maandag 31 augustus 2009

Grafmuziek

Ik ben niet iemand die vaak en langdurig stil staat bij de eindigheid van het leven, maar door mijn eigen ziekte een aantal jaar geleden en het overlijden van mijn schoonmoeder eerder dit jaar, spookt ‘het einde’ af en toe door mijn hoofd.
Voor veel mensen is het een angstig idee: het leven zoals we dat allemaal kennen eindigt, en dan? Omdat ik noch religieus, noch erg spiritueel ben aangelegd, heb ik geen visioenen over ‘De Grote Man’ of te worden herboren in een vorm die reflecteert hoe ik mijn leven heb geleefd. Ik beschouw het eerder als een nieuw avontuur, dat me wellicht op plekken brengt waarvan ik nu niet eens kan dromen. Toch kan het ook zomaar zo zijn dat er na dit leven helemaal niets meer is dan de eeuwige duisternis en ‘doodse’ stilte.

Ik moet zeggen dat het niet een dilemma is dat me erg bezig houdt, ik concentreer me liever op het leven op dit moment: daar is nog genoeg te doen tenslotte. Maar omdat ik me tegelijkertijd besef dat het ook zomaar ineens voorbij kan zijn, heb ik wel nagedacht over hoe ik mijn eigen afscheid geregeld zou willen hebben. En muziek speelt daarin een hele belangrijke rol. In het vierde deel van zijn hoofdwerk, Die Welt als Wille und Vorstellung (1819) schreef Arthur Schopenhauer: ‘Muziek is het antwoord op het mysterie van het leven. Als de meest diepzinnige van alle kunsten, drukt het de diepste gedachten van het leven uit.’
Ik zou me geen leven kunnen voorstellen zonder muziek. Niet dat het verhuizen naar een onbewoond en tropisch eiland niet af en toe door mijn hoofd speelt maar ik neem dan wel, behalve mijn liefste, een platenspeler, een cd-speler en een enorme berg vinyl en cd’s mee.

Als het moment eenmaal is gekomen dat ik het dagelijkse werkelijkheid heb verlaten, wil ik niet dat er alleen maar getreurd wordt. Ik mag hopen dat er een enkeling bij zal zijn die mijn verscheiden betreurt, maar àls er al mensen zijn die mijn lichaam op zijn laatste reis wensen te begeleiden, dan hoop ik dat men vooral mijn leven memoreert en viert in plaats van mijn verscheiden. Ik zou dan ook het liefst met een New Orleans-achtige optocht aan de laatste reis beginnen. Geen zwarte pakken achter mijn kist, maar witte. Voorafgegaan door een blaasorkest van die doorleefde zwarte mannen op weg naar de plek waar men daadwerkelijk afscheid gaat nemen. En, als ik dan toch mag kiezen, dan het liefst op een warme zomerse dag met een stralend blauwe lucht.

Eenmaal in de aula mag er best een woordje worden gesproken, maar de toon mag niet te zwaar zijn. Er mag best gelachen worden vind ik, mijn leven heeft tenslotte al zoveel idiote wendingen gekend dat daar best een vrolijke noot bij past. Maar de hoofdmoot moet toch vooral muziek zijn. Ik heb daartoe drie nummers uitgekozen die alle drie een speciale betekenis voor mij hebben, en daar het mijn afscheid betreft, bepaal ik nog één keer lekker naar welke muziek zal worden geluisterd.

Als eerste moet worden gespeeld Somewhere in Time, een klassiek stuk van Rachmaninov (variatie op een thema van Paganini) dat de soundtrack vormt van de gelijknamige film uit 1980. Voor mij het symbool voor zowel de liefde als alle mensen, en niet alleen de vrouwen, die ik in mijn leven heb liefgehad. Vervolgens een nummer dat, sinds ik het de eerste keer hoorde, me elke keer duidelijker maakt waar het in het leven precies om draait: de relatie die je hebt met de mensen om je heen, of het nu familie of goede vrienden betreft: Family Tree van Venice. Een nummer dat speciaal geschreven lijkt voor dergelijke momenten en, wat mij betreft, mijn gevoelens op dit moment perfect verwoord. Het nummer waarmee ik de bijeenkomst wil laten eindigen is een redelijk onbekend nummer, maar wel een dat me, sinds ik het jaren gelden voor het eerst hoorde, elke keer nog steeds heftig kippenvel bezorgd: Le Matin Sur La Rivière van Eve Brenner (ook wel bekend onder de titel Aamu Joella). Het is op die klanken dat ik afscheid wil nemen van mijn dierbaren en aan mijn volgende avontuur beginnen. De muziek laat ruim voldoende ruimte aan de aanwezigen om voor zichzelf te bepalen of het een afscheid voor ‘even’ of voor ‘altijd’ gaat zijn, geheel afhankelijk van mijn relatie met de betreffende persoon. Een aantal heb ik, volledig in ‘jest’ overigens, al toegezegd om regelmatig te komen spoken als ik daar maar enige kans toe zie…

Maakt het stilstaan bij het eind van mijn eigen leven mij daarmee een somber mens? Nee. Heb ik angst voor dat einde? Ook niet echt, maar wat mij betreft mag het nog wel even duren voor het zover is. Wat dat betreft passen de woorden van mede-Hagenaar Paul van Vliet perfect: ‘..ik hoop dan dat ik van mijn sterfbed op zal staan en zeggen: Geef mij mijn jas eens aan, ik heb nog veel te doen!

31-08-09

Geen opmerkingen: