Geachte heer Van Noord,
Ik ben een man van 45, en een van die sociale outcasts. Een roker die verdreven is om zijn verslaving. Let wel, ik ben een van die rokers die nog het fatsoen heeft om in gezelschap te vragen of iemand er problemen mee heeft als ik opsteek en die zich dan, ook bij één opmerking, subiet naar buiten begeeft. Normaal sociaal gedrag heette dat vroeger. Rekening houden met elkaar.
Met de ontketende heksenjacht op rokers begin ik echter steeds meer problemen te krijgen. De discussie gaat namelijk al lang niet meer over gezondheidsrisico’s en eventuele extra kostenposten in de zorg. Een discussie die al lang bewezen onzin is. De discussie lijkt zich nu toe te spitsen op de uitzonderingspositie, letterlijk de buitensluiting, waarin de niet-roker ons heeft gemanoeuvreerd.
Ok, ik mag op de werkplek niet meer roken. De asbak verdwijnt en ik pas me keurig aan. Maar daar waar ik één keer per ochtend extra naar buiten loop voor een beetje ‘frisse lucht’, zie ik mijn collega’s meerdere keren per dag hun bureau verlaten om te gaan kletsen rond het koffieapparaat. Ik haal koffie ‘in de loop’ en zit de rest van de tijd gewoon achter mijn bureau te werken.
Echter, vooral bij jonge collega’s blijkt werktijd òòk in te houden het bespreken van: de vakantie (inclusief alle foto’s), de relatie, het stuklopen daarvan, het wel of niet de ex een nieuwe kans te geven, de kwaliteit en hoeveelheid genoten make-up-seks, het aantal genuttigde alcoholische versnaperingen in het afgelopen weekend, het geplande quotum voor het komende weekend, de laatste mode, de prijs van handtassen en schoenen, de schoolprestaties van de kinderen etc.
Ik vertrek op tijd met lunchpauze, want dan heb ik de laatste tien minuten nog tijd om één sigaretje te roken. Opvallend is het echter te zien hoe lang ná de lunch sommige bureau’s nog leegblijven. Men is reeds binnen, dus die ‘absentie’ wordt nooit bijgehouden. Men heeft echter wel tijd, als men eenmaal achter het eigen bureau is weergekeerd, om precies mijn 2x 10 minuten ‘extra absentie’ bij te houden en zich daarover te beklagen. Sinds een aantal jaar is ook een ander fenomeen waar te nemen: de onbedwingbare drang tot het bijhouden van (privé!) pagina’s op Facebook, LinkedIn en Hyves, het voortdurend versturen van berichtjes via Twitter, het (in de baas z’n tijd) Googelen van de volgende vakantie of een nieuw paar schoenen. En dan durven ze nog te zeggen dat zij harder ‘werken’ dan ik?
Ik ben groot gebracht met het besef dat je jezelf aan een bedrijf verhuurt voor een bepaald aantal uur en een bepaalde taak. Die verantwoordelijkheid neem ik serieus. Dat houdt dus tevens in dat ik me in het weekend matig met alcohol en dus maandag net zo fris en fruitig weer op het werk verschijn als ik er vrijdag ben vertrokken. Als roker lijd ik ook al niet aan een zo heel slechte gezondheid. Ik ben niet drie keer per maand zo hevig ongesteld dat ik echt niet kan werken. In het weekend ben ik ook al niet te vinden op het voetbalveld, en de afgelopen jaren (ik klop het even af), verliepen vrij blessureloos. Op vakantie ben ik meestal te vinden in een aangenaam warm oord. De kans dat ik aldaar mijn been breek op de een of andere helling is ook al niet heel groot. En toch ben ik steeds de gebeten hond omdat ik rook….
Mijn oma leerde mij lang geleden al, dat was nog diep in de vorige eeuw, dat als je met één vinger naar een ander wijst, er maar liefst vier vingers naar jezelf wijzen. Ik ben het oude mensje nog steeds dankbaar voor die les, al zou diezelfde les tegenwoordig wel weer eens onderwezen mogen worden!
Ik ben, ondanks dat ik rook, doorgaans toch een nette en oppassend burger. Ik betaal (meer dan) mijn deel aan de belastingen, leidt mijn eigen leven samen met mijn (rokende) echtgenote, val verder niemand lastig, scoor mijn eigen jaarlijkse quotum aan pietluttige snelheidsovertredinkjes, en maak me ook maatschappelijk op vele terreinen als vrijwilliger nuttig. Toch ben ik om de een of andere reden tegenwoordig een paria. Ik ben verbannen naar buiten, naar tochtige hoekjes, omdat ik het lekker nu eenmaal lekker vind om te roken. Als men daarbij last van mij heeft, schuif ik een aantal metertjes verder. Maar ook dat is voor de fanatici niet genoeg meer. Ik moet helemaal uit het straatbeeld, de theaters en de restaurants verdwijnen! En waarom? Ik drink niet, ik ben niet luidruchtig en val niemand bewust lastig. Kortom, ik snap het nog steeds niet. Het ontbreekt er nog maar aan dat roken via het een of andere kapstokartikel tot crimineel gedrag wordt verklaard. Dan zal het vast niet lang duren alvorens er weer treinen naar het oosten rijden. Maar dàt mag ik dan weer niet hardop denken. Dat is namelijk kwetsend voor de mensen die WOII hebben meegemaakt.
Dit land beroept zich erop enorm tolerant te zijn. Alleen geldt die tolerantie opeens niet meer als je rookt.
Ik ben dit Blog begonnen om een podium te hebben voor mijn gedachten. Alle teksten, meningen en afbeeldingen op deze blog zijn dan ook van mij en van mij alleen. Het is dan ook niet toegestaan om tekst/delen van tekst/afbeeldingen etc van deze blog te gebruiken zonder mijn uitdrukkelijke en schriftelijke toestemming. Als je wilt reageren op een bericht of iets anders wilt zeggen of mededelen dan lees of hoor ik dat graag!
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten