Er zijn vele dingen die ik niet begrijp in het leven, en de meeste daarvan zal ik wel nooit begrijpen. Het lijkt soms wel of er op de snelweg van het leven continue omleidingen zijn en dan uitsluitend die naar Belgisch voorbeeld. Daar staat ergens een bordje ´Déviation´ dat naar links of rechts wijst en verder zoek je het maar lekker zelf uit. Het resultaat is dan ook vaak dat je hopeloos verdwaald en juist dáár terecht komt waar je helemaal niet had willen zijn.
Ik heb dat gevoel bijna dagelijks als ik de krant lees of op internet of op televisie het nieuws volg. De eindeloze verhalen over bomaanslagen, oorlogen, ruzies, moord en doodslag versterken dat gevoel alleen maar. Het is allemaal zo vreselijk zinloos en levert alleen maar slachtoffers op, aan beide kanten. Dan is er het politieke gewauwel waar ik, schijnbaar hoog opgeleide, dames en heren dingen hoor zeggen waarvan ik zelf dan weer denk: ´Dat geloof je toch zelf ook niet echt…..toch?´. Maar meestal geloven ze het klaarblijkelijk wel en volgt er nog een heel scala aan urenlange debatten en absurde wetsvoorstellen. Nee, ik geloof niet dat de politiek iets voor mij is.
Laatst werd ik gebeld door M. Hij was er door zijn vriendin uitgezet en wilde praten. Ik trof hem op een zonnig terras, tussen de regenbuien door. Nu was het beslist niet de eerste keer dat M in deze situatie beland was en ik was er in het begin niet helemaal bij met mijn gedachten. Ik stond er als het ware als vanaf een afstandje naar te kijken. En M ratelde maar door. Over ´Ik snap dat mens echt niet!´ en ´Wat denkt ze wel?´ tot ´Ze zou eens eerst naar zichzelf moeten kijken voor ze mij van alles gaat zitten verwijten!´ en ´Ik weet écht niet meer wat ik nou moet doen…´.
En toen begon me iets op te vallen in M´s betoog. Op zich was het betoog redelijk opgebouwd en doorspekt met opperste verontwaardiging en een diepgevoeld zelfmedelijden, dat dan weer wel, maar wat me opviel was wát hij nu feitelijk zei. Hij vertelde duidelijk wat, deze keer, de oorzaak van deze ´onoverkomelijke breuk´ was geweest, zijn rol daarin, om vervolgens precies te vertellen wat de oplossing zou kunnen zijn van het ontstane dilemma tussen hem en zijn vriendin. Om daarna wel dertig redenen op te sommen waarom hij nooit voor die oplossing zou kiezen. Enigszins verbaasd door deze ontdekking onderbrak ik de stroom van woorden en vroeg of hij nog wat wilde drinken. Dat wilde hij en terwijl de drankjes werden gebracht vroeg ik of hij mijn visie op het geheel wilde horen. Dat wilde hij. En na een slokje overheerlijke cappuccino gaf ik hem in beknopte versie precies hetzelfde verhaal terug wat hij zo pas geleden tegen mij had afgestoken. Zonder het zelfmedelijden en de verontwaardiging en ook zonder de redenen om het allemaal niet te doen. En hoe langer ik praatte, hoe meer M´s mond open zakte. Toen ik was uitgesproken was het even stil. Toen sprak hij verbaasd: ´Dat vind ik nou het fijne van jou Henri, je weet het altijd zo goed te verwoorden.´ En er verscheen een glimlach op zijn gezicht.
Een paar dagen later belde ik M om te vragen hoe de zaken er nu voorstonden. Hij klonk opgelucht en zei dat hij precies had gedaan wat ik gezegd had. Ze hadden gepraat en gepraat en waren tot overeenstemming gekomen. Kortom, alles was weer goed. Ik onderbrak al snel zijn daarop volgende dankbetoog door hem te vertellen dat ik niets meer had gedaan dan hem aanhoren en hem vervolgens slechts zijn eigen woorden had teruggegeven. Hij had het dus helemaal zélf bedacht én zélf gedaan. Het bleef vervolgens héél lang stil aan de telefoon. Tot slot stamelde M: ´Ik snap het niet Henri..´ Waarop ik slechts naar waarheid kon antwoorden: ´Ik ook niet..maar zo is het en niet anders!´
31-07-07
Ik ben dit Blog begonnen om een podium te hebben voor mijn gedachten. Alle teksten, meningen en afbeeldingen op deze blog zijn dan ook van mij en van mij alleen. Het is dan ook niet toegestaan om tekst/delen van tekst/afbeeldingen etc van deze blog te gebruiken zonder mijn uitdrukkelijke en schriftelijke toestemming. Als je wilt reageren op een bericht of iets anders wilt zeggen of mededelen dan lees of hoor ik dat graag!
dinsdag 31 juli 2007
zondag 29 juli 2007
Altijd is cognacje ziek
Eigenlijk ben ik maar een vreemd persoon. Als je ervan uitgaat dat een mens een optelsom is van genetica, opvoeding en ervaringen dan is mijn ´cocktail´ wel een hele aparte mix geworden. Niet dat ik met alle bijdragen even blij ben maar het is alles wat ik heb dus zal ik het ermee moeten doen. Zo heb ik de slechte rug van mijn moeder, de kromme pinken van mijn opa, de lengte en (een deel van) de huidskleur van de andere opa en de dirty mind van
(ik vrees met grote vreze) mijn eigen vader. Qua uiterlijk heb ik weer méér van mijn moeder maar dat wordt weer (over-)gecompenseerd door het eigenwijze karakter van mijn vader. En dat is dan alleen de genetica. En bedankt!
Als ik ga kijken naar de gevolgen van mijn opvoeding, of gebrek daaraan zoals velen zullen roepen, dan sta ik op een tweesprong. Er is ontegenzeggelijk een verwoede poging gedaan om me wat algemene sociale vaardigheden bij te brengen en deels is dat ook absoluut wel gelukt. Doch, eigenwijs als ik ben, leef ik nog steeds grotendeels volgens het credo dat eigen ervaring belangrijker en ´echter´ is dan gesproken woord of waarschuwing. Ik wil dingen graag zélf onderzoeken en ondervinden want dat beklijft nu eenmaal beter. En vaak, héél vaak eigenlijk, blijkt dan dat de stem van de opvoeding gelijk had. Prima dan, in zo´n geval, en ik durf best toe te geven dat ik ongelijk had… al komt dat gelukkig niet AL te veel voor.
Maar je kunt ook vreselijk door je opvoeding op het verkeerde been worden gezet. Door zéér selectieve ´grooming´ welteverstaan. Zo las ik in O&O´s gastenboek dat Opa met ons kinderliedjes zong. Kinderliedjes? Kinderliedjes???? In september 1973, mijn jongste zusje was toen nog géén drie jaar oud, zong mijn Opa met haar ´Altijd is cognacje ziek´. Cognacje ja, het staat er echt. En ook in andere bijdragen wordt steevast gerefereerd aan culinaire uitspattingen en heerlijke wijnen, mét of zonder bubbels. Een grote en zware last, waaronder ik jaren gezwoegd heb, is inmiddels van mijn schouders gegleden. Ik kan er namelijk helemaal niets aan doen. Die Bourgondische levensinstelling, de liefde voor koken èn voor lekker eten is er gewoon ingeramd. Van jongs af aan en op verdraaid slinkse wijze! Nu ik erover nadenk komen er steeds méér voorbeelden naar boven van dit soort onbeschaamd gedrag. Zo gold thuis vroeger de regel dat je iets niet ´vies´ mocht vinden zonder dat je het geproefd had. En dat ging niet alleen op voor spruitjes, die ik overigens nog steeds heerlijk vind. Dat gold ook voor zoiets als slakken, hét uitgelezen voer voor luie jagers. Op een Camping Municipal in Anduze (Ardéche) werden wij, arme bloedjes van kinderen, blootgesteld aan dit soort exotisch voer. En, omdat onze lieve ouders ook wel inzagen dat dit een grote strijd ging worden, werd echt elk psychologisch wapen uit de kast, of in dit geval de koffer, getoverd,. ALS wij kindertjes braaf een maaltijd met slakken zouden doorstaan wachtte ons daarna een heus ´slakkendiploma´. En kinderen gáán daarvoor, net zoals ze gaan voor een plaatje in het schrift bij schoonschrijven op school. Een hele industrie van pure chantage! Maar ik heb het gehaald. En wat bleek? Het beloofde, en door ons arme bloedjes van kindertjes zo zéér gewenste slakkendiploma was één leeg slakkenhuis bevestigd op een leeg vleeswarenkartonnetje. WOW! Daar deed je het dan allemaal voor.
Toch valt het me op dat veel van mijn gekoesterde herinneringen gekoppeld zijn aan de goede dingen des levens. Maar ook vaak aan hele kleine en simpele dingen. Als Opa J Indonesisch ging koken (gele kip) dan mocht ik hem altijd helpen…met Empeng bakken. Als er thuis iets te vieren was kwam er altijd champagne op tafel en ook herinner ik me de jaarlijkse traditie bij Opa J van de lentebrunch. Zijn hele gezinnetje bij elkaar rond de eetkamertafel, mèt aanhang en kindertjes, zingend over het begin van de lente. En op je bord zat dan een klein chocolade kipje op een nestje van tuinkers met daarin van die felgekleurde suikereitjes waar je je tanden op stuk kon bijten. Ook komen weer de wedstrijdjes ´frango piri piri´ eten in met Pa in Gùia (Portugal) terug die ik steevast won, de wedstrijdjes ´stroopwafels eten´ in een practicumlokaal in Rotterdam waarbij de stroopwafels langs de rand lagen uitgestald en je dus, als het ware, je een weg van links naar rechts over het lerarenbureau moest eten.
En zo heb ik nog vele van die herinneringen. Allemaal samenhangend met eten en ik ben er het slachtoffer van. Jarenlang wilde ik tijdens de vakanties in Frankrijk niets anders eten dat stokbrood, pindakaas en gehaktballen. Daarop gedijde ik prima en daar was ik uitermate happy mee, en ik ben er en grote jongen op geworden. Maar ondertussen was de beïnvloeding al begonnen, het blootstellen aan allerlei exotische gerechten en gewoontes. En helaas is het blijven plakken. Want welk kind kan daaraan weerstand bieden als het al begint met ´Altijd is cognacje ziek´?
29-07-07
(ik vrees met grote vreze) mijn eigen vader. Qua uiterlijk heb ik weer méér van mijn moeder maar dat wordt weer (over-)gecompenseerd door het eigenwijze karakter van mijn vader. En dat is dan alleen de genetica. En bedankt!
Als ik ga kijken naar de gevolgen van mijn opvoeding, of gebrek daaraan zoals velen zullen roepen, dan sta ik op een tweesprong. Er is ontegenzeggelijk een verwoede poging gedaan om me wat algemene sociale vaardigheden bij te brengen en deels is dat ook absoluut wel gelukt. Doch, eigenwijs als ik ben, leef ik nog steeds grotendeels volgens het credo dat eigen ervaring belangrijker en ´echter´ is dan gesproken woord of waarschuwing. Ik wil dingen graag zélf onderzoeken en ondervinden want dat beklijft nu eenmaal beter. En vaak, héél vaak eigenlijk, blijkt dan dat de stem van de opvoeding gelijk had. Prima dan, in zo´n geval, en ik durf best toe te geven dat ik ongelijk had… al komt dat gelukkig niet AL te veel voor.
Maar je kunt ook vreselijk door je opvoeding op het verkeerde been worden gezet. Door zéér selectieve ´grooming´ welteverstaan. Zo las ik in O&O´s gastenboek dat Opa met ons kinderliedjes zong. Kinderliedjes? Kinderliedjes???? In september 1973, mijn jongste zusje was toen nog géén drie jaar oud, zong mijn Opa met haar ´Altijd is cognacje ziek´. Cognacje ja, het staat er echt. En ook in andere bijdragen wordt steevast gerefereerd aan culinaire uitspattingen en heerlijke wijnen, mét of zonder bubbels. Een grote en zware last, waaronder ik jaren gezwoegd heb, is inmiddels van mijn schouders gegleden. Ik kan er namelijk helemaal niets aan doen. Die Bourgondische levensinstelling, de liefde voor koken èn voor lekker eten is er gewoon ingeramd. Van jongs af aan en op verdraaid slinkse wijze! Nu ik erover nadenk komen er steeds méér voorbeelden naar boven van dit soort onbeschaamd gedrag. Zo gold thuis vroeger de regel dat je iets niet ´vies´ mocht vinden zonder dat je het geproefd had. En dat ging niet alleen op voor spruitjes, die ik overigens nog steeds heerlijk vind. Dat gold ook voor zoiets als slakken, hét uitgelezen voer voor luie jagers. Op een Camping Municipal in Anduze (Ardéche) werden wij, arme bloedjes van kinderen, blootgesteld aan dit soort exotisch voer. En, omdat onze lieve ouders ook wel inzagen dat dit een grote strijd ging worden, werd echt elk psychologisch wapen uit de kast, of in dit geval de koffer, getoverd,. ALS wij kindertjes braaf een maaltijd met slakken zouden doorstaan wachtte ons daarna een heus ´slakkendiploma´. En kinderen gáán daarvoor, net zoals ze gaan voor een plaatje in het schrift bij schoonschrijven op school. Een hele industrie van pure chantage! Maar ik heb het gehaald. En wat bleek? Het beloofde, en door ons arme bloedjes van kindertjes zo zéér gewenste slakkendiploma was één leeg slakkenhuis bevestigd op een leeg vleeswarenkartonnetje. WOW! Daar deed je het dan allemaal voor.
Toch valt het me op dat veel van mijn gekoesterde herinneringen gekoppeld zijn aan de goede dingen des levens. Maar ook vaak aan hele kleine en simpele dingen. Als Opa J Indonesisch ging koken (gele kip) dan mocht ik hem altijd helpen…met Empeng bakken. Als er thuis iets te vieren was kwam er altijd champagne op tafel en ook herinner ik me de jaarlijkse traditie bij Opa J van de lentebrunch. Zijn hele gezinnetje bij elkaar rond de eetkamertafel, mèt aanhang en kindertjes, zingend over het begin van de lente. En op je bord zat dan een klein chocolade kipje op een nestje van tuinkers met daarin van die felgekleurde suikereitjes waar je je tanden op stuk kon bijten. Ook komen weer de wedstrijdjes ´frango piri piri´ eten in met Pa in Gùia (Portugal) terug die ik steevast won, de wedstrijdjes ´stroopwafels eten´ in een practicumlokaal in Rotterdam waarbij de stroopwafels langs de rand lagen uitgestald en je dus, als het ware, je een weg van links naar rechts over het lerarenbureau moest eten.
En zo heb ik nog vele van die herinneringen. Allemaal samenhangend met eten en ik ben er het slachtoffer van. Jarenlang wilde ik tijdens de vakanties in Frankrijk niets anders eten dat stokbrood, pindakaas en gehaktballen. Daarop gedijde ik prima en daar was ik uitermate happy mee, en ik ben er en grote jongen op geworden. Maar ondertussen was de beïnvloeding al begonnen, het blootstellen aan allerlei exotische gerechten en gewoontes. En helaas is het blijven plakken. Want welk kind kan daaraan weerstand bieden als het al begint met ´Altijd is cognacje ziek´?
29-07-07
vrijdag 27 juli 2007
Je hebt zo van die dagen..
Zodra je ´s ochtends je ogen open doet weet je het eigelijk al. Vandaag is zo´n dag, zo´n dag dat werkelijk alles tegenzit en je eigenlijk, ter bescherming van jezelf EN je natuurlijke omgeving, gewoon in bed zou moeten blijven. Maar dat kan of dat mag niet, dus dan sta je in hemelsnaam toch maar op. Met tegenzin.
Typisch zo´n dag dus. Zo´n dag waarop je ochtenderectie dermate hardnekkig is dat je met goed fatsoen vòòr tien uur geen spijkerbroek aankrijgt, waarop de koffie steevast NAAST je mok beland in plaats van erin, waarop de doorgaans warme kraan alleen ijskoud water wenst te geven en waarin het eerste telefoontje van die dag steevast het zorgvuldig opgestelde lijstje van dingen die je echt af moet hebben dermate in de war gooit zodat je van de film waar je vanavond met je liefste heen zou gaan alleen nog de aftiteling kunt meepakken. Zo´n dag dus.
Nou kun je daar op een op een aantal manieren mee omgaan. Je kunt je natuurlijk op je werk spontaan ziek melden en daadwerkelijk terug in bed kruipen maar dat levert in de dagen erna alleen maar nóg meer werk en stress op, dus dat is niet echt een optie. Net doen of je neus bloedt is een andere, maar de kans dat dat gedurende deze dag toch al minimaal één keer gaat gebeuren is dermate hoog dat het verdacht veel op het ´de Goden verzoeken´gaat lijken. Nee, dan kun je het best een inmiddels tot in de puntjes geperfectioneerde tactiek toepassen die ik over de afgelopen jaren heb ontwikkeld: Ik ga de middenstand lastig vallen. En nee, met de middenstand hoef je, in deze, absoluut géén medelijden te hebben. Wat ik namelijk ga doen is de aanwezige medewerkers testen op hun klantvriendelijkheid, hun gevoel voor humor en, last but not least, hun uithoudingsvermogen. Er zijn mensen die dat voor hun beroep doen en daar riant voor betaald krijgen, dus als ik het gratis en voor niks doe moet niemand zeuren. Iedereen wordt er tenslotte beter van.
Ik begin het liefst in een winkel van een grote witgoedketen. De daar aanwezige verkopers hebben doorgaans véél tijd en weinig IQ, dus succes gegarandeerd. Bij binnenkomst is een toekomstig slachtoffer snel uitgezocht want ik neem altijd de jongste en meest zenuwachtige die ik kan vinden. Het liefst die met enige zweetdruppels op het voorhoofd en die angstig rondloerende ogen. Staand bij de wasmachines begin ik dan te vragen over een bepaald model en probeer een beetje uit hoeveel de jongeman echt van zijn vak weet. En doorgaans is dat niet veel. Als ik dan de eerste vraag afvuur over welke richting de trommel draait bij het wasprogramma voor bont op 30° beginnen de eerste zenuwtrekjes zich te ontwikkelen. Meestal rond de mondhoeken. Als je dan een richting genoemd krijgt, meestal rechts overigens, begin dan hard te lachen en refereer vervolgens aan een artikel uit de consumentengids van een aantal maanden eerder waarin duidelijk blijkt dat alleen bonte was bij een linksdraaiende trommel echt schoon wordt en zie dan de verkoper steeds witter wegtrekken. Een andere leuke vraag is dan of ze een wasmachinedeurtje kunnen leveren met ontspiegeld glas. Meestal is dat al voldoende om de verkoper in blinde paniek naar zijn leidinggevende te doen rennen, maar als je toevallig die dag een wat standvastiger exemplaar treft, kun je altijd langs je neus weg eens informeren of het zeepreservoir niet met een klapdeurtje kan worden uitgevoerd i.p.v. met een lade want je hebt niet zoveel ruimte op de plek waar de wasmachine moet komen te staan. De hierop volgende spartelingen van het jonge verkooptalent zijn gegarandeerd genoeg om de zon van je humeur een behoorlijk aantal graden boven de horizon te doen stijgen. Mocht dat echter toch nog niet genoeg zijn kun je altijd daarna een computerwinkel uitzoeken. Die wordt meestal bevolkt door verkopers die de pukkeltjes nog lang niet ontgroeid zijn en daarbij een taal spreken die zelfs voor de natives van Bora Bora klinkt als volstrekte apekool. Zoek in deze winkel ook weer de jongste, en vaak meest gedreven, verkoper uit en vraag hem dan om een LED-lampje voor de CAPSLOCK toets. De verkoper zal zich dan bij je verontschuldigen en richting ervaren collega óf richting magazijn vertrekken. In de tussentijd kun je jezelf opperbest vermaken door een andere verkoper, wederom zéér nonchalant, te vragen om een anti-allergene muismat omdat je muis last heeft van zwemmerseczeem of om een enkele multifocale contactlens omdat je het infrarood-oog van je pc het toetsenbord, dat toch slechts op twintig centimeter afstand staat, door voortschrijdende ouderdom helaas niet meer kan zien. Succes gegarandeerd! Echter wil ik toch een waarschuwing meegeven. Er is hier in de buurt een computerzaak waar de verkoper, waarvan ik de naam niet zal noemen omdat die begint met een P en eindigt op ercy Venhuysen, zichzelf wel ERG hoog inschat. Deze P dacht namelijk slim te zijn. Hij kwam namelijk, na een klein half uurtje triomfantelijk terug vanuit het magazijn en overhandigde me een piepklein lampje in zo´n hersluitbaar plastic zakje. ´Alstublieft!´ klonk het wat smalend, ´Dat is dan 14,95.´ Maar de arme P had helaas buiten de waard gerekend. Ik zette mijn bril op het puntje van mijn neus, bestudeerde het lampje nauwkeurig en gaf het vervolgens aan hem terug met de opmerking ´Dit is een NUMLOCK lampje sukkel!´ en verliet geheel voldaan het pand.
27-07-07
Typisch zo´n dag dus. Zo´n dag waarop je ochtenderectie dermate hardnekkig is dat je met goed fatsoen vòòr tien uur geen spijkerbroek aankrijgt, waarop de koffie steevast NAAST je mok beland in plaats van erin, waarop de doorgaans warme kraan alleen ijskoud water wenst te geven en waarin het eerste telefoontje van die dag steevast het zorgvuldig opgestelde lijstje van dingen die je echt af moet hebben dermate in de war gooit zodat je van de film waar je vanavond met je liefste heen zou gaan alleen nog de aftiteling kunt meepakken. Zo´n dag dus.
Nou kun je daar op een op een aantal manieren mee omgaan. Je kunt je natuurlijk op je werk spontaan ziek melden en daadwerkelijk terug in bed kruipen maar dat levert in de dagen erna alleen maar nóg meer werk en stress op, dus dat is niet echt een optie. Net doen of je neus bloedt is een andere, maar de kans dat dat gedurende deze dag toch al minimaal één keer gaat gebeuren is dermate hoog dat het verdacht veel op het ´de Goden verzoeken´gaat lijken. Nee, dan kun je het best een inmiddels tot in de puntjes geperfectioneerde tactiek toepassen die ik over de afgelopen jaren heb ontwikkeld: Ik ga de middenstand lastig vallen. En nee, met de middenstand hoef je, in deze, absoluut géén medelijden te hebben. Wat ik namelijk ga doen is de aanwezige medewerkers testen op hun klantvriendelijkheid, hun gevoel voor humor en, last but not least, hun uithoudingsvermogen. Er zijn mensen die dat voor hun beroep doen en daar riant voor betaald krijgen, dus als ik het gratis en voor niks doe moet niemand zeuren. Iedereen wordt er tenslotte beter van.
Ik begin het liefst in een winkel van een grote witgoedketen. De daar aanwezige verkopers hebben doorgaans véél tijd en weinig IQ, dus succes gegarandeerd. Bij binnenkomst is een toekomstig slachtoffer snel uitgezocht want ik neem altijd de jongste en meest zenuwachtige die ik kan vinden. Het liefst die met enige zweetdruppels op het voorhoofd en die angstig rondloerende ogen. Staand bij de wasmachines begin ik dan te vragen over een bepaald model en probeer een beetje uit hoeveel de jongeman echt van zijn vak weet. En doorgaans is dat niet veel. Als ik dan de eerste vraag afvuur over welke richting de trommel draait bij het wasprogramma voor bont op 30° beginnen de eerste zenuwtrekjes zich te ontwikkelen. Meestal rond de mondhoeken. Als je dan een richting genoemd krijgt, meestal rechts overigens, begin dan hard te lachen en refereer vervolgens aan een artikel uit de consumentengids van een aantal maanden eerder waarin duidelijk blijkt dat alleen bonte was bij een linksdraaiende trommel echt schoon wordt en zie dan de verkoper steeds witter wegtrekken. Een andere leuke vraag is dan of ze een wasmachinedeurtje kunnen leveren met ontspiegeld glas. Meestal is dat al voldoende om de verkoper in blinde paniek naar zijn leidinggevende te doen rennen, maar als je toevallig die dag een wat standvastiger exemplaar treft, kun je altijd langs je neus weg eens informeren of het zeepreservoir niet met een klapdeurtje kan worden uitgevoerd i.p.v. met een lade want je hebt niet zoveel ruimte op de plek waar de wasmachine moet komen te staan. De hierop volgende spartelingen van het jonge verkooptalent zijn gegarandeerd genoeg om de zon van je humeur een behoorlijk aantal graden boven de horizon te doen stijgen. Mocht dat echter toch nog niet genoeg zijn kun je altijd daarna een computerwinkel uitzoeken. Die wordt meestal bevolkt door verkopers die de pukkeltjes nog lang niet ontgroeid zijn en daarbij een taal spreken die zelfs voor de natives van Bora Bora klinkt als volstrekte apekool. Zoek in deze winkel ook weer de jongste, en vaak meest gedreven, verkoper uit en vraag hem dan om een LED-lampje voor de CAPSLOCK toets. De verkoper zal zich dan bij je verontschuldigen en richting ervaren collega óf richting magazijn vertrekken. In de tussentijd kun je jezelf opperbest vermaken door een andere verkoper, wederom zéér nonchalant, te vragen om een anti-allergene muismat omdat je muis last heeft van zwemmerseczeem of om een enkele multifocale contactlens omdat je het infrarood-oog van je pc het toetsenbord, dat toch slechts op twintig centimeter afstand staat, door voortschrijdende ouderdom helaas niet meer kan zien. Succes gegarandeerd! Echter wil ik toch een waarschuwing meegeven. Er is hier in de buurt een computerzaak waar de verkoper, waarvan ik de naam niet zal noemen omdat die begint met een P en eindigt op ercy Venhuysen, zichzelf wel ERG hoog inschat. Deze P dacht namelijk slim te zijn. Hij kwam namelijk, na een klein half uurtje triomfantelijk terug vanuit het magazijn en overhandigde me een piepklein lampje in zo´n hersluitbaar plastic zakje. ´Alstublieft!´ klonk het wat smalend, ´Dat is dan 14,95.´ Maar de arme P had helaas buiten de waard gerekend. Ik zette mijn bril op het puntje van mijn neus, bestudeerde het lampje nauwkeurig en gaf het vervolgens aan hem terug met de opmerking ´Dit is een NUMLOCK lampje sukkel!´ en verliet geheel voldaan het pand.
