Politiek is show, toneel, cabaret soms. Politici zijn met de regelmaat van de klok verbijsterd of aangeslagen, terwijl iedereen met een klein beetje verstand de oorzaken van die verbijstering of dat aangeslagen zijn al van mijlenver heeft zien aankomen.
Maar afgelopen week werd er aan het scala van politieke emoties een nieuwe dimensie toegevoegd. Nadat Geert Wilders het gewaagd had om (inmiddels ex-)minister Vogelaar ‘knettergek’ te noemen, was het hek van de dam. Tweede Kamerleden buitelden over elkaar heen om Wilders voor zijn uitspraken te bekritiseren. Inmiddels, vele maanden verder, blijkt doorgedrongen dat het volk helemaal niet schrikt van een dergelijke omschrijving van een bewindspersoon , al dan niet terecht. Sterker nog, het lijkt alsof ook andere fracties de smaak te pakken hebben gekregen en raker taalgebruik niet meer schuwen. Zo noemde oud SP-leider Marijnissen minister Koenders (Ontwikkelingssamenzwering) onlangs een ‘flapdrol’.
In menige krant is de actie van Marijnissen omschreven als schoffering. Andere media maakten melding van ‘grof taalgebruik’ en ‘verloedering van de verhoudingen’. Bert Koenders speelde ondertussen de rol van klein kind en liet optekenen ‘danig van slag’ te zijn door de opmerking. Wat Koenders trouwens ook stoorde is dat, op het moment dat hij bij Marijnissen kwam vragen naar het waarom van deze karakterisering, deze hem wegwuifde onder de woorden ‘Ga de Kamer uit. Je hebt hier niets te zoeken!’
Er is natuurlijk een brede discussie te voeren of dergelijk taalgebruik passend is voor parlementariërs. Ik ben geneigd te zeggen van niet, maar politici kunnen ook overdrijven en een dergelijke rake typering is soms vervelend om te horen. Maar ik kan me tegelijkertijd ook niet aan de indruk onttrekken dat Marijnissen en de zijnen inmiddels gezien hebben dat dergelijk taalgebruik Wilders bepaald geen windeieren legt, en ze nu proberen mee te eten uit diezelfde ruif met het oog op de komende verkiezingen. En dat maakt een dergelijke uitspraak dan weer extra discutabel.
Door het voortdurend gerommel en geruzie in het kabinet, het feit dat een vice-premier zijn baas openlijk afvalt en met grote regelmaat precies het tegenovergestelde beweert van wat hij de kiezer eerder heeft proberen wijs te maken, heeft ervoor gezorgd dat de huidige regering zich bepaald niet kan verheugen in een grote populariteit onder kiezers. Niet van hun eigen achterban en al helemaal niet in die van de kiezer die het hele politieke zooitje allang zat is. Dat politici, rekening houdend met een naderend moment waarbij de kiezer genadeloos met hem of haar kan afrekenen, vervolgens door hun taalgebruik proberen kiezers terug te winnen is bedroevend. Want de kiezer kijkt verder dan dat, hoe zeer sommigen het ook met bovengenoemde omschrijvingen eens mochten zijn. Het gaat dan namelijk niet meer om de inhoud, het beleid van de betreffende politicus, maar louter om de vorm. De weldenkende kiezer, en daar ben ik van overtuigd, zal in het stemhokje doorgaans toch een hele regeerperiode in zijn overwegingen meenemen en niet slechts hoe inventief of kleurrijk iemand zich kan uitdrukken over een collega.
Ikzelf heb in mijn vorige levens ook meerdere benamingen te horen gekregen die niet allemaal even vleiend waren. Een deel ervan was gebaseerd om mijn forse postuur, mijn lichaamsbeharing of mijn lengte. Een ander deel op de gevoelens die betrokkene op het moment van de uitspraken voor mij had. Maar ook al was niet elke omschrijving even vleiend, ik kan me niet herinneren er ooit ernstig ‘van slag’ van te zijn geweest. Het hoort er namelijk allemaal gewoon bij.
Mocht u mij trouwens de komende weken onverhoopt missen, ik ben dan aan het genieten van een vakantie op een aantal eilanden van de Azoren. Ik hoop de komende weken dan ook vooral door te brengen met liggen op het strand, het af en toe proeven van de plaatselijke cultuur, en het meermalen per dag proeven van de plaatselijke cuisine. Er zullen ongetwijfeld mensen zijn die dergelijk gedrag zullen omschrijven als ‘lui’, maar mijn liefste en ik noemen het ‘welverdiend’!
27-05-09
Ik ben dit Blog begonnen om een podium te hebben voor mijn gedachten. Alle teksten, meningen en afbeeldingen op deze blog zijn dan ook van mij en van mij alleen. Het is dan ook niet toegestaan om tekst/delen van tekst/afbeeldingen etc van deze blog te gebruiken zonder mijn uitdrukkelijke en schriftelijke toestemming. Als je wilt reageren op een bericht of iets anders wilt zeggen of mededelen dan lees of hoor ik dat graag!
woensdag 27 mei 2009
maandag 25 mei 2009
Ontkenning
Pa zat aan de gezamenlijke tafel toen we binnen kwamen. Op de tafel voor hem een bord met daarop iets dat voor nasi moest doorgaan. Er was geen hap van gegeten en hij was in druk gesprek verwikkeld met de dame naast hem.
