maandag 19 mei 2008

Deel 5: Het fenomeen beelddenken, leren

Welk probleem we krijgen ook in het leven krijgen voorgeschoteld, hoe we dan ook denken, welke taak we moeten zien te klaren of welke eigenschap ook aan welke hersenhelft wordt toebedeeld, de jonge hersenen moeten, voor ze er überhaupt aan toe zijn, nog heel veel leren. En dat doen we, per definitie, op school.
In deel 4 hebben we het over verschillende manieren van denken gehad, maar als we naar het leerproces kijken, valt meteen op dat er twee heel verschillende leerstijlen zijn, een verbale en een non-verbale.
Verbale begripsvorming, ofwel begripsdenken, betekent denken met woorden en de klanken van de woorden en zit dus meer in de linker hersenhelft.
Non-verbale begripsvorming daarentegen, het beelddenken dus, betekent denken in beelden van begrippen of ideeën, zit dus meer in de rechter hersenhelft.

Begripsdenken is lineair. Het volgt de structuur van de taal. Iemand die er gebruik van maakt, vormt in gedachten, woord voor woord de zinnen. Deze manier van denken gebeurt met ongeveer dezelfde snelheid als spreken. Iemand die normaal spreekt, produceert ongeveer 150 woorden per minuut, oftewel 2,5 woord per seconde.
Beelddenken is evolutionair. Dat wil zeggen dat het beeld, dat de beelddenker voor zich ziet, ‘groeit’ naarmate het denkproces begrippen toevoegt. Deze manier van denken gaat veel sneller, vermoedelijk zelfs duizenden malen sneller, dan het begripsdenken.

Het zetten van deze stap is een lastige. Niemand staat er vaak bij stil hoe hij, of zij, nu eigenlijk denkt, en al helemaal niet dat er ook nog mensen zijn die het radicaal ánders doen. Als referentie gebruik je tenslotte steeds hoe het bij jezelf werkt. Toch is ook deze materie geen wet van ‘Meden en Perzen’ noch een kwestie van zwart/wit. De meesten van ons gebruiken namelijk beide stijlen door elkaar. Ze hebben een sterke voorkeur voor de ene of voor de andere stijl, maar beide stijlen zijn in elk van u aanwezig. Voor dagdromen bijvoorbeeld, of het terugdenken aan die heerlijke vakantie in de Provence, zult u eerder geneigd zijn om in beelden te denken. Als u bijvoorbeeld een probleem moet oplossen met een debiteur die maar niet wil betalen, zult u echter eerder kiezen voor de verbale manier, al dan niet hardop. LOL
Voor een select groepje echter is de keus niet zozeer welke stijl ze willen gebruiken, voor hen bestaat de wereld voor het grootste deel uit ‘plaatjes’. En over hen wil ik het vooral met u hebben.

Belangrijk hierbij is om ook nog op te merken dat, om het verhaal luchtig te houden, we uitgaan van gemiddelden. Als je begripsdenkers en beelddenkers als tegenovergestelden van hetzelfde spectrum beschouwt zijn, in het grote gebied tussen daartussen, vele varianten en mengvormen mogelijk. Niemand is tenslotte 100% het een of het ander. Daarvoor zijn mensen te uniek en onderling te verschillend. Om het verhaal niet al te ingewikkeld te maken, gaan we daarom niet al te veel in op de diverse gradaties en beperken we ons meer tot wat algemeen te zeggen valt. In dit verhaal gaat het tenslotte om het fenomeen dat ik wil overbrengen en niet over specifieke gevallen.

19-05-08

Geen opmerkingen: