Zoals de wind de wolken blaast, schuifelt ze over het plein. Voorzichtig, stap voor stap,
ze hoeft nergens meer zo snel te zijn. Haar rimpelig gelaat spreekt van jaren, in een soort vergeten eenzaamheid. Met haar stok als ondersteuning schuifelt ze door haar eigen tijd.
Rusten op een vensterbank, haar oude ogen op de grond gericht, verdwijnt de harde wereld, voor even uit het zicht.
Dan knikt haar moede hoofd omlaag, de slaap omhult haar met zijn rust. Voor even is ze weer het meisje dat ginder werd gekust.
Die mooie jaren zijn vergleden, maar ze ziet niet om in wrok. Er zijn in haar hoofd nog zoveel momenten, die niet zijn vergleden met de klok.
Haar leven loopt ten einde, ze laat de wereld aan de jeugd. Ze ziet ze ginder spelen, in haar ogen schittert vreugd.
Aan hen is nu de opdracht, iets van zichzelf te maken. Om hun handen uit te strekken, en hun buurman aan te raken.
Als ze opstaat van haar rustplaats, is van haar gezicht te lezen, dat ze het vertrouwen heeft, dat de wereld ooit een beter oord zal wezen.
16-10-08
ze hoeft nergens meer zo snel te zijn. Haar rimpelig gelaat spreekt van jaren, in een soort vergeten eenzaamheid. Met haar stok als ondersteuning schuifelt ze door haar eigen tijd.
Rusten op een vensterbank, haar oude ogen op de grond gericht, verdwijnt de harde wereld, voor even uit het zicht.
Dan knikt haar moede hoofd omlaag, de slaap omhult haar met zijn rust. Voor even is ze weer het meisje dat ginder werd gekust.
Die mooie jaren zijn vergleden, maar ze ziet niet om in wrok. Er zijn in haar hoofd nog zoveel momenten, die niet zijn vergleden met de klok.
Haar leven loopt ten einde, ze laat de wereld aan de jeugd. Ze ziet ze ginder spelen, in haar ogen schittert vreugd.
Aan hen is nu de opdracht, iets van zichzelf te maken. Om hun handen uit te strekken, en hun buurman aan te raken.
Als ze opstaat van haar rustplaats, is van haar gezicht te lezen, dat ze het vertrouwen heeft, dat de wereld ooit een beter oord zal wezen.
16-10-08
Geen opmerkingen:
Een reactie posten