Naast hem hurkend legde ik mijn hand op zijn schouder en zei hem gedag. Hij hoorde het niet, want zodra hij mijn hand op zijn schouder voelde draaide hij zich om en begon zijn verhaal over het eten opnieuw. Ik glimlachte naar hem, omdat ik weet dat je Pa bepaald geen plezier doet met rijst. De dame naast hem stond half op en vroeg of ik haar zoon was. Ik schudde mijn hoofd en vertelde, wijzend op Pa, dat ik zijn zoon ben. Geheel verbouwereerd bleef het even stil, Pa dacht na, om vervolgens met volledige overtuiging te zeggen: “Ik heb helemaal geen kinderen!”
Ondanks het feit dat ik in zijn ogen blijkbaar een volslagen vreemde ben, was het niet eens erg moeilijk om hem over te halen met ons een kopje koffie in de tuin te gaan drinken. Eenmaal beneden zaten we eerst in de schaduw, om even later toch maar naar de zon te verhuizen. “Ik ben namelijk een verschrikkelijke koukleum ziet u….”, en dus verhuisden we.
Patiënten met Alzheimer zijn meesters in het verhullen als ze iets niet meer weten wat ze, gezien de situatie, blijkbaar toch zouden moeten weten. Op mijn bevestiging dat ik toch echt zijn zoon ben, kwam er een glimlach om zijn lippen en begroette mij vervolgens met zijn eigen naam.
Nog geen half uurtje later gaf hij aan moe te zijn en ‘naar huis’ te willen. Alleen was ‘thuis’ opeens weer gedefinieerd aan zijn ouders. Gelukkig was het hem terugbrengen naar de afdeling ook goed, dat is tenslotte tegenwoordig òòk thuis. Op de gang troffen we dezelfde dame die een half uur gelden naast Pa aan tafel had gezeten. Er ontspon zich een geanimeerd gesprek over hoe leuk en toevallig het wel niet was om elkaar zomaar hier tegen te komen als je elkaar toch al zo héél lang niet meer hebt gezien. Dat was voor ons het moment om stilletjes te verdwijnen.
Op de weg terug naar het zuiden een telefoontje van zijn vrouw. Of ik die ochtend geweest was? Het bleek dat mijn gestalte nogal indruk had gemaakt op de afdeling, zeker als je die naast die van mijn vader ziet. Pa is minstens anderhalve kop kleiner is dan ik; mijn lengte komt van mijn beide grootvaders. Ze vertelde dat Pa inmiddels alweer in de tuin aan de volgende kop koffie en het volgende gebakje zat. Van vermoeidheid had hij geen moment gerept, elke vorm van vermoeidheid was zelfs compleet verdwenen. Op haar opmerking dat het toch lief was dat zijn zoon was langs geweest kwam de opmerking: “Henry? Nee hoor, die heb ik al maanden niet meer gezien…”
25-09-09
Naast hem hurkend legde ik mijn hand op zijn schouder en zei hem gedag. Hij hoorde het niet, want zodra hij mijn hand op zijn schouder voelde draaide hij zich om en begon zijn verhaal over het eten opnieuw. Ik glimlachte naar hem, omdat ik weet dat je Pa bepaald geen plezier doet met rijst. De dame naast hem stond half op en vroeg of ik haar zoon was. Ik schudde mijn hoofd en vertelde, wijzend op Pa, dat ik zijn zoon ben. Geheel verbouwereerd bleef het even stil, Pa dacht na, om vervolgens met volledige overtuiging te zeggen: “Ik heb helemaal geen kinderen!”
Ondanks het feit dat ik in zijn ogen blijkbaar een volslagen vreemde ben, was het niet eens erg moeilijk om hem over te halen met ons een kopje koffie in de tuin te gaan drinken. Eenmaal beneden zaten we eerst in de schaduw, om even later toch maar naar de zon te verhuizen. “Ik ben namelijk een verschrikkelijke koukleum ziet u….”, en dus verhuisden we.
Patiënten met Alzheimer zijn meesters in het verhullen als ze iets niet meer weten wat ze, gezien de situatie, blijkbaar toch zouden moeten weten. Op mijn bevestiging dat ik toch echt zijn zoon ben, kwam er een glimlach om zijn lippen en begroette mij vervolgens met zijn eigen naam.
Nog geen half uurtje later gaf hij aan moe te zijn en ‘naar huis’ te willen. Alleen was ‘thuis’ opeens weer gedefinieerd aan zijn ouders. Gelukkig was het hem terugbrengen naar de afdeling ook goed, dat is tenslotte tegenwoordig òòk thuis. Op de gang troffen we dezelfde dame die een half uur gelden naast Pa aan tafel had gezeten. Er ontspon zich een geanimeerd gesprek over hoe leuk en toevallig het wel niet was om elkaar zomaar hier tegen te komen als je elkaar toch al zo héél lang niet meer hebt gezien. Dat was voor ons het moment om stilletjes te verdwijnen.
