zondag 18 november 2007

Speculator

Speculator is niet alleen de bijnaam van Sint Nicolaas, maar tevens een van de twee verklaringen voor het woord speculaas. De term stamt uit het Latijn en betekent ´hij die alles ziet´. Als beginnend veertiger zonder kinderen brengt de Sinterklaastijd me geregeld terug naar de periode dat ik, met heftig kloppend hart en natte haartjes, voor de kachel mijn schoen mocht zetten. De erbij gezongen liedjes moesten er vooral voor zorgen dat de oogst ´rijk´ zou zijn.
Hoe oud ik precies was toen ik de eerste tekenen van ´bedrog´ begon te registreren weet ik niet maar er speelde toch wel duidelijk door mijn hoofd dat er een aantal zaken absoluut niet klopten. Zo herinner ik me dat ik de winterwortels, die mijn zusjes en ik voor Amerigo achter lieten, later ergens onderin de koelkast weggestopt terug vond. Ook de met zorg en veel liefde gemaakte tekeningen bleken in de vuilnisbak beland, goed weggestopt onder etensresten. De reactie van mijn moeder, ´Dan is Piet waarschijnlijk slordig geweest..´ klonk bovendien niet al te overtuigend. Toen ik, niet al te lang daarna, echt op de hoogte werd gesteld van de werkelijke gang van zaken, was ik niet alleen verdrietig om het feit dat ´de Grote Kindervriend´ niet meer dan een fabeltje was, maar méér nog omdat mijn ouders me, willens en wetens, hadden voorgelogen terwijl ik wist dat het ´plaatje´ niet klopte.
Nu zijn dit maar een paar, schijnbaar onschuldige, voorbeelden. Toch is dat gevoel omtrent het niet kloppende ´plaatje´ me altijd bijgebleven. In eerste instantie was het echt niet meer dan een gevoel dat, bij het ouder worden, uitgroeide naar een steeds grotere zekerheid. Zo herinner ik me een voorbeeld van toen ik werkte in IJmuiden. Ik werkte daar als verantwoordelijke voor de goederenstroom binnen de cateringorganisatie en aldus ook verantwoordelijk voor het magazijn en de uitgaande goederen. Elke ochtend werden de gedane bestellingen klaargezet om met vrachtwagens te worden uitgereden over het gigantische terrein. Rolcontainers vol stonden dan klaar in de gang, elk voorzien van de naam van het restaurant waar hij voor bestemd was. En vaak, zelfs zonder de bestelling te hebben gelezen, wist ik in één oogopslag bij welke rolcontainer ´mijn jongens´ orderpickfouten hadden gemaakt. Dan klopte het ´plaatje´niet en gaf ik de opdracht tot een extra controle, hetgeen niet zelden leidde tot de discussie dat ik dat absoluut niet kon weten. Toch had ik, in zeker 90% van de gevallen gelijk en was een doos of krat op de verkeerde rolcontainer beland.
Toch duurde het nog een aantal jaar voor ik erachter kwam hoe, en waarom, dat proces bij mij werkte. In 2002 deed ik een loopbaanheroriëntatie bij een bureau in Delft. En daar vroeg Henny, de eigenaar van het bureau, op een dag of ik wel wist dat ik een beelddenker was. Niet dus. Ik had nog nooit van het begrip gehoord, maar met de beperkte uitleg die ik van hem kreeg èn de daarop volgende speurtocht op internet en in de lande begonnen de antwoorden te komen. Ik was een van die idioten die, in tegenstelling tot de meesten in mijn omgeving, de overstap van ´denken in plaatjes´, wat een kind vanaf de geboorte doet, naar denken in woorden niet had gemaakt. En hoe meer ik las en hoorde, hoe meer dingen duidelijk werden, en ik mezelf weer een klein beetje beter ging begrijpen. Zo bleek dat de uitdrukking ´het plaatje klopt niet´ voor mij dus letterlijk gold. Ik zie de wereld in plaatjes en niet in woorden zoals, schijnbaar, de meesten van ons. Een van de gevolgen daarvan is echter dat, als een waargenomen ´plaatje´ dan dus niet aan de verwachting voldoet, er véél eerder alarmbellen gaan rinkelen dat er ergens iets niet klopt. En, over de jaren, heb ik geleerd om daarop te gaan vertrouwen. Ik wéét dat er ergens iets niet klopt en ga dan zoeken naar het item dat uit de toon valt. Voor mensen die absoluut talig zijn ingesteld, is een dergelijke ´gave´ vaak moeilijk te bevatten en wordt soms zelfs als ronduit bedreigend ervaren. Één plaatje heeft namelijk zóveel details dat het soms erg lastig is om de discrepanties niet te zien, ook al wens je wel eens dat je bepaalde dingen niet zou zien. Zo ben ik in het bedrijfsleven meerdere malen situaties tegengekomen waar het ene wordt verteld door het management en alles wat in het bedrijf gaande is juist wijst op precies het tegenovergestelde. En als je dan ook nog eens de onhebbelijke neiging hebt om dat dan ook te zeggen is het slechts afwachten tot de problemen beginnen. Toch zou ik niet anders willen zijn. Het heeft me namelijk ook heel veel gebracht. Bovendien kán ik, ook al zou ik het nog zo graag willen, niet eens anders zijn, want ik zit nu eenmaal zo in elkaar. Ik bèn nu eenmaal Speculator, ´hij die alles ziet´. Dat dit feit voor mijn werkgevers niet altijd uitkomt besef ik me maar al te goed, maar ik heb inmiddels wel geleerd dat ik af en toe, voor mijn eigen bestwil, beter mijn mond kan houden. En dat is verdomde moeilijk, zeker als je ook nog behept bent met een sterk gevoel voor rechtvaardigheid. Toch is ´je mond houden´ iets wat me steeds beter afgaat, al gaat het vaak ten koste van mezelf. Maar, ook al zeg ik er soms niets van, ik zie het wél allemaal.
´Speculator, aangenaam!´.

18-11-07

1 opmerking:

Anoniem zei

Met veel plezier heb ik het "brok" speculator gelezen.
Net na het weekend dat ikzelf zaterdagnacht mijn eigen schoen maar heb gezet. Schat, zei ik de volgende ochtend, is hij al geweest !!! Ook voor mijn leif stond er een schoen met brief.
Wel leuk als je kort voor je abraham gaat zien (!!) nog in de Sint "gelooft".
Ik ben dan geen beelddenker, maar als het zou bestaan dan ben ik een traditietist of iets dergelijks. Tradities kan je ook zelf in stand houden, toch.

PS