan liggen.
Of dat ook geldt voor de Superstorm die ons voor het eind van de maand is voorspeld moeten we maar afwachten, maar die lijkt vooraf reeds hetzelfde lot beschoren. Het winderige voorproefje dat voor afgelopen nacht en vandaag op het menu stond kon de gemoederen ook niet echt in beroering brengen. Werden uit voorzorg de waterkeringen nog gesloten, in een commentaar op de radio hoorde ik iemand zeggen dat hij blij was dat ´zijn´ waterkering nu eens met stormcondities getest kon worden. En dat was voor het eerst in tien jaar. Is er toch nog iemand blij.
Op het moment dat ik dit schrijf, het is nu vlak vòòr het middaguur, is het in het zuiden, zoals dat hoort in het zuiden, zonnig en rustig. En voorlopig ook géén grote plensbuien in het verschiet. In Engeland is dat, wederom volgens de radio althans, wel iets anders en zijn er zelfs mensen in Yarmouth voorlopig geëvacueerd omdat het water daar een hoogte heeft bereikt van een centimeter of tien onder de top der dijken. Daar is voorzichtigheid dus geboden. Bovendien staan de recente overstromingen waardoor het land getroffen een ieder nog té vers in het geheugen gegrift.
Aan onze kant van de Noordzee gaat het leven gewoon zijn gangetje, niets meer en niets minder. De grote stilte voor de storm?
Ik zoek mijn spullen ondertussen bij elkaar om maar weer eens richting huis te vertrekken. Bij de voordeur aangekomen hebben ze de hemelsluizen toch voorzichtig opengezet. En uitgerekend vandaag staat de, mij van bedrijfswege ter beschikking gestelde, en, naar het schijnt, gemotoriseerde regenjas helemaal aan het ándere eind van het parkeerterrein. Dat wordt dus een kletsnat pak en de eerste kilometers A2 geen bal kunnen zien door een beslagen bril. Maar straks, eenmaal weer lekker thuis, weet ik dat ik voldoende troost zal kunnen vinden. In een bakkie ja.
09-11-07
Op kantoor vandaag lijkt de rust ook wedergekeerd. Slechts een klein handjevol klanten heeft van zich laten horen en dus zijn alle actieplannen inmiddels weer teruggelegd in de kast. De collega’s in de buitendienst die ik heb gesproken zeggen allemaal slechts met zijdelingse commentaren of grapjes geconfronteerd te zijn. Niemand was echt in paniek. En gelukkig maar! Ook de Telegraaf was erg rustig vandaag. In het dagelijkse onderzoek op de WUZ-pagina wordt nog wel gerefereerd aan het onderwerp maar verder gaat het niet. De storm is duidelijk gaan liggen.
Of dat ook geldt voor de Superstorm die ons voor het eind van de maand is voorspeld moeten we maar afwachten, maar die lijkt vooraf reeds hetzelfde lot beschoren. Het winderige voorproefje dat voor afgelopen nacht en vandaag op het menu stond kon de gemoederen ook niet echt in beroering brengen. Werden uit voorzorg de waterkeringen nog gesloten, in een commentaar op de radio hoorde ik iemand zeggen dat hij blij was dat ´zijn´ waterkering nu eens met stormcondities getest kon worden. En dat was voor het eerst in tien jaar. Is er toch nog iemand blij.
Op het moment dat ik dit schrijf, het is nu vlak vòòr het middaguur, is het in het zuiden, zoals dat hoort in het zuiden, zonnig en rustig. En voorlopig ook géén grote plensbuien in het verschiet. In Engeland is dat, wederom volgens de radio althans, wel iets anders en zijn er zelfs mensen in Yarmouth voorlopig geëvacueerd omdat het water daar een hoogte heeft bereikt van een centimeter of tien onder de top der dijken. Daar is voorzichtigheid dus geboden. Bovendien staan de recente overstromingen waardoor het land getroffen een ieder nog té vers in het geheugen gegrift.
Aan onze kant van de Noordzee gaat het leven gewoon zijn gangetje, niets meer en niets minder. De grote stilte voor de storm?
Ik zoek mijn spullen ondertussen bij elkaar om maar weer eens richting huis te vertrekken. Bij de voordeur aangekomen hebben ze de hemelsluizen toch voorzichtig opengezet. En uitgerekend vandaag staat de, mij van bedrijfswege ter beschikking gestelde, en, naar het schijnt, gemotoriseerde regenjas helemaal aan het ándere eind van het parkeerterrein. Dat wordt dus een kletsnat pak en de eerste kilometers A2 geen bal kunnen zien door een beslagen bril. Maar straks, eenmaal weer lekker thuis, weet ik dat ik voldoende troost zal kunnen vinden. In een bakkie ja.
09-11-07
donderdag 8 november 2007
Sluipmoordenaar
Ik had nooit gedacht dat ik ooit voor een sluipmoordenaar zou werken maar toch is dat het geval. Niet dat het een bewuste keuze was, geenszins zelfs, maar sinds vanmorgen ik het ochtendblad opsloeg is het een feit. Mijn carrière en leven zijn in één klap voorbij en ik word binnenkort ongetwijfeld uitgestoten of, in het ergste geval, beschimpt en uitgelachen.
De oorzaak daarvan? Een groot artikel op de voorpagina van de Telegraaf naar aanleiding van een groot onderzoek van de Consumentenbond! Zomaar ineens. Geen waarschuwing vooraf, geen verzachtende omstandigheden, niets van dat alles! Door één artikel van een glorieuze toekomst beroofd en ik kan er helemaal niets tegen doen want het staat vetgedrukt in de krant: ´Automatenkoffie op de werkvloer verhoogt als een stille moordenaar de kans op hart- en vaatziekten.´. En laat ik nou uit nèt voor een bedrijf werken dat ´doet´ in koffieautomaten. Weliswaar niet voor de grootste, met name genoemde, sluipmoordenaars maar toch voor een bedrijf uit de Top 5. En dan overkomt je dit.
Van diverse ´verontruste´ collega´s verneem ik dat er inmiddels spoedoverleg plaats vindt binnen de branchevereniging en dat er tegelijkertijd op het hoofdkantoor koortsachtig gewerkt wordt aan een persverklaring.
Wat is er feitelijk aan de hand? In koffiebonen zit een stofje dat ´Cafestol´ heet en het cholesterolgehalte verhoogd.. En om dat stofje gaat het nu. Het verhoogt het ´slechte´LDL-cholesterol en verlaagt het ´goede´ HDL-cholesterol. Dat stofje blijft tijdens het hele bereidingsproces, van rauwe koffieboon tot de koffie zoals we die allemaal kennen, in de koffie aanwezig en kán dus in de gezette koffie terecht komen. Kán, want het ligt aan de methode van zetten of dit het geval is. In de gevallen waar de koffie tijdens het zetten gefilterd wordt blijft dit stofje achter in het filter en is er dus hoegenaamd niets aan de hand. Ook de koffieautomaten die gebruik maken van een koffie-extract, dat wordt aangelengd met water, of gebruik maakt van gevriesdroogde koffie, zeg maar de potten van Nescafé, hebben dit ´probleem´niet. De grote ´boosdoeners´ zijn in dit onderzoek de zogenaamde freshbrew automaten, en dan nog alléén die automaten die verkeerd zijn afgesteld en waar géén filtersysteem in zit gebouwd, iets wat bij de automaten van mijn werkgever doorgaans overigens wél het geval is.