27-07-07
donderdag 26 juli 2007
Kilometervreter
Als kleine jongen had ik twee dromen die weinig met elkaar te maken hadden. Ik wilde archeoloog worden én vrachtwagenchauffeur. Ik was door plaatjesboeken al erg in geschiedenis geïnteresseerd maar dat werd vooral versterkt toen ik op m´n veertiende verjaardag het boek ´Archeologie, een vak vol verrassingen´ van Magnus Magnusson kreeg. Ik heb het verslonden. Ook op school was de geschiedenisles een van de weinige lessen die mijn onverdeelde aandacht hadden. Ik herinner me nog levendig die magnifieke schoolplaten die dan voor de klas verschenen. Vooral onder de indruk was ik van Howard Carter die de wereld de ontdekking van het graf van Toetanchamon schonk. De combinatie tussen geschiedenis en een heuse goudschat was bijna te veel om te bevatten voor mijn, toen nog zo beperkte, jongensfantasie en ik nam me voor om later ooit, als ik groot zou zijn, zelf de piramides en de Sfinx te gaan bekijken. Dat moest toch iets verschrikkelijk indrukwekkends zijn! Toen ik in het najaar van 2001 er dan ook eindelijk stond was ik heel blij. Het was me eindelijk gelukt! Maar helaas was die vreugde van zéér korte duur. ´s Avonds bij terugkeer in het hotel brabbelde de receptionist wild gebarend iets over ´Boom-boom in America´ en dat ik de tv moest aanzetten. Wat ik daar vervolgens vol verbijstering zag is inmiddels in ons collectieve geheugen gegrift, in ieder geval in het mijne.
En alhoewel geschiedenis nog steeds mijn warme belangstelling heeft en ik inmiddels een aantal cultuur- en historie reizen heb mogen maken kwam in 1978 een gedegen concurrent voor mijn toekomst als archeoloog uit het niets tevoorschijn. In dat jaar verschenen namelijk achtereenvolgens ´Met de vlam in de pijp´ en `Nachtrijders´ van Henk Wijngaard en werd mijn zwerversziel uit haat sluimer gewekt. De lokroep van de ´vrijheid van de lange baan´ werd zo sterk dat ik meermalen serieus heb overwogen om van huis weg te lopen en me bij de kermis aan te sluiten. Want die kwamen nog eens ergens. Helaas werd er thuis op mijn drang naar vrijheid en het ontdekken van verre en vooral exotische horizonten niet heel erg positief gereageerd. Er werd van mij, als zoon van een Notaris, verwacht dat ik in Pa´s voetsporen zou treden en rechten zou gaan studeren. Maar dat heb ik, tot groot verdriet van Pa, gelukkig weten te voorkomen en ben, zoals steeds, mijn eigen weg gegaan. Ik ben via via in de horeca en catering terecht gekomen en heb mezelf in de afgelopen 18 jaar redelijk opgewerkt. Toch zijn er een aantal zaken altijd blijven trekken. En reizen is daar een van. Ik heb inmiddels een behoorlijk aantal plekken in de wereld op mijn lijstje kunnen afstrepen maar heb nog een heel aardig rijtje te gaan, kris kras over de aardbol. Van China tot Peru en van Canada via donker Afrika tot Nieuw Zeeland en Japan, en nog heel veel daartussen. En hoe meer ik reis, hoe meer ik in mezelf herken van Henri I. Die was ook vaak ´zoek´ op reis en bleek dan in druk gesprek verwikkeld met lokalen en vermaakte zich opperbest. Ik ben ook zo. Ik vermijd graag de grote toeristenstromen voor zover dat kan en als de toeristenmarkt linksaf is ben ik steevast rechtsaf te vinden. Meestal eindigt zo´n ´omweg´ dan op eerst een muurtje of bij een theehuis waar ik dan heerlijk kan kletsen met lokale mensen om daarna vaak thuis uitgenodigd te worden om van de lokale cuisine te proeven. Elke keer vind ik dat weer een enorme eer en een absoluut voorrecht als het gebeurt. Bovendien geeft het een veel breder perspectief van een land dan wat je ooit kunt lezen in de ´Lonely Planet´ of kunt horen tijdens een rondleiding.
Pa heeft er zich, na al die jaren, inmiddels bij neergelegd dat zijn ´zooitje´ niet in zijn voetsporen zal treden. Dat ik nooit de rechtenfaculteit zal betreden en dat mijn voetstappen ook nooit het statige marmer van de Parkstraat meer zullen beroeren nu hij met pensioen is. Maar ondanks alles wat er goed en ook wat er mis is gegaan in mijn leven, twee jeugddromen zijn dan toch inmiddels uitgekomen. Ik ben in Egypte geweest en heb de Grote Piramide aangeraakt. De andere is dat ik kilometervreter ben en blijf. Ik heb uitgerekend dat ik inmiddels zo´n 850.000 kilometer op de Europese wegen heb afgelegd en een paar duizend op wegen in Afrika, Azië en Midden- en Zuid Amerika. En het eind is nog lang niet in zicht!
26-07-07
En alhoewel geschiedenis nog steeds mijn warme belangstelling heeft en ik inmiddels een aantal cultuur- en historie reizen heb mogen maken kwam in 1978 een gedegen concurrent voor mijn toekomst als archeoloog uit het niets tevoorschijn. In dat jaar verschenen namelijk achtereenvolgens ´Met de vlam in de pijp´ en `Nachtrijders´ van Henk Wijngaard en werd mijn zwerversziel uit haat sluimer gewekt. De lokroep van de ´vrijheid van de lange baan´ werd zo sterk dat ik meermalen serieus heb overwogen om van huis weg te lopen en me bij de kermis aan te sluiten. Want die kwamen nog eens ergens. Helaas werd er thuis op mijn drang naar vrijheid en het ontdekken van verre en vooral exotische horizonten niet heel erg positief gereageerd. Er werd van mij, als zoon van een Notaris, verwacht dat ik in Pa´s voetsporen zou treden en rechten zou gaan studeren. Maar dat heb ik, tot groot verdriet van Pa, gelukkig weten te voorkomen en ben, zoals steeds, mijn eigen weg gegaan. Ik ben via via in de horeca en catering terecht gekomen en heb mezelf in de afgelopen 18 jaar redelijk opgewerkt. Toch zijn er een aantal zaken altijd blijven trekken. En reizen is daar een van. Ik heb inmiddels een behoorlijk aantal plekken in de wereld op mijn lijstje kunnen afstrepen maar heb nog een heel aardig rijtje te gaan, kris kras over de aardbol. Van China tot Peru en van Canada via donker Afrika tot Nieuw Zeeland en Japan, en nog heel veel daartussen. En hoe meer ik reis, hoe meer ik in mezelf herken van Henri I. Die was ook vaak ´zoek´ op reis en bleek dan in druk gesprek verwikkeld met lokalen en vermaakte zich opperbest. Ik ben ook zo. Ik vermijd graag de grote toeristenstromen voor zover dat kan en als de toeristenmarkt linksaf is ben ik steevast rechtsaf te vinden. Meestal eindigt zo´n ´omweg´ dan op eerst een muurtje of bij een theehuis waar ik dan heerlijk kan kletsen met lokale mensen om daarna vaak thuis uitgenodigd te worden om van de lokale cuisine te proeven. Elke keer vind ik dat weer een enorme eer en een absoluut voorrecht als het gebeurt. Bovendien geeft het een veel breder perspectief van een land dan wat je ooit kunt lezen in de ´Lonely Planet´ of kunt horen tijdens een rondleiding.
Pa heeft er zich, na al die jaren, inmiddels bij neergelegd dat zijn ´zooitje´ niet in zijn voetsporen zal treden. Dat ik nooit de rechtenfaculteit zal betreden en dat mijn voetstappen ook nooit het statige marmer van de Parkstraat meer zullen beroeren nu hij met pensioen is. Maar ondanks alles wat er goed en ook wat er mis is gegaan in mijn leven, twee jeugddromen zijn dan toch inmiddels uitgekomen. Ik ben in Egypte geweest en heb de Grote Piramide aangeraakt. De andere is dat ik kilometervreter ben en blijf. Ik heb uitgerekend dat ik inmiddels zo´n 850.000 kilometer op de Europese wegen heb afgelegd en een paar duizend op wegen in Afrika, Azië en Midden- en Zuid Amerika. En het eind is nog lang niet in zicht!
26-07-07
woensdag 25 juli 2007
Simpele wereld
Voor me ligt het rode gastenboek. Een begrip uit lang vervlogen dagen. Bij O&O was het een belangrijk onderdeel van het logeer-ritueel. Iedereen die op het Voltaplein logeerde werd geacht iets in het gastenboek te schrijven en, als je het zelf (nog) niet kon deed Opa het voor je. Met jou op schoot. Want Opa schreef wat jij het belangrijkst vond.
Het gastenboek begint in 1967, het jaar dat Opa met pensioen ging. Nu, ruim veertig jaar later lees ik de diverse bijdragen met een glimlach van herkenning op de lippen. Ik lees hoe het huwelijk van Prinses Margriet en Pieter van Vollenhoven op televisie werd gevolgd en hoe de nieuwe Coentunnel en het nieuwe Schiphol werd bezocht met familie ´uut ´t Hoge Noord´n´.
Mijn eerste logeerpartijtje bij O&O was van woensdag 4 tot donderdag 11 april 1967, op een paar dagen na één jaar oud. Samen met mijn oudste zus in Amsterdam ondergebracht omdat mijn ouders in Den Haag druk aan het verhuizen waren van de vier-kamerflat op nummer 11, waar ik geboren ben, naar het rijtjeshuis op 86, waar ik het grootste deel van mijn kleuter- en lagere schooljaren heb gewoond. ´Ze waren erg lief.´ staat er onderaan in Opa´s handschrift.
Dat er, ondanks alle goede zorgen, wel eens iets mis ging blijkt uit de bijdrage van 14 tot 23 november 1969. ´C. en H vielen met een boems van de aankleedtafel en er ontstond een flink bloedbad. Gelukkig viel de schade mee.´ staat er, wederom in Opa´s handschrift. Vermoedelijk heb ik aan dit incident de karakteristieke bult overgehouden die al, zo lang ik me kan herinneren mijn linkerslaap siert. Een heel wat minder prozaïsche verklaring dan die van de extra hersencellen..helaas.
25-07-07
Het gastenboek begint in 1967, het jaar dat Opa met pensioen ging. Nu, ruim veertig jaar later lees ik de diverse bijdragen met een glimlach van herkenning op de lippen. Ik lees hoe het huwelijk van Prinses Margriet en Pieter van Vollenhoven op televisie werd gevolgd en hoe de nieuwe Coentunnel en het nieuwe Schiphol werd bezocht met familie ´uut ´t Hoge Noord´n´.
Mijn eerste logeerpartijtje bij O&O was van woensdag 4 tot donderdag 11 april 1967, op een paar dagen na één jaar oud. Samen met mijn oudste zus in Amsterdam ondergebracht omdat mijn ouders in Den Haag druk aan het verhuizen waren van de vier-kamerflat op nummer 11, waar ik geboren ben, naar het rijtjeshuis op 86, waar ik het grootste deel van mijn kleuter- en lagere schooljaren heb gewoond. ´Ze waren erg lief.´ staat er onderaan in Opa´s handschrift.
Dat er, ondanks alle goede zorgen, wel eens iets mis ging blijkt uit de bijdrage van 14 tot 23 november 1969. ´C. en H vielen met een boems van de aankleedtafel en er ontstond een flink bloedbad. Gelukkig viel de schade mee.´ staat er, wederom in Opa´s handschrift. Vermoedelijk heb ik aan dit incident de karakteristieke bult overgehouden die al, zo lang ik me kan herinneren mijn linkerslaap siert. Een heel wat minder prozaïsche verklaring dan die van de extra hersencellen..helaas.
25-07-07
maandag 23 juli 2007
Henri I
Henri I was de onbetwiste koning van mijn kindertijd. En, hoe ouder ik wordt, hoe meer hij die rol blijkt te hebben vervuld. Niet alleen als de opa die alles wist en werkelijk alles kon maar zeker ook als baken in een zeer woelige zee. Mijn meest gelukkige jeugdherinneringen zijn dan ook aan Amsterdam en onze logeerpartijen daar. Van meneer van der Lee, een buurman van O&O (=Opa & Oma) die ons altijd Italiano gaf tot de uitjes naar Volendam in de ´witte broekenparade´ en de Linaeushof, toen nog een ´gewone´speeltuin. Iets anders wat ´Amsterdam´zo speciaal maakte is dat wij kleinkinderen op zolder, tussen de scheepskisten, ons eigen huis hadden. Met eigen meubeltjes, huisraad, echt elektrisch licht en een van een plaat triplex vervaardigde voordeur met een luikje dat open kon, een echte koperen brievenbus en zelfs een elektrische bel. Als we kwamen logeren verstopte oma altijd ergens in ons huis Jan Hagel-koekjes en het was de sport die dan zo snel mogelijk na aankomst te vinden. En tegelijkertijd keken we wat opa deze keer aan het al zo rijke comfort van ons huis had toegevoegd. Want zo was opa. Elke keer was er iets nieuws en alles was, in onze kinderogen, allemaal even bijzonder. Want opa was bijzonder. Niet alleen omdat hij onze opa was maar ook omdat hij werkelijk alles kon repareren. Op elke tocht vanuit Den Haag naar de Watergraafsmeer ging er wel iets mee dat gerepareerd moest worden. Opa nam dat dan in ontvangst, zette zijn bril op het puntje van zijn neus, keek er heel geleerd naar en bromde dan dat hij nog wel er wel eens naar zou kijken. Hij had nog wel wat liggen om het te repareren, een ´vermikkie´. En de volgende ochtend was het dan ook gerepareerd. Met behulp van onderdelen die hij meestal bij het grofvuil had gevonden en zeker niet conform KEMA-keur maar het deed het altijd. En blééf het ook doen, zelfs al was het zijn economische levensduur al héél lang voorbij. Bewijs daarvan kreeg ik verleden week toen ´Opa´s lamp´ het opeens niet meer deed. Deze tot elektrische lamp omgebouwde melkglazen olielamp is eigenlijk van Pa maar qua ´design´ past hij niet in de Haegsche Inrichting en dus ben ik benoemd tot schatbewaarder. Na enig onderzoek bleek een draadbreuk de oorzaak. Het door opa gebruikte goudkleurige twee-draads snoer (hoezo randaarde?), maar dat kan ook oorspronkelijk wit geweest zijn en door jarenlange blootstelling aan nicotine tot deze kleur verworden, bleek verdroogd en gebroken. Bij het uiteenhalen van de lamp trof ik diverse typische ´opa-oplossingen´ aan. Een van een stuk plastic buis gemaakte fittinghouder en het snoer zat aan de lamp vast met een met stof omwikkeld stukje ijzerdraad. Een oplossing die, gezien de gebruikte materialen, zéker veertig jaar ongestoord heeft gefunctioneerd.
