Als Haags kind werd ik er al uitgebreid voor gewaarschuwd, want in de bosjes zaten ´enge mannen´ verscholen die nou niet bepaald het beste voor hadden met tere kinderzieltjes. Vooral de Scheveningse Bosjes en die langs de Laan van Poot waren extra gevaarlijk, maar het waarom daarvan begreep ik pas veel later. Dan komt er, onvermijdelijk, een periode in het leven van een mannelijke jongeling dat ontluikende hormonen een dermate boventoon gaan voeren dat hij zelve het liefst de gehele dag in de bosjes zou vertoeven om zijn opvlammende lusten te bevredigen. Weliswaar niet op kindertjes maar welzeker op alles wat een rok draagt, of zou kúnnen dragen. Gelukkig maar dat een dergelijke wensperiode ook aan de ´tand des tijds´ onderhevig is en van voorbijgaande aard. Toch is de waarschuwing me altijd bijgebleven, al heeft de angst, met het verstrijken van de jaren en het lengen van onderhavig lichaam, plaats gemaakt voor verwondering omtrent de motieven van voornoemde bossage-sluipers. Jaren later, en woonachtig in Amsterdam, leerde ik deze ´heren´ ietwat beter kennen door ze op wat uitgebreidere schaal te observeren. Ze hielden zich namelijk regelmatig, en alles behalve onzichtbaar, op rond de recreatieplas waar ik met mijn toenmalige geliefde plachte te picknicken op warme zomeravonden.
Met het verder klimmen van de jaren leerde ik dat de mensen die zich momenteel vooral in bosjes ophouden de status van Opsporingsambtenaar hebben en die, getooid met flitsapparatuur, er een duivels genoegen in scheppen om een argeloze automobilist haarscherp op de gevoelige plaat vast te leggen indien de schavuit het waagt om maar één kilometer harder te rijden dan door de Vroede Vaderen der Legislatuur als acceptabel is vastgelegd. Qua gevaar is er in al die jaren dus niet héél veel veranderd. Toch hebben de Vroede Vaderen, in hun oneindige wijsheid besloten er een nieuwe sluiper aan toe te voegen. Eentje die zich, alleen en exclusief, gaat bezighouden met de controle op de leeftijd van drankkopers. Jawel, drankkopers. Er is in onze maatschappij een enorm probleem met de jeugd die veel te veel zuipt. Nu was dat, geloof ik hoor, in mijn jonge jaren niet heel veel anders. Ik kan me namelijk een heel aantal zaken uit mijn jeugd, de zaken die voornamelijk met het andere geslacht te maken hadden, namelijk wél herinneren, maar ook een heel aantal zaken, en dan voornamelijk feestjes, helemaal niet. Er was zelfs een tijd dat, zodra bekend werd dat ondergetekende een feestje met zijn aanwezigheid zou komen opluisteren, er spontaan een aantal extra kratten bier werd ingeslagen. Niet dat ik zoveel dronk van nature, maar ik beheerste destijds de techniek (en ik spreek hier heel bewust in de verleden tijd) om mijn keelgat open te zetten en de inhoud van maar liefst twee flesjes tegelijkertijd naar binnen te laten glijden, zònder onderwijl te hoeven slikken. En dat kunstje moest ik elke keer, tot vervelens toe, weer demonstreren. Zolang je maar bleef zitten was er hoegenaamd niets aan de hand. Tòt je opstond.
Terug naar de bosjes en het nieuwe type ´bossage-sluiper´. Die moet er dus op toezien dat niemand van ònder de toegestane leeftijd van zestien jaar alcoholische dranken kan kopen. Hoe gaat hij dat in hemelsnaam doen? Van een aantal kids is redelijk makkelijk vast te stellen dat ze de juiste leeftijd nog niet hebben bereikt, hun puisterige uiterlijk verraad echter wel dat ze er niet ál te ver meer vanaf zitten. Bij een andere groep, die van de jonge dames, is het echter een stuk lastiger. Die lopen er tegenwoordig bij alsof ze thuishoren op de Wallen èn die Wallen bovendien al grotendeels hebben afgewerkt. Vaak met bijbehorend taalgebruik en losse moraal overigens. Maar makkelijk is het niet om het juiste onderscheid te maken, en dat is nu juist ook het probleem dat de verkopers van alcohol al jaren hebben, die tussen-groep van ´bijna-zestien´. En identiteitskaarten zijn ook niet zaligmakend. Deze meiden lijken in kleding en gedrag zo op elkaar dat het uitwisselen van dergelijke kaarten de gewoonste zaak van de wereld is tegenwoordig. Desalniettemin lijkt het me dat er weer een uitgelezen carrière-stap is bijgekomen voor de leden van de hermandad. Benieuwd hoe ze dát gaan uitleggen op feestjes. Maar ik weet één ding zeker. Waarheen mijn carrièrepad zich ook zal ontwikkelen, het zal NIET eindigen in de bosjes. Daar is mijn vrije tijd immers voor gereserveerd.
13-11-07
Geen opmerkingen:
Een reactie posten