woensdag 26 november 2008

Een naam voor de naamlozen

Op een groot en groen terrein in Woensel ligt De Grote Beek. Het voormalig Rijks Krankzinnigen Gesticht opende haar deuren op 2 februari 1918 met de komst van de getraumatiseerde Belgische ex-soldaat Joseph Alexis Kerff, die overigens enkele maanden later overleed. Later werd het complex een Rijks Psychiatrische Inrichting, en tegenwoordig staat het bekend als GGzE (Geestelijke Gezondheidszorg Eindhoven) De Grote Beek.
Over haar lange en roemruchte geschiedenis is veel te vertellen. Verhalen van de eerste patiënten aan het begin van de vorige eeuw, meestal afkomstig uit de lagere regionen van de samenleving, die hun dagen hier sleten. Velen kwamen en gingen nooit meer weg. Zij die stierven werden begraven op een speciale dodenakker op het terrein. Niet in een gewoon graf, maar vaak onder slechts een paaltje met daarop een nummer, want ook dood waren ze in de maatschappij niet gewenst. Hun namen zijn allemaal aan het papier toevertrouwd en vervolgens vergeten Ruim 1800 graven zijn er geteld. Allemaal voormalige patiënten, verdeeld over een algemeen, een katholiek en een joods deel van de dodenakker.

Op initiatief van de Cliëntenorganisatie van GGzE is de begraafplaats inmiddels opgeknapt en in ere hersteld. Op 15 december a.s. krijgt het zelfs een, door kunstenaar Jacques van Erven gemaakt monument, met daarop de namen van alle 1800 patiënten, tot nu toe nog naamloos, die er hun laatste rustplaats vonden. Het monument zal die dag om 12.30 worden onthuld door de heer Van Schayk, bewoner van De Grote Beek, en wethouder Don.
Van Erven heeft zich bij het ontwerp van het monument laten inspireren door de markeringspaaltjes van de graven. De paaltjes heeft hij uitvergroot. Het monument bestaat uit vier van dergelijke palen met dakpanelen van glas waarop de namen tegen de hemel te lezen zijn. De naam van de eerste patiënt, Joseph Alexis Kerff ontbreekt echter. Zijn naam komt niet voor in het nauwkeurig bijgehouden register, ook al zou hij wel op het terrein zijn laatste rustplaats hebben gekregen. Namen die ook ontbreken zijn die van de 24 joodse patiënten die in WOII uit het gesticht werden weggevoerd en hun einde vonden in de kampen. Zij worden speciaal herdacht door het plaatsten van z.g. stolpersteine (=vierkante stenen met bovenop een bronzen plaatje met een naam) langs de toegangsweg naar de begraafplaats in mei 2009. Toepasselijk is deze toegangsweg vernoemd naar de allereerste patiënt Kerff.

Ter gelegenheid van de onthulling van het monument wordt ook een boekje uitgegeven met de titel ‘Namen der Naamlozen’, waarin alle namen van de overledenen zijn opgenomen. Daarnaast zijn in het boekje een aantal verhalen van overledenen opgenomen om deze vergeten groep verder een gezicht te geven.

Gelukkig ligt de tijd inmiddels ver achter ons dat bewoners van een instelling als De Grote Beek angstvallig van de buitenwereld werden weggehouden. Ook al is er nog steeds een schaamte te bemerken bij zowel patiënten als diens familie en vrienden, de directie van De Grote Beek doet er alles aan om laagdrempeligheid te betrachten en de patiënten ook het gevoel te geven dat ze, ondank hun ziekte, toch nog steeds midden in de samenleving staan.
Ook belangrijk voor de directie is de relatie met de omwonenden. Niet alleen vanwege de angst en bezorgdheid die een instelling als deze nu eenmaal bij de buurt oproept, maar zeker ook vanwege het feit dat De Grote Beek tegenwoordig ook een forensische afdeling herbergt. Om een goede verstandhouding met de buurt te bewerkstelligen is niet alleen het terrein opengesteld voor het publiek, er zijn wandel en fietspaden uitgezet, maar worden er ook regelmatig lezingen en tentoonstellingen georganiseerd. Vooral het voormalige ketelhuis, goed te zien vanaf de weg, speelt hierin een belangrijke rol.

Wie de onthulling van het monument wil bijwonen dient zich vooraf op te geven op rp.montnor@ggze.nl of via 040-297 06 18.

26-11-08

Geen opmerkingen: