Nederland is in rep en roer want ´onze´ pindakaas komt straks, na sluiting van de Calvé fabriek in Delft, waarschijnlijk uit Polen en men is bang dat die gedwongen verhuizing de smaak niet ten goede zal komen.
´Pindakaas, wie is er niet groot mee geworden?´ Die leus kan iedereen zich zeker herinneren, net als de toevoeging ´.. en schaatser!´. Ook de kreet: ´Stom he? Ik vind het gewoon lekker!´ is inmiddels volledig ingeburgerd in het algemene taalgebruik. Een merk broodbeleg dat dát weet te bereiken is toch wel iets bijzonders.
Vanmorgen hoorde ik zelfs op Radio2 Robert-Jan Booij nog roepen dat een stel, op het punt om voor drie jaar naar de VS te vertrekken, het voortaan dus zónder pindakaas en hagelslag zou moeten doen. Nu heb ik al jaren geen erg hoge ´Petje Pitamientje´ op van Robert-Jan´s algemene ontwikkeling, maar dáár sloeg hij de plank toch wel heel erg mis. Pindakaas is namelijk een, van oorsprong, Amerikaanse uitvinding uit 1893 door Dr. John H. Kellogg en gedaan tijdens een periode van overschot aan pinda´s. En als je iets dus zeker wél kunt kopen in Amerika is het dus pindakaas, al heet het daar ´peanutbutter´ en is iets anders van smaak, samenstelling en consistentie. Absoluut eetbaar maar gewoon anders. Je kunt er trouwens weer slecht pindasaus van maken, iets wat de Amerikanen al helemaal niet kennen. Voor hen is het goedje, op z´n best, broodbeleg voor kids en rijke excentriekelingen en ook absoluut niet meer dan dat. Maar daar het nooit te laat is voor een stukje culturele uitwisseling heb ik, hoogstpersoonlijk en tot grote hilariteit bij het idee alleen al, in 2002 een Amerikaanse familie waar ik te gast was, kennis laten maken met het fenomeen saté met pindasaus. En volgens mij lachen ze nóg. Niet dat de culinaire hoogstandje mislukt was, geenszins zelfs, maar het idee dat er mensen op de wereld zijn die met pindakaas koken is toch wel echt van de zotte. Dat moeten dan toch echt wel weer die gekke ´Dutch´ zijn! Dáár kan tenslotte alles en is van zeden al helemaal geen sprake, dus koken met pindakaas kan er ook nog wel bij in de beeldvorming. Dat wij het recept ook weer hebben uit Indonesië deed dan ook helemaal niet meer ter zake.
Maar wij Nederlanders zijn helemaal niet de enigen die, aan deze kant van de Grote Eendenvijver, pindakaas met grote hoeveelheden verorberen. Naast ons land is pindakaas populair in Duitsland, Engeland en Turkije. Suriname, weer aan hún kant van voornoemde Eendenvijver, kent weer een pittigere variant, die ik overigens zélf erg lekker vind, met toegevoegde sambal. Feit is dat iedereen zo zijn eigen favoriete manier heeft om een boterham met pindakaas te verorberen. Ik weet van combinaties met sambal badjak, mijn favoriet (en dan liefst nog bestrooid met seroendeng en gebakken uitjes), met kaas, met suiker, met jam, met banaan, met ham en met gebakken of gekookt ei. Het is maar wat je smaakpapillen het meest kietelt. Toch vrees ik dat de bekende potjes Calvé, het meest populaire merk blijkbaar, binnenkort inderdaad uit een ver lage lonen land gaan komen. Mocht echter de geplande sluiting van de fabriek in Delft worden teruggedraaid, dan hebben de Hoge Heren van Unilever in ieder geval bereikt dat pindakaas weer eens extra op het Nederlandse Netvlies is gezet. Dat zal de winstgevendheid van het merk zéker ten goede komen… en dáár was het tenslotte allemaal om begonnen.
12-10-07
Geen opmerkingen:
Een reactie posten