Ik kán me echter voorstellen dat een gemiddelde gebruiker zich zowat dood schrikt bij zo´n opgeklopt bericht in de krant. Nu is van de Telegraaf bekend dat ze graag berichten extra sensationeel brengen met grote koppen op de voorpagina en grote foto´s, maar met een product dat op de Nederlandse werkvloer zó belangrijk is als koffie past enige nuancering. En volledige en correcte voorlichting. En daar ontbreekt het bij deze krant nog wel eens aan. Hetzelfde bericht heb ik trouwens ook in het ED gelezen en daar stond het al niet op de voorpagina en was bovendien een stuk ´zakelijker´van toon en duidelijk niet zo gericht op sensatie. Feit blijft echter dat koffie en koffie drinken omgeven is met fabels en halve waarheden en daarbij is het zo dat de gezondheidsaspecten van koffie met zekere regelmaat leiden tot discussie tussen geleerden. Aan de ene kant zou koffie goed zijn tegen suikerziekte en astma maar aan de andere kant de bloeddruk weer verhogen, koffie zou bovendien goed zijn voor de concentratie en ernstig verslavend zijn. Voor elk onderzoek dat het ene feit aantoont zijn er net zoveel onderzoeken te vinden die het tegenovergestelde aantonen. Desondanks blijft het ´bakkie´ een dankbaar, en nimmer uitgekauwd onderwerp van gesprek op de werkvloer. Moeten we ons echter ernstige zorgen maken? Nee. Het gaat vooral, als met zoveel, om de mate waarin u koffie drinkt. Te veel is nooit goed, maar dat geldt voor alles waar ´TE´voor staat. Daarnaast zijn er veel meer factoren van invloed op een eventueel verhoogd risico op hart- en vaatziekten, zoals leefstijl, eetgewoonte, hoeveelheid beweging, wel of niet roken, leeftijd, genetische aanleg, etc. U kunt dus gewoon koffie blijven drinken op het werk én thuis. Het volledige onderzoek kunt u trouwens lezen in het novembernummer van de Gezondgids op de pagina´s 8 t/m 11. Daar staat ook wat u kunt doen als u wilt weten hoe het met het Cafestol-gehalte zit in de koffie bij u op het werk. Kost een paar centen, 450 EUR, maar dan heb je, na een aantal maanden wachten, ook wat.
Ondertussen groet ik u en ga, onder het genot van een ´vers bakkie´ me beraden op mijn verdere toekomst. Ga ik de carrière elders trachten voort te zetten of, en eigenlijk was het toch al meer een ´loop-baan´ dan een carrière, ga ik iets héél anders doen? Ik hou u t.z.t. wel op de hoogte!
08-11-07
De oorzaak daarvan? Een groot artikel op de voorpagina van de Telegraaf naar aanleiding van een groot onderzoek van de Consumentenbond! Zomaar ineens. Geen waarschuwing vooraf, geen verzachtende omstandigheden, niets van dat alles! Door één artikel van een glorieuze toekomst beroofd en ik kan er helemaal niets tegen doen want het staat vetgedrukt in de krant: ´Automatenkoffie op de werkvloer verhoogt als een stille moordenaar de kans op hart- en vaatziekten.´. En laat ik nou uit nèt voor een bedrijf werken dat ´doet´ in koffieautomaten. Weliswaar niet voor de grootste, met name genoemde, sluipmoordenaars maar toch voor een bedrijf uit de Top 5. En dan overkomt je dit.
Van diverse ´verontruste´ collega´s verneem ik dat er inmiddels spoedoverleg plaats vindt binnen de branchevereniging en dat er tegelijkertijd op het hoofdkantoor koortsachtig gewerkt wordt aan een persverklaring.
Wat is er feitelijk aan de hand? In koffiebonen zit een stofje dat ´Cafestol´ heet en het cholesterolgehalte verhoogd.. En om dat stofje gaat het nu. Het verhoogt het ´slechte´LDL-cholesterol en verlaagt het ´goede´ HDL-cholesterol. Dat stofje blijft tijdens het hele bereidingsproces, van rauwe koffieboon tot de koffie zoals we die allemaal kennen, in de koffie aanwezig en kán dus in de gezette koffie terecht komen. Kán, want het ligt aan de methode van zetten of dit het geval is. In de gevallen waar de koffie tijdens het zetten gefilterd wordt blijft dit stofje achter in het filter en is er dus hoegenaamd niets aan de hand. Ook de koffieautomaten die gebruik maken van een koffie-extract, dat wordt aangelengd met water, of gebruik maakt van gevriesdroogde koffie, zeg maar de potten van Nescafé, hebben dit ´probleem´niet. De grote ´boosdoeners´ zijn in dit onderzoek de zogenaamde freshbrew automaten, en dan nog alléén die automaten die verkeerd zijn afgesteld en waar géén filtersysteem in zit gebouwd, iets wat bij de automaten van mijn werkgever doorgaans overigens wél het geval is.
Ik kán me echter voorstellen dat een gemiddelde gebruiker zich zowat dood schrikt bij zo´n opgeklopt bericht in de krant. Nu is van de Telegraaf bekend dat ze graag berichten extra sensationeel brengen met grote koppen op de voorpagina en grote foto´s, maar met een product dat op de Nederlandse werkvloer zó belangrijk is als koffie past enige nuancering. En volledige en correcte voorlichting. En daar ontbreekt het bij deze krant nog wel eens aan. Hetzelfde bericht heb ik trouwens ook in het ED gelezen en daar stond het al niet op de voorpagina en was bovendien een stuk ´zakelijker´van toon en duidelijk niet zo gericht op sensatie. Feit blijft echter dat koffie en koffie drinken omgeven is met fabels en halve waarheden en daarbij is het zo dat de gezondheidsaspecten van koffie met zekere regelmaat leiden tot discussie tussen geleerden. Aan de ene kant zou koffie goed zijn tegen suikerziekte en astma maar aan de andere kant de bloeddruk weer verhogen, koffie zou bovendien goed zijn voor de concentratie en ernstig verslavend zijn. Voor elk onderzoek dat het ene feit aantoont zijn er net zoveel onderzoeken te vinden die het tegenovergestelde aantonen. Desondanks blijft het ´bakkie´ een dankbaar, en nimmer uitgekauwd onderwerp van gesprek op de werkvloer. Moeten we ons echter ernstige zorgen maken? Nee. Het gaat vooral, als met zoveel, om de mate waarin u koffie drinkt. Te veel is nooit goed, maar dat geldt voor alles waar ´TE´voor staat. Daarnaast zijn er veel meer factoren van invloed op een eventueel verhoogd risico op hart- en vaatziekten, zoals leefstijl, eetgewoonte, hoeveelheid beweging, wel of niet roken, leeftijd, genetische aanleg, etc. U kunt dus gewoon koffie blijven drinken op het werk én thuis. Het volledige onderzoek kunt u trouwens lezen in het novembernummer van de Gezondgids op de pagina´s 8 t/m 11. Daar staat ook wat u kunt doen als u wilt weten hoe het met het Cafestol-gehalte zit in de koffie bij u op het werk. Kost een paar centen, 450 EUR, maar dan heb je, na een aantal maanden wachten, ook wat.
Ondertussen groet ik u en ga, onder het genot van een ´vers bakkie´ me beraden op mijn verdere toekomst. Ga ik de carrière elders trachten voort te zetten of, en eigenlijk was het toch al meer een ´loop-baan´ dan een carrière, ga ik iets héél anders doen? Ik hou u t.z.t. wel op de hoogte!
08-11-07
woensdag 7 november 2007
In perspectief
Ik hou van geschiedenis. Niet omdat ik het nu zo belangrijk vind wanneer iemand precies wát heeft uitgevonden, maar meer vanwege het perspectief waarin het zaken plaatst. Als je tenslotte weet waar je vandaan komt, weet je ook de context van het hoe en waarom van de huidige situatie. Want zonder context is het lastig het ´waarom´ te verklaren of een gefundeerde voorspelling te doen over de toekomst.
Ik kijk daarom ook graag documentaires en lees veel boeken. En ik vind het dan vooral leuk om te ontdekken hoe de mening en het inzicht van mensen over de jaren heen kan veranderen. Een mooi voorbeeld daarvan is bijvoorbeeld de geschiedenis van de mens zelf. In de Middeleeuwen was er weinig discussie over waar de mens vandaan kwam, God had hem tenslotte naar Zijn evenbeeld geschapen. Pas eeuwen later gooide Darwin roet in het eten door te komen met zijn evolutietheorie en begon men te kijken naar andere mogelijkheden. Tegenwoordig is het feit dat de moderne mens het eindproduct is van een lange evolutie een redelijk algemeen geaccepteerd feit dat niet langer breed ter discussie staat, terwijl kerken natuurlijk, om hun moverende redenen, de scheppingstheorie blijven aanhangen. En ontwikkelingen gaan soms razendsnel. Als je een boek over de geschiedenis van de mens leest uit, pak hem beet, 1960 en je legt daar een boek met hetzelfde onderwerp naast van 2007 dan zie je wat we in die paar decennia allemaal hebben bijgeleerd. En dat is best veel.
