In mijn hoofd tollen onophoudelijk de vragen, en nergens een loket waar ik ze kan stellen. Nergens is dat zo mooi verwoord als in het gedicht ‘Er is behoefte aan’ door Van der Graft(1920). Het luidt: inlichtenbureaus/ waar men alles vragen kan /wat weegt een ons roos per uur/ waar koopt men oude dagen/ wat is de kortste weg/ naar het verbindingswezen/ en wat staat er te lezen/ tussen de regels van de maan/ er is behoefte aan.
Wellicht is het mijn ietwat melancholieke bui van vandaag, wellicht een spoor van twijfel, maar de vragen in mijn hoofd stapelen zich op. En vaak beginnen die vragen met ‘Waarom..?
Ik zou zo graag het waarom begrijpen een van agressieve taxichauffeur die een klant dood slaat. Ik zou graag bevatten waarom de hele PvdA zich radeloos afvraagt waarom het met de partij bergafwaarts gaat, terwijl voor iedereen buiten de partij zo overduidelijk duidelijk is.
Ik zou graag willen weten waarom mensen met een beperkt begripsvermogen vaak rondlopen met open mond. Zou dat beetje extra zuurstof ècht zo’n verschil maken?
Ik zou graag willen begrijpen waarom vrouwen zich de rol van martelaar aanmeten om zich geliefd, gewenst en gewaardeerd te kunnen voelen. Die hoge hakken trek je toch niet voor de lol aan?
Ik zou graag bevatten waarom religieuzen het maar steeds hebben over ‘De woorden van..’ terwijl ook hun verhaal er slechts een is uit de overlevering. Als een God dan werkelijk Liefde is, waarom is zijn evenbeeld dan zo vervuld van minachting voor een ander?
Waarom is het voor zoveel mensen zo verschrikkelijk moeilijk om in conflicten hun eigen aandeel te zien? Waarom is het altijd alleen maar de schuld van ‘die ander’?
Op zich is het niet slim om ergens een speciaal loket voor te hebben. Iedereen die zich ooit bij een loket heeft vervoegd weet waarom. Hetgeen jij wilt past nooit binnen de regels en nog nooit eerder heeft iemand zich juist bij dat loket gemeld met een dergelijke vraag. Gelooft u dergelijke redeneringen nog? Ik niet.
Natuurlijk kun je de oorzaak bij jezelf zoeken en je afvragen waarom je altijd zoiets moeilijks lijkt te willen. Maar voor mij is datgene wat ik wil of wilde weten nooit moeilijk. Ik kan precies uitleggen wanneer, en onder welke omstandigheden, ik tot de vraag kwam. En als de vraag er eenmaal is, laat die me niet meer los voor er een antwoord is gevonden.
Soms ben ik best jaloers op die mensen met die open monden. In hun brein is het waarschijnlijk aanmerkelijk stiller dan in het mijne. Zij lopen niet op deze wereld rond in een staat van opperste verbazing, noch vragen zij zich voortdurend af waarom we massaal besloten hebben onze wereld op te bouwen op uiterst kromme redeneringen en frasen die zo hol zijn dat alleen de klanken mooi klinken. Je kunt er zelfs goed je brood mee verdienen, met het uiten van dergelijke frasen, maar werkelijk iets bijdragen doet het niet. En dat is ook al zo’n achterhaald begrip tegenwoordig: iets willen bijdragen. Waarom zou je ook, er is genoeg op deze wereld voor jou, en als je snel bent heb je meer. Dat was vroeger thuis aan tafel ook al zo, dus meer hoef je niet te weten. Maar iets laten voor een ander zou best eens méér op kunnen leveren dan je ooit uit pure hebzucht zelf kunt grijpen. Maar da’s vaak weer te hoog gegrepen.
Als er ooit een loket zou komen waar je bovenstaande vragen, en alle anderen die je ooit al wilde stellen, beantwoord worden, sta ik vooraan.
06-07-09
Geen opmerkingen:
Een reactie posten