Op de weg terug naar het zuiden een telefoontje van zijn vrouw. Of ik die ochtend geweest was? Het bleek dat mijn gestalte nogal indruk had gemaakt op de afdeling, zeker als je die naast die van mijn vader ziet. Pa is minstens anderhalve kop kleiner is dan ik; mijn lengte komt van mijn beide grootvaders. Ze vertelde dat Pa inmiddels alweer in de tuin aan de volgende kop koffie en het volgende gebakje zat. Van vermoeidheid had hij geen moment gerept, elke vorm van vermoeidheid was zelfs compleet verdwenen. Op haar opmerking dat het toch lief was dat zijn zoon was langs geweest kwam de opmerking: “Henry? Nee hoor, die heb ik al maanden niet meer gezien…”
25-09-09
donderdag 21 mei 2009
Henry's brein
Soms zou ik er heel veel voor over hebben als er op mijn brein een knopje zou zitten waarmee ik het, af en toe, uit zou kunnen zetten, maar helaas zal dat altijd wel een wens blijven. Mijn brein ratelt namelijk onvermoeibaar door, 24 uur per dag en 7 dagen in de week. Nu is het niet dat ik nu zo’n vreselijk interessant en avontuurlijk leven leid, integendeel zelfs, maar mijn brein is nu eenmaal dermate breed georiënteerd en geïnteresseerd dat het overal en altijd wel een plukje informatie boven kan halen om zich mee bezig te houden. En als je, zoals ik, een bovengemiddelde interesse hebt in mensen en hun handelen, heb je al helemaal nooit gebrek aan studiemateriaal.
En het houdt echt nooit op. Zit ik ’s avonds tv te kijken, dan maakt het niet eens zoveel uit naar wat ik kijk. De mannetjes in mijn bovenkamer zijn dan nog steeds druk bezig de indrukken van die dag te inventariseren en organiseren. Alle indrukken moeten namelijk worden bekeken, gesorteerd en, eenmaal van commentaar voorzien, worden opgeborgen in een van de vele en donkere krochten van mijn brein. Daar liggen die indrukken en ideeën dan te wachten tot het moment dat ze ooit weer eens worden opgeroepen. En die oproep laat soms lang op zich wachten, en soms een heel stuk minder lang, maar ik heb gemerkt dat ik ook informatie blijk op te slaan die voor mezelf helemaal niet relevant is, althans niet direct.
Zo zat ik laatst een beetje te zappen en kwam ik langs een programma waarin werd uitgelegd hoe een bepaald product wordt gemaakt. Natuurlijk zie je in zo’n programma nooit alle geheimen, maar het gaf toch een goed beeld van het hele proces. Nu heb ik zelf geen enkele interesse in plastic poppetjes van de een of andere tekenfilmserie, ik had tot dat moment zelfs nog nooit van de serie gehoord, maar één onderdeel van het productieproces sprong er duidelijk uit. En waarom? Ik had een aantal dagen eerder een toevallig, maar uitermate interessant gesprek gehad, en juist dit onderdeel van het productieproces gaf aanknopingspunten om een probleem uit dàt gesprek op te lossen. Niet door exact te kopiëren, maar er was wel weer een idee ontstaan waarmee verder kan worden gebouwd aan een oplossing. En het is niet eens mijn probleem.
Op de keper beschouwd is het feitelijk van de zotte hoeveel, schijnbaar, nutteloze informatie mijn brein opslaat en registreert. Ik zie alles, maar als je je realiseert dat in mijn denkwereld alles en iedereen met elkaar is verbonden, dan wordt het weer een klein stukje logischer. Zeker als je daarbij bedenkt dat een groot deel van de betekenis van de beleving, verborgen zit in de details. Daarin zitten de vaak de aanknopingspunten van waarom mensen iets doen op een bepaalde manier. Mensen zijn namelijk gewoontedieren, en gebruiken vaak de dingen die ze kennen. Bovendien gebruiken ze het liefst een beproefde methode om hun doel te bereiken, een methode dus die zijn succes al eens heeft bewezen. En als je dat weet, blijkt er opeens niet zo bar veel verschil is die methodes te zijn: alleen het gewenste resultaat is anders. En dat is weer ontzettend handig om te weten in conflictsituaties. Je ziet dan als het ware precies waar beide partijen vandaan zijn gekomen, waar ze naartoe willen en waar die, vaak tegenstrijdige, belangen dus botsen. Daarmee wordt het niet per definitie makkelijker om het conflict op te lossen, maar begrip voor ieders positie en afgelegde weg tot op dát punt, maakt het wel aannemelijker dat er een oplossing gevonden kan worden waarin beide partijen zich kunnen vinden.
21-05-09
En het houdt echt nooit op. Zit ik ’s avonds tv te kijken, dan maakt het niet eens zoveel uit naar wat ik kijk. De mannetjes in mijn bovenkamer zijn dan nog steeds druk bezig de indrukken van die dag te inventariseren en organiseren. Alle indrukken moeten namelijk worden bekeken, gesorteerd en, eenmaal van commentaar voorzien, worden opgeborgen in een van de vele en donkere krochten van mijn brein. Daar liggen die indrukken en ideeën dan te wachten tot het moment dat ze ooit weer eens worden opgeroepen. En die oproep laat soms lang op zich wachten, en soms een heel stuk minder lang, maar ik heb gemerkt dat ik ook informatie blijk op te slaan die voor mezelf helemaal niet relevant is, althans niet direct.
Zo zat ik laatst een beetje te zappen en kwam ik langs een programma waarin werd uitgelegd hoe een bepaald product wordt gemaakt. Natuurlijk zie je in zo’n programma nooit alle geheimen, maar het gaf toch een goed beeld van het hele proces. Nu heb ik zelf geen enkele interesse in plastic poppetjes van de een of andere tekenfilmserie, ik had tot dat moment zelfs nog nooit van de serie gehoord, maar één onderdeel van het productieproces sprong er duidelijk uit. En waarom? Ik had een aantal dagen eerder een toevallig, maar uitermate interessant gesprek gehad, en juist dit onderdeel van het productieproces gaf aanknopingspunten om een probleem uit dàt gesprek op te lossen. Niet door exact te kopiëren, maar er was wel weer een idee ontstaan waarmee verder kan worden gebouwd aan een oplossing. En het is niet eens mijn probleem.
Op de keper beschouwd is het feitelijk van de zotte hoeveel, schijnbaar, nutteloze informatie mijn brein opslaat en registreert. Ik zie alles, maar als je je realiseert dat in mijn denkwereld alles en iedereen met elkaar is verbonden, dan wordt het weer een klein stukje logischer. Zeker als je daarbij bedenkt dat een groot deel van de betekenis van de beleving, verborgen zit in de details. Daarin zitten de vaak de aanknopingspunten van waarom mensen iets doen op een bepaalde manier. Mensen zijn namelijk gewoontedieren, en gebruiken vaak de dingen die ze kennen. Bovendien gebruiken ze het liefst een beproefde methode om hun doel te bereiken, een methode dus die zijn succes al eens heeft bewezen. En als je dat weet, blijkt er opeens niet zo bar veel verschil is die methodes te zijn: alleen het gewenste resultaat is anders. En dat is weer ontzettend handig om te weten in conflictsituaties. Je ziet dan als het ware precies waar beide partijen vandaan zijn gekomen, waar ze naartoe willen en waar die, vaak tegenstrijdige, belangen dus botsen. Daarmee wordt het niet per definitie makkelijker om het conflict op te lossen, maar begrip voor ieders positie en afgelegde weg tot op dát punt, maakt het wel aannemelijker dat er een oplossing gevonden kan worden waarin beide partijen zich kunnen vinden.
21-05-09
donderdag 14 mei 2009
Aanwijzingen
Het onderzoek naar de motieven van Karst T. is nog volop bezig, maar door zijn overlijden is het maar de vraag of het ooit echt duidelijk zal worden hoe en waarom hij tot deze wanhoopsdaad kwam. De rechercheurs zullen het dus vooral van de verhalen van vrienden en kennissen en van 'stille getuigen' moeten hebben.
De encyclopedie benoemt 'stille getuigen' als volgt: Sporen van de daad of de dader die op de PD (=Plaats Delict) zijn achtergebleven en/of sporen van de daad die bij de dader terug te vinden zijn en met behulp waarvan door middel van criminalistische technieken vaak met grotere zekerheid feiten kunnen worden vastgesteld dan door verklaringen van 'sprekende getuigen'.
Zo hebbeb we o.a. in de krant kunnen lezen dat de verdachte door zijn uiterlijk, kleding en haardracht, extreemrechse sympathieën worden toegedacht. Dit zou ondermeer zij af te leiden uit het feit dat hij een Suzuki Swift gebruikte (afkorting SS) en een Albert Heijn-tas (afkorting AH, wat dan weer zou staan voor Adolf Hiltler) in zijn achterbak had liggen.
Na het lezen van die berichten heb ik mijn eigen achterbak eens bekeken en me vervolgens afgevraagd wat de inhoud daarvan zoal over mij zou kunnen vertellen. En ik kom tot de conclusie dat de inhoud van mijn achterbak een forensisch onderzoeker absoluut voor grote raadselen zou plaatsen. Nu is het algemeen bekend dat de omgeving en de spullen waarmee iemand zich omringt véél zegt over de persoon. Bovendien luidt het gezegde niet voor niets: 'Toon mij de boeken die u leest, en ik vertel u wat voor persoon u bent'. Toch zou ook onze boekenkast menig wenkbrauw doen fronsen.
Maar laat ik beginnen met mijn auto. Ik rijd in een voiture van Franse makelijk, die op 1 juni 1999 voor het eerst op de weg is toegelaten. De afkorting CX, van Citroën Xantia, levert in Google 53.200.000 hits op. De voornaamste gaan over de beurs, diverse automerken (Citroën, Honda en Mazda) en Christmas Island, waarvan CX de extentie is. Christmas Island, dat in de Indische Oceaan ligt zo'n 350 km ten zuiden van Java, behoort tot het Gemenebest van Australië, en is vooral bekend door de grote kolonie rode krabben die er leven. De bevolking bestaat voor 70% uit Chinezen, 20% Europeanen en 10% Maleisiërs. De taal die er gesproken wordt is overwegend Kantonees. Dus, wat zou een onderzoeker daar nu van maken? Dat ik banden heb met China? Het beroemde Rode Boekje zullen ze echter hier in huis niet aantreffen.
1999 dan. Verwijst dat naar een voorliefde voor Prince, TAFKAP of hoe noemt hij zich tegenwoordig? Ik moet zeggen dat ik warme herinneringen heb aan de periode dat 'Purple Rain' uitkwam. Herinneringen aan duistere bioscoopzaaltjes, ik heb de fil zeker zes keer gezien, en aan grote hoeveelheden witte Martini. Maar om nu te zeggen dat ik een groot Prince-fan ben? Nou nee.
Als ik de kofferbak openmaak is het zooitje in mijn achterbak het eerste wat de kijker opvalt. Er staan twee volle kratjes in en er liggen een hoop lege boodschappentassen naast. Op de boodschappentassen alleen al zou ik nat kunnen gaam, want de meesten zijn van die Zaanse Grootgrutter. Gelukkig is eentje van de lokale krant, dus dat relativeert weer enigszins. Voor wie echter de moete neemt de boodschappentassen op te tillen, eronder liggen een paar flip-overvellen met aantekeningen. Héél benieuwd wat men daarvan zou maken, omdat ik als enige weet hoe die tot stand zijn gekomen. Toch staat er weer niets op dat aanleiding zou kunnen geven de dreiging van terrorisme tot het allerhoogste niveau op te schroeven.
Dan de kratjes. In de ene de zooi die bij veel mensen gewoon los in de kofferbak zwerft: olie, ruitensproeiervloeistof, zo'n geel vest, wat gereedschap, startkabels, een sleepkabel en mijn gevarendriehoek. Het enige opvallende aan dit kratje is dat het een z.g. 'klapkratje' betreft, wat weer zou kunnen wijzen op een 'plooibare instelling'. Het feit dat ik die rotzooi elke dag meesleep op het feit dat ik (blijkbaar) graag voorbereid ben op eventualiteiten.
De andere krat, zo'n zwarte van de melk, roept meer vragen op. De samenhang tussen de verschillende spullen daarin is wat lastiger te duiden. Zo tref je CD's aan, een versleten stratenboek, een rol vuilniszakken (je weet tenslotte maar nooit wanneer je dìe nog eens onderweg nodig hebt om iets in te verpakken), en een viertal zwenkwielen. Die zijn een aantal jaar geleden tijdens een verhuizing in het kratje terecht gekomen, en vervolgens mèt het kratje in de opvolgende auto's terecht gekomen. Nu ben ik bepaald geen knutselaar, maar ik vond het toch zonde om ze weg te gooien, dus sindsdien leven ze een teruggetrokken bestaan in mijn kofferbak. Tenslotte bevat het kratje nog een opvouwbare paraplu, doorgaans geen overbodige luxe in ons klimaat.
Wat zou een onderzoeker daar allemaal van maken? Waarschijnlijk aan de ene hand het opgeruimde, maar daarnaast ook de chaos. Duidelijke voorbedachtheid op eventualiteiten, maar niets dat wijst op bloeddorst of andere zorgelijke neigingen. Ook de muziek op de CD's zal men niet heel veel wijzer maken anders dan dat die zéér divers is. Zou de inhoud van mijn kofferbak dus rode vlaggen veroorzaken? Ik denk het niet.
Anders kan het worden als men gaat graven in de rest van het interieur. Daar zouden ze namelijk een schat aan aantekeningen en gedachtes vinden die een stuk raadselachtiger zijn dan de inhoud van de kratjes. Autorijden is voor mij namelijk bij uitstek de tijd om na te denken en mijn gedachten te ordenen over de dingen die me bezig houden op dat moment. En af en toe heb ik dan wel eens een idee of ingeving die ik wil bewaren. Daartoe ligt er altijd een opschrijfblokje en schrijfgerei binnen handbereik. De gedachtenspinsels die in mijn auto zijn ontstaan hebben alleen nog nooit de neiging gehad de auto ook ooit te willen verlaten, dus ook hier hebben we het over een cumulatie van jaren. Oiit, als ik eenmaal dood en begraven ben na een ongetwijfeld lagdurig en beroemd leven, zal mijn biograaf zich er erover willen buigen. Helaas ben ik er dan niet meer om zijn conclusies te lezen, want dáár ben ik nu eens razend benieuwd naar!
14-05-09
De encyclopedie benoemt 'stille getuigen' als volgt: Sporen van de daad of de dader die op de PD (=Plaats Delict) zijn achtergebleven en/of sporen van de daad die bij de dader terug te vinden zijn en met behulp waarvan door middel van criminalistische technieken vaak met grotere zekerheid feiten kunnen worden vastgesteld dan door verklaringen van 'sprekende getuigen'.
Zo hebbeb we o.a. in de krant kunnen lezen dat de verdachte door zijn uiterlijk, kleding en haardracht, extreemrechse sympathieën worden toegedacht. Dit zou ondermeer zij af te leiden uit het feit dat hij een Suzuki Swift gebruikte (afkorting SS) en een Albert Heijn-tas (afkorting AH, wat dan weer zou staan voor Adolf Hiltler) in zijn achterbak had liggen.
Na het lezen van die berichten heb ik mijn eigen achterbak eens bekeken en me vervolgens afgevraagd wat de inhoud daarvan zoal over mij zou kunnen vertellen. En ik kom tot de conclusie dat de inhoud van mijn achterbak een forensisch onderzoeker absoluut voor grote raadselen zou plaatsen. Nu is het algemeen bekend dat de omgeving en de spullen waarmee iemand zich omringt véél zegt over de persoon. Bovendien luidt het gezegde niet voor niets: 'Toon mij de boeken die u leest, en ik vertel u wat voor persoon u bent'. Toch zou ook onze boekenkast menig wenkbrauw doen fronsen.
Maar laat ik beginnen met mijn auto. Ik rijd in een voiture van Franse makelijk, die op 1 juni 1999 voor het eerst op de weg is toegelaten. De afkorting CX, van Citroën Xantia, levert in Google 53.200.000 hits op. De voornaamste gaan over de beurs, diverse automerken (Citroën, Honda en Mazda) en Christmas Island, waarvan CX de extentie is. Christmas Island, dat in de Indische Oceaan ligt zo'n 350 km ten zuiden van Java, behoort tot het Gemenebest van Australië, en is vooral bekend door de grote kolonie rode krabben die er leven. De bevolking bestaat voor 70% uit Chinezen, 20% Europeanen en 10% Maleisiërs. De taal die er gesproken wordt is overwegend Kantonees. Dus, wat zou een onderzoeker daar nu van maken? Dat ik banden heb met China? Het beroemde Rode Boekje zullen ze echter hier in huis niet aantreffen.
1999 dan. Verwijst dat naar een voorliefde voor Prince, TAFKAP of hoe noemt hij zich tegenwoordig? Ik moet zeggen dat ik warme herinneringen heb aan de periode dat 'Purple Rain' uitkwam. Herinneringen aan duistere bioscoopzaaltjes, ik heb de fil zeker zes keer gezien, en aan grote hoeveelheden witte Martini. Maar om nu te zeggen dat ik een groot Prince-fan ben? Nou nee.
Als ik de kofferbak openmaak is het zooitje in mijn achterbak het eerste wat de kijker opvalt. Er staan twee volle kratjes in en er liggen een hoop lege boodschappentassen naast. Op de boodschappentassen alleen al zou ik nat kunnen gaam, want de meesten zijn van die Zaanse Grootgrutter. Gelukkig is eentje van de lokale krant, dus dat relativeert weer enigszins. Voor wie echter de moete neemt de boodschappentassen op te tillen, eronder liggen een paar flip-overvellen met aantekeningen. Héél benieuwd wat men daarvan zou maken, omdat ik als enige weet hoe die tot stand zijn gekomen. Toch staat er weer niets op dat aanleiding zou kunnen geven de dreiging van terrorisme tot het allerhoogste niveau op te schroeven.
Dan de kratjes. In de ene de zooi die bij veel mensen gewoon los in de kofferbak zwerft: olie, ruitensproeiervloeistof, zo'n geel vest, wat gereedschap, startkabels, een sleepkabel en mijn gevarendriehoek. Het enige opvallende aan dit kratje is dat het een z.g. 'klapkratje' betreft, wat weer zou kunnen wijzen op een 'plooibare instelling'. Het feit dat ik die rotzooi elke dag meesleep op het feit dat ik (blijkbaar) graag voorbereid ben op eventualiteiten.
De andere krat, zo'n zwarte van de melk, roept meer vragen op. De samenhang tussen de verschillende spullen daarin is wat lastiger te duiden. Zo tref je CD's aan, een versleten stratenboek, een rol vuilniszakken (je weet tenslotte maar nooit wanneer je dìe nog eens onderweg nodig hebt om iets in te verpakken), en een viertal zwenkwielen. Die zijn een aantal jaar geleden tijdens een verhuizing in het kratje terecht gekomen, en vervolgens mèt het kratje in de opvolgende auto's terecht gekomen. Nu ben ik bepaald geen knutselaar, maar ik vond het toch zonde om ze weg te gooien, dus sindsdien leven ze een teruggetrokken bestaan in mijn kofferbak. Tenslotte bevat het kratje nog een opvouwbare paraplu, doorgaans geen overbodige luxe in ons klimaat.
Wat zou een onderzoeker daar allemaal van maken? Waarschijnlijk aan de ene hand het opgeruimde, maar daarnaast ook de chaos. Duidelijke voorbedachtheid op eventualiteiten, maar niets dat wijst op bloeddorst of andere zorgelijke neigingen. Ook de muziek op de CD's zal men niet heel veel wijzer maken anders dan dat die zéér divers is. Zou de inhoud van mijn kofferbak dus rode vlaggen veroorzaken? Ik denk het niet.
Anders kan het worden als men gaat graven in de rest van het interieur. Daar zouden ze namelijk een schat aan aantekeningen en gedachtes vinden die een stuk raadselachtiger zijn dan de inhoud van de kratjes. Autorijden is voor mij namelijk bij uitstek de tijd om na te denken en mijn gedachten te ordenen over de dingen die me bezig houden op dat moment. En af en toe heb ik dan wel eens een idee of ingeving die ik wil bewaren. Daartoe ligt er altijd een opschrijfblokje en schrijfgerei binnen handbereik. De gedachtenspinsels die in mijn auto zijn ontstaan hebben alleen nog nooit de neiging gehad de auto ook ooit te willen verlaten, dus ook hier hebben we het over een cumulatie van jaren. Oiit, als ik eenmaal dood en begraven ben na een ongetwijfeld lagdurig en beroemd leven, zal mijn biograaf zich er erover willen buigen. Helaas ben ik er dan niet meer om zijn conclusies te lezen, want dáár ben ik nu eens razend benieuwd naar!
14-05-09
woensdag 6 mei 2009
Van God Los
Het is tegenwoordig niet makkelijk positief en optimistisch te blijven. De een of andere gek probeert met zijn 16 jaar oude Suzuki Swift een statement te maken op Koninginnedag, en iedereen spreekt meteen van een aanslag. Zolang er niet meer duidelijkheid is over de werkelijke motieven van Karst Tates, houd ik het (voorlopig) op een wanhopige schreeuw om gehoord te worden.
Hartverwarmend was het applaus dat een aantal dagen later op de Dam weerklonk. Een volk liet overduidelijk blijken achter haar Koningshuis te staan en niet te zwichten voor een gestoorde eenling. De Majesteit was zichtbaar geroerd door het gebaar, en ook onze toekomstige koningin Maximá was zichtbaar verguld met deze spontane huldeblijk na een voorzetje van Job Cohen. Haar glimlach sprak boekdelen.
En dan is er zo’n figuur als pastoor Jan Heeffer uit Someren. Deze geestelijke vond het nodig om tijdens de dodenherdenking in gemeenschapshuis De Ruchte een vergelijking te trekken tussen de gruweldaden en medische experimenten van nazi’s in concentratiekampen en praktijken rond abortus en euthanasie van vandaag de dag. Het enige verschil tussen toen en nu is volgens de pastoor dat het nu ‘pijnloos gebeurt, maar het effect is hetzelfde’. Dezelfde wereldvreemdheid als de paus dus, die onlangs weer eens duidelijk te verstaan gaf dat condooms niet aids kunnen voorkomen, maar juist vrije sex, en dus aids veroorzaken.
Staatssecretaris De Jager van financiën is er niet in geslaagd om op Europees niveau tot een overeenstemming te komen omtrent de accijns op sigaretten: Polen sprak het veto uit. De Jager was teleurgesteld omdat ‘hogere accijns goed is voor de gezondheid en ook voor de schatkist..’. De Jager, die er ook nog steeds niet in geslaagd is om de problemen bij de belastingdienst adequaat op te lossen, gelooft dus óók nog steeds in zijn eigen verhaal.
Amerika’s president Obama heeft Nederland genoemd als één van de ‘belastingparadijzen van de wereld’, omdat Amerikaanse bedrijven hier ‘slechts een paar procenten belasting zouden betalen’. En Kawouter Bos is natuurlijk nu boos op Obama. Hij wil natuurlijk niet dat de linkse graaicultuur zo te kakken wordt gezet, op weinig plekken op de wereld is de inhaligheid van de staat zo rücksichtlos en inhalig als hier. Medewerkers van financiën hebben inmiddels met de betrokken autoriteiten in Amerika contact opgenomen en hopen daarmee ‘van de lijst af te zijn’.
De partner van GroenLinks kopstuk Femke Halsema heeft het milieu blijkbaar niet al te hoog in het vaandel, getuige de aanschaf van een klassieke Mercedes 200D met alles erop en eraan. Nu was van Halsema al bekend dat ze een voorliefde voor dit Duitse automerk heeft, maar als je milieu predikt, zou je toch ook milieu moeten leven. Maar dergelijke regels gelden natuurlijk niet als je slechts de ‘partner van’ bent. Opmerkelijk!
Dit alles overdenkend boven mijn tweede kop koffie en mijn vijfde sigaret, vraag ik me af of de wereld ooit nog enige vorm van gezond verstand zal terugvinden. Mexicaanse Griep of niet, de wereld is ziek….doodziek. Oorlogen, wereldwijde crisis, massamoorden, bloeddorstige piraten, genocide, honger, moord, mishandeling en mensenhandel, de lijst is net zo oneindig als misselijkmakend. En ergens daartussen probeer ik een nieuwe toekomst voor mezelf op te bouwen. Idealist en optimist als ik ben, vraag ik me toch wel eens af wat het voor zin heeft. Leren we het nou nooit om vreedzaam op deze aardkloot samen te leven en een klein beetje compassie met elkaar te hebben? Blijkbaar moet er nog heel wat gebeuren voor het zover is…als het ooit zover komt.
En ondertussen ploetert Henry maar voort. Het businessplan is eindelijk af en ter lezing aangeboden bij een aantal mensen wier commentaar ik serieus neem. De reactie is opmerkelijk unaniem: ‘Niet het door en door gelikte stuk dat je doorgaans naar de bank stuurt, vol met loze woorden, maar goed doordacht, goed geschreven en helemaal Henry’. Missie geslaagd dus, ik doe de dingen nu eenmaal op mijn manier. Dinsdag a.s. mag een panel van deskundigen zich er tijdens mijn presentatie over buigen, en ik ben benieuwd met welk commentaar zij komen. Ik ga gewoon door met de uitvoering. Ik weet dat ik niet in staat ben deze wereld ingrijpend te veranderen, maar Henry zou Henry niet zijn als hij het niet toch zou proberen. Als is het met één druppeltje tegelijk.
