Het kan eenvoudigweg geen toeval zijn. Ik zit met een enorme craving naar gegrilde kip achter mijn laptop als mijn liefste mij terloops erop wijst dat mijn verjaardag er weer aan zit te komen. Voor een weldenkend mens is de combinatie tussen die twee niet zo eenvoudig te maken, maar mijn liefste kent mij. Ik voldoe niet heel erg aan de standaard criteria van wat mannen zo doorgaans leuk vinden, maar een ding gaat voor mij zeker op: in de liefde speelt mijn maag een belangrijke rol.
Wij doen in principe niet aan verjaardagen, nooit niet. Tenzij we heel specifiek worden uitgenodigd zullen we nooit spontaan op de stoep staan als een van onze vrienden verjaart. Wellicht dat we een kaartje sturen of er een telefoontje aan wagen, maar veel verder gaat het hele verjaardagsgedoe niet. Toch kon ik het niet nalaten om mijn liefste voor haar verjaardag een bos bloemen te sturen op haar werk. Het waren 27 rode rozen voor de jaren dat zij oud is, en een kleiner aantal witte rozen voor het aantal jaren ervaring dat daarbij opgeteld dient te worden. Dat was ook de tekst die op het begeleidende kaartje stond overigens. Zonder afzender, want daarvoor was er helaas geen plaats meer. Toch twijfelde ik er geen moment aan dat ze precies zou weten wie de afzender was.
Nu, enige weken later, nadert mijn verjaardag met rasse schreden. En ook die wordt niet gevierd, al twintig jaar niet meer. De eerstvolgende die ik weer wel ga vieren is een speciaal kroonjaar, maar dat duurt nog even. Maar ondanks dat we al jaren geleden besloten hebben elkaar geen cadeautjes te geven met onze verjaardagen, slagen we er elk jaar toch weer in om tegen die zelfopgelegde regel te zondigen.
En een cadeau voor iemand verzinnen is niet altijd makkelijk. Zo heb ik eigenlijk nooit een echt verlanglijstje. Als ik iets echt nodig heb koop ik het gewoon, mits ik het me kan veroorloven tenminste, en verder heb ik feitelijk alles wat ik nodig heb. Maar mijn liefste wist dit jaar toch weer iets te verzinnen dat haar ‘Big Guy’ gelukkige momenten gaat bezorgen: zij kent namelijk mijn regelmatige craving naar (zelf) gegrilde kip. Niet dat je tegenwoordig niet overal zo’n grill buiten ziet staan, of dat nu door de gemeente wordt toegestaan of niet, maar dergelijke grillsels hebben weinig te maken met wat gegrilde kip kan zijn. Op de juiste wijze gegrild kip is namelijk ‘nothing short of a form of Art’! Met een hoofdletter inderdaad, en met maar weinig geslaagde beoefenaars helaas.
Hoe ik ooit aan een dergelijke afwijking ben gekomen is onduidelijk. De familiegeschiedenis is nogal vaag op dat punt. Vast staat wel dat mijn vader er een grote rol in heeft gespeeld en dat het voorjaar, een barbecue en zijn ‘speciale smeersel’ belangrijke ingrediënten vormden. Maar tegenwoordig is het huiselijk grillen ‘to perfection’ van een hele kip geen sinecure. Ten eerste heeft bijna niemand meer een grill met draaispit in huis, en als men er al eentje heeft dan past er nauwelijks een kip van enige proportie in. Hoe Oprah ooit op het idee is gekomen dat je met twee gegrilde kippen een heel gezin voor een week kan voeden weet ik niet, maar in Huize de L’Ecluse kun je dat gevoeglijk op je buik schrijven. Met een dergelijke portie heeft ondergetekende zijn portie nèt binnen, en zal dus moeten worden nagedacht wat de rest van het gezelschap voorgeschoteld gaat krijgen.
En aanstaande zaterdag is het zover. Ergens in de ochtend zal er een vrachtwagen voor onze voordeur verschijnen waaruit een mannetje stapt die mij een grote doos komt bezorgen. In die doos bevind zich, als alles goed gaat tenminste, een elektrische grill met draaispit van 28 liter inhoud. Ik heb nog geen flauw idee waar ik het ding ga neerzetten, maar een plaatsje gaat hij krijgen! Het probleem dat vervolgens dient te worden opgelost is het verkrijgen van een echte kip. Niet zo’n bevroren waterbeest (186 PLU voor de insiders), maar een kip die een echt leven heeft gehad en die ook smaakt naar een kip.
Op de een of andere manier schijnt een dergelijke vraag in deze contreien niet gesteld te worden. Net zo min als de vraag naar een visboer die nog iets anders heeft dan Tilapia filets, maar dat is weer een heel ander verhaal. Beiden zijn er gewoon niet. In dit geval zal ik me dus moeten troosten met een Frans exemplaar van de Zaanse Grootgrutter. Die met zo’n blauw of rood label zijn best te doen. Maar voor het zover is moet ik even diep in mijn geheugen graven en vervolgens al mijn culinaire kwaliteiten aanspreken om het mengsel te prepareren dat die eerste kip gaat begeleiden in de grill. De meeste ingrediënten heb ik in huis, maar alvorens ik begin moet ik wel zeker weten dat ik ze allemaal heb. Alleen dan kan ik met een gerust hart aan de gang en hopelijk een onvergetelijke trip ‘down Memory Lane’ maken. Eentje die, als alles lukt, daarna onbeperkt herhaald kan gaan worden. Aint life great?
03-04-09
Geen opmerkingen:
Een reactie posten