maandag 22 december 2008

Kerstverlichting


Je zult er mij zelden of nooit op kunnen betrappen haar naam in de mond te nemen: Reinildis van Ditzhuyzen. Die naam alleen al doet een onbestemd gevoel mijn ruggegraat bestijgen, maar vandaag moet ik haar voor één keer volledig gelijk geven. Onze nationale etiquette-deskundige laat ons namelijk weten dat, waar haar betreft, de gemiddelde versiering van tuin en gevel in de kersttijd wel wat ingetogener mag. En die mening kan ik alleen maar volledig onderschrijven.
Zodra ik de veiligheid van mijn eigen woonst verlaat dezer dagen, word ik van alle kanten besprongen door de meest wanstaltige kerstversieringen. Kerstmannen in allerlei poses, al dan niet grappig bedoeld, flikkerende rendieren en looplampjes in de meest schreeuwende kleuren. Ik zou het liefst het gaspedaal tot op de bodem intrappen om zo snel mogelijk aan deze wanvertoning te ontsnappen, maar hier in de buurt geldt nu eenmaal een maximumsnelheid van 30 km per uur, dus dien ik me enige tijd te verbijten.
Ik begrijp dat SBS6 zelfs een wedstrijd heeft uitgeschreven voor de mooiste kerstverlichting en daarvoor Gaston Starreveld en weerman Piet Paulusma als juryleden hebben aangesteld. En die aanstelling zegt eigenlijk al genoeg, beide heren staan nu niet bepaald bekend om hun fijnzinnigheid of ingetogenheid. Maar de uiteindelijke vraag is toch het belangrijkste: waarom zoveel lawaaierige kitsch in je tuin en op de gevel? Ik zou er zelf knettergek van worden als ik er de hele tijd tegenaan moest kijken, en dan heb ik het nog niet eens over de torenhoge energierekening. Maar blijkbaar leeft het en vinden mensen het mooi denk ik dan maar.
Opvallend is het wel dat je dergelijke schreeuwerige versieringen vooral in de volkswijken ziet. Dezelfde wijken waar je doorgaans in de tuinen ook de meest wanstaltige betonnen ornamenten tegenkomt, en dan nog het liefst in enorme hoeveelheden. Denk maar aan het onafgebroken rijtje ganzen en kikkers dat bij de Frogers in de tuin stond in hun tijdelijke huis in Hilversum. Ik had er bij RTL op aangedrongen die troep uit de tuin te verwijderen nog voordat ik mijn handtekening onder welk contract dan ook had gezet.
Nu snap ik het gevoel heel goed dat mensen in deze donkere dagen, dit jaar extra donker vanwege de crisis en de massaontslagen, een sterke behoefte hebben aan licht in het duister. En dat is een geaccepteerd en uitgebreid beschreven verschijnsel. Maar moet dat licht dan perse knipperen? Moet het werkelijk zijn vormgegeven als vrolijk lachende Disneyfiguren of overmatig corpulente Kerstmannen en rendieren in de meest anatomisch onmogelijke standjes? Het ontbreekt er nog maar aan dat al die Kerstmannen 24 uur per dag hun irritante ‘Ho ho ho!’ door de buurten laten schallen. In dat geval zou ik enorme moeite hebben een ‘Booth-neiging’ te onderdrukken, terwijl ik toch als allesbehalve agressief in het leven sta.
Een buurman die een paar straten verderop woont vroeg ik laatst naar zijn passie voor uitbundige kerstversiering. Zijn antwoord kwam niet heel veel verder dan ‘Ik vind het gezellig..’. Gelukkig werd zijn overpeinzing niet erg lang gerekt en volgde snel daarna de vraag: ‘Biertje?’, zodat het tussen ons toch nog erg gezellig werd. Maar de link tussen die schreeuwerige kitsch en een begrip als ‘gezellig’ ontgaat mij ten ene male. Ik krijg er eerder vluchtneigingen van en ga dan nog liever op een tropisch strand zitten zingen over sleetje rijden en kastanjes die op het vuur liggen te roosteren. Dat heeft tenslotte net zoveel met de ‘Christmas-spirit’ te maken als al die knipperende en flikkerende lampjes.
Critici zullen nu wel meteen beginnen te roepen dat ik overduidelijk het kerstgevoel mis, en daarin hebben ze gelijk. Met alles wat er aan ziekte in de familie gaande is wil dat kerstgevoel maar niet aan de oppervlakte komen. Daarom sluit ik vandaag maar af met de beroemde woorden van een van Charles Dickens beroemdste personages, Ebenezer Scrooge: ‘Bah, Humbug!’

22-12-08

Geen opmerkingen: