zaterdag 3 mei 2008

Machteloos

Bij binnenkomst valt meteen op hoe bleek hij is. Toch antwoordt hij bevestigend als ik hem vraag of het goed met hem gaat. Vanaf zijn vaste plek aan de tafel overziet hij het kleine gezelschap dat op deze dag bij elkaar zit en vriendelijke belangstelling uitwisselt. Hij geeft zijn commentaar en zijn opmerkingen vanaf de achtergrond, gedecideerd en met zachte stem, maar daarom niet minder ongezouten. Zo ken ik hem, en zo heb ik hem leren kennen de afgelopen vier jaar, mijn schoonvader.
Het duurt dan ook even voor het opvalt dat het aan de tafel opeens stil is geworden. Een blik leert dat hij onderuit is gezakt en met zijn hoofd op de tafel ligt. Meteen is het duidelijk dat het niet goed met hem gaat. Op de vraag wat er speelt, antwoordt hij dat hij de krant leest, maar van zó dichtbij kan zelfs ik de kleine lettertjes niet ontcijferen. Dan begint hij te trillen en zegt dat hij pijn heeft, erge pijn. Terwijl het alarmnummer wordt gebeld proberen we hem te troosten en te ondersteunen. Maar als de tranen van pijn over zijn wangen stromen dringt de waarheid pas echt tot ons door. Deze man, die nooit klaagt en alle vragen over zijn gezondheid kregelig wegwuift, is ziek, ernstig ziek.
De telefonist van de alarmcentrale is geduldig, vriendelijk en begripvol. Geen moment verliest hij zijn kalmte en dat zorgt ervoor dat ook wij relatief rustig blijven. De ambulance is reeds onderweg en zal zo arriveren. En terwijl ik naar beneden loop om de ambulance op te vangen en ze de weg te wijzen, hoor ik in de verte het geluid van de sirene al aanzwellen. Nog voor ik goed en wel bij de voordeur sta, zijn ze al bezig de brancard uit te laden. De twee ervaren broeders met hun kalme alertheid nemen de zaken van ons over en ontfermen zich over de patiënt. Na hem gestabiliseerd te hebben en iets te hebben toegediend tegen de pijn, laden ze hem voorzichtig op de brancard. De grijze broeder verontschuldigd zich nog voor de troep die ze achterlaten, maar verzekert me dat er geen naalden tussen zitten. Dan hobbelt de brancard over de drempel en wordt het stil in huis.
We blijken zelfs eerder in het ziekenhuis te zijn aangekomen dan de ambulance. Een paar minuten zelfs. Opluchting als de brancard wordt binnengereden op de Eerste Hulp en artsen en verpleegkundigen zich met hun patiënt gaan bezig houden. Het lange wachten in onzekerheid begint. Onderzoek volgt op onderzoek en resultaten druppelen mondjesmaat door. Het beeld dat ontstaat is niet gunstig. De situatie is zéér ernstig en zelfs levensbedreigend. Een spoedoperatie is de enige mogelijkheid. We mogen nog even gedag zeggen voor hij naar de OK wordt gebracht. Op de brancard ligt een oude, doodzieke man. Zonder bril en zonder kleur op zijn gezicht ziet hij er, vanonder alle slangen, nog brozer uit dan hij al is. Als de liftdeuren zich zachtjes sluiten ligt zijn lot in andere handen, en kunnen wij niets anders doen dan afwachten, machteloos afwachten.De drie uur die voor de operatie is uitgetrokken wachten we niet af in het ziekenhuis. Na een eventueel telefoontje kunnen we er in drie minuten zijn, dus wachten we liever thuis op de dingen die gaan komen. Onwerkelijk en niet in staat deze gebeurtenissen goed te bevatten zitten we even laten tegenover elkaar op de bank. Afleiding wordt gezocht in de gewone dagelijkse dingen: een kopje koffie en een hapje te eten. De conversatie stokt en ogen dwalen steeds af naar de wijzers van de klok. Wijzers die in zich niet laten haasten en slechts in hun eigen vastgestelde tempo de seconden wegtikken tot minuten en dan tot uren. Rond achten komt dan eindelijk het verlossende telefoontje. De operatie is geslaagd! Het had geen minuut later moeten gebeuren, want dát hij het overleeft mag al een wonder heten. Veel patiënten in zijn toestand halen het ziekenhuis niet eens meer. Als we een uurtje later even bij hem mogen op de IC valt er toch een last van onze schouders. We zijn nog lang niet uit de gevarenzone maar deze eerste zware slag hebben we gewonnen! De tijd en liefdevolle zorg moet nu de rest opknappen. En één blik op de broeder op de IC leert dat het daarmee wel goed zit.

03-05-08

Geen opmerkingen: