vrijdag 31 oktober 2008

Anticonceptie onder dwang mogelijk maken?

De discussie is al bijna zo oud als de mensheid en laait ook in onze tijd met regelmaat op: mogen bepaalde personen door de overheid gedwongen worden tot anticonceptie?
Dat het een heikel onderwerp is moge duidelijk zijn. Door het toestaan een wettelijke mogelijkheid tot gedwongen anticonceptie voor ‘onbekwamen’ gaat de wetgever feitelijk op een stoel zitten die vele, vaak zeer emotionele reacties oproept. Want wie zou eigenlijk onder de noemer van ‘onbekwaam’ moeten vallen? Zijn dat geestelijk gehandicapten? Ouders die al eerder een eigen kind hebben mishandeld of gedood? Ernstig verslaafden? Zwakbegaafden? Vrouwen boven een bepaalde leeftijd? Vrouwen in een relatie waar sprake is van mishandeling?

Volgens Mirjam Sterk (CDA) is de huidige regelgeving echter voldoende. “In het uiterste geval kun je kinderen al voor hun geboorte onder toezicht stellen, dat gaat ons al ver genoeg.’
VVD en D66 vinden dat mensen die eigenlijk geen kinderen (meer) zouden moeten krijgen, zelf maar tot dat inzicht moeten komen na gesprekken met hulpverleners. PvdA-kamerlid Marjo van Dijken werkt ondertussen echter stug door aan een wetsvoorstel om ouders, die aantoonbaar niet voor een kind kunnen zorgen, voor een periode van twee jaar het recht te ontzeggen opnieuw zwanger te worden. ‘De familierechter moet een instrument in handen hebben om mensen, die reeds uit de ouderlijke macht zijn gezet, voor een bepaalde periode te behoeden dat ze weer dezelfde fout begaan.’ Ze benadrukt dat het hier moet gaan om een tijdelijke maatregel waarbij de ouders de gelegenheid krijgen om aan de rechter te laten zien dat ze hun leven weer op de rails hebben en weer in staat zijn om voor hun kind(eren) te zorgen. ‘De rechter kan dan de maatregel weer opheffen.’ besluit ze. Van Dijken werkt aan het initiatiefwetsvoorstel omdat ze regelmatig de meest schrijnende verhalen binnen krijgt van betrokkenen die met leden ogen moeten aanzien hoe vrouwen, soms willens en wetens, steeds maar weer zwanger raken en kinderen op de wereld zetten waar ze niet voor kunnen of willen zorgen. De opvang en opvoeding van deze kinderen moet dan worden overgenomen door familieleden en, als dat niet kan, door de staat. Een situatie die bepaald niet de bedoeling is, en waar van Dijken, middels dit initiatiefwetsvoorstel, een einde aan wil maken.

Ik moet bekennen dat ik over een dergelijk dilemma ernstig in dubio sta. Aan de ene kant ken ik genoeg situaties waarbij het voor alle betrokkenen beter zou zijn geweest als er geen, of zeker niet nog méér, kinderen zouden zijn geboren. Aan de andere kant ben ik nogal huiverig als de overheid tot dergelijke inbreuk in het persoonlijke leven van haar burgers gemachtigd zou zijn. Dat roept iets te veel herinneringen op aan situaties waarin we met z’n allen bepaald niet verzeild willen raken. Toch zal er echter iets moeten gebeuren, en dan is een tijdelijke maatregel zoals van Dijken voorstaat, wellicht de minst kwade. Mits natuurlijk weldoordacht, goed onderbouwd en getoetst door een bevoegd rechter.

Met het nog steeds groeiend aantal (v)echtscheidingen en de problemen met hangjongeren in het achterhoofd, valt uit verschillende studies op te maken dat een groot deel van de achterliggende problematiek dermate divers is dat er een zeer zorgvuldige afweging moet worden gemaakt welk middel wordt ingezet om de problemen op te lossen. Alleen de moeder tijdelijk onvruchtbaar maken zou lijken op het neerleggen van de schuldvraag bij één persoon, en dat is zelden het geval. Vaak hebben veel meer betrokkenen steken laten vallen en hebben ook instanties niet tijdig ingegrepen of in kunnen grijpen. Het, in een dergelijke situatie, voorkomen van een nieuwe zwangerschap zou alleen voorkomen dat de problemen nóg groter worden, en daar is alleen al wat voor te zeggen.

In elke vastgelopen situatie zouden de belangen van het (ongeboren) kind echter voorop moeten staan. Ook als dat zou inhouden dat een kind in bepaalde omstandigheden niet geboren, of zelfs niet verwekt, zou moeten worden. Dat lijkt een enorme inbreuk op de keuzevrijheid van vrouwen, maar is dat bepaald niet altijd. Er zijn tenslotte situaties denkbaar waarbij de problematiek dermate complex en bedreigend kan zijn dat een eventueel kind direct gevaar zou kunnen lopen. In zulke situaties is het dan beter om eerst de problematiek aan te pakken voor je er een kind aan gaat toevoegen. Want, ook al denken veel mensen er helaas anders over, een kind is nooit en te nimmer de oplossing van problemen. Met 1 op de 6 (!) kinderen die in ons land worden mishandeld, gediscrimineerd of worden misbruikt, is een dergelijke maatregel wellicht omstreden, maar (blijkbaar) hoognodig om aan dergelijke walgelijke praktijken een halt toe te roepen. Er zijn nu eenmaal situaties in het leven die groter zijn dan jezelf en omstandigheden creëren die ongezond zijn voor zowel de moeder als voor het kind. Situaties die eerst moeten worden opgelost om te zorgen dat de moeder weer controle heeft over haar leven voor ze aan (meer) kinderen gaat beginnen. Dat geeft niet alleen lucht aan de moeder zelf, maar levert ook later enorme voordelen op in de ontwikkeling van het kind zelf. Want kinderen die opgroeien in een stabiele, liefdevolle en veilige thuissituatie zullen eerder opgroeien tot stabiele en productieve volwassenen dan kinderen die moeten opgroeien te midden van de chaos en onveiligheid, waarbij de focus niet op hen maar op de problematiek ligt.

Of het voorstel er ooit komt is maar af te wachten. Bij een eventuele behandeling in het parlement zullen er verhitte debatten gevoerd gaan worden, en argumenten worden aangedragen van praktische, filosofische of religieuze aard. Argumenten die allemaal zullen moeten worden gewogen en waaraan, daar waar mogelijk, tegemoet zal moeten worden gekomen. Toch blijf ik een voorstander van een dergelijk instrument dat, in de handen van de familierechter, een hoop ellende in de toekomst kan voorkomen. En ik durf zelfs te stellen dat in veel gevallen de betrokkenen, in retrospect, er achteraf zelfs blij mee zullen zijn als de rechter hen een periode van zelfreflectie en hulp heeft opgelegd in een zo moeilijke periode waarin het eigen oordeel niet altijd even zuiver was.

31-10-08

Geen opmerkingen: