zondag 16 december 2007

Neologisme

Het is een inmiddels een absolute rage geworden om elkaar met ´Goeiemoggel´ te begroeten. Ook bedrijven met hun eigen afdeling ´Transploft´ maken dankbaar gebruik van de, door de reclame van de KPN, aangeboden nieuwe woordenschat. Helaas, zou ik zeggen, maar dat het niet bij iedereen in goede aarde valt mag ook duidelijk zijn.
Zo ging een man in een Rijswijks café door het lint toen hij meende door anderen met ´mongool´ te worden aangesproken. Toen de politie ter plaatse kwam, blijkbaar weer eens te laat, was de amokmaker al lang en breed vertrokken. Maar ook in Koninklijke Kringen is het ´Goeiemoggel´ aan een opmars bezig. Prinses Laurentien opende haar speech bij de opening van het Jubileumcongres van het Genootschap Onze Taal met deze term in een duidelijke poging om aan te tonen dat ze zelf óók niet al te best kan lezen blijkbaar.
Taal is een levend iets. Vrijwel dagelijks worden er nieuwe begrippen of nieuwe betekenissen toegevoegd aan al bestaande woorden van de taal. En dat is maar goed ook. Dat is een teken dat de taal geliefd én gesproken wordt. Maar het is maar zeer de vraag of termen als ´Goeiemoggel´ en ´Transploft´ eeuwigheidswaarde hebben. Ik denk van niet. Wat overigens niet wegneemt dat het reclamebureau achter deze commercial een goed en spraakmakend product heeft geleverd. Het is lang geleden dat een reclame, of een televisieprogramma, in één keer zoveel woorden heeft toegevoegd aan de taal.
Toch zou ik er helemaal geen moeite mee hebben als van Dale aan het eind van het jaar ook de betekenis van ´mongool´ zou opnemen indien ´Goeiemoggel´ onverhoopt in het woordenboek terecht zou komen. Dan is de kans zéér groot dat ik het woord ook aan mijn vocabulaire ga toevoegen. Ik kan me namelijk wel een aantal personen bedenken over wie ik zo denk, maar die ik, om diverse redenen, nooit zo zal kunnen aanspreken. Gelukkig zijn er in de taal talloze woorden te noemen die, mits snel uitgesproken, onschuldig klinken maar het niet zijn. Of die Frans klinken maar het niet zijn. Zo had ik ooit een collega die Franse gasten altijd ´Ooievaar!´ wenste als ze het pand verlieten, in plaats van ´au revoir´. Een jeugdvriend schiep er duivels genoegen in om, op vakantie in een ver buitenland, een lastige straatverkoper de meest grote onzin aan te leren die hij dan kon aanwenden om andere toeristen tot aankoop uit zijn stalletje over te halen. Een Franse campingbaas in de Ardèche tenslotte, en dan spreken we over halverwege jaren zeventig, verkocht in zijn campingwinkeltje groenten die hij zelf verbouwde. Zijn grootste verkoopargument was destijds :´Iek ferkoop wortélen!´. Deed het altijd erg goed bij nieuwkomers.
Ik kijk in ieder geval uit naar het lijstje van nieuwe woorden dat aan het eind van het jaar steevast wordt uitgebracht. Daarop staat ongetwijfeld ook ´verWildering´ dit jaar, de gepoogde tegenbeweging jegens ´Politicus van het Jaar´ en ´Tapis Glissante´, Wilders. Een tegenbeweging die, na een kleine rimpeling, alweer een stille dood schijnt te zijn gestorven. Ik heb ook al een aantal keren de term ´Cordon Sanitaire´ horen bezigen. De politieke poging om, bij onze zuiderburen, het nationalistische Vlaams Blok, buitenspel te zetten. Als men dat bij Wilders ook zou willen doen is een waarschuwend woord op z´n plaats. Tapijt, en zeker van het hoogpolige soort zoals Wilders dat op zijn hoofd cultiveert, gaat niet goed samen met sanitair in wélke vorm dan ook. Dat wordt een standaard broeinest van allerlei bacteriën en ziekteverwekkers die, op den duur, altijd meer schade doen dan goed. Niet slim dus. Beter is het om zo´n tapijtje met zachte drang naar de vuilnis te dirigeren of, en dat wil ook nog wel eens helpen, langzaam maar zeker, naar de zijkant te duwen. Dan struikelt er vanzelf wel eens iemand over en die gooit het dan, haast ongemerkt, alsnog weg.
Maar hoe meer ik over mijn eigen beeldspraak nadenk trouwens, een tapijtje zo dicht bij het riool, hoe meer ik het cijfer 3 begrijp,dat het Nederlandse volk afgelopen week gaf aan Balkenende IV.

16-12-07

Geen opmerkingen: