Met alle sombere berichten over teruglopend consumentenvertrouwen, de kredietcrisis, de steeds gruwelijkere vormen van misdaad en de toenemende hetze tegen rokers door Clean Air Nederland (CAN), zou je bijna vergeten dat er toch ook nog zaken gebeuren die eigenlijk een wonder mogen heten. Dagen waarop dingen gebeuren waar je wel op hoopte, maar soms tegen beter weten in. Het weer thuis komen vanuit het ziekenhuis van mijn schoonvader, vandaag precies een week geleden, valt in die categorie en mag dan ook absoluut als een wonder in de boeken worden bijgeschreven.
Twaalf weken lang was zijn stoel leeg. Twaalf lange weken, van het moment op die eerste mei dat hij met spoed naar het ziekenhuis werd gebracht tot de eerste operatie aan een lekkende buikslagader op diezelfde dag. Normaal haalt 75% van de patiënten met een dergelijke aandoening het ziekenhuis niet eens, maar hij bereikte het ziekenhuis wèl en vocht zich, ondanks de negatieve prognose, door de operatie heen. Kort daarop volgde de tweede klap: een bacterie veroorzaakte een lekkende hartklep. Daarvoor moest hij naar Antwerpen en werd in allerijl transport geregeld. Nog steeds in slaap gehouden bereikte hij ook Antwerpen en enkele uren later volgde de tweede zware operatie binnen 3 dagen. Nu zijn dergelijke operaties afzonderlijk al bepaald niet misselijk, maar alle twee zo kort achter elkaar, uitgevoerd op een man van boven de zeventig, is echt uitzonderlijk. Toch wist hij zijn omgeving steeds weer te verbazen door aan te tonen dat er in zijn aangeslagen lichaam nog een enorme hoeveelheid vechtlust verscholen zat. Langzaam herstel volgde, waarbij elke goede dag weer een overwinning was en waarmee hij de artsen keer op keer versteld deed staan. Hoofdschuddend zaten ze soms aan zijn bed, alsof ze zich ervan willen vergewissen dat de man in dat grote ziekenhuisbed er inderdaad lag en alleen al daarmee alle statistieken aan zijn laars lapte.
Elke keer dat we naar Antwerpen gingen om hem op te zoeken was er, na afloop, dat gemengde gevoel. Aan de ene kant zagen we hem steeds een héél klein beetje verder omhoog krabbelen, maar aan de andere kant merkten we ook duidelijk dat hij het moeilijk had met het feit dat hij zover van huis was. Hij was alleen en dermate ver weg van alles en iedereen die hem dierbaar zijn, dat het daarom niet mogelijk was om dagelijks bezoek te ontvangen. Maar met elke stap die hij voorwaarts maakte, kwam ook vervoer naar een ziekenhuis dichter bij huis steeds een stap naderbij. Groot was dan ook de vreugde toen hij enige weken later met de ambulance naar V. mocht vertrekken. Eindelijk was hij weer terug in de stad waar hij al zo lang woont, maar tegelijkertijd maakte die nabijheid het feit dat hij niet naar huis mocht des te pijnlijker. Maar ook daar sloeg hij zich dapper doorheen, en met hard werken kwam op woensdag 23 juli dan eindelijk toch de dag dat hij ook die laatste stap kon maken.
Gisteren had ik het voorrecht om hem te mogen begeleiden op zijn allerlaatste controle in het Universitair Ziekenhuis Antwerpen. Het was de allerlaatste controle, omdat ze in het ziekenhuis niet veel méér voor hem doen dan ze tot nu toe gedaan hebben. Tijd, en de goede zorgen mijn schoonmoeder, moeten nu voor de rest zorgen. En, mijn schoonmoeder enigszins kennende, is hij bij haar daarvoor in de allerbeste handen.
Wat een feest was het, toen ik gistermorgen hun appartementje binnen stapte, en wat een verschil met twaalf weken geleden! Het plaatje was weer precies zoals ik het ruim vier jaar geleden leerde kennen: mijn schoonvader op zijn vaste plek aan de tafel, alert en met een hoop meer kleur op zijn wangen dan die laatste keer dat ik hem daar zag zitten. Het drama dat zich die dag ontspon kende een goede en gelukkige afloop, al was het voor hem en voor zijn vrouw haast onmenselijk zwaar. Maar ze hebben het gered, ondanks de afstand, het verdriet en de angstige momenten. Op de terugweg naar Eindhoven kon ik ook niet anders concluderen dan dat ik twee blije mensen had achtergelaten. Blij omdat ze weer samen zijn, en blij ook dat ze weer samen verder kunnen met hun leven, als is het met één dag tegelijk.
30-07-08
Twaalf weken lang was zijn stoel leeg. Twaalf lange weken, van het moment op die eerste mei dat hij met spoed naar het ziekenhuis werd gebracht tot de eerste operatie aan een lekkende buikslagader op diezelfde dag. Normaal haalt 75% van de patiënten met een dergelijke aandoening het ziekenhuis niet eens, maar hij bereikte het ziekenhuis wèl en vocht zich, ondanks de negatieve prognose, door de operatie heen. Kort daarop volgde de tweede klap: een bacterie veroorzaakte een lekkende hartklep. Daarvoor moest hij naar Antwerpen en werd in allerijl transport geregeld. Nog steeds in slaap gehouden bereikte hij ook Antwerpen en enkele uren later volgde de tweede zware operatie binnen 3 dagen. Nu zijn dergelijke operaties afzonderlijk al bepaald niet misselijk, maar alle twee zo kort achter elkaar, uitgevoerd op een man van boven de zeventig, is echt uitzonderlijk. Toch wist hij zijn omgeving steeds weer te verbazen door aan te tonen dat er in zijn aangeslagen lichaam nog een enorme hoeveelheid vechtlust verscholen zat. Langzaam herstel volgde, waarbij elke goede dag weer een overwinning was en waarmee hij de artsen keer op keer versteld deed staan. Hoofdschuddend zaten ze soms aan zijn bed, alsof ze zich ervan willen vergewissen dat de man in dat grote ziekenhuisbed er inderdaad lag en alleen al daarmee alle statistieken aan zijn laars lapte.
Elke keer dat we naar Antwerpen gingen om hem op te zoeken was er, na afloop, dat gemengde gevoel. Aan de ene kant zagen we hem steeds een héél klein beetje verder omhoog krabbelen, maar aan de andere kant merkten we ook duidelijk dat hij het moeilijk had met het feit dat hij zover van huis was. Hij was alleen en dermate ver weg van alles en iedereen die hem dierbaar zijn, dat het daarom niet mogelijk was om dagelijks bezoek te ontvangen. Maar met elke stap die hij voorwaarts maakte, kwam ook vervoer naar een ziekenhuis dichter bij huis steeds een stap naderbij. Groot was dan ook de vreugde toen hij enige weken later met de ambulance naar V. mocht vertrekken. Eindelijk was hij weer terug in de stad waar hij al zo lang woont, maar tegelijkertijd maakte die nabijheid het feit dat hij niet naar huis mocht des te pijnlijker. Maar ook daar sloeg hij zich dapper doorheen, en met hard werken kwam op woensdag 23 juli dan eindelijk toch de dag dat hij ook die laatste stap kon maken.
Gisteren had ik het voorrecht om hem te mogen begeleiden op zijn allerlaatste controle in het Universitair Ziekenhuis Antwerpen. Het was de allerlaatste controle, omdat ze in het ziekenhuis niet veel méér voor hem doen dan ze tot nu toe gedaan hebben. Tijd, en de goede zorgen mijn schoonmoeder, moeten nu voor de rest zorgen. En, mijn schoonmoeder enigszins kennende, is hij bij haar daarvoor in de allerbeste handen.
Wat een feest was het, toen ik gistermorgen hun appartementje binnen stapte, en wat een verschil met twaalf weken geleden! Het plaatje was weer precies zoals ik het ruim vier jaar geleden leerde kennen: mijn schoonvader op zijn vaste plek aan de tafel, alert en met een hoop meer kleur op zijn wangen dan die laatste keer dat ik hem daar zag zitten. Het drama dat zich die dag ontspon kende een goede en gelukkige afloop, al was het voor hem en voor zijn vrouw haast onmenselijk zwaar. Maar ze hebben het gered, ondanks de afstand, het verdriet en de angstige momenten. Op de terugweg naar Eindhoven kon ik ook niet anders concluderen dan dat ik twee blije mensen had achtergelaten. Blij omdat ze weer samen zijn, en blij ook dat ze weer samen verder kunnen met hun leven, als is het met één dag tegelijk.
30-07-08
Geen opmerkingen:
Een reactie posten