Soms is het bijna aandoenlijk om te lezen wat men een aantal jaren geleden dacht dat ´de waarheid´ was en hoe het complete plaatje eruit zou zien. En, daarnaar kijkend met de kennis van nu, zie je dan welke ontdekkingen en theorieën voor die, soms wereldschokkende, verandering gezorgd hebben.
En dat het soms snel gaat is een feit. In de tijd dat mijn grootvader een jonge twintiger was, en dan spreken we over een paar jaar ná de WO I, was zijn wereld niet veel groter dan de buurt in Veendam waar hij woonde. Er waren al wel auto´s en de gebroeders Wright hadden hun eerste vluchtpogingen bijna 2 decennia eerder ondernomen maar de wereld was nog betrekkelijk klein, en zeker in een kleine gemeenschap als die in Veendam, al waren er wel relaties met de kustvaart op Rusland. Toen mijn vader begin twintig was, we spreken dan de 2e helft jaren vijftig, ging hij al op reis naar Scandinavië om daar een tijdje te werken tijdens zijn vakantie. Borden wassen in een hotel weliswaar, maar toch. En het was zeker niet zijn eerste buitenlandse reis. Er waren al wat reisjes naar Italië en Frankrijk aan vooraf gegaan.
Toen ik echter twintig werd, in de jaren tachtig, had ik al, weliswaar met mijn ouders mee, een heel stuk van Europa gezien en ging al een aantal jaar, met mijn eigen auto, naar het buitenland op vakantie. En ik had rond die tijd ook al een computer. En boy wat was ik onder de indruk van wat die allemaal kon! Al is dat natuurlijk niets in vergelijking met de PC waar ik op dit moment achter zit. Tja, tijden veranderen nogal.
Al deze dingen schieten door mijn hoofd als ik een klein artikeltje in de krant lees over een verkiezing van de Britse BBC omtrent de meest vreemde wetten die het Engelse wetboek kent. Als je ze leest dan kan je niet anders dan lachen maar ooit heeft iemand ze, in volstrekte ernst en met de beste bedoelingen toch zitten bedenken. En ik wil dan meteen graag weten waarom bepaalde wetten er ooit gekomen zijn. De winnaar van de competitie is overigens het wettelijke verbod geworden om in parlementsgebouwen te overlijden. Tweede werd overigens het feit dat het een daad van verraad is al je een postzegel van de koningin ondersteboven plakt. Een mooie vond ik zelf die uit Liverpool. Daar is het namelijk verboden topless te verschijnen, tenzij men in een tropische viswinkel werkt.
Engeland is absoluut niet de enigste met deze, volstrekt niet meer aan de huidige tijd aangepaste wetten en verboden. Die vind je namelijk overal. Vaak blijven ze jarenlang gewoon in de wetboeken staan tot er zich een situatie voordoet waarbij deze wet opeens weer dient te worden afgestoft maar men tegelijkertijd vindt dat iets dergelijks tegenwoordig niet strafbaar meer zou moeten zijn. Pas dán volgt er doorgaans aanpassing. Ik blijf me intussen afvragen waarom dergelijke, deze of andere, wetten destijds zijn ontstaan en vanuit welk standpunt ze zijn opgesteld. Als u het weet dan mag u het zeggen! Ik hoor het graag!
07-11-07
Ik kijk daarom ook graag documentaires en lees veel boeken. En ik vind het dan vooral leuk om te ontdekken hoe de mening en het inzicht van mensen over de jaren heen kan veranderen. Een mooi voorbeeld daarvan is bijvoorbeeld de geschiedenis van de mens zelf. In de Middeleeuwen was er weinig discussie over waar de mens vandaan kwam, God had hem tenslotte naar Zijn evenbeeld geschapen. Pas eeuwen later gooide Darwin roet in het eten door te komen met zijn evolutietheorie en begon men te kijken naar andere mogelijkheden. Tegenwoordig is het feit dat de moderne mens het eindproduct is van een lange evolutie een redelijk algemeen geaccepteerd feit dat niet langer breed ter discussie staat, terwijl kerken natuurlijk, om hun moverende redenen, de scheppingstheorie blijven aanhangen. En ontwikkelingen gaan soms razendsnel. Als je een boek over de geschiedenis van de mens leest uit, pak hem beet, 1960 en je legt daar een boek met hetzelfde onderwerp naast van 2007 dan zie je wat we in die paar decennia allemaal hebben bijgeleerd. En dat is best veel.
Soms is het bijna aandoenlijk om te lezen wat men een aantal jaren geleden dacht dat ´de waarheid´ was en hoe het complete plaatje eruit zou zien. En, daarnaar kijkend met de kennis van nu, zie je dan welke ontdekkingen en theorieën voor die, soms wereldschokkende, verandering gezorgd hebben.
En dat het soms snel gaat is een feit. In de tijd dat mijn grootvader een jonge twintiger was, en dan spreken we over een paar jaar ná de WO I, was zijn wereld niet veel groter dan de buurt in Veendam waar hij woonde. Er waren al wel auto´s en de gebroeders Wright hadden hun eerste vluchtpogingen bijna 2 decennia eerder ondernomen maar de wereld was nog betrekkelijk klein, en zeker in een kleine gemeenschap als die in Veendam, al waren er wel relaties met de kustvaart op Rusland. Toen mijn vader begin twintig was, we spreken dan de 2e helft jaren vijftig, ging hij al op reis naar Scandinavië om daar een tijdje te werken tijdens zijn vakantie. Borden wassen in een hotel weliswaar, maar toch. En het was zeker niet zijn eerste buitenlandse reis. Er waren al wat reisjes naar Italië en Frankrijk aan vooraf gegaan.
Toen ik echter twintig werd, in de jaren tachtig, had ik al, weliswaar met mijn ouders mee, een heel stuk van Europa gezien en ging al een aantal jaar, met mijn eigen auto, naar het buitenland op vakantie. En ik had rond die tijd ook al een computer. En boy wat was ik onder de indruk van wat die allemaal kon! Al is dat natuurlijk niets in vergelijking met de PC waar ik op dit moment achter zit. Tja, tijden veranderen nogal.
Al deze dingen schieten door mijn hoofd als ik een klein artikeltje in de krant lees over een verkiezing van de Britse BBC omtrent de meest vreemde wetten die het Engelse wetboek kent. Als je ze leest dan kan je niet anders dan lachen maar ooit heeft iemand ze, in volstrekte ernst en met de beste bedoelingen toch zitten bedenken. En ik wil dan meteen graag weten waarom bepaalde wetten er ooit gekomen zijn. De winnaar van de competitie is overigens het wettelijke verbod geworden om in parlementsgebouwen te overlijden. Tweede werd overigens het feit dat het een daad van verraad is al je een postzegel van de koningin ondersteboven plakt. Een mooie vond ik zelf die uit Liverpool. Daar is het namelijk verboden topless te verschijnen, tenzij men in een tropische viswinkel werkt.
Engeland is absoluut niet de enigste met deze, volstrekt niet meer aan de huidige tijd aangepaste wetten en verboden. Die vind je namelijk overal. Vaak blijven ze jarenlang gewoon in de wetboeken staan tot er zich een situatie voordoet waarbij deze wet opeens weer dient te worden afgestoft maar men tegelijkertijd vindt dat iets dergelijks tegenwoordig niet strafbaar meer zou moeten zijn. Pas dán volgt er doorgaans aanpassing. Ik blijf me intussen afvragen waarom dergelijke, deze of andere, wetten destijds zijn ontstaan en vanuit welk standpunt ze zijn opgesteld. Als u het weet dan mag u het zeggen! Ik hoor het graag!
07-11-07
dinsdag 6 november 2007
Superstorm
Volgens de Britse weerkundige Piers Corbyn gaat Nederland eind november, de periode van 24 tot 28 november om precies te zijn, het zwaar te verduren krijgen tijdens een zogenaamde ´Superstorm´ waarbij windsnelheden gehaald zullen worden boven de 200 km/u. Deze Britse wetenschapper doet deze voorspelling o.a. op basis van de activiteit van zonnevlekken.
Er wordt in de diverse media en op internet inmiddels druk gediscussieerd over de voorspelling, en dan vooral over de betrouwbaarheid daarvan, en ook wordt er stevige kritiek geleverd op Corbyn en zijn methode. Op zich best interessant om te lezen maar ik stel me dan liever wat er zou gebeuren als…
Nu is een windsnelheid van boven de 200 km/u inderdaad extreem. De hoogste windsnelheid ooit vastgelegd in Nederland dateert momenteel van 2005 en werd gemeten in Hoek van Holland op 25 november 2005. Er werd een windsnelheid van 173 km/u gemeten wat zich dan weer laat omrekenen tot bijna 48 m/s. Niet echt weer om eens lekker een frisse neus in te gaan halen lijkt me zo.
Maar stel nou eens dat meneer Corbyn het inderdaad bij het rechte eind heeft en we inderdaad een superstorm te verwerken gaan krijgen, wat dan? Reëel gezien heb je dan een hoop schade en een hoop chaos maar gaat het land daarna weer gewoon over tot de orde van de dag. Toch is het gek als je je tracht voor te stellen hoe hard dergelijke windstoten zijn. Een windstoot die met de snelheid van een flinke raceauto over het land raast. Dat soort extremen zijn we hier, tot op heden dan, gelukkig niet gewoon maar zullen, als we de klimaatbobo´s moeten geloven, in de toekomst steeds vaker gaan voorkomen. En ik kan dan niet nalaten me af te vragen hoe erg dat nu eigenlijk is. Dat het klimaat aan veranderingen onderhevig is weten we al jaren. Kijk maar naar de geschiedenis van de afgelopen, pak hem beet, 20.000 jaar. Veel planten en diersoorten die toen in onze streken voorkwamen zijn uitgestorven en anderen zijn ervoor in de plaats gekomen. De natuur laat zich tenslotte niet bedwingen, zeker niet op de lange termijn. Die komt altijd terug, zij het in een iets andere vorm dan voorheen. Maar stel nu dat het eind november écht zo hard gaat waaien? Niet dat ik er in geloof, maar stel nou. Hoe gaan we er dan mee om? Gaan we ons ingraven en letterlijk afwachten tot het einde of doen we gewoon ons eigen ding en zien we wel? Je weet het natuurlijk nooit. Ik denk dat Noach´s buren zich, als ze nu leefden, zich in allerijl gingen voorbereiden. Die hebben destijds hard staan lachen toen Noach voorspelde dat het dagenlang ging regenen en dát hebben ze geweten. Ik denk dat ze die denkfout niet een tweede keer zouden maken. De meeste mensen leren namelijk van hun fouten.
Wat ik ga doen? Niks. Ik zie het wel gebeuren. Ik kan het echter alleen niet nalaten te dromen. Als die storm komt zou ik oh zo graag kunnen bepalen wáár die dan zou gaan waaien en hoe hard. Maar helaas werkt het niet zo in de wereld. Maar een mens mag altijd blijven dromen, toch?
06-11-07
Er wordt in de diverse media en op internet inmiddels druk gediscussieerd over de voorspelling, en dan vooral over de betrouwbaarheid daarvan, en ook wordt er stevige kritiek geleverd op Corbyn en zijn methode. Op zich best interessant om te lezen maar ik stel me dan liever wat er zou gebeuren als…
Nu is een windsnelheid van boven de 200 km/u inderdaad extreem. De hoogste windsnelheid ooit vastgelegd in Nederland dateert momenteel van 2005 en werd gemeten in Hoek van Holland op 25 november 2005. Er werd een windsnelheid van 173 km/u gemeten wat zich dan weer laat omrekenen tot bijna 48 m/s. Niet echt weer om eens lekker een frisse neus in te gaan halen lijkt me zo.
Maar stel nou eens dat meneer Corbyn het inderdaad bij het rechte eind heeft en we inderdaad een superstorm te verwerken gaan krijgen, wat dan? Reëel gezien heb je dan een hoop schade en een hoop chaos maar gaat het land daarna weer gewoon over tot de orde van de dag. Toch is het gek als je je tracht voor te stellen hoe hard dergelijke windstoten zijn. Een windstoot die met de snelheid van een flinke raceauto over het land raast. Dat soort extremen zijn we hier, tot op heden dan, gelukkig niet gewoon maar zullen, als we de klimaatbobo´s moeten geloven, in de toekomst steeds vaker gaan voorkomen. En ik kan dan niet nalaten me af te vragen hoe erg dat nu eigenlijk is. Dat het klimaat aan veranderingen onderhevig is weten we al jaren. Kijk maar naar de geschiedenis van de afgelopen, pak hem beet, 20.000 jaar. Veel planten en diersoorten die toen in onze streken voorkwamen zijn uitgestorven en anderen zijn ervoor in de plaats gekomen. De natuur laat zich tenslotte niet bedwingen, zeker niet op de lange termijn. Die komt altijd terug, zij het in een iets andere vorm dan voorheen. Maar stel nu dat het eind november écht zo hard gaat waaien? Niet dat ik er in geloof, maar stel nou. Hoe gaan we er dan mee om? Gaan we ons ingraven en letterlijk afwachten tot het einde of doen we gewoon ons eigen ding en zien we wel? Je weet het natuurlijk nooit. Ik denk dat Noach´s buren zich, als ze nu leefden, zich in allerijl gingen voorbereiden. Die hebben destijds hard staan lachen toen Noach voorspelde dat het dagenlang ging regenen en dát hebben ze geweten. Ik denk dat ze die denkfout niet een tweede keer zouden maken. De meeste mensen leren namelijk van hun fouten.
Wat ik ga doen? Niks. Ik zie het wel gebeuren. Ik kan het echter alleen niet nalaten te dromen. Als die storm komt zou ik oh zo graag kunnen bepalen wáár die dan zou gaan waaien en hoe hard. Maar helaas werkt het niet zo in de wereld. Maar een mens mag altijd blijven dromen, toch?
06-11-07
maandag 5 november 2007
Het Horeca-gevoel
De horeca is een virus dat, als het je eenmaal te pakken heeft, je nooit meer echt loslaat. Mij kreeg het virus jaren geleden al te pakken en sluimert, sinds ik de overstap naar een andere branche maakte, nog steeds vlak onder de oppervlakte.
Daarom verwonder ik me ook niet echt over de uitkomsten van de enquête door Interview NSS in opdracht van Tempo Team. Daaruit blijkt namelijk dat de gemiddelde gast zich vooral ergert aan het gebrek aan correcte omgangsvormen van het personeel, gevolgd door gebrek aan toewijding en een gebrek aan aandacht. Voor mij had daar nog het gebrek aan vakkennis bij gemogen, maar goed.
Veel van de jonge mensen die je in de horeca tegenkomt zijn studenten en werken er puur voor de centen. Op zich is daar niets mis mee, mensen die een baantje erbij hebben om wat extra geld te verdienen, maar de algemene indruk onder studenten is toch al snel dat iedereen het kan. En daar ben ik het absoluut niet mee eens. De horeca is een vak, een prachtvak ook nog eens een keer, maar wel een vak dat je moet liggen. Het moet echt in je zitten om er het maximale uit te kunnen halen. En, helaas, heeft niet iedereen dat gen.
Wie ´s zomers wel eens op een terras zit kent de gevolgen daarvan maar al te goed. Probeer maar eens de aandacht van een medewerker te trekken als je iets wilt bestellen of wilt afrekenen, dat is bijna onmogelijk. Medewerkers zijn druk met van alles bezig, behalve met datgene waar het om gaat en dat is nu juist de klant. Soms lijkt het zelfs wel alsof men op school vooral geleerd heeft om niet om zich heen te kijken en dat de klant slechts een lastige onderbreking van de werkzaamheden is. Maar in de horeca is nu juist de klant, en de zorg daarvoor, het centrale thema. Het gaat juist om het verzorgen en vertroetelen van die klant. Helaas is het tegenwoordig ´not done´ om je dienstbaar op te stellen t.o.v. een ander. Dat wordt beschouwd als onderdanig en minderwaardig, maar niets is echter minder waar. Iemand die dat in de vingers heeft kan zijn gasten bijna precies laten doen wat hij wil en ze alles verkopen, òòk dat waarvan ze niet eens wisten dat ze het wilden hebben. En ook nog eens met een gemak en een glimlach waarbij niemand het idee heeft dat er iets vervelends of verkeerds gebeurd is. En dát vakmanschap is vrijwel nergens meer te vinden in de horeca. Tot groot verdriet van velen overigens.