Weggooien deed opa niet. Je kon alles zeker nog ooit wel een keer ergens voor gebruiken en dan meestal op een plek en een manier die de oorspronkelijke ontwerper nooit zou hebben bedacht. Zo was oma de enige die een speciaal voor háár aangebrachte ´poubelle´ in de auto had. Gemaakt van oranje hard plastic met een witte klep en vastgeschroefd tegen de zijkant van de middenconsole ontving hij jarenlang trouw snoeppapiertjes en de schillen van de door oma liefdevol geschilde appels op weg naar Frankrijk.
Telefoneren deed opa in de gang. En als iemand van de familie ´uut ´t Hoge Noord´n´ belde kon oma meeluisteren d.m.v. een van een oude babyfoon gemaakt meeluisterapparaatje in de woonkamer. Krakend, dat wel, maar dat hoorde zo. Veendam was dan ook héél ver weg in mijn kinderogen.
23-07-07
Weggooien deed opa niet. Je kon alles zeker nog ooit wel een keer ergens voor gebruiken en dan meestal op een plek en een manier die de oorspronkelijke ontwerper nooit zou hebben bedacht. Zo was oma de enige die een speciaal voor háár aangebrachte ´poubelle´ in de auto had. Gemaakt van oranje hard plastic met een witte klep en vastgeschroefd tegen de zijkant van de middenconsole ontving hij jarenlang trouw snoeppapiertjes en de schillen van de door oma liefdevol geschilde appels op weg naar Frankrijk.
Telefoneren deed opa in de gang. En als iemand van de familie ´uut ´t Hoge Noord´n´ belde kon oma meeluisteren d.m.v. een van een oude babyfoon gemaakt meeluisterapparaatje in de woonkamer. Krakend, dat wel, maar dat hoorde zo. Veendam was dan ook héél ver weg in mijn kinderogen.
23-07-07
donderdag 19 juli 2007
Te-veel van het goede
Mijn oma was een wijs mens. Ze zei altijd: ´Alles mag, als er maar géén te- voor staat!´
Eigenwijs als ik was, ben ik één keer de discussie met haar aangegaan over te-vredenheid en die discussie heb ik kansloos verloren. Maar inmiddels realiseer ik me dat te-veel van iets inderdaad nooit goed kan zijn.
Zo is er onlangs in Salzburg een te-levisiezender (oeps!) gelanceerd die 24/7 slechts de film ´The Sound of Music´ uitzendt. Dat is speciaal gedaan om de toeristen ter wille te zijn die, door deze film, in grote aantallen de Oostenrijkse stad bezoeken. Ik heb het berichtje een aantal keer over moeten lezen voordat ik het begreep, want het is een nogal kromme redenering. Volgens mij wil je als gemeentebestuur juist dat de toeristen op straat, in de winkels en in de musea rondlopen en daar hun toeristeneuro´s uitgeven in plaats van ze dat in het hotel voor de buis blijven hangen. Bovendien is het 24/7 blootgesteld worden aan ´The Sound of Music´ door de Geneefse Conventie domweg verboden. Dat valt namelijk onder het kopje ´pure marteling´ en dat mag niet van de Geneefse Conventie.
Nu is die film sowieso een heel duaal begrip. Ik vind het absoluut een cultuurmonument dat in geen enkele opvoeding mag ontbreken, ik kan Julie Andrews´ zang- en acteerkwaliteiten zéker waarderen maar dergelijke langdurige exposie brengt onnoemelijke en onverwachte risico´s met zich mee. Zo verwacht ik een zéér sterke stijging van novicen en dan vooral bij de meest conservatieve ordes, want dáár zijn geen tv´s en video´s toegestaan. Daarnaast zal edelweiss, toch al niet zo heel veel meer voorkomend in het wild, binnen de kortst mogelijke termijn alleen nog vanachter glas of in boeken te bewonderen zijn. Tenslotte zullen er ook, op middellange termijn, enkele producten uit het schap van de supermarkt verdwijnen. Alle producten die worden gemaakt van grondstoffen die maar enigszins te maken hebben met de hooggelegen alpenweiden zullen eerst schaars en daarna helemaal meer verkrijgbaar zijn. Koeien, of die nu wit/ rood/ blond/ zwartbont of lila zijn, zijn namelijk niet bestand tegen het constante gekweel in de bergen. Ze raken er ernstig van in de stress en die stress heeft een desastreus effect op de melkproductie. En als de koeien niet meer in de alpenwei grazen hebben de beroemde alpenkruiden die er plachten te groeien geen enkele kans meer om tot volle wasdom te komen en verdwijnen ook diverse snoepjes en kruidenlikeur geruisloos uit beeld.
Blijft dan de vraag of dit leed nog te keren is. Gelukkig wel! U kunt daar, als eerzaam burger, een simpele edoch waardevolle bijdrage aan leveren. Indien u, binnen nu en een aantal weken, het Vaderland gaat verlaten om in de verre verpozing te zoeken dient u slechts bij Hoevelaken, even afhankelijk van de richting waarvan u komt aanrijden, de ándere richting te kiezen en zo de ´Lonely Goatherd´ ter linker- of rechterijde te laten voor wat hij is. Na een, of maximaal twee, seizoenen van een krachtig ´So Long, Farewell´ komt men daar in Salzburg dan vanzelf wel weer bij zinnen daar. De macht is aan u!
19-07-07
Eigenwijs als ik was, ben ik één keer de discussie met haar aangegaan over te-vredenheid en die discussie heb ik kansloos verloren. Maar inmiddels realiseer ik me dat te-veel van iets inderdaad nooit goed kan zijn.
Zo is er onlangs in Salzburg een te-levisiezender (oeps!) gelanceerd die 24/7 slechts de film ´The Sound of Music´ uitzendt. Dat is speciaal gedaan om de toeristen ter wille te zijn die, door deze film, in grote aantallen de Oostenrijkse stad bezoeken. Ik heb het berichtje een aantal keer over moeten lezen voordat ik het begreep, want het is een nogal kromme redenering. Volgens mij wil je als gemeentebestuur juist dat de toeristen op straat, in de winkels en in de musea rondlopen en daar hun toeristeneuro´s uitgeven in plaats van ze dat in het hotel voor de buis blijven hangen. Bovendien is het 24/7 blootgesteld worden aan ´The Sound of Music´ door de Geneefse Conventie domweg verboden. Dat valt namelijk onder het kopje ´pure marteling´ en dat mag niet van de Geneefse Conventie.
Nu is die film sowieso een heel duaal begrip. Ik vind het absoluut een cultuurmonument dat in geen enkele opvoeding mag ontbreken, ik kan Julie Andrews´ zang- en acteerkwaliteiten zéker waarderen maar dergelijke langdurige exposie brengt onnoemelijke en onverwachte risico´s met zich mee. Zo verwacht ik een zéér sterke stijging van novicen en dan vooral bij de meest conservatieve ordes, want dáár zijn geen tv´s en video´s toegestaan. Daarnaast zal edelweiss, toch al niet zo heel veel meer voorkomend in het wild, binnen de kortst mogelijke termijn alleen nog vanachter glas of in boeken te bewonderen zijn. Tenslotte zullen er ook, op middellange termijn, enkele producten uit het schap van de supermarkt verdwijnen. Alle producten die worden gemaakt van grondstoffen die maar enigszins te maken hebben met de hooggelegen alpenweiden zullen eerst schaars en daarna helemaal meer verkrijgbaar zijn. Koeien, of die nu wit/ rood/ blond/ zwartbont of lila zijn, zijn namelijk niet bestand tegen het constante gekweel in de bergen. Ze raken er ernstig van in de stress en die stress heeft een desastreus effect op de melkproductie. En als de koeien niet meer in de alpenwei grazen hebben de beroemde alpenkruiden die er plachten te groeien geen enkele kans meer om tot volle wasdom te komen en verdwijnen ook diverse snoepjes en kruidenlikeur geruisloos uit beeld.
Blijft dan de vraag of dit leed nog te keren is. Gelukkig wel! U kunt daar, als eerzaam burger, een simpele edoch waardevolle bijdrage aan leveren. Indien u, binnen nu en een aantal weken, het Vaderland gaat verlaten om in de verre verpozing te zoeken dient u slechts bij Hoevelaken, even afhankelijk van de richting waarvan u komt aanrijden, de ándere richting te kiezen en zo de ´Lonely Goatherd´ ter linker- of rechterijde te laten voor wat hij is. Na een, of maximaal twee, seizoenen van een krachtig ´So Long, Farewell´ komt men daar in Salzburg dan vanzelf wel weer bij zinnen daar. De macht is aan u!
19-07-07
dinsdag 17 juli 2007
Meisjeskunde
Veel van wat men mij tijdens mijn schooltijd heeft proberen bij te brengen ben ik al reeds lang weer vergeten. Ik heb leren lezen en schrijven, weet waar de meeste grote plaatsen en landen liggen en heb geleerd me min of meer verstaanbaar leren maken in meerdere talen. Maar als ik terugdenk aan school, en dan vooral de middelbare school, dan besef ik dat ik buiten school waarschijnlijk net zoveel geleerd heb als op school. En dat was dan meestal op die momenten dat ik eigenlijk op school had moeten zitten.
Toch zijn er een hele hoop zaken die ik, achteraf gezien, graag op school had geleerd. Zaken die helaas echter niet werden onderwezen. Zo had ik bijvoorbeeld dolgraag willen leren hoe het nou precies zat met meisjes en met de liefde. En dan niet zozeer het fysieke gedeelte, dat heb ik wel meegekregen via biologie en tijdens schoolfeesten in het fietsenhok, maar meer hoe anders meisjes denken, hoe anders ze reageren en hoe anders ze tegen verschillende dingen aankijken. Dat is me altijd een compleet raadsel geweest. En niemand die me dat kon uitleggen. Ik had geen oudere broer die ik dingen kon vragen, geen moeder die een tip van die geheimzinnige vrouwensluier kon oplichten en er waren veel momenten waarop ik dacht dat ik mijn vader meer kon leren dan hij mij. Op zo´n moment zit er dus niets anders op dan het allemaal, gaandeweg, zelf dan maar uit te vinden. En, net als met zoveel onderwerpen in het leven, besef je dan al gauw dat je, hoe veel je ook denkt geleerd te hebben, je nog steeds verdomd weinig weet.
Nu, zo´n 25 jaar later, is dat gevoel nog eigenlijk niet zo heel veel veranderd. Vrouwen zijn nog steeds een bijna even groot mysterie als toen en een voortdurende bron van fascinatie. Niet meer primair gedreven door groei- en andere gierende hormonen, probeer ik me regelmatig in de vrouwelijke gedachtegang te verplaatsen. En hoe vaker ik dat probeer, hoe vaker ik er dan weer compleet en faliekant naast zit. Maar ik blijf het proberen want het blijft me fascineren. Want eigenlijk is het best wel vreemd als je ziet dat in onze maatschappij zoveel mannen en vrouwen samen leven en we tegelijkertijd zo bedroevend weinig van elkaar weten. Van hoe de ander denkt, voelt en reageert.
Nu weet ik dat de meeste mannen dat nooit hardop zullen durven toegeven, maar ik durf te wedden dat als er een cursus ´de geheime leefwereld van de vrouw´ zou zijn, de cursuslokalen zouden uitpuilen. Datzelfde gaat trouwens ook op voor de tegenhanger ´de geheime leefwereld van de man´. Mits anoniem natuurlijk. Want toegeven dat ze iets niet weten zie ik de meeste mannen nog niet zo een twee drie doen. De meeste vrouwen trouwens ook niet. Maar als het ooit zover komt sta ik vooraan en ben ik de eerst die me aanmeldt. Tot die tijd modder ik gewoon verder en zullen het bijna verontschuldigende ´da´s een vrouwending schat´ en het meer afkeurende ´da´s echt een mannending zeker?´ nog zeer regelmatig te horen zijn in Huize de L´Ecluse. Het zij zo.
17-07-07
Toch zijn er een hele hoop zaken die ik, achteraf gezien, graag op school had geleerd. Zaken die helaas echter niet werden onderwezen. Zo had ik bijvoorbeeld dolgraag willen leren hoe het nou precies zat met meisjes en met de liefde. En dan niet zozeer het fysieke gedeelte, dat heb ik wel meegekregen via biologie en tijdens schoolfeesten in het fietsenhok, maar meer hoe anders meisjes denken, hoe anders ze reageren en hoe anders ze tegen verschillende dingen aankijken. Dat is me altijd een compleet raadsel geweest. En niemand die me dat kon uitleggen. Ik had geen oudere broer die ik dingen kon vragen, geen moeder die een tip van die geheimzinnige vrouwensluier kon oplichten en er waren veel momenten waarop ik dacht dat ik mijn vader meer kon leren dan hij mij. Op zo´n moment zit er dus niets anders op dan het allemaal, gaandeweg, zelf dan maar uit te vinden. En, net als met zoveel onderwerpen in het leven, besef je dan al gauw dat je, hoe veel je ook denkt geleerd te hebben, je nog steeds verdomd weinig weet.
Nu, zo´n 25 jaar later, is dat gevoel nog eigenlijk niet zo heel veel veranderd. Vrouwen zijn nog steeds een bijna even groot mysterie als toen en een voortdurende bron van fascinatie. Niet meer primair gedreven door groei- en andere gierende hormonen, probeer ik me regelmatig in de vrouwelijke gedachtegang te verplaatsen. En hoe vaker ik dat probeer, hoe vaker ik er dan weer compleet en faliekant naast zit. Maar ik blijf het proberen want het blijft me fascineren. Want eigenlijk is het best wel vreemd als je ziet dat in onze maatschappij zoveel mannen en vrouwen samen leven en we tegelijkertijd zo bedroevend weinig van elkaar weten. Van hoe de ander denkt, voelt en reageert.
Nu weet ik dat de meeste mannen dat nooit hardop zullen durven toegeven, maar ik durf te wedden dat als er een cursus ´de geheime leefwereld van de vrouw´ zou zijn, de cursuslokalen zouden uitpuilen. Datzelfde gaat trouwens ook op voor de tegenhanger ´de geheime leefwereld van de man´. Mits anoniem natuurlijk. Want toegeven dat ze iets niet weten zie ik de meeste mannen nog niet zo een twee drie doen. De meeste vrouwen trouwens ook niet. Maar als het ooit zover komt sta ik vooraan en ben ik de eerst die me aanmeldt. Tot die tijd modder ik gewoon verder en zullen het bijna verontschuldigende ´da´s een vrouwending schat´ en het meer afkeurende ´da´s echt een mannending zeker?´ nog zeer regelmatig te horen zijn in Huize de L´Ecluse. Het zij zo.
17-07-07
zondag 15 juli 2007
Verwondering
Een van de belangrijkste eigenschappen die een mens heeft is de mogelijkheid zich te kunnen verwonderen. Zich oprecht over iets te kunnen verbazen.
Voor mij is verwondering een positieve eigenschap. De verwondering, en de eventueel daaruit voortvloeiende actie, zorgt dat de wereld door blijft draaien. Maar soms is de grens tussen verwondering en verbijstering wel héél erg dun. Zo las ik vanmorgen in de krant dat de ChristenUnie in Enschede het voorstel heeft gedaan om de lokale FC zo min mogelijk op zondag te laten spelen omdat fans dan de voetbaltribune verkiezen boven de kerkbank. Hoe zou dat toch komen?
Een ander artikeltje dat me de wenkbrauwen deed fronsen was dat over de inzameling van lege batterijen door de Stichting Batterij (Stibat). In Nederland zijn we weer eens de braafste snotneus in het Europese klasje omdat hier reeds 38% van de verkochte batterijen wordt hergebruikt, terwijl de Europese richtlijnen een percentage van 25% dicteren per 2012. Enfin, er diende dus gezocht te worden naar de reden áchter dit enorme succes. En dat bleek het feit dat er onder de inleveraars die de lege batterijen, in een zakje voorzien van kaartje met naam en adres, regelmatig reischeques worden verloot. Want, zo wordt ons gemeld bij monde van de marketingmanager van Stibat, ´Belonen werkt beter dan straffen!´. Vanzelfsprekend duurde het enige ogenblikken voor ik weer in staat was helder te denken na deze absolute inkopper. Hoe kunnen de bollebozen van de Stibat het toch allemaal bedenken? DUH! Iedereen die een ander mens wel eens heeft trachten over te halen iets te doen waar de ander overduidelijk géén zin in heeft weet dat de wereld zo werkt. Of je nu je eigen addergebroed zo ver wilt krijgen dat ze eindelijk de kolerezooi in hun eigen kamer nu eens gaan opruimen, of je wilt je geliefde in een allerlaatste wanhoopspoging overhalen om op die ene cruciale vraag op het stadhuis een, min of meer overtuigend, ´JA!´ te antwoorden..It´s gonna cost ya! Soms wat meer en soms wat minder. Niets voor niets helaas in deze barre wereld waarin wij leven. En tot die trieste conclusie komen we steeds weer terug. Elke dag opnieuw.
15-07-07
Voor mij is verwondering een positieve eigenschap. De verwondering, en de eventueel daaruit voortvloeiende actie, zorgt dat de wereld door blijft draaien. Maar soms is de grens tussen verwondering en verbijstering wel héél erg dun. Zo las ik vanmorgen in de krant dat de ChristenUnie in Enschede het voorstel heeft gedaan om de lokale FC zo min mogelijk op zondag te laten spelen omdat fans dan de voetbaltribune verkiezen boven de kerkbank. Hoe zou dat toch komen?
Een ander artikeltje dat me de wenkbrauwen deed fronsen was dat over de inzameling van lege batterijen door de Stichting Batterij (Stibat). In Nederland zijn we weer eens de braafste snotneus in het Europese klasje omdat hier reeds 38% van de verkochte batterijen wordt hergebruikt, terwijl de Europese richtlijnen een percentage van 25% dicteren per 2012. Enfin, er diende dus gezocht te worden naar de reden áchter dit enorme succes. En dat bleek het feit dat er onder de inleveraars die de lege batterijen, in een zakje voorzien van kaartje met naam en adres, regelmatig reischeques worden verloot. Want, zo wordt ons gemeld bij monde van de marketingmanager van Stibat, ´Belonen werkt beter dan straffen!´. Vanzelfsprekend duurde het enige ogenblikken voor ik weer in staat was helder te denken na deze absolute inkopper. Hoe kunnen de bollebozen van de Stibat het toch allemaal bedenken? DUH! Iedereen die een ander mens wel eens heeft trachten over te halen iets te doen waar de ander overduidelijk géén zin in heeft weet dat de wereld zo werkt. Of je nu je eigen addergebroed zo ver wilt krijgen dat ze eindelijk de kolerezooi in hun eigen kamer nu eens gaan opruimen, of je wilt je geliefde in een allerlaatste wanhoopspoging overhalen om op die ene cruciale vraag op het stadhuis een, min of meer overtuigend, ´JA!´ te antwoorden..It´s gonna cost ya! Soms wat meer en soms wat minder. Niets voor niets helaas in deze barre wereld waarin wij leven. En tot die trieste conclusie komen we steeds weer terug. Elke dag opnieuw.
15-07-07
vrijdag 13 juli 2007
Houdbaarheid
Lang geleden heb ik op school geleerd dat alles in de natuur om ons heen een bepaalde houdbaarheid heeft. Niets is eeuwigdurend. Het is allemaal, grofweg, in drie levensfases onder te verdelen: opkomst, bloei, afsterven. Later, bij filosofie, kwam dat principe nogmaals voorbij, maar dan in wat meer bespiegelende bewoordingen, en werd het wat breder getrokken. Maar het geldt nog steeds voor alles om ons heen.
Zo blijkt de levensduur van de maquette van het CS van Eindhoven in Madurodam een levensduur van precies 25 jaar te hebben. Het zal nu vervangen worden door een maquette van het nieuw te bouwen Utrecht CS. Sommige potjes babyvoeding daarentegen hebben houdbaarheid vanaf de fabriek van maar liefst drie jaar. En ook intermenselijke relaties hebben een houdbaarheid die, getuige het grote aantal echtscheidingen, opeens duidelijk bekort kan blijken. Een soapie uit ONM geeft in zijn eerste zelfgeschreven en geproduceerde single aan dat een opblaaspop voor hem de ideale partner is. Een opmerking die, uit verschillende oogpunten min of meer te begrijpen, echter het ergste doet vrezen voor zijn relatie met zijn vriendin. Ik zou dat toch niet graag over mezelf horen tenminste, ook al zou ik weten dat een en ander in scherts is bedoeld.
Helaas is het echter zo dat er regels zijn, voor wat betreft voedsel bijvoorbeeld, voor het bepalen van de uiterste houdbaarheidsdatum. Wat dus helaas helaas weer niet opgaat voor die van bepaalde linkse politici, zéér belegen politieke correctheid, bepaalde volkszangers, zelfverklaarde diva´s, aangetrouwde familieleden en bezoekjes van die, overduidelijk gelukkige, pasgetrouwde stellen met één blèrend jong en een tweede op komst. Die houdbaarheid zou ik dolgraag zelf bepalen maar dat is dan weer moreel niet toegestaan. Begrijp me goed, ik kan heel goed plaatsvervangend blij zijn voor anderen die eindelijk het geluk denken te hebben gevonden, maar kom alsjeblieft niet aan mijn deur kloppen met een mededeling als: ´We komen vandaag niet met z´n drietjes maar met z´n VIERTJES!´ Waarop je dan ook nog van mij verwacht dat ik je, stralend van blijdschap, omhels en óók nog feliciteer. Ik HEB namelijk niks met kinderen. Niet met de mijne, als ik ze al zou hebben, noch met de jouwe. Ik vind ze helemaal NIET schattig, ik word er ook NIET blij van, ik vind ze NIET heerlijk ruiken en ik word OOK AL NIET vertederd door die vetplooitjes en worstvingertjes. Die heb ik zelf al en da´s voor mij meer dan genoeg. En dat ze, oh wat geweldig, tien vingers en tien tenen hebben? Dat HOORT zo!
Gelukkig is er ook, soms vér na verstrijken van de normale houdbaarheid, nog leven mogelijk. Want ik houd van oude dingen. Dingen die soms niet eens een duidelijk aanwijsbare functie hebben, waarvan ik niet eens weet waarvoor het diende of een functie die door de moderne tijd reeds lang is achterhaald. Dat zijn de dingen die mijn fantasie prikkelen en me eindeloos mee kunnen voeren over gedroomde wegen en naar onbereikbare plaatsen. En daar word ik dan weer blij van. Zoals ik ook blij kan worden van iets geks als een ouderwetse autosloperij. Niet van die hightech demontagebedrijven waar een autowrak vakkundig uit elkaar wordt gesleuteld en alle onderdelen netjes in grote stellingen bij elkaar liggen te wachten op hergebruik. Nee, die niet. Geef mij maar een stuk grond achter een woonhuis waar de wrakken, schijnbaar kris kras, minstens drie hoog liggen opgestapeld. Daar zou ik uren met mijn camera kunnen ronddwalen en elk wrak zijn of haar verhaal kunnen laten vertellen. Maar helaas zijn dat soort sloperijen er niet veel meer in ons overgereguleerde land. Ze zijn namelijk schadelijk voor de houdbaarheid van ons milieu. Maar van mij hadden ze best mogen blijven.
Sentimenteel? Ik?
13-07-07
Zo blijkt de levensduur van de maquette van het CS van Eindhoven in Madurodam een levensduur van precies 25 jaar te hebben. Het zal nu vervangen worden door een maquette van het nieuw te bouwen Utrecht CS. Sommige potjes babyvoeding daarentegen hebben houdbaarheid vanaf de fabriek van maar liefst drie jaar. En ook intermenselijke relaties hebben een houdbaarheid die, getuige het grote aantal echtscheidingen, opeens duidelijk bekort kan blijken. Een soapie uit ONM geeft in zijn eerste zelfgeschreven en geproduceerde single aan dat een opblaaspop voor hem de ideale partner is. Een opmerking die, uit verschillende oogpunten min of meer te begrijpen, echter het ergste doet vrezen voor zijn relatie met zijn vriendin. Ik zou dat toch niet graag over mezelf horen tenminste, ook al zou ik weten dat een en ander in scherts is bedoeld.
Helaas is het echter zo dat er regels zijn, voor wat betreft voedsel bijvoorbeeld, voor het bepalen van de uiterste houdbaarheidsdatum. Wat dus helaas helaas weer niet opgaat voor die van bepaalde linkse politici, zéér belegen politieke correctheid, bepaalde volkszangers, zelfverklaarde diva´s, aangetrouwde familieleden en bezoekjes van die, overduidelijk gelukkige, pasgetrouwde stellen met één blèrend jong en een tweede op komst. Die houdbaarheid zou ik dolgraag zelf bepalen maar dat is dan weer moreel niet toegestaan. Begrijp me goed, ik kan heel goed plaatsvervangend blij zijn voor anderen die eindelijk het geluk denken te hebben gevonden, maar kom alsjeblieft niet aan mijn deur kloppen met een mededeling als: ´We komen vandaag niet met z´n drietjes maar met z´n VIERTJES!´ Waarop je dan ook nog van mij verwacht dat ik je, stralend van blijdschap, omhels en óók nog feliciteer. Ik HEB namelijk niks met kinderen. Niet met de mijne, als ik ze al zou hebben, noch met de jouwe. Ik vind ze helemaal NIET schattig, ik word er ook NIET blij van, ik vind ze NIET heerlijk ruiken en ik word OOK AL NIET vertederd door die vetplooitjes en worstvingertjes. Die heb ik zelf al en da´s voor mij meer dan genoeg. En dat ze, oh wat geweldig, tien vingers en tien tenen hebben? Dat HOORT zo!
Gelukkig is er ook, soms vér na verstrijken van de normale houdbaarheid, nog leven mogelijk. Want ik houd van oude dingen. Dingen die soms niet eens een duidelijk aanwijsbare functie hebben, waarvan ik niet eens weet waarvoor het diende of een functie die door de moderne tijd reeds lang is achterhaald. Dat zijn de dingen die mijn fantasie prikkelen en me eindeloos mee kunnen voeren over gedroomde wegen en naar onbereikbare plaatsen. En daar word ik dan weer blij van. Zoals ik ook blij kan worden van iets geks als een ouderwetse autosloperij. Niet van die hightech demontagebedrijven waar een autowrak vakkundig uit elkaar wordt gesleuteld en alle onderdelen netjes in grote stellingen bij elkaar liggen te wachten op hergebruik. Nee, die niet. Geef mij maar een stuk grond achter een woonhuis waar de wrakken, schijnbaar kris kras, minstens drie hoog liggen opgestapeld. Daar zou ik uren met mijn camera kunnen ronddwalen en elk wrak zijn of haar verhaal kunnen laten vertellen. Maar helaas zijn dat soort sloperijen er niet veel meer in ons overgereguleerde land. Ze zijn namelijk schadelijk voor de houdbaarheid van ons milieu. Maar van mij hadden ze best mogen blijven.
Sentimenteel? Ik?
13-07-07
woensdag 11 juli 2007
Rugzakje
Ik kan de term ´rugzakje´zo langzamerhand niet meer horen. Het hebben van een dergelijk ding kan namelijk een aantal zéér afwijkende dingen betekenen. Ten eerste kun je worden aangezien als potentieel terrorist, zeker als je er zo ongeschoren bijloopt als ondergetekende momenteel. Daarnaast kan het betekenen dat je een kind bent met een lichamelijke,verstandelijke of sociale handicap dat, voorzien van een (rug-)zakje met geld naar een ´gewone´ school geschopt wordt. Want je moet vooral zo gewoon mogelijk opgroeien! En tenslotte kan het betekenen dat je een ´verleden´ hebt. Niet helemaal ongeschonden door je puberjaren bent heen gekomen en aldus voorbestemd bent om het peutengilde tot in lengte van jaren van het noodzakelijk brood-op-de-plank te voorzien.
De snoodaard die de moed, en het uithoudingsvermogen, zou hebben om in mijn directe omgeving een onderzoek in te stellen teneinde mij in één der bovenstaande categorieën in te delen wacht een zware taak. Maar omdat ik nu eenmaal vreselijk warmhartig ben en lang niet zo eng als ik eruit zie, zal ik de snoodaard een klein stukje op weg helpen. Ik ben namelijk zéér gemakkelijk in alle categorieën in te delen.
Ik een potentieel terrorist? Ik? Absoluut! Er zijn op deze wereld een klein handje vol mensen die ik met het grootste genoegen door middel van een ruime hoeveelheid TNT of andere plofstof uit hun lijden zou willen verlossen. En ik ben er absoluut van overtuigd dat de wereld ze geen moment zou missen. De enige reden dat ik het, tot op heden althans, nog niet heb gedaan is echter niet ingegeven door moraal of enige karakterzwakte mijnerzijds, doch slechts ingegeven door mijn onmiskenbaar aanwezige en aantoonbare sadisme. Ik gun het ze namelijk niet! Ik gun ze namelijk, en van harte ook nog, vele en lange jaren in goede gezondheid toe, voortkabbelend op hun absolute gebrek aan inzicht en valse (mede-) menselijkheid, voortgedreven door blinde ambitie doelstellingen over de rug van anderen te halen die ze, als ze al enig besef hebben hoe die doelen te verwezenlijken, tot op de dag van hun op natuurlijke verscheiden nooit en te nimmer zullen halen. *ZUCHT*
Het gehandicapte kind dan. Ik kan zo één of zelfs meer mensen aanwijzen die, in vermeende wijsheid die doorgaans met de jaren placht te komen, mij zal omschrijven als ´damaged goods´. Zo hoorde ik, bijvoorbeeld, een aantal jaren gelden iemand, van wie ik de echte naam niet zal noemen omdat de benaming ´Drakestraaltje´ haar méér dan voldoende omschrijft, op een receptie tegen iemand zeggen dat ze mij mijn wat afwijkende kapsel, of gebrek aan kapsel..het is maar hoe je het wilt zien, niet euvel moesten duiden omdat ik ´beschadigd´ was. DUH! Dubbel DUH! Ik had mijn golvende lokken die dag héél bewust laten millimeteren om zo, keurig in pak, op het trouwfeest van mijn vader en bovenstaand ´Drakenstraaltje´te verschijnen. UPH dus, omdat ze even waren vergeten te vertellen dat ze al twee jaar eerder in het huwelijk waren getreden.
En dan het rugzakje vol onverwerkt puberleed en misplaatst vertrouwen in de alwetendheid van volwassenen. Tja, ik zou hier toch ook zeker ´schuldig´ pleiten. Tot mijn grote schrik en ontzetting kwam ik er namelijk op mijn twintigste pas achter dat ouders, van welk soort nageslacht dan ook, gewoon de sprong in het diepe hebben gewaagd en begonnen zijn met opvoeden in de wijsheid van de dag. Helemaal fout natuurlijk, al had je in die tijd, het begin van de tweede helft van vorige eeuw ergens, nog geen ´Supernanny´, geen ´Eerste Hulp Bij Opvoeden´ of ´Ouders van Nu´. Nee, niets van dat alles. Al bedacht ik me iets later, bij het zien van de film ´Schatjes´ dat ik helemaal niet zo erg ben geweest. Ik heb tenslotte nooit mijn vriendinnetje op dergelijke wijze toegezongen..
Maar desalniettemin, nu mijn leeftijd de ´40´ inmiddels is overstegen, heb ik een wereldschokkend besluit genomen. Ik heb mijn rugzakje(s) ingewisseld voor een koffer. Zo een met aan één kant wieltjes en een trekkoordje. Da´s wel zo handig. Dus als u, ergens in september, op het journaal hoort dat de vertrekhal van onze nationale luchthaven is ontruimd vanwege achtergelaten bagage dan weet u één ding. Ondergetekende is op reis. En ik ben die koffer zomaar vergeten..Spontaan.
11-07-07
De snoodaard die de moed, en het uithoudingsvermogen, zou hebben om in mijn directe omgeving een onderzoek in te stellen teneinde mij in één der bovenstaande categorieën in te delen wacht een zware taak. Maar omdat ik nu eenmaal vreselijk warmhartig ben en lang niet zo eng als ik eruit zie, zal ik de snoodaard een klein stukje op weg helpen. Ik ben namelijk zéér gemakkelijk in alle categorieën in te delen.
Ik een potentieel terrorist? Ik? Absoluut! Er zijn op deze wereld een klein handje vol mensen die ik met het grootste genoegen door middel van een ruime hoeveelheid TNT of andere plofstof uit hun lijden zou willen verlossen. En ik ben er absoluut van overtuigd dat de wereld ze geen moment zou missen. De enige reden dat ik het, tot op heden althans, nog niet heb gedaan is echter niet ingegeven door moraal of enige karakterzwakte mijnerzijds, doch slechts ingegeven door mijn onmiskenbaar aanwezige en aantoonbare sadisme. Ik gun het ze namelijk niet! Ik gun ze namelijk, en van harte ook nog, vele en lange jaren in goede gezondheid toe, voortkabbelend op hun absolute gebrek aan inzicht en valse (mede-) menselijkheid, voortgedreven door blinde ambitie doelstellingen over de rug van anderen te halen die ze, als ze al enig besef hebben hoe die doelen te verwezenlijken, tot op de dag van hun op natuurlijke verscheiden nooit en te nimmer zullen halen. *ZUCHT*
Het gehandicapte kind dan. Ik kan zo één of zelfs meer mensen aanwijzen die, in vermeende wijsheid die doorgaans met de jaren placht te komen, mij zal omschrijven als ´damaged goods´. Zo hoorde ik, bijvoorbeeld, een aantal jaren gelden iemand, van wie ik de echte naam niet zal noemen omdat de benaming ´Drakestraaltje´ haar méér dan voldoende omschrijft, op een receptie tegen iemand zeggen dat ze mij mijn wat afwijkende kapsel, of gebrek aan kapsel..het is maar hoe je het wilt zien, niet euvel moesten duiden omdat ik ´beschadigd´ was. DUH! Dubbel DUH! Ik had mijn golvende lokken die dag héél bewust laten millimeteren om zo, keurig in pak, op het trouwfeest van mijn vader en bovenstaand ´Drakenstraaltje´te verschijnen. UPH dus, omdat ze even waren vergeten te vertellen dat ze al twee jaar eerder in het huwelijk waren getreden.
En dan het rugzakje vol onverwerkt puberleed en misplaatst vertrouwen in de alwetendheid van volwassenen. Tja, ik zou hier toch ook zeker ´schuldig´ pleiten. Tot mijn grote schrik en ontzetting kwam ik er namelijk op mijn twintigste pas achter dat ouders, van welk soort nageslacht dan ook, gewoon de sprong in het diepe hebben gewaagd en begonnen zijn met opvoeden in de wijsheid van de dag. Helemaal fout natuurlijk, al had je in die tijd, het begin van de tweede helft van vorige eeuw ergens, nog geen ´Supernanny´, geen ´Eerste Hulp Bij Opvoeden´ of ´Ouders van Nu´. Nee, niets van dat alles. Al bedacht ik me iets later, bij het zien van de film ´Schatjes´ dat ik helemaal niet zo erg ben geweest. Ik heb tenslotte nooit mijn vriendinnetje op dergelijke wijze toegezongen..
Maar desalniettemin, nu mijn leeftijd de ´40´ inmiddels is overstegen, heb ik een wereldschokkend besluit genomen. Ik heb mijn rugzakje(s) ingewisseld voor een koffer. Zo een met aan één kant wieltjes en een trekkoordje. Da´s wel zo handig. Dus als u, ergens in september, op het journaal hoort dat de vertrekhal van onze nationale luchthaven is ontruimd vanwege achtergelaten bagage dan weet u één ding. Ondergetekende is op reis. En ik ben die koffer zomaar vergeten..Spontaan.
11-07-07
dinsdag 10 juli 2007
The Road to Appelscha
Op diverse internationale internetsites wordt het radicale deel van de dierenrechtenactivisten opgeroepen om naar Appelscha te komen voor een vier dagen durend trainingskamp. Tijdens dit kamp, dat duurt van vrijdag 10 tot en met maandag 13 augustus, wordt onderwezen hoe met het best terreuracties kan uitvoeren, doelwitten dient te onderzoeken, wordt onderricht gegeven in het (be)klimmen van en het vastketenen aan objecten. Tevens zal aandacht worden besteed aan het omgaan met gevangenisstraf, zelfverdediging en EHBO (=Ernstig Hufterig gedrag Bij volstrekt Onacceptabele acties).
Appelscha is een doorgaans rustig Fries dorp van een kleine 5000 zielen dat waarschijnlijk al vòòr de 11e eeuw bestond. Het maakt tegenwoordig onderdeel uit van de gemeente Ooststellingwerf en heeft alle noodzakelijke voorziening zoals supermarkten, warme bakkers, een verscentrum, warenhuis, drogisterij annex boekhandel en postkantoor en textielzaken. Voor grotere aankopen ligt Appelscha zeer centraal tussen plaatsen als Assen en Groningen, Heerenveen en Drachten. Kortom, het klinkt als een prettig dorp om in te wonen met een hoop rust en ruimte. En juist die rust gaat, midden in het toeristenseizoen, nu verstoord worden door een aantal extreemlinkse raddraaiers, leeglopers en vernielzuchtigen op excursie.
Ik moet zeggen dat ik doorgaans verrekte weinig sympathie kan opbrengen voor dit soort volk. Mensen die, zelf vaak levend van een uitkering, hun tijd besteden aan het vernielen van andermans eigendommen en het veroorzaken van zoveel mogelijk schade. Nu is er op zichzelf niets mis met idealisme. Zonder dat zou de wereld er nóg slechter aan toe zijn dan nu, maar idealisme zou volstrekt tegengesteld moeten zijn aan het gebruik van geweld. Want geweld heeft nog nooit iets opgelost als het ingezet wordt voor het overbrengen van een boodschap.
Ik ben blij dat er steeds mensen zijn die ons, op gezette tijden, wakker schudden en zaken aan de kaak stellen die er, in hun ogen, mis zijn in ons land. Daar is absoluut niets op tegen. Maar er zijn ook regels voor. Wettelijke regels en fatsoensregels. Democratische regels. En natuurlijk weet ik dat het soms bijna onbegonnen lijkt om te knokken tegen kapitaalkrachtige tegenstanders die er rustig de tijd voor kunnen nemen om een rechtszaak aan te gaan die zo maar twintig jaar, of langer, kan voortslepen. Maar het gebruik van geweld leidt zéker niet tot sympathie en verandering. Geweld heeft nu eenmaal de onhebbelijke eigenschap om juist méér geweld uit te lokken en daarmee is iedereen verder van huis. Voor het bedreigen van de andere partij geldt overigens precies hetzelfde. Dat is net zo´n zwaktebod en leidt ook tot niets.
