woensdag 28 oktober 2009

Huishoudboekje

Of je nu als particulier of als ondernemer de zaak bekijkt, als je huishoudboekje niet klopt kun je twee dingen doen: proberen je inkomen te vergroten of snijden in de kosten. Aangezien voor veel mensen het inkomen feitelijk een vast gegeven is, zal het resultaat vooral geboekt moeten worden aan de kostenkant.
In deze tijden van crisis ontkomt menigeen er niet aan om (grote) offers te brengen. Geliefde abonnementen op kranten en tijdschriften gaan de deur uit, er wordt drastisch bezuinigd op vakantie en andere uitstapjes, er wordt gerichter boodschappen gedaan waarbij de impulsaanbiedingen steeds vaker worden overgeslagen en er wordt weer brood meegenomen naar het werk. Vervelend allemaal, maar na wat gewenning best mee te leven.

Opvallend is dat vanuit de politiek bovenstaande simpele principes opeens geheel anders blijken te werken. Als het landelijke huishoudboekje namelijk niet klopt, wordt er allereerst een hoop nieuwe inkomstenbronnen bedacht. Gelukkig worden daarbij niet alle ideeën daarvoor even serieus bekeken, denk aan de ‘kopvoddentaks’, maar het principe werkt wel zo. In plaats van eerst te kijken wat je als overheid zelf kunt doen door efficiënter te werken en te snijden in dure en volstrekt overbodige ambtenaren, wordt de rekening steevast neergelegd bij de burger en het bedrijfsleven. Zij moeten maar gaan beknibbelen op hun uitgaven, zodat er méér geld naar de staatskas kan vloeien en de overheid door kan blijven gaan met ongelimiteerd geld uitgeven. Volstrekt de omgekeerde wereld dus.

Maar af en toe is er een politicus die de schijn kan doen ontstaan er echt iets van te (beginnen te) begrijpen. Vanmorgen was dat héél toevallig Wouter Bos. Niet echt mijn allergrootste held in de politieke arena, maar deze ochtend slaagde hij er wonderwel in mij ertoe te verleiden zijn woorden met enige bewondering tot mij te nemen, in plaats van de gebruikelijke hartgrondige afkeer. De man heeft namelijk op een bijeenkomst over de aow in Venlo geroepen dat we best de waterschappen kunnen opheffen.

Eén moment slechts was ik bezorgd over de geestelijke en mentale gesteldheid van de heer Bos, maar hij leek het daadwerkelijk te menen. Hij ging weer niet zover dat hij beloofde dat de besparing die dat zou opleveren de verhoging van de aow-leeftijd teniet zou doen, noch dat de opheffing nu eens niet zou leiden tot lastenverzwaring elders, maar het sprankje hoop was er.

Hoop is er trouwens wonderwel op meerdere terreinen. Nu de geruchtenstroom aanzwelt dat JP gerede kans maakt om de eerste Europese president te worden zeg ik: ‘Ik gun het hem van harte!’ Wellicht eerlijker zou zijn om te zeggen: ‘Ik gun Europa onze JP van harte!’, maar dat zult u van mij niet hardop horen. Ook al niet omdat eventuele vervroegde verkiezingen alhier de PvdA nogal slecht zouden uitkomen vanwege hun voortreffelijk lage scores in de peilingen. Oeps! Zei ik dat nu echt hardop? Excuses daarvoor!

Terug naar het huishoudboekje, en dan met name het mijne. Het is in deze tijden bepaald niet gemakkelijk om als ww-er een eigen bedrijf uit de grond te stampen, maar ik blijf me er met hart en ziel voor inzetten. Het ondernemersbloed kruipt tenslotte waar het niet gaan kan, en ik zie voldoende kansen voor de (nabije) toekomst om mijn eigen winst en verliesrekening in een heel wat positiever plaatje om te toveren, maar daar is wel tijd voor nodig. Méér tijd dan de zes maanden die de regels mij toestaan. Daarom roep ik iedereen op om het plan van CDA-ers Jan ten Hoopen en Eddy van Hijum te steunen en in deze crisistijd de opstartperiode te verlengen tot één jaar. Het enige minpuntje in de plannen van de beide heren is dat ze uitgaan van een ondergrens van 45-jarigen, en ik die leeftijd wel benader, maar nog niet heb bereikt.

Met een beetje méér tijd ben ik zeker in staat om financieel voor mezelf en mijn liefste te kunnen zorgen. Ik heb tal van hoopvolle initiatieven opgestart, maar geen van die initiatieven gaat, naar mijn inschatting, op korte termijn al voldoende opleveren om binnen de gegeven zes maanden volledig financieel zelfstandig te kunnen zijn. Daar is iets meer tijd voor nodig.

Voor wat mijn eigen huishoudboekje betreft, ben ik dus optimistisch gestemd. Ook ik kan, op termijn, er zeker voor zorgen dat aan de inkomstenkant het een en ander positief gaat veranderen. Ik heb alleen niet de luxe om de tijd die ik daarvoor nodig heb als verplichting op te leggen. Daar heb ik de politiek, èn een welwillende re-integratiecoach van het werkbedrijf voor nodig. Ik kan er alleen maar keihard aan werken.

28-10-09

dinsdag 20 oktober 2009

Doorstroomsnelheid

Het plan van de Amsterdamse PvdA-wethouder Hans Gerson om de maximumsnelheid binnen de ring te verlagen tot 30 km per uur is niet bepaald in goede aarde gevallen. Zo briest de VVD-er Robert Flos dat de gemiddelde snelheid nu al op vijftien of zestien kilometer per uur ligt, waardoor je net zo goed met paard en wagen door de stad zou kunnen. Hij ziet het plan dan ook als een linkse poging om de auto weg te pesten uit de Amsterdamse binnenstad.

Toch kan ik er niet heen om het feit dat ik steeds meer positieve mogelijkheden zie als dit plan doorgaat. Het Amsterdamse college moet alleen leren samenwerken. Bovendien lost het niet alleen een hoop problemen op voor de gemiddelde Amsterdammer, het lost ook een aantal problemen op elders in het land.

Een voorbeeldje:
Stelt u zich eens voor dat we het hele gebied binnen de ring van Amsterdam nu eens als Nationaal Park en natuurgebied zouden verklaren. Dan is er in één klap voldoende ‘natuur’ gecompenseerd zodat die Zeeuwse polder gewoon polder kan blijven. Door de strenge regels die er in ons land aan natuurgebieden gesteld worden is het dan òòk in één klap voorbij met het ongecontroleerde gebouw en gebreek in de hoofdstad. Als vervolgens al het gemotoriseerde verkeer wordt vervangen door paarden, of voertuigen die worden voortgetrokken door paarden, is daar niet alleen de luchtkwaliteit enorm mee geholpen, maar is òòk het parkeerprobleem ineens voorgoed verleden tijd.

Stelt u zich eens een dagje voor in Amsterdam, waarbij u niet continu van de sokken wordt gereden door taxi’s, pizzabezorgers en koeriersbusjes. De weldadige stilte van de stad wordt slechts af en toe verstoord door het geluid van kerkklokken en de oproep tot gebed van de vele moskeeën. Ik wed dat een overgoot deel van de gebedsgangers aan die godshuizen zich opeens òòk een stuk beter zouden thuis voelen in dit landje als ze op een ezel of paard naar hun moskee kunnen; dat waren ze immer in hun thuisland ook al zo gewend.

De bevoorrading van de stad hoeft ook geen gevaar te lopen, want een paar decennia geleden werd alles met paard en wagen geregeld. Het lijkt even een stap terug, maar dat is een kwestie van wennen. Bovendien is door het ontbreken van bouwputten en overige opstoppingen de doorstroming gegarandeerd. En op de grachten kunnen, bij het ontbreken van geparkeerde auto’s, zelfs twee rijtuigen elkaar moeiteloos passeren.

Het enige nadeel voor de stad is het wegvallen van een enorme klap inkomsten voor de stad. Inkomsten die nu vooral komen uit parkeergelden en verkeersboetes. Deze gederfde inkomens zou de stad voor een groot deel kunnen compenseren door zelf paarden te gaan fokken. Met de handel daarin kan een groot deel van die inkomsten worden opgevangen. De rest van de overtollige gemeenteambtenaren kan dan aan het werk worden gezet op de bok, het uitmesten van de stallen of het opruimen van de paardenmest die her en der het aangezicht van de stad vervuild.
Qua toerisme zal het de stad ook bepaald geen windeieren leggen, en qua promotie liggen de kansen ook al voor het oprapen. Welke wereldstad kan tenslotte claimen dat ze één groot natuurpark zijn? En waar vind je nog zulke schone en eerlijke luchten? Vergeet niet dat het die schone luchten zijn die ons land ooit zo’n grote bekendheid hebben gegeven.

Wellicht het grootste voordeel van dit plan is wellicht de enorme daling van de hoofdstede-lijke criminaliteit. Want welke crimineel haalt het in zijn hoofd om een ramkraak te proberen met paard en wagen? Vluchten na een misdrijf te paard is ook geen optie, want de paarden van de politie zijn toch sneller! En voor diegene die dergelijke logica niet begrijpt: je kunt een paard namelijk niet opvoeren, noch voorzien van enige blindering waarbij het voor buitenstaanders onmogelijk is om waar te nemen wie er op het paard rijdt. Criminelen zullen zich dus wel twee keer bedenken alvorens ze hun slag in Amsterdam denken te kunnen slaan!

Ik geef toe dat het, als je er even over nadenkt, een gewaagd plan is. Maar al met al heeft het vele voordelen en maar erg weinig nadelen, en ik zou de Amsterdamse burgervader dan ook op willen roepen dit plan te steunen en zo spoedig mogelijk in te voeren. De rest van het land kijkt gespannen toe.

20-10-09

maandag 19 oktober 2009

Lang Leven

Voor wie de wetenschappelijke ontwikkelingen een beetje volgt is het duidelijk: onze kinderen of kleinkinderen zullen in staat zijn om de onwaarschijnlijke leeftijd van 150 te bereiken. Op zich ben ik een groot voorstander van het vergroten van wetenschappelijke kennis -zonder die vooruitgang was ik er zelf allang niet meer geweest- maar bij mij rijst de vraag of zo oud worden eigenlijk wel zo leuk of wenselijk is.

Als kleine kinderen willen we feitelijk maar één ding: zo snel mogelijk oud worden. Niet dat we ons verheugen op een leven vol gebreken en kwaaltjes, maar simpelweg omdat er dan niemand is die ons vertelt wanneer we wat moeten doen. Kortom, we willen zo snel mogelijk zelfstandig zijn en onze eigen beslissingen nemen.
Als we eenmaal de drempel van de volwassenheid zijn overgestoken, blijkt het ook aan de andere kant niet allemaal rozengeur en maneschijn. Met keuzevrijheid komt namelijk ook verantwoordelijkheid en verplichting, en daar hebben we doorgaans wat minder zin in.

Sinds 1950 is de levensverwachting van zowel mannen als vrouwen alweer enorm toegenomen. Was de gemiddelde levensverwachting zo vlak na de oorlog voor mannen en vrouwen nog respectievelijk 70.3 en 72.6 jaar, in 2007 liggen die cijfers al op 78 en 82.3 jaar, waarbij valt aan te tekenen dat ondergetekende en zijn liefste deze cijfers hoogstwaarschijn-lijk niet gaan halen gezien hun levensstijl. Maar beiden zijn er redelijk van overtuigd dat dat ook bepaald niet hoeft.
Want lang leven is in principe best leuk, maar als ik af ga op de wetenschappers moet ik, om een dergelijke hoge leeftijd te bereiken, niet alleen een hoop enge dingen doen zoals ‘gezond eten’ en ‘veel bewegen’, ik moet er ook een heleboel voor laten. Daarbij ben ik er alles behalve van overtuigd dat ik een dergelijke leeftijd zou kunnen bereiken in een fysieke staat die het nog enigszins de moeite waard maakt. Want wat levert het mij op als ik 150 wordt, maar de laatste 50 jaar leef in een situatie waarbij mijn fysieke wereldje niet veel groter is dan de paar vierkante meters van mijn bejaardenflatje?

Call me crazy, maar ik ben ervan overtuigd dat bepaalde zaken nu eenmaal gebeuren omdat het nu eenmaal beter is zo. Dat geldt niet alleen voor begrippen als ‘karma’, maar net zo goed voor het ouder worden. Als ik me nu soms al een dinosauriër voel, en dan nog eentje die nog net niet is uitgestorven, hoe is dat dan over pakweg 110 jaar? Ik geloof er namelijk helemaal niets van dat als de technieken en veranderingen nu al zo snel komen en gaan dat ik het nauwelijks kan bijbenen, dat over de komende eeuw langzamer zal gaan. En waarom zou het ook? Ik ben ervan overtuigd dat zowel de 20e als de 21e eeuw tijdvakken zullen blijken te zijn waarin grote stappen voorwaarts zijn gezet. Op de meeste vlakken dan, want als ik de protestborden zag bij het bezoek van Wilders aan Groot Brittannië, dan leek het wel alsof er weer geprotesteerd werd tegen de enorme snelheid van de trekschuit en de paardentram.

Een ander punt waarmee de vraag samenhangt of ik überhaupt wel zo oud zou willen worden, is die van de overlevingsdrang (of het sterftecijfer zo u wilt) van mijn directe omgeving. Ik kan wel een paar mensen noemen die mijn leven tot op heden op verschillende manieren hebben trachten te verzieken, waardoor het leven een stuk leuker zou kunnen worden als zij er niet meer zouden zijn. Aan de andere kant ben ik op mijn 43e al veel te veel mensen verloren die wat mij betreft nog best een heel aantal decennia langer hadden mogen blijven leven. Mensen bij wie ik af en toe nog best wel eens te rade zou willen gaan maar ook mensen die, simpelweg door er te zijn, de wereld nèt een klein stukje mooier hebben gemaakt. En wellicht zit hem daar voor mij de crux. Wat heeft het leven voor zin als er niemand meer is om je hoogtepunten en je dieptepunten mee te delen? Als iedereen waarom je ooit hebt gegeven is overgestoken om nooit meer terug te keren? Moet je dan maar stoïcijns door blijven leven omdat het kan?

Ik denk dat ik, vooralsnog, de stelling maar aan blijf hangen dat er ergens wel vaststaat wanneer mijn tijd is gekomen. Of dit nu in het Grote Boek boven is opgeschreven, of louter bepaald wordt door de keuzes die ik maak en heb gemaakt. Wellicht is het ook een functie van geluk of domme pech als ik onverhoopt toch de negentig ga halen. Als ik naar de generatie van mijn grootouders kijk zou het namelijk zomaar kunnen, maar zelf geloof ik er niet zo in, al ben ik er eigenwijs genoeg voor om de wetten van redelijk en logica op een dergelijke wijze te tarten.

Een geruststellende gedachte tot slot: ALS de klimaatterreur en milieufanatici onverhoopt tòch gelijk zouden hebben is bovenstaande discussie toch al helemaal niet van belang. Dan zijn we met z’n allen al ver voordat het zover is verdronken of aan de griep of een andere enge ziekte bezweken. Als ze ongelijk hebben lopen we bovendien ook nog eens de kans op een nieuwe ijstijd, en dat is ook al niet bijster bevorderlijk voor een onbezorgde oude dag. Daarom lijkt mij de beste houding nog steeds een te zijn van ‘Ik zie wel…’

19-10-09

vrijdag 9 oktober 2009

Vertaalfoutje?

God schiep de wereld niet, maar scheidde slechts hemel en aarde. Met die zin begon het artikel in de krant vanmorgen. In het artikel vallen vertegenwoordigers van verschillende geloofsrichtingen over elkaar heen. Vooral om maar duidelijk te laten zijn dat met een eventueel verkeerde vertaling van het Hebreeuwse woord ‘Bara’ (in schiep in plaats van in scheidde), het geloof geenszins omvalt. Ik vraag het me echter af. Er is namelijk nogal een verschil tussen om uit niets de wereld en alles wat daarop leeft te scheppen, of ingrijpen in een wereld die er al was.

De controverse die Ellen van Wolde, hoogleraar Exegese (=uitleg) van het Oude Testament te Nijmegen, met haar woorden opwerpt is alles behalve nieuw. Reeds anderhalve eeuw wordt er geruzied over de juiste vertaling en interpretatie van de tekst van Genesis 1, en met deze stellingname is dat geruzie voorlopig nog niet voorbij ook.

Maar dat een verkeerde vertaling nogal grote gevolgen kan hebben, blijkt uit het humoristische verhaal over Paus Johannes Paulus II, oorspronkelijk in het Engels, die na zijn overlijden in de Hemel komt en daar mag studeren in alle geschriften die er ooit over God en het geloof zijn verschenen. Maandenlang bestudeert de man de geschriften, tot hij op een gegeven moment bij een geschrift komt dat hem stijl achterover doet slaan. In het geschrift wordt namelijk beschreven hoe katholieke geestelijken behoren te leven. Bij bestudering van de tekst blijkt er echter niet celibate (=celibaat), maar celibrate (=vieren) in de tekst te staan.
Een klein, maar behoorlijk significant verschil, dat nogal wat mensen een heel andere kijk op het leven zou hebben gegeven als de juiste vertaling en schrijfwijze zou zijn gehanteerd.

Voor mij behelst deze discussie niet meer dan een wetenschappelijk meningsverschil. Voor mij maakt het de bijbel niet meer waar, noch realistischer dan nu. Ik behoor tot die groep van mensen die méér waarde hechten aan de evolutietheorie, ware het niet dat ook deze vooralsnog bepaald niet alle antwoorden biedt. Voor mij is de bijbel een verhaal met een moraal dat, zeker gezien de tijd waarin het is geschreven, een aardig inzicht biedt in de menselijke natuur en de wetmatigheden en omgangsvormen waarmee een samenleving draaiende kan worden gehouden. Het is voor mij dan ook niet meer dan een verhaal, en zeker geen wetboek waaraan enige rechten of claims zouden mogen worden ontleend.

In de kerkelijke geschiedenis zijn er vele voorbeelden te noemen van verschillen in inzicht en interpretatie van de bijbeltekst. Sommige van die twisten leidde tot een afsplitsing en de oprichting van een nieuwe kerk, terwijl andere interpretatieverschillen tot de beeldenstorm en in de 17e eeuw (bijna) tot burgeroorlog leidde.

Moeten gelovigen zich dus zorgen maken dat deze zoveelste controverse aardverschuivingen tot gevolg zal hebben? Wat mij betreft niet, tenzij ze ervan overtuigd zijn dat de bijbel in elk opzicht letterlijk moet worden genomen. Dan kan het anders vertalen van één woord of het verplaatsten van een leesteken wel degelijk tot grote gevolgen leiden.

09-10-09

vrijdag 2 oktober 2009

SCHANDE!

Ik kan er met mijn pet niet bij dat er in Nederland nog steeds zoveel geld wordt besteed aan onderzoek waarvan we de uitkomsten allang kennen! Erger wordt het nog als er op dergelijk onderzoek wordt afgestudeerd of gepromoveerd.

Vandaag promoveert Marius Rietdijk aan de Vrije Universiteit van Amsterdam op onderzoek naar de invloed van beloning en straf op werkprestaties. Uit zijn onderzoek blijkt dat het geven van complimenten betere prestaties oplevert van werknemers. Pardon? Kun je daarop promoveren? Rietdijk laat in het Eindhovens Dagblad weten dat als je resultaten wilt verbeteren, je gedrag moet bijsturen. Dat weet iedere ouder toch al eeuwen? Bovendien heeft Rietdijk ontdekt dat belonen en complimenteren het allerbeste werkt. Dat is pas echt een wereldschokkende conclusie.
In het artikel wordt een voorbeeld uit de praktijk aangehaald, waarbij een bedrijf de productie wilde verhogen. Het plan was om de werknemers op vrijdag vrij te geven als er op donderdag vijf procent extra was geproduceerd. De werknemers wilden dat echter niet, want op die extra vrije dag moesten ze dan met hun vrouw gaan winkelen. Die extra informatie, dat mannen veel dingen liever doen dan met hun vrouw gaan winkelen, is ook al jaren bekend. Men koos uiteindelijk voor een avondje uit en een cadeautje.

Maar gelukkig houdt de leercurve van Rietdijk daar niet op. Hij heeft namelijk ook geleerd dat bij het uitdelen van een stevige straf het gewenste gedrag meteen ophoudt. Hij orakelt verder dat ‘een positieve bijstelling in de praktijk veel duurzamer blijkt te zijn.’ En dat wisten we allemaal gelukkig nog niet.
Zoals gewoonlijk zit de verrassing hem in de staart, want Rietdijk vergast ons op een onvervalst stukje opgedane wijsheid waar écht nog nooit over is nagedacht: ‘De G20 (=samenwerkingsverband van de twintig grootste industrielanden) heeft afgesproken dat bonussen voor bankiers gekoppeld moeten zijn aan prestaties. Dat is wel het minste wat nodig is.’

Ik heb het hele artikel met gekromde tenen zitten lezen, terwijl ik verwoede pogingen bleef doen om het glazuur niet van mijn tanden te laten springen. Wat een ongelooflijke verspilling van tijd en belastinggeld als er iemand op een dergelijk open-deuren-onderzoek kan promoveren! Ik roep minister Plasterk dan ook bij deze op om nog vandaag een stokje te steken voor een dergelijke promotie. Als dit het niveau is van onze nieuwe promovendi is het onderwijs in Nederland nog zieker en méér failliet dat we met z’n allen dachten. Ik heb er dan ook maar één woord voor: SCHANDE!

02-10-09