06-05-09
Hartverwarmend was het applaus dat een aantal dagen later op de Dam weerklonk. Een volk liet overduidelijk blijken achter haar Koningshuis te staan en niet te zwichten voor een gestoorde eenling. De Majesteit was zichtbaar geroerd door het gebaar, en ook onze toekomstige koningin Maximá was zichtbaar verguld met deze spontane huldeblijk na een voorzetje van Job Cohen. Haar glimlach sprak boekdelen.
En dan is er zo’n figuur als pastoor Jan Heeffer uit Someren. Deze geestelijke vond het nodig om tijdens de dodenherdenking in gemeenschapshuis De Ruchte een vergelijking te trekken tussen de gruweldaden en medische experimenten van nazi’s in concentratiekampen en praktijken rond abortus en euthanasie van vandaag de dag. Het enige verschil tussen toen en nu is volgens de pastoor dat het nu ‘pijnloos gebeurt, maar het effect is hetzelfde’. Dezelfde wereldvreemdheid als de paus dus, die onlangs weer eens duidelijk te verstaan gaf dat condooms niet aids kunnen voorkomen, maar juist vrije sex, en dus aids veroorzaken.
Staatssecretaris De Jager van financiën is er niet in geslaagd om op Europees niveau tot een overeenstemming te komen omtrent de accijns op sigaretten: Polen sprak het veto uit. De Jager was teleurgesteld omdat ‘hogere accijns goed is voor de gezondheid en ook voor de schatkist..’. De Jager, die er ook nog steeds niet in geslaagd is om de problemen bij de belastingdienst adequaat op te lossen, gelooft dus óók nog steeds in zijn eigen verhaal.
Amerika’s president Obama heeft Nederland genoemd als één van de ‘belastingparadijzen van de wereld’, omdat Amerikaanse bedrijven hier ‘slechts een paar procenten belasting zouden betalen’. En Kawouter Bos is natuurlijk nu boos op Obama. Hij wil natuurlijk niet dat de linkse graaicultuur zo te kakken wordt gezet, op weinig plekken op de wereld is de inhaligheid van de staat zo rücksichtlos en inhalig als hier. Medewerkers van financiën hebben inmiddels met de betrokken autoriteiten in Amerika contact opgenomen en hopen daarmee ‘van de lijst af te zijn’.
De partner van GroenLinks kopstuk Femke Halsema heeft het milieu blijkbaar niet al te hoog in het vaandel, getuige de aanschaf van een klassieke Mercedes 200D met alles erop en eraan. Nu was van Halsema al bekend dat ze een voorliefde voor dit Duitse automerk heeft, maar als je milieu predikt, zou je toch ook milieu moeten leven. Maar dergelijke regels gelden natuurlijk niet als je slechts de ‘partner van’ bent. Opmerkelijk!
Dit alles overdenkend boven mijn tweede kop koffie en mijn vijfde sigaret, vraag ik me af of de wereld ooit nog enige vorm van gezond verstand zal terugvinden. Mexicaanse Griep of niet, de wereld is ziek….doodziek. Oorlogen, wereldwijde crisis, massamoorden, bloeddorstige piraten, genocide, honger, moord, mishandeling en mensenhandel, de lijst is net zo oneindig als misselijkmakend. En ergens daartussen probeer ik een nieuwe toekomst voor mezelf op te bouwen. Idealist en optimist als ik ben, vraag ik me toch wel eens af wat het voor zin heeft. Leren we het nou nooit om vreedzaam op deze aardkloot samen te leven en een klein beetje compassie met elkaar te hebben? Blijkbaar moet er nog heel wat gebeuren voor het zover is…als het ooit zover komt.
En ondertussen ploetert Henry maar voort. Het businessplan is eindelijk af en ter lezing aangeboden bij een aantal mensen wier commentaar ik serieus neem. De reactie is opmerkelijk unaniem: ‘Niet het door en door gelikte stuk dat je doorgaans naar de bank stuurt, vol met loze woorden, maar goed doordacht, goed geschreven en helemaal Henry’. Missie geslaagd dus, ik doe de dingen nu eenmaal op mijn manier. Dinsdag a.s. mag een panel van deskundigen zich er tijdens mijn presentatie over buigen, en ik ben benieuwd met welk commentaar zij komen. Ik ga gewoon door met de uitvoering. Ik weet dat ik niet in staat ben deze wereld ingrijpend te veranderen, maar Henry zou Henry niet zijn als hij het niet toch zou proberen. Als is het met één druppeltje tegelijk.
06-05-09
Labels:
accijns,
bos,
businessplan,
Cohen,
De Jager,
dinsdag,
Halsema,
Henry,
Jan Heeffer,
Karst Tates,
Koningin,
Koninginnedag,
Majesteit,
Maximá,
Mercedes,
Obama,
presentatie,
rookwaar,
Someren
Abonneren op:
Posts (Atom)