De discussie aangaan dus. Met respect voor de normen en waarden van beide partijen. En dat mag best gepaard gaan met acties, ludieke acties vooral. Want als je iets fundamenteel en vooral ook blijvend wilt veranderen in de wereld kost dat tijd, véél tijd. En vooral ook heel veel inzet en energie. Maar, zoals het spreekwoord zegt: ´De aanhouder wint!´. Al zal het niet meteen zijn.
10-07-07
Appelscha is een doorgaans rustig Fries dorp van een kleine 5000 zielen dat waarschijnlijk al vòòr de 11e eeuw bestond. Het maakt tegenwoordig onderdeel uit van de gemeente Ooststellingwerf en heeft alle noodzakelijke voorziening zoals supermarkten, warme bakkers, een verscentrum, warenhuis, drogisterij annex boekhandel en postkantoor en textielzaken. Voor grotere aankopen ligt Appelscha zeer centraal tussen plaatsen als Assen en Groningen, Heerenveen en Drachten. Kortom, het klinkt als een prettig dorp om in te wonen met een hoop rust en ruimte. En juist die rust gaat, midden in het toeristenseizoen, nu verstoord worden door een aantal extreemlinkse raddraaiers, leeglopers en vernielzuchtigen op excursie.
Ik moet zeggen dat ik doorgaans verrekte weinig sympathie kan opbrengen voor dit soort volk. Mensen die, zelf vaak levend van een uitkering, hun tijd besteden aan het vernielen van andermans eigendommen en het veroorzaken van zoveel mogelijk schade. Nu is er op zichzelf niets mis met idealisme. Zonder dat zou de wereld er nóg slechter aan toe zijn dan nu, maar idealisme zou volstrekt tegengesteld moeten zijn aan het gebruik van geweld. Want geweld heeft nog nooit iets opgelost als het ingezet wordt voor het overbrengen van een boodschap.
Ik ben blij dat er steeds mensen zijn die ons, op gezette tijden, wakker schudden en zaken aan de kaak stellen die er, in hun ogen, mis zijn in ons land. Daar is absoluut niets op tegen. Maar er zijn ook regels voor. Wettelijke regels en fatsoensregels. Democratische regels. En natuurlijk weet ik dat het soms bijna onbegonnen lijkt om te knokken tegen kapitaalkrachtige tegenstanders die er rustig de tijd voor kunnen nemen om een rechtszaak aan te gaan die zo maar twintig jaar, of langer, kan voortslepen. Maar het gebruik van geweld leidt zéker niet tot sympathie en verandering. Geweld heeft nu eenmaal de onhebbelijke eigenschap om juist méér geweld uit te lokken en daarmee is iedereen verder van huis. Voor het bedreigen van de andere partij geldt overigens precies hetzelfde. Dat is net zo´n zwaktebod en leidt ook tot niets.
De discussie aangaan dus. Met respect voor de normen en waarden van beide partijen. En dat mag best gepaard gaan met acties, ludieke acties vooral. Want als je iets fundamenteel en vooral ook blijvend wilt veranderen in de wereld kost dat tijd, véél tijd. En vooral ook heel veel inzet en energie. Maar, zoals het spreekwoord zegt: ´De aanhouder wint!´. Al zal het niet meteen zijn.
10-07-07
zaterdag 7 juli 2007
Keloel
Ik ben zo´n figuur die nergens lekker in past. De meeste auto´s zijn te klein en ook op zitmeubelen waan ik mij meestal als een reus in dwergenland. Maar niet alleen in de fysieke wereld pas ik slecht, ook in onderzoeken ben ik slechts te vinden in de periferie. Als je uitgaat van de ´grootste gemene deler´ ben ik: Groot (ontegenzeggelijk), gemeen (ik word door mijn liefste regelmatig liefkozend voor ´sadist´uitgemaakt) en absoluut een deler (hoe meer zieligen hoe meer vreugd!). Maar desalniettemin ben ik een buitenbeentje qua enquetes.
Nu hebben een groep Amerikaanse wetenschappers onderzocht wat er waar is van het feit dat vrouwen doorgaans echte kletstantes zijn en wij mannen meer van het zwijgzame type. En wat blijkt? Mannen en vrouwen praten bijna net zoveel. Wellicht lag dat aan het gekozen onderwerp: emoties. Ik durf echter te wedden dat als het over mode, wie-het-met-wie-doet-voor–hoe-lang-nog-en-wanneer, het ´parkeertalent´van de buurvrouw of over schoenen gaat vrouwen meer woorden produceren dan mannen. En natuurlijk zijn er ook onderwerpen waarover mannen doorgaans gráág uitweiden en waarover vrouwen slechts nuffig en onderkoeld het parmantige neusje ophalen. Voetbal bijvoorbeeld, of het nieuwe voorgeveltje van mevrouw L.
Gelukkig hebben de wetenschappers ons ook cijfers geschonken. Want, zoals we ons ongetwijfeld allemaal beseffen: ´Meten is weten!´ Vrouwen blijken door de bank genomen zo´n 16.215 woorden per dag te produceren tegen een 16.669 voor hun mannelijke tegenhangers. En terwijl ik die getallen opschrijf komt maar één adequate beschrijving naar boven: ´Wat een hoop keloel!´
Toch gebruiken vrouwen blijkbaar gemiddeld 546 woorden méér per dag dan mannen. Waar dat verschil in aantallen woorden dan in zit vermeldt het artikel helaas niet, maar ik heb wel een idee. Ik vermoed dat het in de ´powder room´ gezocht moet worden.
Echter, waar dat verschil ook moge ontstaan, ik vind het totaal aantal woorden per dag al schrikbarend. Zeker als je die getallen gaat vermenigvuldigen met het aantal mensen op deze aardkloot. Over milieuvervuiling gesproken. En, uit ervaring weet ik, dat er dagen zijn dat ik het aantal woorden van het verschil niet eens haal. Niet eens de helft. Dat zijn de dagen dat ik zwerf in mijn gedachten en schrijf. Heerlijke dagen zijn dat. Dus denk ik, en zwijg.
07-07-07
Nu hebben een groep Amerikaanse wetenschappers onderzocht wat er waar is van het feit dat vrouwen doorgaans echte kletstantes zijn en wij mannen meer van het zwijgzame type. En wat blijkt? Mannen en vrouwen praten bijna net zoveel. Wellicht lag dat aan het gekozen onderwerp: emoties. Ik durf echter te wedden dat als het over mode, wie-het-met-wie-doet-voor–hoe-lang-nog-en-wanneer, het ´parkeertalent´van de buurvrouw of over schoenen gaat vrouwen meer woorden produceren dan mannen. En natuurlijk zijn er ook onderwerpen waarover mannen doorgaans gráág uitweiden en waarover vrouwen slechts nuffig en onderkoeld het parmantige neusje ophalen. Voetbal bijvoorbeeld, of het nieuwe voorgeveltje van mevrouw L.
Gelukkig hebben de wetenschappers ons ook cijfers geschonken. Want, zoals we ons ongetwijfeld allemaal beseffen: ´Meten is weten!´ Vrouwen blijken door de bank genomen zo´n 16.215 woorden per dag te produceren tegen een 16.669 voor hun mannelijke tegenhangers. En terwijl ik die getallen opschrijf komt maar één adequate beschrijving naar boven: ´Wat een hoop keloel!´
Toch gebruiken vrouwen blijkbaar gemiddeld 546 woorden méér per dag dan mannen. Waar dat verschil in aantallen woorden dan in zit vermeldt het artikel helaas niet, maar ik heb wel een idee. Ik vermoed dat het in de ´powder room´ gezocht moet worden.
Echter, waar dat verschil ook moge ontstaan, ik vind het totaal aantal woorden per dag al schrikbarend. Zeker als je die getallen gaat vermenigvuldigen met het aantal mensen op deze aardkloot. Over milieuvervuiling gesproken. En, uit ervaring weet ik, dat er dagen zijn dat ik het aantal woorden van het verschil niet eens haal. Niet eens de helft. Dat zijn de dagen dat ik zwerf in mijn gedachten en schrijf. Heerlijke dagen zijn dat. Dus denk ik, en zwijg.
07-07-07
donderdag 5 juli 2007
Op tijd…?
Net gehoord bij Editie NL op RTL: ´Een trein rijdt op tijd als die minder dan drie minuten te laat is. ´ Pardon? Is te laat niet gewoon te laat? Ik vind dat echt de omgekeerde wereld.
Stel: Ik wil met de trein naar Utrecht en die trein vertrekt om 16.20 uur van perron 3. Ik kom, gezond en fit als ik ben, dan om 16.23 uur hijgend en puffend perron 3 opgestormd… Waar is de trein dan? ´Die is al weg meneer want de trein vertrekt om 16.20 uur!´ En dat is dan ok?
De NS wordt dus toegestaan de (eigen) regels zò interpreteren dat ZIJ steeds beter aan de ´norm´ voldoen, maar als ik, als betálende klant notabene, dezelfde regel hanteer sta ik moederziel alleen op het perron na te puffen! Geen trein! Ik durf te wedden dat ik de NS niet aansprakelijk kan stellen voor het feit dat ze te vroeg, maar toch op tijd, vertrokken zijn.
Hoe zat dat ook alweer met gelijkheid, die monnikken en die kappen?
05-07-07
Stel: Ik wil met de trein naar Utrecht en die trein vertrekt om 16.20 uur van perron 3. Ik kom, gezond en fit als ik ben, dan om 16.23 uur hijgend en puffend perron 3 opgestormd… Waar is de trein dan? ´Die is al weg meneer want de trein vertrekt om 16.20 uur!´ En dat is dan ok?
De NS wordt dus toegestaan de (eigen) regels zò interpreteren dat ZIJ steeds beter aan de ´norm´ voldoen, maar als ik, als betálende klant notabene, dezelfde regel hanteer sta ik moederziel alleen op het perron na te puffen! Geen trein! Ik durf te wedden dat ik de NS niet aansprakelijk kan stellen voor het feit dat ze te vroeg, maar toch op tijd, vertrokken zijn.
Hoe zat dat ook alweer met gelijkheid, die monnikken en die kappen?
05-07-07
dinsdag 3 juli 2007
Bezuinigingen
In opperste verbazing en met een groeiend gevoel van ongeloof heb ik gisteren op het RTL journaal het item gevolgd over de bezuinigingsvoorstellen die mevrouw Verbeet had gedaan voor de Tweede Kamer. Deze bezuinigingsvoorstellen, zoals: geen vergoeding meer voor mobiele telefoonkosten, geen vluchten meer in de business class maar in economy zoals het klootjesvolk en geen bode meer die tijdens vergadering koffie, thee en bouillon komt brengen, werden weggehoond omdat het hier slechts om ´kruimelwerk´, een bedrag van 1,4 miljoen, zou gaan.
Ik begrijp best dat het niet leuk is om afstand te moeten doen van deze ´extra´s´ waaraan je gewend bent maar de gemiddelde werknemer weet al jaren niet beter meer. Ik kan de business class niet eens betalen al zou ik het willen. Mijn zakelijk verstrekte mobieltje is alleen voor zakelijk verkeer en de privé gesprekken voer ik op een mobieltje dat ik zélf betaal en als ik op het werk koffie wil zal ik toch echt naar de automaat moeten. De koffieautomaat, mijn baas verkoopt ze zelfs….maar dat even terzijde, is daarmee verworden tot iets minderwaardigs en symbool voor het grote ´inleveren´. Maar de dames en heren kamerleden trekken de excellentie-neus ervoor voor op en vragen om een geldverslindende commissie die gaat bekijken waar het efficiënter kan. En daarmee wordt het ´kruimelwerk´ via slinkse weg de nek omgedraaid. Want, let op mijn woorden, als die commissie er eenmaal is komen déze bezuinigingen in het eindrapport niet meer voor. In dat eindrapport gaat het inderdaad over véél grotere bezuinigingen. Bezuinigingen echter die ten koste gaan van banen in de ondersteunende diensten zoals het restaurantbedrijf, de beveiliging en de ict. Het gewone klootjesvolk dus. Mensen die na alle bezuinigingen en lastenverzwaringen tot op heden al blij zijn als ze nog een aantal kruimels bij elkaar kunnen vegen om een klein feestje te vieren.
Ik vraag me af waar die steeds groter wordende kloof tussen burger en politiek toch vandaan komt…
03-07-07
Ik begrijp best dat het niet leuk is om afstand te moeten doen van deze ´extra´s´ waaraan je gewend bent maar de gemiddelde werknemer weet al jaren niet beter meer. Ik kan de business class niet eens betalen al zou ik het willen. Mijn zakelijk verstrekte mobieltje is alleen voor zakelijk verkeer en de privé gesprekken voer ik op een mobieltje dat ik zélf betaal en als ik op het werk koffie wil zal ik toch echt naar de automaat moeten. De koffieautomaat, mijn baas verkoopt ze zelfs….maar dat even terzijde, is daarmee verworden tot iets minderwaardigs en symbool voor het grote ´inleveren´. Maar de dames en heren kamerleden trekken de excellentie-neus ervoor voor op en vragen om een geldverslindende commissie die gaat bekijken waar het efficiënter kan. En daarmee wordt het ´kruimelwerk´ via slinkse weg de nek omgedraaid. Want, let op mijn woorden, als die commissie er eenmaal is komen déze bezuinigingen in het eindrapport niet meer voor. In dat eindrapport gaat het inderdaad over véél grotere bezuinigingen. Bezuinigingen echter die ten koste gaan van banen in de ondersteunende diensten zoals het restaurantbedrijf, de beveiliging en de ict. Het gewone klootjesvolk dus. Mensen die na alle bezuinigingen en lastenverzwaringen tot op heden al blij zijn als ze nog een aantal kruimels bij elkaar kunnen vegen om een klein feestje te vieren.
Ik vraag me af waar die steeds groter wordende kloof tussen burger en politiek toch vandaan komt…
03-07-07
De dood en de Polen
Er is momenteel een vreemd fenomeen waar te nemen en dat fenomeen gaat over Polen. Niet die aan de uiterste uithoeken van onze aardkloot maar over hen die geboren zijn in het land ten oosten van de Duitse grens. Die Polen dus.
Polen is sinds enige tijd lid van Europa en wordt geleid door een tweeling. En Polen doet er alles aan om vooral in het nieuws te komen en te blijven. Recent in het geheugen ligt nog de controverse omtrent een paars figuurtje uit een kinderserie dat, uitgerust mét handtas, kinderzieltjes zou aanzetten tot homofilie. En daarvoor en sindsdien komt er uit het oosten meer gekrakeel deze kant op. Maar niet alleen gekrakeel weet de weg naar het hart van Europa te vinden. Steeds meer Poolse werknemers verschijnen op de Nederlandse wegen en werkplekken om hier een (beter) betaalde boterham te verdienen. En laat ik voorop stellen dat ik niets tegen Polen heb. Ik heb in het verleden op meerdere plekken met Polen mogen samenwerken en heb de meesten leren kennen als uitermate vriendelijk, beleefd, bescheiden, gastvrij, hulpvaardig, zéér godsdienstig en bovendien hardwerkend. Iets wat ik van menig Nederlandse collega niet echt kon zeggen overigens. Maar soms gaat het op een werkplek mis. Gruwelijk mis zelfs en komt er een werknemer tragisch om het leven. En dat dat nieuws is begrijp ik. We hebben er recht op te weten wat er gebeurd is en wat er eventueel is misgegaan en wie daarvoor, al dan niet, verantwoordelijk was. Maar nu het over Polen gaat lijkt er opeens een nieuw soort journalistiek te ontstaan. Zo las ik in een groot ochtendblad laatst de kop ´Weer Pool overleden´. Mijn eerste gedachte was dan ook: ´Ja en?´. Polen zijn tenslotte ook maar gewoon mensen die geboren worden en dus ooit ook weer doodgaan. Dus?
Toch maar even het artikeltje gelezen. Bleek het te gaan over het feit dat er dit jaar al meerdere keren Polen waren overleden na allerlei tragische omstandigheden en dat Polen ook opmerkelijk vaak betrokken zijn bij verkeersongevallen.
Ik had het curieuze artikeltje al enige dagen uitgeknipt op mijn bureau liggen omdat het me toch bezig hield maar had er nog niets mee gedaan. Tot vanmorgen mijn oog in een andere krant op een soortgelijk artikel viel. Een in ons land verblijvende Pool had iemand een salto willen laten zien en was daarom voor zijn sprong op een kratje gaan staan. De goede man was vervolgens gesprongen en was dermate ongelukkig op de betonnen vloer terecht gekomen dat hij aan de gevolgen was overleden. En weer bekroop mij het gevoel: ´Ja en?´ Is dit dus nieuws? En dan nog nieuws in het kader van de vrije nieuwsgaring en voorlichting des volks? Of wederom een artikeltje in de kolommen van ´Don´t try this at home!´?
Dat mensen soms vreselijk domme dingen doen weet ik al lang. Ik maak me er soms zelf zelfs schuldig aan. En als er dan ook nog alcohol in het spel is stijgt het stupiditeitspecentage al snel met grote sprongen. Maar moet dat dan zo prominent in de krant? Zijn er op de wereld en zéker op internet al niet genoeg plekken waar we de lotgevallen van dit soort stakkerds kunnen volgen? Op een site als YouTube kan je, zonder heel veel moeite te hoeven doen, al veel filmpjes vinden waarvan ik, plaatsvervangend, de pijn nog steeds kan voelen. Ook de commerciëlen schotelen ons, onder het mom van ´leuke filmpjes´ al meer dan genoeg mensen voor die zichzelf volkomen voor aap zetten in situaties waarvan je van te voren op je vingers al kunt natellen dat het fout gaat. Dat het veel veelal filmpjes uit de VS en Japan zijn roept trouwens ook een aantal héél interessante vragen op, maar dáárover wellicht een andere keer.
Ik hoop in de tussentijd verder verstoken te blijven van dit soort sigmatiserende berichtgeving. Als het effe kan…als het effe kan..ja dan…
02-07-07
Polen is sinds enige tijd lid van Europa en wordt geleid door een tweeling. En Polen doet er alles aan om vooral in het nieuws te komen en te blijven. Recent in het geheugen ligt nog de controverse omtrent een paars figuurtje uit een kinderserie dat, uitgerust mét handtas, kinderzieltjes zou aanzetten tot homofilie. En daarvoor en sindsdien komt er uit het oosten meer gekrakeel deze kant op. Maar niet alleen gekrakeel weet de weg naar het hart van Europa te vinden. Steeds meer Poolse werknemers verschijnen op de Nederlandse wegen en werkplekken om hier een (beter) betaalde boterham te verdienen. En laat ik voorop stellen dat ik niets tegen Polen heb. Ik heb in het verleden op meerdere plekken met Polen mogen samenwerken en heb de meesten leren kennen als uitermate vriendelijk, beleefd, bescheiden, gastvrij, hulpvaardig, zéér godsdienstig en bovendien hardwerkend. Iets wat ik van menig Nederlandse collega niet echt kon zeggen overigens. Maar soms gaat het op een werkplek mis. Gruwelijk mis zelfs en komt er een werknemer tragisch om het leven. En dat dat nieuws is begrijp ik. We hebben er recht op te weten wat er gebeurd is en wat er eventueel is misgegaan en wie daarvoor, al dan niet, verantwoordelijk was. Maar nu het over Polen gaat lijkt er opeens een nieuw soort journalistiek te ontstaan. Zo las ik in een groot ochtendblad laatst de kop ´Weer Pool overleden´. Mijn eerste gedachte was dan ook: ´Ja en?´. Polen zijn tenslotte ook maar gewoon mensen die geboren worden en dus ooit ook weer doodgaan. Dus?
Toch maar even het artikeltje gelezen. Bleek het te gaan over het feit dat er dit jaar al meerdere keren Polen waren overleden na allerlei tragische omstandigheden en dat Polen ook opmerkelijk vaak betrokken zijn bij verkeersongevallen.
Ik had het curieuze artikeltje al enige dagen uitgeknipt op mijn bureau liggen omdat het me toch bezig hield maar had er nog niets mee gedaan. Tot vanmorgen mijn oog in een andere krant op een soortgelijk artikel viel. Een in ons land verblijvende Pool had iemand een salto willen laten zien en was daarom voor zijn sprong op een kratje gaan staan. De goede man was vervolgens gesprongen en was dermate ongelukkig op de betonnen vloer terecht gekomen dat hij aan de gevolgen was overleden. En weer bekroop mij het gevoel: ´Ja en?´ Is dit dus nieuws? En dan nog nieuws in het kader van de vrije nieuwsgaring en voorlichting des volks? Of wederom een artikeltje in de kolommen van ´Don´t try this at home!´?
Dat mensen soms vreselijk domme dingen doen weet ik al lang. Ik maak me er soms zelf zelfs schuldig aan. En als er dan ook nog alcohol in het spel is stijgt het stupiditeitspecentage al snel met grote sprongen. Maar moet dat dan zo prominent in de krant? Zijn er op de wereld en zéker op internet al niet genoeg plekken waar we de lotgevallen van dit soort stakkerds kunnen volgen? Op een site als YouTube kan je, zonder heel veel moeite te hoeven doen, al veel filmpjes vinden waarvan ik, plaatsvervangend, de pijn nog steeds kan voelen. Ook de commerciëlen schotelen ons, onder het mom van ´leuke filmpjes´ al meer dan genoeg mensen voor die zichzelf volkomen voor aap zetten in situaties waarvan je van te voren op je vingers al kunt natellen dat het fout gaat. Dat het veel veelal filmpjes uit de VS en Japan zijn roept trouwens ook een aantal héél interessante vragen op, maar dáárover wellicht een andere keer.
Ik hoop in de tussentijd verder verstoken te blijven van dit soort sigmatiserende berichtgeving. Als het effe kan…als het effe kan..ja dan…
02-07-07
zondag 1 juli 2007
Cadeautje
In een ´vorig leven´ heb ik ooit een fotografiecursus gedaan in Amsterdam. Veel van wat ik toen geleerd heb ben ik helaas al lang weer vergeten maar één les staat me nog zéér helder voor de geest. In een les over compositie vertelde de cursusleidster, zelf een professioneel fotografe, over een opdracht die ze kortgeleden had afgerond. Ze had veel tijd gestoken in het voorbereiden van de foto´s en het zoeken naar de juiste locatie, maar hoezeer ze ook haar best deed, het lukte maar niet om het ´perfecte plaatje´ te schieten. Bijna op het punt om het op te geven liep er een hond door het beeld en alles viel ineens op z´n plaats. De perfecte compositie.
Niet eens zo heel lang daarna stond ik in Schoonhoven in het vroege ochtendschemer uit te kijken over de Waal. Het wachten was op een cruiseschip met Amerikaanse toeristen dat rond 08.00 uur zou moeten arriveren vanuit Duitsland. De groep zou die dag de Keukenhof bezoeken en ik had de consumptiebonnen bij me voor dat bezoek. En, alhoewel het nog behoorlijk fris was zo vroeg in de morgen, wierp de zon haar eerste stralen reeds over het rivieroppervlak. Rondom me begon de wereld tot leven te komen. Schoonhoven begon aan wat weer een stralende lentedag beloofde te worden en ik keek uit over de nog verlaten steiger. Een steiger met op de twee uiterste hoeken een meer dan manshoge paal die, als het ware, de omlijsting vormden van mijn uitzicht. Een vrij saaie en lege lijst overigens, slechts gevuld met het grauwe water van de rivier, de eerste zonnestralen en een stukje van het groene gras van overkant. En juist terwijl ik dat stond te overpeinzen kwam een zwerm spreeuwen, luid kwetterend, tussen de meerpalen doorgezweefd om het plaatje te complementeren. Het perfecte cadeautje. Helaas had ik mijn camera niet bij de hand maar het beeld staat wel voor eeuwig op mijn netvlies gebrand.
Inmiddels zijn er behoorlijk wat jaren verstreken en is het leven in alle hevigheid verder gegaan. Met alle vreugde, liefde, verdriet en moeilijkheden van dien. Maar die ene les draag ik nog steeds elke dag met me mee, hoe zwaar en uitzichtloos de situatie soms ook lijkt te zijn. Een les die er steeds weer in slaagt me lichtpuntjes te laten zien waar ze eerst niet leken te zijn: ´In elke dag zit een cadeautje, als je het maar wilt zien!´ De wereld is best mooi….soms!
01-07-06
Niet eens zo heel lang daarna stond ik in Schoonhoven in het vroege ochtendschemer uit te kijken over de Waal. Het wachten was op een cruiseschip met Amerikaanse toeristen dat rond 08.00 uur zou moeten arriveren vanuit Duitsland. De groep zou die dag de Keukenhof bezoeken en ik had de consumptiebonnen bij me voor dat bezoek. En, alhoewel het nog behoorlijk fris was zo vroeg in de morgen, wierp de zon haar eerste stralen reeds over het rivieroppervlak. Rondom me begon de wereld tot leven te komen. Schoonhoven begon aan wat weer een stralende lentedag beloofde te worden en ik keek uit over de nog verlaten steiger. Een steiger met op de twee uiterste hoeken een meer dan manshoge paal die, als het ware, de omlijsting vormden van mijn uitzicht. Een vrij saaie en lege lijst overigens, slechts gevuld met het grauwe water van de rivier, de eerste zonnestralen en een stukje van het groene gras van overkant. En juist terwijl ik dat stond te overpeinzen kwam een zwerm spreeuwen, luid kwetterend, tussen de meerpalen doorgezweefd om het plaatje te complementeren. Het perfecte cadeautje. Helaas had ik mijn camera niet bij de hand maar het beeld staat wel voor eeuwig op mijn netvlies gebrand.
Inmiddels zijn er behoorlijk wat jaren verstreken en is het leven in alle hevigheid verder gegaan. Met alle vreugde, liefde, verdriet en moeilijkheden van dien. Maar die ene les draag ik nog steeds elke dag met me mee, hoe zwaar en uitzichtloos de situatie soms ook lijkt te zijn. Een les die er steeds weer in slaagt me lichtpuntjes te laten zien waar ze eerst niet leken te zijn: ´In elke dag zit een cadeautje, als je het maar wilt zien!´ De wereld is best mooi….soms!
01-07-06
Abonneren op:
Posts (Atom)