Als je een goed geleid horecabedrijf binnen komt waar de gast nog echt centraal staat zie en proef je het meteen. Aan de sfeer, de inrichting en de manier waarop je tegemoet wordt getreden door de medewerkers. En als dát allemaal goed zit én de medewerkers hebben kennis van zaken en ook nog eens een goed product, dan heb je een gouwe tent te pakken. Een vrijwel gegarandeerd succes. Mensen rijden dan, zonder problemen, kilometers voor je om en nemen hun hele familie en al hun vrienden maar al te graag mee. En daar moet je het als ondernemer toch van hebben.
Mensen die het horecavak begrijpen en het in hun bloed hebben zijn dus zeldzaam maar ze zijn er gelukkig wel. Soms is het even zoeken maar als je ze hebt gevonden blijf je er terugkomen want je voelt je er welkom en je voelt je er thuis. En dergelijke gelegenheden hoeven ook nooit veel reclame te maken, daar zorgen de tevreden gasten zelf namelijk wel voor. En beter dan dat kun je het niet krijgen.
Ik kom graag in de horeca en heb inmiddels een klein lijstje in mijn hart van gelegenheden waar ik graag, en met enige regelmaat te vinden ben. Ik zal er daarvan twee noemen: Het Koetshuis in Etten Leur en Restaurant Jill´s in Leiden. Beiden zijn restaurants waar ik, zonder enige twijfel elke gast mee naar toe durf te nemen. Het is er altijd goed. En daar gaat het tenslotte om. De gast moet, als hij aan het eind van de avond weer buiten staat, een absoluut voldaan gevoel hebben. Hij heeft lekker gegeten in een gezellige omgeving waar goed voor hem is gezorgd. Met een glimlach en een opgewekt humeur. En dan trekt hij gráág de portemonee. Ik wel tenminste.
05-11-07
Daarom verwonder ik me ook niet echt over de uitkomsten van de enquête door Interview NSS in opdracht van Tempo Team. Daaruit blijkt namelijk dat de gemiddelde gast zich vooral ergert aan het gebrek aan correcte omgangsvormen van het personeel, gevolgd door gebrek aan toewijding en een gebrek aan aandacht. Voor mij had daar nog het gebrek aan vakkennis bij gemogen, maar goed.
Veel van de jonge mensen die je in de horeca tegenkomt zijn studenten en werken er puur voor de centen. Op zich is daar niets mis mee, mensen die een baantje erbij hebben om wat extra geld te verdienen, maar de algemene indruk onder studenten is toch al snel dat iedereen het kan. En daar ben ik het absoluut niet mee eens. De horeca is een vak, een prachtvak ook nog eens een keer, maar wel een vak dat je moet liggen. Het moet echt in je zitten om er het maximale uit te kunnen halen. En, helaas, heeft niet iedereen dat gen.
Wie ´s zomers wel eens op een terras zit kent de gevolgen daarvan maar al te goed. Probeer maar eens de aandacht van een medewerker te trekken als je iets wilt bestellen of wilt afrekenen, dat is bijna onmogelijk. Medewerkers zijn druk met van alles bezig, behalve met datgene waar het om gaat en dat is nu juist de klant. Soms lijkt het zelfs wel alsof men op school vooral geleerd heeft om niet om zich heen te kijken en dat de klant slechts een lastige onderbreking van de werkzaamheden is. Maar in de horeca is nu juist de klant, en de zorg daarvoor, het centrale thema. Het gaat juist om het verzorgen en vertroetelen van die klant. Helaas is het tegenwoordig ´not done´ om je dienstbaar op te stellen t.o.v. een ander. Dat wordt beschouwd als onderdanig en minderwaardig, maar niets is echter minder waar. Iemand die dat in de vingers heeft kan zijn gasten bijna precies laten doen wat hij wil en ze alles verkopen, òòk dat waarvan ze niet eens wisten dat ze het wilden hebben. En ook nog eens met een gemak en een glimlach waarbij niemand het idee heeft dat er iets vervelends of verkeerds gebeurd is. En dát vakmanschap is vrijwel nergens meer te vinden in de horeca. Tot groot verdriet van velen overigens.
Als je een goed geleid horecabedrijf binnen komt waar de gast nog echt centraal staat zie en proef je het meteen. Aan de sfeer, de inrichting en de manier waarop je tegemoet wordt getreden door de medewerkers. En als dát allemaal goed zit én de medewerkers hebben kennis van zaken en ook nog eens een goed product, dan heb je een gouwe tent te pakken. Een vrijwel gegarandeerd succes. Mensen rijden dan, zonder problemen, kilometers voor je om en nemen hun hele familie en al hun vrienden maar al te graag mee. En daar moet je het als ondernemer toch van hebben.
Mensen die het horecavak begrijpen en het in hun bloed hebben zijn dus zeldzaam maar ze zijn er gelukkig wel. Soms is het even zoeken maar als je ze hebt gevonden blijf je er terugkomen want je voelt je er welkom en je voelt je er thuis. En dergelijke gelegenheden hoeven ook nooit veel reclame te maken, daar zorgen de tevreden gasten zelf namelijk wel voor. En beter dan dat kun je het niet krijgen.
Ik kom graag in de horeca en heb inmiddels een klein lijstje in mijn hart van gelegenheden waar ik graag, en met enige regelmaat te vinden ben. Ik zal er daarvan twee noemen: Het Koetshuis in Etten Leur en Restaurant Jill´s in Leiden. Beiden zijn restaurants waar ik, zonder enige twijfel elke gast mee naar toe durf te nemen. Het is er altijd goed. En daar gaat het tenslotte om. De gast moet, als hij aan het eind van de avond weer buiten staat, een absoluut voldaan gevoel hebben. Hij heeft lekker gegeten in een gezellige omgeving waar goed voor hem is gezorgd. Met een glimlach en een opgewekt humeur. En dan trekt hij gráág de portemonee. Ik wel tenminste.
05-11-07
zondag 4 november 2007
Grijze Boefjes
´Ouderen massaal op boevenpad´ kopt de krant vanmorgen. Zoals velen met mij schrik ik, maar al snel slaat mijn schrik over in verontwaardiging als ik lees hoe sommige geleerden over ouderen denken. Maar laat ik beginnen bij het begin.
Uit de praktijk blijkt namelijk dat het aantal 65-plussers dat voor het eerst voor de rechter verschijnt, in de afgelopen tien jaar, met maar liefst 57% gestegen is. En da´s ontegenzeggelijk veel. Een stijging die mijn salaris nóóit zal maken, tenzij ik erin slaag om topman te worden bij een bank of een energiebedrijf, maar daar ligt mijn levensambitie niet.
OM-baas Harm Brouwers noemt deze ontwikkeling zorgelijk en wil een onderzoek. Tot zover dus niks echt vreemds. De bevolking vergrijst dus is er een stijging te verwachten van het aantal grijze koppies voor de rechter. Daarnaast sluit Brouwers ook niet uit dat er, gezien de vergrijzing, een apart strafrecht voor ouderen zou moeten komen. Kan je over discussiëren maar tot hier is het een redelijk logisch betoog, zeker als hij aangeeft dat er bij oudere verdachten goed gekeken moet worden naar de toerekeningsvatbaarheid. Helemaal mee eens en als Brouwer dan ook nog zegt daarmee ´professioneler te willen omgaan dan we in het verleden hebben gedaan´ kan ik de man bijna om de nek vliegen. Bijna. Maar dán gaat het mis en komt opeens een hooggeleerde professor om de hoek kijken. Professor T.I. Oei, hoogleraar forensische psychiatrie, pleit ook voor een apart strafrecht voor ouderen maar doet dat vanuit een iets andere invalshoek. En dáár gaat het mis. Want wat zegt Oei? Hij zegt: ´Veel mensen vallen na hun 75e terug in functies. De hersenen van deze groep zijn al zo substantieel achteruit gegaan dat deze mensen niet in staat zijn om te beseffen wat ze hebben gedaan.´
Fijn dank u meneer Oei! U heeft in één keer het oudste deel van de bevolking tot een stel murmelende dementen verklaard die geen flauw benul meer hebben van wat ze doen. Zullen ze blij mee zijn! Ze zijn al afgedankt door de maatschappij omdat ze geen ´nut´meer hebben, zijn weggestopt in een tehuis omdat de familie het veel te druk heeft om voor ze te zorgen, moeten zien rond te komen van een paar centjes die ze in hun werkzame leven bijeen geschraapt hebben en nu verklaart u ze, en masse, nog eventjes als ´ontoerekeningsvatbaar´. Feest dus vanavond in Huize Avondrood! En gaan we nu dus zitten wachten tot al deze criminelen elkaar, met van bloempotten gemaakte steekwapens, elkaar de banden van de rollators leksteken? Tot ze elkaar, gedreven op een jenevernevel, hebben uitgemoord? Lijkt me toch niet. En dat onderzoek? Laat maar. Het is namelijk helemaal niet zo héél moeilijk om redenen te bedenken waarom ouderen, die na gedane arbeid zouden moeten kunnen genieten van hun welverdiende rust, het dievenpad opschuifelen. Ze MOETEN namelijk wel. Deze regering, en vele regeringen daarvoor, hebben de AOW en voorzieningen voor deze groep zo stelselmatig uitgehold dat er voor deze helden geen andere weg meer open is dan die van stelen om het grijze hoofd boven water te houden. En als het ´Vadertje Staat´, òòk een oude man, niet is die geld komt halen dan is het wel de gemeente die met ongebreidelde hebzucht haar burgers jaarlijks opzadelt met exorbitant hogere belastingen. Wie durft er nog over het ´zoet´ te hebben als er in bejaardenhuizen al bezuinigd moet worden op een koekje bij de koffie en mensen, die om welke reden niet meer zo goed voor zichzelf kunnen zorgen, verplicht worden dagen in pyjama door te brengen omdat er simpelweg niemand is om ze te helpen bij het douchen en aankleden? Is het in dát licht dan zo vreemd dat er mensen zijn die dan maar, in weerwil van alles waar ze in geloven en waar ze hun hele leven voor gestaan hebben, némen waar ze feitelijk recht op hebben? Dacht het niet. En ik kan me echt kwaad maken als alle senioren van bóven de 75 zo te kakken worden gezet als een stelletje seniele oude dwazen die het toch niet merken als ze het schamele beetje dat ze nog hebben òòk moeten inleveren. ´Want ze zijn zo rijk..´ volgens Woutertje B. Me neus! Ik weet niet in welke kringen Woutertje verkeert, ik heb er wel een idee van, maar zoveel rijke bejaarden zijn er helemaal niet. Dáár heeft Woutertjes Partij overigens helemaal zélf voor gezorgd. En dat hebben ze járen gedaan en dat zullen ze ook nog járen blijven doen als ze de kans krijgen, allemaal in de naam van ´gelijke verdeling´. En in dát licht snap ik de manier waarop de 75-plussers worden getypeerd wel. Want als ze seniel zijn merken ze niet dat we binnenkort nog meer bij ze weg komen halen. Maar laat ik u één les meegeven. Het als seniel en ontoerekeningsvatbaar kwalificeren van deze groep maakt nog niet dat het ook zo is. De wens mag dan vader zijn van de gedachte maar dat maakt het nog niet tot waarheid. Gelukkig niet. De praktijk zal anders blijken en ook een groep als deze is uitstekend in staat zich te organiseren en vormen dan, op basis van aantallen alleen, een geducht machtsblok. Zouden Woutertje, Brouwer en Oei dáár wel eens over hebben nagedacht?
04-11-07
Uit de praktijk blijkt namelijk dat het aantal 65-plussers dat voor het eerst voor de rechter verschijnt, in de afgelopen tien jaar, met maar liefst 57% gestegen is. En da´s ontegenzeggelijk veel. Een stijging die mijn salaris nóóit zal maken, tenzij ik erin slaag om topman te worden bij een bank of een energiebedrijf, maar daar ligt mijn levensambitie niet.
OM-baas Harm Brouwers noemt deze ontwikkeling zorgelijk en wil een onderzoek. Tot zover dus niks echt vreemds. De bevolking vergrijst dus is er een stijging te verwachten van het aantal grijze koppies voor de rechter. Daarnaast sluit Brouwers ook niet uit dat er, gezien de vergrijzing, een apart strafrecht voor ouderen zou moeten komen. Kan je over discussiëren maar tot hier is het een redelijk logisch betoog, zeker als hij aangeeft dat er bij oudere verdachten goed gekeken moet worden naar de toerekeningsvatbaarheid. Helemaal mee eens en als Brouwer dan ook nog zegt daarmee ´professioneler te willen omgaan dan we in het verleden hebben gedaan´ kan ik de man bijna om de nek vliegen. Bijna. Maar dán gaat het mis en komt opeens een hooggeleerde professor om de hoek kijken. Professor T.I. Oei, hoogleraar forensische psychiatrie, pleit ook voor een apart strafrecht voor ouderen maar doet dat vanuit een iets andere invalshoek. En dáár gaat het mis. Want wat zegt Oei? Hij zegt: ´Veel mensen vallen na hun 75e terug in functies. De hersenen van deze groep zijn al zo substantieel achteruit gegaan dat deze mensen niet in staat zijn om te beseffen wat ze hebben gedaan.´
Fijn dank u meneer Oei! U heeft in één keer het oudste deel van de bevolking tot een stel murmelende dementen verklaard die geen flauw benul meer hebben van wat ze doen. Zullen ze blij mee zijn! Ze zijn al afgedankt door de maatschappij omdat ze geen ´nut´meer hebben, zijn weggestopt in een tehuis omdat de familie het veel te druk heeft om voor ze te zorgen, moeten zien rond te komen van een paar centjes die ze in hun werkzame leven bijeen geschraapt hebben en nu verklaart u ze, en masse, nog eventjes als ´ontoerekeningsvatbaar´. Feest dus vanavond in Huize Avondrood! En gaan we nu dus zitten wachten tot al deze criminelen elkaar, met van bloempotten gemaakte steekwapens, elkaar de banden van de rollators leksteken? Tot ze elkaar, gedreven op een jenevernevel, hebben uitgemoord? Lijkt me toch niet. En dat onderzoek? Laat maar. Het is namelijk helemaal niet zo héél moeilijk om redenen te bedenken waarom ouderen, die na gedane arbeid zouden moeten kunnen genieten van hun welverdiende rust, het dievenpad opschuifelen. Ze MOETEN namelijk wel. Deze regering, en vele regeringen daarvoor, hebben de AOW en voorzieningen voor deze groep zo stelselmatig uitgehold dat er voor deze helden geen andere weg meer open is dan die van stelen om het grijze hoofd boven water te houden. En als het ´Vadertje Staat´, òòk een oude man, niet is die geld komt halen dan is het wel de gemeente die met ongebreidelde hebzucht haar burgers jaarlijks opzadelt met exorbitant hogere belastingen. Wie durft er nog over het ´zoet´ te hebben als er in bejaardenhuizen al bezuinigd moet worden op een koekje bij de koffie en mensen, die om welke reden niet meer zo goed voor zichzelf kunnen zorgen, verplicht worden dagen in pyjama door te brengen omdat er simpelweg niemand is om ze te helpen bij het douchen en aankleden? Is het in dát licht dan zo vreemd dat er mensen zijn die dan maar, in weerwil van alles waar ze in geloven en waar ze hun hele leven voor gestaan hebben, némen waar ze feitelijk recht op hebben? Dacht het niet. En ik kan me echt kwaad maken als alle senioren van bóven de 75 zo te kakken worden gezet als een stelletje seniele oude dwazen die het toch niet merken als ze het schamele beetje dat ze nog hebben òòk moeten inleveren. ´Want ze zijn zo rijk..´ volgens Woutertje B. Me neus! Ik weet niet in welke kringen Woutertje verkeert, ik heb er wel een idee van, maar zoveel rijke bejaarden zijn er helemaal niet. Dáár heeft Woutertjes Partij overigens helemaal zélf voor gezorgd. En dat hebben ze járen gedaan en dat zullen ze ook nog járen blijven doen als ze de kans krijgen, allemaal in de naam van ´gelijke verdeling´. En in dát licht snap ik de manier waarop de 75-plussers worden getypeerd wel. Want als ze seniel zijn merken ze niet dat we binnenkort nog meer bij ze weg komen halen. Maar laat ik u één les meegeven. Het als seniel en ontoerekeningsvatbaar kwalificeren van deze groep maakt nog niet dat het ook zo is. De wens mag dan vader zijn van de gedachte maar dat maakt het nog niet tot waarheid. Gelukkig niet. De praktijk zal anders blijken en ook een groep als deze is uitstekend in staat zich te organiseren en vormen dan, op basis van aantallen alleen, een geducht machtsblok. Zouden Woutertje, Brouwer en Oei dáár wel eens over hebben nagedacht?
04-11-07
vrijdag 2 november 2007
Politie en Humor
Politie en humor gaan niet samen. Dat verband is sinds de reclame voor de Fiat Panda, met de grimlachende motoragent, voorgoed verleden tijd. Toch meent het politiekorps van Maaseik in Vlaams Limburg naar de humor te moeten grijpen. Op een weblog op de site van het korps worden, onder een als grappig bedoeld kopje, allerlei meldingen weergegeven die bij het korps binnenkomen. Zo is bijvoorbeeld de vermelding van een kop-staartbotsing te vinden onder de lollige kop ´Wandelen is gezond´, net als de vondst van een hennepplantage in een bos. Echt, ik zou me rot lachen, zeker als ik zelf betrokken was bij die kop-staart botsing of als het mijn hennepplantage zou zijn die de heren hadden ontdekt. ´Maar,´ zo kakelt de korpsleiding, ´we hebben nog nooit zoveel hits op onze site gehad sinds we hiermee begonnen zijn!´.
Ware het een Belgenmop, dan zouden mijn mondhoeken niet eens in beweging zijn gekomen, maar het is triest maar waar. De humor waart door Vlaams Limburg en wordt met een sterke arm kwistig rondgestrooid. Het wachten is nu op een Nederlands korps dat dit lichtend voorbeeld gaat volgen. Nu is de humor bij onze Nederlandse dienders doorgaans niet al te dik gezaaid. Logisch, als je bedenkt dat ze een job hebben die je je Boze Schoonmoeder nog niet zou gunnen. Alhoewel…. Maar laten we eerlijk zijn, ik zou voor geen geld politieman willen zijn heden ten dage. Als je bij de uitoefening van je functie niet in elkaar wordt geslagen, beschoten of bedreigd met een mes, dan word je wel bespuwd of word je verbaal uit je uniform geveegd. En dat dan het liefst nog door kinderen die niet heel veel hoger komen dan de gemiddelde knie. Niet dat sommige ernstige dienstkloppers dat héél soms niet een klein beetje verdienen, maar horen doet het toch ook weer niet en te tolereren is het allerminst. Respect voor het politie-uniform is ver te zoeken en ik zie dat, helaas, ook niet heel snel veranderen na decennia linkse ´cultuur´ en dictatuur. Maar als we het hebben over broodnodige veranderingen dan is humor daar zeker géén van. Ik zie mezelf al aangifte gaan doen van, bijvoorbeeld, een inbraak. Àls het al lukt om een afspraak te maken èn je hebt uren zitten wachten tot je eindelijk aan de beurt bent… Als de dienstdoende verbalisant dan òòk nog eens schuddebuikend onder zijn bureau zou verdwijnen als ik begin te vertellen over de veroorzaakte schade en al die dierbare zaken die een of andere klootviool van me gejat heeft is toch de maat echt wel vol. Gelukkig zie ik dát niet zo snel gebeuren, de àndere kant is namelijk meestal het geval. Een diender die, onderuitgezakt, met slechts een half oor zit te luisteren en af en toe een letter typt. Of weggestuurd worden als je überhaupt aangifte wilt doen omdat ´prioriteiten elders liggen´. Ik heb het allemaal mee mogen maken tot bedekte beschuldigingen van oplichting aan toe. En dáár word ik NIET vrolijk van. Absoluut niet zelfs. Net zo min als die geniepigerds die, verborgen achter een dikke boom, met een camera zitten te controleren of ik niet een paar kilometer te hard rijd. Oh wat een lol hebben we met z´n allen!
Echt, ik begrijp héél goed dat we de politie nodig hebben. Dat er dagelijks duizenden mannen en vrouwen keihard werken om de wereld voor ons, doorgaans brave burgers, een klein stukje veiliger en prettiger te maken. En daar neem ik absoluut mijn petje voor af, CHAPEAU! Maar ik zit echt NIET te wachten op een lolbroekerige agentje die mij weer eens belerend, en met opgestoken vingertje, gaat vertellen dat wat ik aan het doen was toch écht niet mag. Foei meneer! Driewerf FOEI! Dát gaat u centen kosten, véél centen! Hihihihihi!
Ik hoop dat we één ding kunnen afspreken. ALS je me betrapt op iets wat écht niet kan, gééf me dan die bon. Ik ben echt de beroerdste niet en weet donders goed wanneer ik fout zit. Maar soms rijd je gewoon eens te hard en of dan zet je je vuilnisbak te vroeg buiten. Soit, kom maar op met die bon en doe er verder het zwijgen toe. Ik was fout en ik krijg straf, kan ik best mee leven maar leuk zal ik het niet vinden. Gaan jullie dan alsjeblieft niet onverwacht leuk lopen doen? Please?
02-11-07
Ware het een Belgenmop, dan zouden mijn mondhoeken niet eens in beweging zijn gekomen, maar het is triest maar waar. De humor waart door Vlaams Limburg en wordt met een sterke arm kwistig rondgestrooid. Het wachten is nu op een Nederlands korps dat dit lichtend voorbeeld gaat volgen. Nu is de humor bij onze Nederlandse dienders doorgaans niet al te dik gezaaid. Logisch, als je bedenkt dat ze een job hebben die je je Boze Schoonmoeder nog niet zou gunnen. Alhoewel…. Maar laten we eerlijk zijn, ik zou voor geen geld politieman willen zijn heden ten dage. Als je bij de uitoefening van je functie niet in elkaar wordt geslagen, beschoten of bedreigd met een mes, dan word je wel bespuwd of word je verbaal uit je uniform geveegd. En dat dan het liefst nog door kinderen die niet heel veel hoger komen dan de gemiddelde knie. Niet dat sommige ernstige dienstkloppers dat héél soms niet een klein beetje verdienen, maar horen doet het toch ook weer niet en te tolereren is het allerminst. Respect voor het politie-uniform is ver te zoeken en ik zie dat, helaas, ook niet heel snel veranderen na decennia linkse ´cultuur´ en dictatuur. Maar als we het hebben over broodnodige veranderingen dan is humor daar zeker géén van. Ik zie mezelf al aangifte gaan doen van, bijvoorbeeld, een inbraak. Àls het al lukt om een afspraak te maken èn je hebt uren zitten wachten tot je eindelijk aan de beurt bent… Als de dienstdoende verbalisant dan òòk nog eens schuddebuikend onder zijn bureau zou verdwijnen als ik begin te vertellen over de veroorzaakte schade en al die dierbare zaken die een of andere klootviool van me gejat heeft is toch de maat echt wel vol. Gelukkig zie ik dát niet zo snel gebeuren, de àndere kant is namelijk meestal het geval. Een diender die, onderuitgezakt, met slechts een half oor zit te luisteren en af en toe een letter typt. Of weggestuurd worden als je überhaupt aangifte wilt doen omdat ´prioriteiten elders liggen´. Ik heb het allemaal mee mogen maken tot bedekte beschuldigingen van oplichting aan toe. En dáár word ik NIET vrolijk van. Absoluut niet zelfs. Net zo min als die geniepigerds die, verborgen achter een dikke boom, met een camera zitten te controleren of ik niet een paar kilometer te hard rijd. Oh wat een lol hebben we met z´n allen!
Echt, ik begrijp héél goed dat we de politie nodig hebben. Dat er dagelijks duizenden mannen en vrouwen keihard werken om de wereld voor ons, doorgaans brave burgers, een klein stukje veiliger en prettiger te maken. En daar neem ik absoluut mijn petje voor af, CHAPEAU! Maar ik zit echt NIET te wachten op een lolbroekerige agentje die mij weer eens belerend, en met opgestoken vingertje, gaat vertellen dat wat ik aan het doen was toch écht niet mag. Foei meneer! Driewerf FOEI! Dát gaat u centen kosten, véél centen! Hihihihihi!
Ik hoop dat we één ding kunnen afspreken. ALS je me betrapt op iets wat écht niet kan, gééf me dan die bon. Ik ben echt de beroerdste niet en weet donders goed wanneer ik fout zit. Maar soms rijd je gewoon eens te hard en of dan zet je je vuilnisbak te vroeg buiten. Soit, kom maar op met die bon en doe er verder het zwijgen toe. Ik was fout en ik krijg straf, kan ik best mee leven maar leuk zal ik het niet vinden. Gaan jullie dan alsjeblieft niet onverwacht leuk lopen doen? Please?
02-11-07
donderdag 1 november 2007
Niet goed over nagedacht..
Singapore Airlines verbiedt stellen om, tijdens de vlucht, de liefde te bedrijven in de tweepersoonsbedden van hun nieuwe luxe jumbo. ´Er zijn dingen die in de acceptabel en dingen die onacceptabel zijn in de lucht..´ zo laat een woordvoerder weten. Stellen die zich toch, door de rijkelijk vloeiende champagne niet kunnen beheersen zullen gevraagd worden te stoppen.
Als ik dat zo lees bekruipt me het gevoel dat er ergens iemand vreselijk heeft zitten slapen. Als je tweepersoonsbedden gaat aanbieden op een intercontinentale vlucht dan kan je dit soort normale en menselijke activiteiten toch verwachten? En dan nu opeens gaan verbieden? Ik betwijfel of ze dat verbod erg lang kunnen volhouden.
Bij de gemeente Breda hebben ambtenaren ook een beetje zitten dutten. In een nieuwbouwproject zou één van de straten St Fiacriushof gaan heten maar toekomstige bewoners waren bang dat deze straatnaam verbasterd zou worden tot ´Viagrahof´ en vroegen de gemeente dus om een aanpassing. Die kwam er, en de straat gaat nu Hofhage heten. Een typisch gevalletje van associatief denken. Van St Fiacriushof, vernoemd naar de beschermheilige van de tuinders vanwege het tuinbouwverleden van de plek, naar Viagrahof is een kleine stap, mits je langs dergelijke lijnen denkt. Iets wat ik natuurlijk zélf noooooit zou doen!
Ook niet heel goed nagedacht werd er door de raad van hoofdcommissarissen die een brief deden uitgaan naar alle politiekorpsen in het land over het strakker handhaven van de regels omtrent fietsverlichting. Zowel in Groningen en Zuid Oost Brabant hebben inmiddels al laten weten dat ze de strakke richtlijnen en het bijbehorende boetebeleid niet zullen volgen. Nu zal niemand er iets tegen inbrengen als er initiatieven worden ontplooid om fietsers, en dan vooral de van- en naar school fietsende jeugd, ervan te overtuigen dat ze ervoor moeten zorgen dat ze zichtbaar zijn voor overige weggebruikers. Op een dag zoals gisteren met regenachtig weer zijn onverlichte fietsers soms echt niet te zien en liggen ze, voor je er erg in hebt, zo onder je voorwielen. En dat de jeugd niet altijd even goed stilstaat bij eventuele gevaren is nu eenmaal een gegeven. Maar áls de jeugd zich dan volhangt met lampjes is het wéér niet goed. Granted, de wet zegt duidelijk dat het licht vast op de fiets moet zitten en van voren wit en van achteren rood licht moet uitstralen, maar dit is weer zo´n typisch geval van slakken en zout, en ik ben dan ook blij dat er in ieder geval een paar hoge politiemeneren zijn die blijk geven van realiteitszin. De politie heeft de laatste jaren al weinig imago meer over en dit soort acties ondergraaft het restant van dat imago des te meer. Gezien worden, dáár gaat het tenslotte om, iets wat de dienders zelf ook niet altijd even goed afgaat.
Tenslotte kwam ik langs het bericht dat dominee Fred Phelps en zijn baptistische Westboro kerk veroordeeld zijn tot het betalen van een torenhoge boete voor het verstoren van de begrafenis van een omgekomen militair, waarvan voornoemde dominee vond dat die homoseksueel was. En dát is godslasterlijk gedrag volgens deze meneer. Als dit de eerste keer was geweest was dominee Phelps er wellicht met een mindere straf, de boete is $ 10.9 miljoen dollar (ongeveer 7.5 miljoen Euro) vanaf gekomen maar Phelps en de zijnen hebben de afgelopen twee jaar al zo´n driehonderd begrafenissen van omgekomen militairen verstoord. En ik maar denken dat God synoniem is aan liefde. In de kerk van Phelps ligt dat overduidelijk anders. Daar is God´s woord gelijk aan het Z/zijne en Z/zijn wil geschiede. Laat het nou juist dít soort mensen zijn dat de kerk een continue slechte naam bezorgd…
01-11-07
Als ik dat zo lees bekruipt me het gevoel dat er ergens iemand vreselijk heeft zitten slapen. Als je tweepersoonsbedden gaat aanbieden op een intercontinentale vlucht dan kan je dit soort normale en menselijke activiteiten toch verwachten? En dan nu opeens gaan verbieden? Ik betwijfel of ze dat verbod erg lang kunnen volhouden.
Bij de gemeente Breda hebben ambtenaren ook een beetje zitten dutten. In een nieuwbouwproject zou één van de straten St Fiacriushof gaan heten maar toekomstige bewoners waren bang dat deze straatnaam verbasterd zou worden tot ´Viagrahof´ en vroegen de gemeente dus om een aanpassing. Die kwam er, en de straat gaat nu Hofhage heten. Een typisch gevalletje van associatief denken. Van St Fiacriushof, vernoemd naar de beschermheilige van de tuinders vanwege het tuinbouwverleden van de plek, naar Viagrahof is een kleine stap, mits je langs dergelijke lijnen denkt. Iets wat ik natuurlijk zélf noooooit zou doen!
Ook niet heel goed nagedacht werd er door de raad van hoofdcommissarissen die een brief deden uitgaan naar alle politiekorpsen in het land over het strakker handhaven van de regels omtrent fietsverlichting. Zowel in Groningen en Zuid Oost Brabant hebben inmiddels al laten weten dat ze de strakke richtlijnen en het bijbehorende boetebeleid niet zullen volgen. Nu zal niemand er iets tegen inbrengen als er initiatieven worden ontplooid om fietsers, en dan vooral de van- en naar school fietsende jeugd, ervan te overtuigen dat ze ervoor moeten zorgen dat ze zichtbaar zijn voor overige weggebruikers. Op een dag zoals gisteren met regenachtig weer zijn onverlichte fietsers soms echt niet te zien en liggen ze, voor je er erg in hebt, zo onder je voorwielen. En dat de jeugd niet altijd even goed stilstaat bij eventuele gevaren is nu eenmaal een gegeven. Maar áls de jeugd zich dan volhangt met lampjes is het wéér niet goed. Granted, de wet zegt duidelijk dat het licht vast op de fiets moet zitten en van voren wit en van achteren rood licht moet uitstralen, maar dit is weer zo´n typisch geval van slakken en zout, en ik ben dan ook blij dat er in ieder geval een paar hoge politiemeneren zijn die blijk geven van realiteitszin. De politie heeft de laatste jaren al weinig imago meer over en dit soort acties ondergraaft het restant van dat imago des te meer. Gezien worden, dáár gaat het tenslotte om, iets wat de dienders zelf ook niet altijd even goed afgaat.
Tenslotte kwam ik langs het bericht dat dominee Fred Phelps en zijn baptistische Westboro kerk veroordeeld zijn tot het betalen van een torenhoge boete voor het verstoren van de begrafenis van een omgekomen militair, waarvan voornoemde dominee vond dat die homoseksueel was. En dát is godslasterlijk gedrag volgens deze meneer. Als dit de eerste keer was geweest was dominee Phelps er wellicht met een mindere straf, de boete is $ 10.9 miljoen dollar (ongeveer 7.5 miljoen Euro) vanaf gekomen maar Phelps en de zijnen hebben de afgelopen twee jaar al zo´n driehonderd begrafenissen van omgekomen militairen verstoord. En ik maar denken dat God synoniem is aan liefde. In de kerk van Phelps ligt dat overduidelijk anders. Daar is God´s woord gelijk aan het Z/zijne en Z/zijn wil geschiede. Laat het nou juist dít soort mensen zijn dat de kerk een continue slechte naam bezorgd…
01-11-07
Abonneren op:
Posts (Atom)